TRITOFTOROL
450
INGEZONDEN
Moet het roer in ons
Landbouwbeleid omgegooid worden?
Landbouwprijsindexcijfers
maart 1962
Wist U dat
valse meeldauw in
UIEN?
Spuit of vernevel:
f
f
f
f
f
f
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redaktïe.)
TOEN begin januari j.l. in Brussel door de samenwerkende landen in
de E. E. G. inzake het toekomstige landbouwbeleid overeenstem
ming werd bereikt en de tweede fase inzake economisch beleid inging,
stond het vast dat men ondanks alle moeilijkheden wil trachten geheel
Europa in een economische gemeenschap te verenigen, die in het gehele
wereldbestel wel een dusdanige economische macht zal vertegenwoordi
gen dat geheel Europa hierbij wèl kan varen.
Met lof is melding gemaakt van de taaie volharding waarmede onze
onderhandelaars de Nederlandse belangen in Brussel verdedigd hebben.
Het staat echter wel vast dat de gelijkschakeling van het beleid op land
bouwgebied voor alle deelnemers belangrijke veranderingen in hun eigen
landbouwbeleid zal medebrengen, waarop zij zich in het overgangstijd
perk zullen moeten instellen.
THANS, enkele maanden na het akkoord van Brussel, geeft de gehele wereld reeds blijk van
belangstelling voor dit economisch blok, vooral nu Engeland en verschillende andere Europese
landen onderhandelingen begonnen zijn tot toetreding of zelfs reeds het lidmaatschap aangevraagd
hebben.
Verheugend is het algemeen inzicht in de dringende noodzaak tot samenwerking om het hoofd te
kunnen bieden aan de gevolgen van de reeds zichtbare en nog plaatshebbende veranderingen in het
gehele wereldbestel. En het is terwille van deze samenwerking dat de verschillende partners iets van
hun eigen aspiraties zullen moeten opofferen en zich zullen moeten instellen en aanpassen op het
algemeen belang. Dat deze aanpassing op landbouwgebied de grootste moeilijkheden medebrengt,
daarvan is ieder wel overtuigd. Vandaar de hardnekkige strijd in Brussel om de vaak vermeende
belangen der verschillende partners.
Ieder land heeft zijn eigen landbouwbeleid aangepast aan de eigen economische omstandigheden.
Er zijn er, waaronder Nederland, die terwille van hun export streefden naar een zo groot mogelijke
produktie met lage prijzen, zelfs met opoffering en ten koste van andere belangen om daardoor onze
boeren te helpen zich een bestaan te kunnen verschaffen. Andere daarentegen, die niet afhankelijk
waren van export, konden zich de weelde van veel hogere prijzen in een beschermende markt veroor
loven en het is de gelijkschakeling van deze verschillen die van allen in het algemeen belang opoffe
ring van een gedeelte van hun eigen beleid vraagt.
Hoe staat het nu met ons landbouwbeleid in het zicht van de komende veranderingen?
DE ineenstorting van de prijzen van onze land-
bouwprodukten in 1930 als gevolg van de
ontstane economische crisis bracht mee dat ver
schillende maatregelen moesten genomen worden
om het voor de boer mogelijk te maken zijn be
drijf te kunnen blijven voortzetten. Vóórdat de
genomen maatregelen effect hadden waren de
verliezen in de landbouw reeds van dusdanige
aard, dat de vrees hiervoor, vooral bij de ouderen,
hen nog steeds is bijgebleven en alles gedaan
moet worden om een herhaling hiervan te voor
komen.
De tweede wereldoorlog in 1940 bracht een
voortzetting van het geleide prijspeil mede, waar
aan met het oog op de ontwaarding van het geld
een sterke binding van het pacht- en grondprijs-
beleid werd gekoppeld. Dit beleid is na de bevrij
ding voortgezet en neergelegd in de nieuwe pacht
wet en de wet op de vervreemding landbouwgron
den. Daardoor is de last, die voortspruit uit de
maatregelen om onze boeren aan een redelijk
prijspeil te helpen, niet op ons gehele volk ge
legd, maar op een gedeelte ervan en wel op de
grondeigenaar.
Deze wetten betekenden een gedeeltelijke ont
eigening van de verpachtende grondeigenaar zon
der schadevergoeding. Geen enkel Europees land
is in zijn beknotting van het eigendomsrecht zo
ver willen gaan als Nederland en onze partners
in de Benelux en in E. E. G.-verband hebben ons
dit steeds verweten als oneerlijke concurrentie.
Dit beleid verder voeren is een zaak onzer land
bouworganisaties onwaardig, en zou onze land-
bouwafgevaardigden internationaal in een on
houdbare positie brengen. Daarom zal men zich
moeten beraden wat verder voor onze landbouw
zal moeten gedaan worden.
ALS richtlijn hiervoor zal in de eerste plaats
het toekomstig algemeen beleid in Europees
verband leidinggevend moeten zijn, maar daar
naast zullen de discriminerende maatregelen
tegenover het eigendomsrecht geleidelijk moeten
verdwijnen en één van de eerste daarvan is de
wet vervreemding landbouwgronden. De vrees
(Advertentie)
wordt uitgesproken dat bij afschaffing van deze
wet veel gronden verkocht zullen worden, vooral
in Zeeuws-Vlaanderen. Ik geloof niet direkt aan
zeer grote verkoop, maar het is mogelijk dat deze
in Zeeuws-Vlaanderen groter zal zijn, omdat in
Zeeuws-Vlaanderen reeds veel Belgisch grond
bezit is, dat de discriminatie van het eigendoms
recht moede, in vrijheid tot verkoop zal kunnen
besluiten. En mede omdat de Belgische boer in
de jaren na de oorlog gesteund is met belasting
faciliteiten en daardoor een belastingvrije reserve
heeft kunnen vormen! Grensboeren, die het vor
men van een dergelijke reserve benut hebben, zul
len wel degelijk grond in Nederland aankopen en
de vraag is wat men hiertegen kan doen.
IK geloof dat men dan moet doen wat België
ook gedaan heeft, n.l. belastingfaciliteiten ver
lenen, b.v. door afschaffing van de vermogens
belasting op het grondbezit. Dit zou tevens een
compensatie zijn voor de te lage pacht en zou
veel eigenaars ervan weerhouden hun grond te
verkopen.
Dat samengaan van de landen in Europa in
economisch verband grote verandering zal bren
gen in de bestaande landbouwpolitiek der ver
schillende landen is zeker. Dat Nederland, dat in
deze een buitenbeentje kon genoemd worden, zich
hieraan niet zal kunnen onttrekken is eveneens
zeker. Daarom moet ons toekomstig beleid op
deze samenwerking afgestemd worden. Hoe dat
in finesse zal zijn kan nog niet gezegd worden, in
ieder geval Europees gelijk.
Daarom moeten onze Nederlandse boeren ervan
overtuigd worden dat zij onder gelijke maatrege
len met hun vakgenoten in andere landen moe
ten kunnen concurreren.
Ik heb deze regels neergeschreven om erop te
wijzen dat zij niet mogen vasthouden aan wat
was, maar aan wat de toekomst brengen kan.
Met dank voor de plaatsing,
R. VAN ACKER,
St. Jansteen.
(1949/50—1952/53 100)
VOLGENS mededeling van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek bedroeg het alge
meen landbouwprijsindexcijfer in maart 100, het
geen 1 punt hoger is dan in de voorafgaande
maand en eveneens l punt hoger dan in maart
1961.
Het groepsindexcijfer voor akkerbouwproduk-
ten liep met 10 punten op tot 125, hoofdzakelijk
als gevolg van de sterk gestegen prijzen voor con
sumptie-aardappelen. De stijging ten opzichte van
maart 1961 bedroeg 9 punten.
Het groepsindexcijfer voor veehouderijproduk-
ten was 93, dat is 2 punten lager dan in februari
en 4 punten lager dan in maart verleden jaar.
Het indexcijfer voor de kostenfactoren bleef on
veranderd (151). Ten opzichte van de overeen
komstige maand van het vorige jaar ligt het
6 punten hoger.
lfT(zineb.)
CR ook dit jaar weer een boekwerkje verschenen is, dat wordt uitgegeven door de Uitgevers Mij De
Haan, Zeist, getiteld: „Belastingdruk in Nederland 1961".
Dit werkje is samengesteld door het C(entraal) B(ureau) voor de S(tatistieken bevat een schat van
gegevens in verband met ons belastingstelsel en zijn druk op onze bevolking.
Op meerdere plaatsen komen tabellen voor die hierover goed en duidelijk materiaal verschaffen.
Ik wil deze keer eens enkele cijfers noemen en kies hiervoor groep III. 2, dus natuurlijke personen
die gehuwd zijn en aftrek hebben voor twee kinderen. We vinden dan de volgende cijfers:
I
II
III
IV
V
VI
VII
Inkomen
f 6.000,—
f 8.000,—
f 10.000,—
f 15.000,—
f 20.000,—
f 30.000,—
50.000,—
Inkomstenbelasting 1960
390,—
743,—
1.202,—
2.732,—
4.739,—
9.693,—
f21.112,—
Inkomstenbelasting
in °/o van het inkomen
6,50
9,29
12,02
18.21
23,70
32,31
42.22
Uit deze tabel blijkt duidelijk het sterk progressieve karakter van het tarief Inkomstenbelasting.
Zoals u weet wordt dit progressieve tarief gemotiveerd met een beroep op de DRAAGKRACHT. Dit
beroep is in principe terecht. De draagkracht van een gehuwde met kinderaftrek voor 2 kinderen bij
een inkomen van f6.0000,is betrekkelijk gering en de betaling van f390,inkomstenbelasting zal
zeker niet als een last gevoeld worden. Alle lof dus, voor een zeer sterke matiging aan de voet (voor de
lagere inkomens). Dit houdt echter niet in een goedkeuring voor de heffingsvoet voor de hogere en
hoogste inkomens.
Neem nu eens het geval van iemand met een inkomen van f 30.000,
Deze betaalt aan Ink. Belasting s
Stel nu voor dat hij een belast vermogen heeft van
f 250.000,dan kost dit aan Vermogensbelasting i
Tel nu hierbij nog op voor Personele Belasting
dan moet aan privé belasting worden voldaan
Als we nu aannemen dat voor levensonderhoud in de
ruimste zin nodig is f 200,per week s
f 9.693,—
1.250,—
157,-
f 11.100,—
10.400,—
dan is van het inkomen reeds besteed s 21.500,
De onnadenkende lezer zal nu zeggen: welnu f30.000,inkomen, voor belasting en privé f21.500,
Overschot f 8.500,Voor dit cijferwerk een tien, maar dan
Stel voor dat deze belastingplichtige boer is op een bedrijf van 50 ha. Bij het tegenwoordig snel ver
ouderen van allerlei bedrijfsmiddelen (gebouwen, machines) is er ieder jaar een flink bedrag nodig voor
allerlei VERNIEUWINGSINVESTERINGEN. Praktisch is het niet meer mogelijk om alleen met VER
VANGINGSINVESTERINGEN het moderne bedrijf op gang te houden. Men denke maar eens aan de
schaarse menselijke arbeidskracht die tot steeds verdere mechanisatie dwingt.
Nu hoor ik weer een lezer hardop denken, dat deze boer dan toch maar f 8.500,besparen kan.
Wil deze lezer er dan eens over nadenken dat het zeer goed mogelijk is, dat de kosten van deze
nieuwe produktiemiddelen niet of niet geheel uit een verhoogde bedrijfsopbrengst kunnen worden terug
verdiend en dat de restwaarde van deze investeringen bij bedrijfsbeëindiging na een zeker aantal jaren
wel eens zeer gering kan zijn.
Dit wordt nog maar al te dikwijls voorbij gezien.
Wist U dat? MEIJERS