Erkenningsregeling en Teeltregeling
in de groenten- en fruitsektor
A.
Openbare vergadering Landbouwschap
449
STAND VAN ZAKEN OP 3 MEI 1962
TEELTREGELING IN DE
GROENTENSEKTOR
OPGEHEVEN
VRIJDAG II MEI 1962
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7-
8.
9.
FRUIT
De teelt van fruit in de open grond is geheel vrij. Een ieder is vrij elke opper
vlakte met dit fruit te betelen.
De teelt voor de vrije verkoop via een veiling van de meeste soorten groenten
en fruit onder glas zie voor de opsomming B. 1. a is slechts toegestaan aan
erkende groentetelers.
De contractteelt ten behoeve van de binnenlandse en buitenlandse industrie van
alle onder B. 1. a genoemde produkten behalve van wittekool is voor een
ieder vrij voor wat betreft de schriftelijk gecontracteerde oppervlakte.
De onder 2 bedoelde teelt behalve van sluitkool is niet meer beperkt tot
een bepaalde oppervlakte; voor de teelt is dus geen teelt vergunning als zodanig
meer nodig.
Voor de teelt van rode- en wittekool en voor savooiekool, andere dan groene, is
naast het erkenningsbewijs een' teeltvergunning vereist.
Groentetelers, die in het bezit zijn van een onbeperkt erkenningsbewijs mogen
echter zonder in het bezit te zijn van een teeltvergunning ten hoogste are
sluitkool telen.
Voorlopig blijft liet bestaande erkenningsbewijs zijn geldigheid behouden, even
als de bestaande teeltvergunning, voorzover daarin teeltreelit is aangegeven ia
rubriek 3.
Aangezien erkenningsbewijs en teelt vergunning in één document zijn verenigd,
dient een ieder dit document als erkenningsbewijs zorgvuldig te bewaren, ook
ingeval geen teeltrecht is aangegeven in rubriek 3.
De teelt van groenten cn fruit, voorzover niet genoemd onder B. 1. a of daar
uitdrukkelijk uitgezonderd, is voor alle doeleinden aan iedereen zonder enige
areaalbeperking toegestaan.
c.
FN aanzien van fruit bestaat er thans geen
erkenningsregeling meer en evenmin een
teeltregeiing. Dit betekent dus, dat een ieder
geheel vrij is elke oppervlakte fruit te telen.
Dit geldt echter niet voor de teelt ONDER
GLAS van bessen, druiven, peren, perziken en
pruimen, aardbeien en meloenen.
D GROENTEN
1 Erkenningsregeling ten aanzien van groen,
ten
Teelt voor vrije verkoop via een veiling
De teelt van de hierna genoemde produk
ten met uitzondering van de contract
teelt is slechts toegestaan aan onder
nemers, die een erkenningsbewijs bezitten.
Voorlopig geldt als erkenningsbewijs het
bewijs van erkenning als groenteteler van
het produktschap voor Groenten en Fruit.
De bedoelde produkten zijn: andijvie,
augurken, bloemkool, boerenkool, Chinese
kool, komkommers, koolrabi, kroten, me
loenen, paprika, rode bos-, breek- en was-
peen, met uitzondering van alle soorten
Berlikumer en Flakkeese winterwortelen,
postelein, prei, raapstelen, rabarber, radijs,
ramenas, savooiekool, schorseneren, selde
rij, sla, sluitkool, snijbiet, spinazie, spits
kool, spruitkool, tomaten, tuinbonen, veld
sla en witlof, voorzover geteeld ter ver
krijging van een krop, voorts alle soorten
sl£m- en stokbonen, zomede rijserwten,
een en ander voorzover de peul in groene
toestand wordt geoogst, tenslotte: onder
glas geteelde aardbeien, bessen, druiven,
peren, perziken, pruimen en meloenen.
Wij willen er met nadruk op wijzen dat
de teelt van winterbloemkool dus onder
de erkenningsregeling valt en niet vrij
geteeld mag worden. Ten onrechte wordt
bijv. op Walcheren broccolie als winter
bloemkool aangeduid. E.e.a. kan tot mis
verstand bij de telers aanleiding geven.
Broccolie mag vrij geteeld worden, win
terbloemkool niet
b. Teelt voor industrie, en voor ei^en ver
werking (de z.g. contractteelt")
De teelt van de hierboven onder B. 1. a
genoemde produkten met uitzondering
van de teelt van wittekool ter uitvoe
ring van een schriftelijke overeenkomst,
ingevolge welke de van het perceel te
oogsten produkten zullen worden geleverd
aan een onderneming, waarin groenten
fabriekmatig worden verwerkt of aan aan
een exporteur ten behoeve van zodanige
onderneming derhalve de 2.g. contract
teelt voor binnenlandse en buitenlandse
industrie is voor wat de gecontracteerde
oppervlakte betreft aan iedereen toege
staan. Voor deze teelt is dus geen erken
ningsbewijs nodig. Hetzelfde geldt voor de
teelt van wittekool voorzover de pro
dukten bestemd zijn om te worden ver
bruikt of verwerkt in de onderneming,
waarin het teeltbedrijf wordt uitgeoefend.
Een groentevervverkende fabrikant en een
veehouder behoeven derhalve geen erken
ningsbewijs te bezitten voor de teelt van
produkten, die zij in de eigen onderneming
verwerken, respectievelijk vervoederen
2,
Teelt 'van niet onder B. 1. a genoemde
produkten
Voor de teelt van produkten, die niet onder
B. 1. a zijn genoemd of bij de daar gege
ven opsomming zijn uitgezonderd, is geen
erkenningsbewijs nodig, noch voor de teelt
voor de vrije verkoop via een veiling, noch
voor de z.g. contractteelt. Dit geldt dus b.v.
voor de teelt van aardbeien, voorzover zij
niet onder glas worden geteeld, van uien,
van alle soorten Berlikumer en Flakkeese
winterwortelen, van koolrapen, etc.
Teeltregeling t.a.v. groenten
De specifieke teeltregeling ten aanzien van
groenten is afgeschaft, behalve voor rode-
en wittekool en voor savooiekool, andere
dan groenekool. Voor de teelt van deze
sluitkoolsoorten is dus naast het onder B.
1. a bedoelde erkenningsbewijs een teelt
vergunning van het produktschap nodig,
waarin is aangegeven welke oppervlakte
met sluitkool mag worden beteeld. Als
teeltvergunningen voor sluitkool blijven
de thans bestaande teeltvergunningen,
voorzover zij teeltrecht voor de in de ver
gunning genoemde rubriek 3 aangeven,
voorlopig hun geldigheid behouden. Even
als in de laatste jaren is het echter een
ieder, die een onbeperkt erkenningsbewijs
als groenteteler bezit, toegestaan ten
hoogste 5 are sluitkool te telen, zonder in
het bezit te zijn van een teeltvergunning.
MET algemene stemmen heeft het bestuur
van het produktschap voor Groenten
en Fruit op zijn openbare vergadering van
3 mei j.l. besloten de sedert 1935 bestaande
teeltregeling in de groenteteelt, niet uitzon
dering van de teeltregeling voor sluitkool, te
beëindigen. Het produktschap beeft met dit
besluit het advies van het Landbouwschap
opgevolgd.
Na de geruisloze beëindiging van de teelt -
regeling in de fruitteelt ruim een maand ge
leden, is thans een einde gekomen aan de
teeltregelingen in de voedingstuinbouw, die
deel uit maakten van de wetgeving, welke
zijn ontstaan lieeft gevonden in de moeilijke
30-er jaren. Een levensduur van 27 jaar voor
een regeling tot stand gekomen door bijzon
dere omstandigheden is lang. Ouderdomsge
breken mochten dan ook worden verwacht.
Inderdaad kleefden deze aan deze regeling,
ondanks vele aanpassingen in de loop der
jaren aan de veranderde omstandigheden.
Voor de fruitteelt „werkte" de teeltrege
ling al jaren niet meer, terwijl de teeltrege
ling in de groenteteelt eveneens weinig meer
had te betekenen. Een groot percentage z.g.
„slapend" teeltrecht, 25 a 30 van het totale
groenteareaal, leverde het bewijs voor de
ondoelmatigheid van de regeling. De ophef
fing van de teeltregelingen in de voedings
tuinbouw kan daarom worden gezien als een
aanpassing aan de feitelijke toestand.
De recente besluiten van de Minister van
Landbouw hebben eon einde gemaakt aan
de erkenningsregeling in de fruitteelt en
heeft de contractteelt van groenten voor de
verwerkende industrie vrijgesteld van de
erkenningsregeling in de groenteteelt. Voor
de fruitteelt betekende dit, dat de toch al
niet „werkende" teeltregeling vrijwel onuit
voerbaar werd door liet ontbreken van een
erkenningsregeling. In de groentetceltsektor
zon, bij handhaving van de teeltregeling, een-
wel zeer onbillijke situatie worden geschapen
door aan erkende groentetelers beperkingen
op te leggen, terwijl niet-erkende groente
telers vrijheid van eontraetteeit wordt ver
leend.
Weer is dus een belangrijke stap vooruit
gezet op de weg naar volledige vrijheid in de
tuinbouw, iets waarvan we een grote voor
stander zijn omdat naar onze mening dit in
de lijn der ontwikkeling ligt.
Alle teeltvergunningen, die geen teeltrecht
aangeven voor de in de vergunning ge
noemde rubriek 3, zijn als zodanig over
bodig en dus waardeloos geworden. Aan
gezien teelt vergunning en erkenningsbe
wijs echter in één document zijn verenigd,
dient een ieder dit document als erken
ningsbewijs zorgvuldig te bewaren.
In de extra openbare bestuursvergadering van het Landbouwschap van woensdag 2 mei j.l. is de
samenstelling van het bestuur voor dc zittingsperiode 1 mei '62 tot 30 april '64 vastgesteld.
Namens het K. N. L. C. hebben de volgende leden voor deze periode zitting: ir. C. S. Knottnerus te
Steenbergen (plv. K. Oosterhuis te Zoutkamp); G. W. Bos te Warffum (plv. J. Langereis te Urscm);
G. M. Lambers te Annerveensekanaal (plv. J. H. Lanting te Zwinderen); ir. D. S. Tuynman te Den Haag
(plv. E. v. d. Heuvel te Linschoten).
TEVENS werden in deze vergadering door het Bestuur enige verordeningen vastgesteld, die be-
trekking hebben op heffingen in het jaar L962. Deze verordeningen betreffen de algemene hef
fing. de heffing voor de bestrijding van de aardappelmoeheid en de heffing voor de beloning van de
kv ekersarbeid. Deze heffingen zijn gelijk aan die van het vorige jaar. De heffing op de pootaardappe-
len is gewijzigd en verlaagd van ƒ130,tot ƒ100,—per ha.
Verder heeft het bestuur vastgesteld de Heffingsverordening dierziektenbestrijding 1962. Tot nu toe
bedroeg deze heffing een gulden per rund. Op verzoek van de gezondheidsdiensten is dit jaar de moge
lijkheid geopend dit bedrag per provincie te verhogen met hoogstens twee gulden. Dit verhoogde be
drag wordt ook gebruikt voor de bestrijding van de abortus Bang. Naar wij vernemen zal de Gezond
heidsdienst voor Dieren in Zeeland van deze mogelijkheid tot verhoging der heffing gebruik maken.
Ook de heffingsverordening voor de financiering van het Slachtvergoedingsbesluit is enigszins ge
wijzigd. Volgens de nieuwe tekst van de verordening- zijn slechts mestkalveren- en ossen vrijgesteld
van de heffing. Ook zijn er enige wijzigingen van meer formele aard in aangebracht.
IN deze vergadering werd medegedeeld, dat met de minister van Landbouw overeenstemming is be-
reikt over de toeslag op de fabrieksaardappelen. Deze is vastgesteld op 295,- - per ha. Hier
mede correspondeert dan een toeslag van 85,-- per ha voedergranen. Op de zandbedrijven is de toe
slag op de voedergranen vastgesteld op 175,per ha. De Veenkoloniale boer kan zelf kiezen van
welke twee mogelijkheden hij gebruik wil maken. Hij moet dit vóór 1 juli a.s. meedelen aan de p.b. h.
Indien hij geen mededeling doet aan de p. b. h. neemt do overheid aan, dat de boer in aanmerking wil
komen voor de volledige voedergraantoeslag van 175,per ha, en dat hij geen gebruik wil maken
van de mogelijkheid van de gecombineerde toeslag van ƒ295,- per ha fabrieksaardappelen en 85,
per ha voedergranen. Deze regeling geldt alleen voor de Veenkoloniale bedrijven die minstens 50
bouwland, waarvan in 1962 minstens 20 met fabrieksaardappelen is beteeld. Een uitzondering wordt
gemaakt voor die bedrijven, die door bijzondere omstandigheden tijdelijk dit karakter hebben verloren.
Om uitbreiding van het areaal fabrieksaardappelen tegen te gaan is bepaald dat de toeslag van 295,—
per ha gegeven wordt voor do oppervlakte fabrieksaardappelen, welke in 1962 wordt geteeld, met een
maximum van de oppervlakte in 1959. Alleen bij bijzondere omstandigheden, zoals aardappelmoeheid of
wijziging van het bedrijf, wordt hierop een uitzondering gemaakt.