De teelt van knolselderij META 1SO-SYSTÖX 457 TUINBOUW Knolselderij op contract De bonenteelt FRUITTEELTWENKEN VRIJDAG 11 MEI 1962 ER is de laatste jaren in Zeeland nog al wat belangstelling voor de teelt van knolselderij. Voor een groot deel vindt deze teelt plaats op contract voor de industrie of voor de export. Ook dit seizoen blijkt er weer heel wat belangstelling te zijn voor dit produkt. Met name de veiling in Krabbendijke heeft een grote hoeveelheid knolselderij gecontracteerd. Omdat de planttijd van knolselderij thans dichtbij is, leek het ons nuttig enkele algemene teelt aanwijzingen hier op te nemen. Daarbij mogen we dan wel uitgaan van het feit dat zij die deze teelt willen beoefenen, voorzien zijn van planten, want die moeten thans beschikbaar zijn. Heeft men nog geen planten, dan is het misschien mogelijk dat een speciale plantenkweker er nog wel wat beschikbaar heeft, maar men zal dan wel gauw erbij moeten zijn, want geen enkele planten kweker heeft zich kunnen veroorloven planten te kweken zonder zekerheid te hebben omtrent de afzet. Het is ook zaak om terdege op te letten welke planten men krijgt, want daar hangt veel van af voor het teeltresultaat. Wanneer men er zelf geen verstand van heeft is het aan te bevelen hierover deskundige voorlichting te vragen. Omtrent de teelt van knolselderij kan het volgende worden opgemerkt rOOTTIJD De poottijd van knolselderij dient ongeveer gesteld te worden op half mei. Indien nodig moet er worden gewacht op donker weer. Knolselderijplanten verbranden en verdrogen zeer spoedig. Voor het uitpoten kan zeer goed gebruik gemaakt worden van een plantmachine. GRONDSOORT De teelt van knolselderij is niet gebonden aan een bepaalde grondsoort. De zware kleigronden zijn voor deze teelt echter minder geschikt, daar het uitpoten en rooien op deze gronden minder vlot verloopt dan op de lichtere zandgronden. De grond moet echter wel goed vochthoudend zijn. Op verdrogende gronden zal de opbrengst teleur stellen. BEMESTING Voor een zware knolontwikkeling is veel kali nodig. In de laatste maanden van de groei is de voedselbehoefte het grootst, dan worden door de planten nog veel voedingszoutên aan de bodem onttrokken. Voor een goede knolontwikkeling is een goede doch niet te weelderige bladontwikkeling gewenst. Men bereikt dit door enkele overbemestingen te geven met stikstof. Zeer veel stikstof bevordert de aan tasting van bladvlekkenziekte. Voor een juist bemestingsadvies zou men de beschikking moeten hebben over een bodemanalyse. Een globale norm per ha is: 1200 kg kalizout 40%>, 500 kg supei'fosfaat en 200 kg kalkammonsalpeter. Deze meststoffen dienen voor het uitpoten te worden uitgestrooid. Het kali-zout in februari-maart en de rest eind april. In april dient men toch reeds een aanvang te maken met de grondbewerking. Zou men hiermede wachten tot kort voor het uitpoten, dan bestaat de kans dat men door droogte de zwaardere zavelgronden niet in de gewenste structuur kan brengen. Door enkele malen de grond te bewerken zul men ook veel kiemende onkruidzaden vernietigen. POOTAFSTANDEN In verband met de onkruidbesti'ijding is een ruime xdjenafstand gewenst. In de rij kan men dan iets nauwer poten. Rijenafstand is 50 cm. In de rij kan men planten op 40 cm. Per are zijn dan 500 planten nodig. Op zeer groeikrachtige gronden waar een zware bladontwikkeling verwacht kan worden, poot men wel op een rijenafstand van 55 tot 60 cm. OOGSTTIJD EN —WIJZE Zoals reeds is opgemerkt komt de knol pas laat tot volledige ontwikkeling. In verband met de kans op bevriezing door reeds vroeg in de herfst optredende lichte vorst, moet niet te laat worden geoogst. Meestal zal men de knolselderij in de laatste helft van oktober of uiterlijk begin november oogsten. Met een groot mes sniidt men de wortels rond de knol los, waarna men deze uit de grond kan trekken om ze verder van grond en overtollige wortels te ontdoen. Wil men de knollen inkuilen en bewaren, dan moeten er vooral geen gx-ote snijwonden worden gemaakt en dient de grond niet al te radicaal verwijderd te worden. Bij kuilbewaring moet het blad tot kort boven de knol worden weggesneden zonder de knol te beschadigen. LOOF Wanneer men het blad gezond heeft kunnen houden, kan dit verkocht worden aan de fabrieken die dit blad verwerken. Meestal is er van de zijde der fabrieken vraag naar dit blad vóórdat de knollen geoogst worden. Door het blad dan af te snijden, zal de ontwikkeling van de knol sterk afgeremd worden. Het zal dus van de prijs afhangen of men al of niet het blad zal oogsten. Een globaal oogstgemiddelde aan blad is Yi kg per plant. KNOLOPBRENGST De knolopbrengst is zeer verschillend daar meerdere percelen knolselderij door een slechte kwaliteit plantmateriaal of door een minder goed uitgevoerde ziektebestrijding in verschillende jaren niet tot een grote knolontwikkeling komen. Bij een normale stand van het gewas kan men 300 kg knollen per are als een gemiddelde opbrengst beschouwen. In 1961 was de kg-opbrengst bijzonder hoog dank zij de zeer gunstige weersomstandigheden in de nazomer. ZIEKTEBESTRIJDING Bladvlekkenziekte, welke door de telers meestal roest genoemd wordt, is wel een van de belangrijkste ziekten in de knolselderij. Wanneer men verzuimt om regelmatig voorbehoedend te spuiten tegen deze plaag, dan is de kans zeer groot dat de kg-opbrengst aan knollen niet hoog zal zijn. Men dient uit te gaan van ontsnlet zaaizaad. Op het zaaibed moeten de jonge plantjes, wanneer ze echte blaadjes gaan vormen, reeds bespoten worden. Na het uitpoten dient regelmatig het zich ontwikkelende blad met een voorbehoedend middel bespoten te worden. In èen regenrijke zomer zal men meer moeten spuiten dan in een droge zomer. In de proeven gaven de bespuitingen met een organische tin-verbinding, welke onder de naam Brestan in de handel verkrijg baar is, zeer goede resultaten. Dit middel wordt verspoten in een concentratie van 300 gram op 100 liter water. Er moet een uitvloeier aan toegevoegd worden. Het bespoten blad mag pas drie weken na de bespuiting voor consumptie worden verkocht. Tijdens de zomer dient men 60 cc parathion aan de spuit- vloeistof toe te voegen ter bestrijding van wantsen en mineervliegen. SCHURFT Men noemt dit. ook wel roest op knol. Ernstig door schurft aangetaste knollen zijn niet bewaarbaar. Schurft op de knol is niet te bestrijden. Wanneer op contract wordt geleverd dienen de knollen praktisch vrij van schurft te zijn. Deze ziekte kan men trachten te voorkomen door de knolselderij op goed ont waterde grond te telen, het zaad te ontsmetten en een ruime vruchtwisseling toe te passen bij de planten en de knollenteelt. Hoe humusrijker de grond is, des te groter is de kans op schurft. INWENDIG BRUIN Wanneer de knollen op doorsnede veel bruine plekjes vertonen, zijn ze ongeschikt voor de conserven- industrie en voor export. De oorzaak van de afwijking is niet bekend, evenmin als een voorbehoedend of bestrijdingsmiddel. Bekend is dat bepaalde selecties minder gevoelig zijn voor deze afwijking. U dient er wel op te letten dat u voor knolselderij in het bezit dient te zijn van een teeltvergunning. Erkende groentekwekers kunnen hiervoor een extra teeltrecht krijgen. Bij uw veiling zal men u hierover graag alle gewenste inlichtingen verschaffen. Hoewel de teelt in onze provincie in hoofdzaak op contract plaats vindt, is het uiteraard ook mogelijk voor de vrije markt te telen. Het prijsrisico is dan geheel voor de teler, maar er staat tegenover dat dit zowel gunstig als ongunstig kan zijn. Voor de knolselderij waarvoor een contract is afgesloten, kon dit seizoen over het algemeen een prijs worden gemaakt van f 17,50 per 100 kg. Dat betrof dan de zgn. „export-kwaliteit". AANSLUITEND op bovenstaand artikel over de teelt van knolselderij kunnen we nog- meedelen, dat volgens een bericht van de direktie van de veiling in Krabbendijke, voor de leden van d£ze veilingsvereniging door de veiling 'K. E. O. een hoeveelheid van 700.000 kg is gecontracteerd. Een drietal afnemers zullen deze hoeveelheid afnemen. Reeds eerder was meegedeeld dat de prijs, waar tegen gecontracteerd werd, in Krabbendijke 17,50 per 100 kg bedraagt. Wanneer we bedenken, dat het afgelopen seizoen prijzen werden betaald van 13,tot 16,per 100 kg, is dat een alleszins bevredigende prijs. De veiling in Krabbendijke heeft dit seizoen ook haar bemiddeling verleend om contraeten af te sluiten voor de knolselderij, welke wordt geteeld door de leden van de veilingsvereniging „Ztiid- Beveland" te Goes en „Walcheren" te Middelburg-. Enkele telers uit het gebied van de veiling Krab bendijke hadden belangstelling voor de teelt van augurken en deze werden gecontracteerd door be middeling van de veiling in Goes. DE zaaitijd van bonen is aangebroken. Enkele weken geleden zijn er reeds heel wat uitge zaaid door telers die graag vroeg wilden zijn, maar de weersomstandigheden hebben tegWn gezeten en hoewel er op het moment, dat we dit schrijven, nog niets met zekerheid gezegd kan worden over de ontwikkeling van deze vroeg gezaaide bonen, zit toch het gevaar er in, dat er wat zullen mislukken tengevolge van de koude. Dat is een risico, waar aan niet te ontkomen is, dat rnen eenmaal loopt bij deze teelt. We herinneren ons van vroeger nog een gezeg de, dat „bonen de meimaand niet mochten zien". Deze tijd lijkt echter wel voorbij te zijn en de laatste jaren worden de bonen iii onze provincie steeds vroeger gezaaid. We geloven, dat hierin ook iets goeds kan zitten, want: meer nog dan tot dusver dienen de mogelijkheden van de vroege teelten in ons gewest door de tuinders benut te worden. Dat geeft risico's, maar er zitten ook kan sen in. Laten we hopen, dat het dit jaar wéér mee zal vallen voor de vroege bonenteelt. Zoals gezegd, moeten er echter ook nog heel wat worden ge zaaid. In verband hiermede willen we nog een keer wijzen op de noodzaak, dat bonen de ruimte moe ten hebben om te groeien. Over liet algemeen is de Zeeuwse bonenkweker bang om de bonen de ruimte te geven, blijkbaar uitgaande van de ge dachte, dat daar waar niets staat, ook niets kan groeien. Voor de boon kan dat funest zijn. Een lijenafstand van 45 cm mag men hiervoor gerust aanhouden en wanneer er sprake is van zeer goede grond kan het zelfs aanbeveling verdienen om een rijenafstand aan te houden van 50 cm. Oo de rij zetten we de bonen dan 35 tot 40 cm uit elkaar. Wanneer we wat ruim hebben gezaaid, wordt het ook mogelijk de boon een goede stikstofgift te geven en vooral in de jeugdperiode is zé daar dank baar voor. Ook aan de kali-voorziening van het bonenperceel moet de nodige aandacht worden be steed. Wanneer we een goed bonengewas willen hebben, moeten kali en stikstof daar samen toe meewerken. De kunstmestgift dient enigermate afgestemd te worden op de rijenafstand. Een te zwaar gewas kan veel narigheid geven. Ten aanzien van de grondsoort voor bonen kun nen we nog opmerken, dat de boon hel over het algemeen beter doet op lichte dan op zware grond, terwijl ook humusrijke grond wel aan te bevelen i.e. Meeldauw De tijd voor de bestrijding van appelmeeldauw is weer aangebroken. Geadviseerd wordt om af hankelijk van de ontwikkeling van de rassen, <ro seknopstadium) met de bespuitingen te beginnen. Fruitspint Nu de vruchtbomen zich snel ontwikkelen, kan in de eerste dagen van mei een bestrijding met het ovicide middel PCPBS worden uitgevoerd. Het is nog te vroeg voor hen die gebruik willen maken van andere eidodende middelen. (Advertentie) /CaNhet systemisch insekticide 3 mfct de ,an9ste werkingsduur N V AGRO CHEMIE ARNHEM

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 13