Het mengen van bestrijdingsmiddelen MENGMESTSTOFFEN SPORENELEMENTEN 420 EN V R IJ D A G 4 MEI 1962 HET spuitseizoen staat weer voor de deur. Tijdens dit seizoen worden er veel vragen gesteld over het mengen van bestrijdingsmiddelen. Meestal wil men overgaan tot het mengen van twee of soms nog meer middelen, omdat dit een besparingvan tijd en arbeid geeft. Het is niet altijd eenvoudig op deze vraag een direkt antwoord te geven. Waarom dit niet eenvou dig is, zullen we in dit artikel trachten duidelijk te maken. 'in het verleden werd de mengbaarheid van verschillende bestrijdingsmiddelen schematisch voor gesteld. Deze zogenaamde „mengtabel" bevredigde niet volkomen. Dikwijls deden er zich onverwachte ipQeilijkheden voor. Dit werd meestal veroorzaakt door de niet aktieve bestanddelen (hulpstoffen) V&n middelen. Men heeft daarom deze mengtabel ook afgeschaft. Wel heeft men in Mededeling lig van de P. D. een apart hoofdstuk aan deze materie gewijd. Alvorens men overgaat tot 't mengen raadplege men dan ook dit hoofdstuk. Hierin zijn een groot aantal praktische voorbeelden opgeno men Ieder die belangstelling heeft voor de bestrijding van planteziekten, dient dit boekwerkje te be zitten Hebt U het nog niet in huis, stort dan vandaag nog 2,75 op postgirorekening 83.21.75 ten name van de Plantenziektekundige Dienst te Wageningen, en het wordt U franco thuis bezorgd. WAT kan het resultaat zijn van het mengen van bestrijdingsmiddelen? Ten eersteeen besparing van tijd en arbeid. Ten tweede: een vergroting van de kans op onaan gename verrassingen. In het ongunstigste geval: matige of ernstige g^wasbeschadiging. Minder ongunstig maar wel duur; één of beide middelen werken niet of onvoldoende. De beschadiging is waar te nemen, het minder werkzaam worden meestal niet. Gezien het onder punt twee genoemde, moeten er >vrel dringende redenen aanwezig zijn om tot mengen over te gaan. MOEILIJKHEDEN BIJ HET MENGEN. VOOR een goed begrip van de moeilijkheden cüè zich bij het mengen voor kunnen doen, is h£t nódig dat we weten hoe bestrijdingsmidde len "zijn samengesteld. De meeste schimmeldodende middelen (fungici- den) en vele insectendodende middelen (insecti ciden) zijn zogenaamde „niet in water oplosbare spuitpoeders". De aktieve stof dit is de stof waarop de dodende werking van het middel berust is van zichzelf niet in water oplosbaar, maar kan na een bepaalde bereidingswijze als suspensie verspoten worden. (Suspensie is een vloeistof met daarin zwevende materiedeeltjes.) Naast deze aktieve stof bezit dit spuitpoeder nog draagstof, zweefmiddel, uitvloeier en even tueel hechter. De vloeibare middelen bevatten naast boven genoemde stoffen nog een organisch oplosmiddel. Deze middelen vormen met water gemengd een emulsie (emulsie is een melkachtige vloeistof met daarin zwevende oliedeeltjes of oplosmiddeldeel tjes, waarin de aktieve stof voorkomt). Mengmoeilijkheden komen slechts zelden voort uit een elkaar minder goed verdragen van de aktieve stoffen van de middelen. Hiervan is ook gemakkelijk een overzicht te maken. De moeilijkheden ontstaan soms doordat de aktieve stof van het ene middel de hulpstoffen van het andere middel niet verdraagt. Meer komt het voor dat verschillende hulpstoffen niet met elkaar corresponderen. In beide gevallen kunnen verkeerde reakties ontstaan, waardoor in het ongunstigste geval veel schade veroorzaakt kan worden. Juist over de samenstelling van deze hulpstoffen is weinig bekend. In middelen met een zelfde werkzame stof maar van een ander merk, kunnen verschillende hulp stoffen gebruikt zijn. Dit zou allemaal opgeno men moeten worden in de mengtabel. Ook reageert het ene gewas anders dan het andere, wat een kwestie is van verschil in gevoe ligheid. Al deze dingen kunnen niet in een goed leesbare tabel opgenomen worden. Een fabrikant kan van zijn eigen vervaardigde middelen wel aangeven welke merkmiddelen gemengd verspo^ ten kunnen worden en welke niet. We dienen dus uiterst voorzichtig te zijn, wat echter niet wil zeggen dat er niet gemengd kan worden. Het is voldoende lië»od in de praktijk dat sommige combinaties met succes gespoten kunnen worden. WAT MOET MEN GAAN DOEN WANNEER MEN WIL MENGEN ZICH eerst goed afvragen, wat voor werkelijk voordeel zit er voor mij in. Ten tweede, zich goed vergewissen van de mogelijkheid van men gen. Raadpleeg daartoe de literatuur op dit ge bied. Win informaties in bij de fabrikant en an dere deskundigen op dit terrein. Ook kan men zeli' een kleine proef nemen, door de te mengen middelen in een jampotje te doen. Uifc de reacties, die kunnen ontstaan, kan men vaak heel wat afleiden. Wanneer men gaat mengen, gebruik dan zoveel mogelijk middelen van dezelfde fabrikant. De kans op ongunstige reakties is dan het kleinst. Aan fabriekmatig bereide mengsels dient men echter de voorkeur te geven, omdat de verhou ding van de aktieve stoffen en de hulpstoffen daarin op elkaar afgestemd zijn. Voorzichtigheid is ook hier de moeder van de porseleinkast J. STAAL. R. L. V. D. OP uitnodiging van E. N. C. K. en Deltachemie t<? Vlaardingen werden wij kortgeleden in de gelegenheid gesteld ons te oriënteren over de ont wikkeling van de mengmeststoffen in combinatie met sporenelementen. Het plan bij de E. N. C. K. te Vlaardingen en het Centraal Bureau te Rotterdam om voor gezamen lijke rekening een nieuwe mengmeststoffenfabriek te bouwen kreeg in 1957 vaste vorm. Opgericht wérd de Vennootschap onder firma „Deltachemie", w&arbij zich later in 1959 het C. I. V. te Rotterdam aansloot. Reeds in oktober 1960 werd de mo derne f abriek, op het terrein van de E. N. C. K. ge- ïègen, geopend en in bedrijf gesteld. Deltachemie sfcprtte toen met de fabrikage van granumix, later omgedoopt in Deltakorrel-granumix. IR. K. POLL, hoofd van de land- en tuinbouw kundige afdeling, wees er in zijn uiteenzetting op dat naast de structuur van de grond en het te telen gewas de bemesting in land- en tuinbouw méde afhankelijk is van de klimatologische om standigheden. Door wisseling van deze omstandig heden kunnen in ons land opbrengstschommelin gen tot 25 voorkomen^- De bemesting moet dan ook naar zijn mening op slechte weersomstandig heden aangepast worden door het toedienen van een zo ruim mogelijke bemesting. De zwakste schakel in een bemesting bepaalt de sterkte van de ketting 'De voedingstof in het minimum bepaalt dan ook de hoogte van de opbrengst. Dit geldt in het bijzonder voor de fosforzuur- en kalibemesting. De stikstof dient de juiste basis te zijn, waarop de benodigde hoeveelheid per ha kan worden be rekend, en dan met een N. P. K. verhouding, die zo dRFht mogelijk bij de gewenste fosforzuur-kalihoe- vëelheid ligt. Naar de mening van Ir. Poll was de gedachte, dat men meent óp basis van grondonder zoek of anderzins de juiste hoeveelheid P en K 'e kunnen vaststellen niet wetenschappelijk te ver dédigen. Het is hier slechts een kwestie van be naderen. Een grote overmaat is dan ook niet wen selijk, wel verdient een gelijkmatige, regelmatige toediening aanbeveling. Een globale bemesting dus, afhankelijk van de omstandigheden, die iedere praktische boer voor zijn eigen bedrijf het beste kSnt. jJAAST de reeds bekende mengmeststoffen Deltakorrel-granumix in de verschillende samenstellingen en Sporumix A voor land- en tuinbouw is Delta-Chemie nu ook overgegaan tot liet vervaardigen van Deltakorrel-granumix extra, éfcn mengmeststof N. P. K. in korrelvorm (16 -|- 6 -j- 8) en kieseriet met sporenelementen. De ar- beidsmoeilijkheclen waar vele bedrijven mee te De opslagplaats van „Delta Chemie". kampen hebben en het tijdrovende extra strooien van de soorten afzonderlijk was één der voor naamste redenen daartoe. De samenstelling hier van is als volgt: 16% N - stikstof: half salpeter en half ammo niak; 8% Pa Os fosforzuur: 75% in water op losbaar en 25 in ammoniumcitraat oplosbaar; 8 K» O kalichloorhoudend en wateroplos baar; 10% Sporumix A: volgens de bekende ana lyse met gegarandeerde gehalten aan magnesium en sporenelementen waarbij 100 kg Sporumix A, kieseriet met sporenelementen bevat: 1.2 kg Cu koper; 0.6 kg Mn mangaan; 0.1 kg Zn zink; 0.08 kg B borium; 0.05 kg Co cobalt; 0.025 kg Mo molybdenium alle in water oplosbaar en 20.kg MgO magnesiumoxyde ver traagd in water oplosbaar. Deze moderne meststof komt aan de vraag van velen, om over een zoveel mogelijk volledige mest stof te kunnen beschikken, tegemoet. Alle sporen elementen worden er in de wateroplosbare vorm aan toegevoegd. Sommige gaan echter door de aanwezige fosfaat iets terug in wateroplosbaar heid, echter blijft "het geheel oplosbaar in ammo niumcitraat. De werking blijft echter goed. Genoemde sporenelementen worden door de grote verdunning via de hoeveelheid meststof met één keer strooien over het veld verdeeld. Delta korrel granumix extra is speciaal samengesteld voor graslandbedrijven, waar intensief met stifstof wordt bemest en hoge eisen aan de vruchtbaarheid van de grond worden gesteld. De gehalten aan fosfaat en kali zijn matig gehouden t.o.v. het stik stofgehalte. Een bemesting van 200400 kg per hektare, gemiddeld 300 kg, vroeg uitgestrooid in begin tot midden maart, zal een vroege weide van prima kwaliteit geven. Voor het winnen van hooi en kuilgras dient 100—200 kg per hektare meer toegediend te worden. In de zomer deze bemesting herhalen. Bedrijven, die vele malen met stikstof terugkomen, kunnen afwisselend met deltakorrel granumix extra stikstof bemesten, aldus de heer Poll. Hij wees er op dat nu en in de toekomst vele graslandbedrijven er rekening mee zullen dienen te houden, dat 5 a 10 van de totale bemestings- kosten gebruikt zullen moeten worden voor het toedienen van magnesium en sporenelementen. Do hierdoor verkregen blijvend betere vruchtbaarheid en produktiviteit van de grond en kwaliteit van het gras, met als gevolg gezonder en hoger pro-* ducerend vee, zullen de uitgaven hiervoor vele ma-- len doen terugontvangen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 5