Openbare vergadering Landbouwschap 411 Hogere en Middelbare Landbouwschool te Dordrecht „TAPTOE GOES" waar wij vernemen is thans definitie! bepaald, DE TEELTREGELING IN DE GROENTENTEELT LANDBOUWTELLING MEI 1962 Het Hoofdbestuur van het K.N.L.C. besprak o.m. VRIJDAG 2 7 APRIL 1962 (Vervolg van le pag.) PI aail de op zaterdag 26 mei a.s. te Goes te houden grote militaire Taptoe de navolgende korpsen zullen medewerken: de kapel van de Ko ninklijke Luchtmacht, de Marinierskapel der Ko- shinkbjke Marine, het Fanfarekorps der Genie en 'nfet Fanfarekorps der Cavalerie, de Tamboers en ^Pijpers van het Korps Mariniers, het Tamboer- IkorpS der Garde Grenadiers, het Tamboerkorps van de Koninklijke Marechaussee en tenslotte nog [het Exercitiedetachement van de Koninklijke Luchtmacht. Vanaf heden kunnen plaatskaarten voor dit eve nement uitsluitend bij het Secretariaat der Z. L. M., t,andbouwhuis te Goes, worden aangevraagd. A IN de loop van 1961 is door het Produktschap voor Groenten en Fruit aan het Landbouw schap de vraag voorgelegd, wat er met de teeltre- geling in de groententeelt diende te gebeuren wan neer de nieuwe erkenningsregeling van kracht zou zijn geworden. De nieuwe erkenningsregeling is gebaseerd op de Wet Erkenningen Tuinbouw, welke op 1 april *|.l. in werking is getreden. Met deze teeltregeling, Iwelkc sedert de crisisjaren heeft gegolden, werd ^beoogd de omvang van de groentenproduktie glo baal in overeenstemming te houden met de afzet mogelijkheden door de teelt te binden aan een be paalde oppervlakte teeltrecht. Tijdens een eerste bespreking hierover in het bestuur van het Landbouwschap, welke plaats vond in oktober, werd het standpunt ingenomen, dat de teeltregeling voor de glasteelten wel zou kunnen worden opgeheven, maar dat een zekere regeling van de teelt van de vollegrondsgroenten nog niet kon worden gemist. Aan het produkt- schap werd geadviseerd in beginsel te besluiten in de naaste toekomst voor een aantal vollegronds- produkten nog een regeling te handhaven. Voor gesteld werd in nader overleg met het Landbouw schap de concrete inhoud van een zodanige rege ling te bestuderen. Aan de hand van een door het secretariaat van het produktscliap en het secretariaat van de hoofdafdeling Tuinbouw van het Landbouwschap gemaakte studie en op basis van een hierover door de hoofdafdeling Tuinbouw uitgebracht ad vies is thans door het bestuur van het Landbouw schap een definitief standpunt bepaald. HET bestuur is tot de conclusie gekomen dal het bijzonder moeilijk is voor de vollegronds- produkten nog- een regeling te handhaven. Aller eerst is geconstateerd dat hiervoor de invoering van een geheel nieuw stelsel van teeltvergunningen noodzakelijk is, omdat de bestaande regeling hier voor onvoldoende basis biedt. Een andere omstan digheid, die in de praktijk een teeltregeling vrijwel onuitvoerbaar maakt, is dat de teelt van groenten op contract voor de conservenindustrie is uitge zonderd van de Wet Erkenningen Tuinbouw, waardoor deze teelt zonder erkenning kan worden uitgeoefend. De hier genoemde moeilijkheden doen zich niet voor bij de koolteelt. Voor de sluitkool is n.l. enkele jaren terug in verband met de ongunstige uitkomsten in deze sector, een afzonderlijke rege ling ingesteld, waardoor het handhaven van een teeltregeling voor dit produkt zonder een nieuwe registratie mogelijk is. Voorts doet zich hier de moeilijkheid in verband met de contractteelt voor de conservenindustrie in veel mindere mate voor, omdat de teelt van witte kool (zuurkool) op con tract aan een erkenning blijft gebonden. Op grond van liovenstaaiide overwegingen heeft het bestuur van het Landbouwschap aan het Pro duktscliap voor Groenten, en Fruit geadviseerd de teeltregeling voor de groententeelt op te heffen, met uitzondering van de rode, witte en gele sluit kool, waarvoor reeds thans een afzonderlijke re geling van kracht is. De Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland maakt bekend dat in het tijdvak van 2 mei t/m 8 juni 1962 weer de gebruikelijke landbouwtelling ingevolge, artikel 24 van de Landbouwwet zal plaats vinden. Aan iedere bekende telplichtige zal een oproep worden toegezonden. Indien geen oproep wordt ontvangen maar men wel: a. ten minste 1. =r ha. cultuurgrond in gebruik heeft; b. dan wel; tuinbouwgewassen teelt voor de han del (ook uien in dit verband als tuinbouwge- wassen te beschouwen). c. dan wel; houder is van ten minste 1 rund 1 fokvarken, 3 mestvarkcns, 3 schapen of ten minste 51 hoenders of eenden. d. voorts alle loonbedrijven (zelfstandige loon- ploegers, loondorsers, loonsproeiers e.d.) als mede coöperaties en andere instellingen welke landbouwwerktuigen exploiteren of verhuren, is men verplicht zich als telplichtige te melden bij de plaatselijke bureauhouder van zijn district en wel vóór 8 juni a.s. Alle telpliehtigen worden evenals in voorgaande jaren verzocht hun volle medewerking aan deze telling te geven. Th. J. Bastiaansen le Etten, L. v. d. Berge te Wemeldinge, W. N. de Bruijn te Delft, C. J. Hab- ben Jansen te Reeuwijk, J. de Jong te Rozenburg, F. Joosten te Vlaardingen, I. J. Luteyn en N. J. Luteyn, beiden te Nissen, J. Maris te Zevenberg- senhoek, R. J. Noorduyn te Amsterdam-Z., P O. Rijken te Kaatsheuvel, A. C. Trompers te Lage Zwaluwe, R. van Zandwijk te Overveen, W. van der Hel te Ermelo, J. Klaver te Beemster, J. L. Koese te Stellendam, S. v. d. Molen te Sittard, N. v. Nieuwenhuyzen te Hoofddorp, B. Reinders te 's-Gravenhage, J. Reurslag te Borculo, W. M. Samson te Noordwijk aan 'Zee, T. v. d. Sar te Maassluis, C. van der Sluys te Dordrecht, H. Velt- hoen te Numansdorp, W. Voskamp te Zoetermeer, C. W. v. d. Wal te Nijmegen en J. Zandee te Nieuwdorp. VERVOLGENS sprak ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het bestuur van de school en tevens voorzitter van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité. Hij gaf in het kort aan hoe de overdracht van de scho'ol zijn beslag had ge kregen en bood namens het K. N. L. C. een film- projector aan ten behoeve van het onderwijs. Hij sprak de hoop uit, dat met vereende krachten de hogere landbouwschool in Dordrecht tot de beste school van Nederland gemaakt zou kunnen worden. Nadat hij zich tot de oudei^s en gediplo meerden had gericht, verzocht hij de bestgediplo- meerde, n.l. de heer J. de Jong uit Rozenburg, naar voren te willen komen. De heer De Jong, die met een gemiddeld cijfer 8 voor alle 25„ vakken was geslaagd, mocht hierop de door het K.N.L.C. beschikbaar gestelde „Dr. Ir. D. S. Huizinga"- medaille in ontvangst nemen. Nadat de voorzitter van de vereniging van oud-leerlingen „Persepho- né", één van de ouders en één van de gediplo meerden nog het woord had gevoerd, werd de bijeenkomst gesloten door de heer Jas. J. E. DE VRIEZE. HET belangrijkste punt op dc agenda van de openbare vergadering van het bestuur van het Land bouwschap op woensdag 18 april was de behandeling van het discussierapport „Landbouwpolitiek op langere termijn". Het is in de organisaties uitvoerig behandeld die hun zienswijze schriftelijk aan het bestuur van het Landbouwschap hebben meegedeeld. Ook van andere zijden dan de landbouw zijn tal van opmerkingen op het rapport bij het Landbouwschap binnengekomen. De voorzitter, de heer A. W. Biewenga, wees er in zijn openingswoord o.m. op de bedoeling dit rap port te aanvaarden als richtsnoer voor de landbouwpolitiek in de toekomst. De inzichten die zijn ver kregen bij de studie voor dit rapport moet het Landbouwschap ook benutten bij het bepalen van zijn beleid op korte termijn. Dit geldt zowel voor het prijsbeleid en het structuurbeleid, als voor het sociale beleid. Hij vroeg zich af, of de Nederlandse landbouwpolitiek wel voldoende is afgestemd op de krachttoer die men in deze tijd van de landbouw verwacht. De krachttoer namelijk om zich zo snel en doelmatig mogelijk aan te passen aan de nieuwe verhoudingen, die ontstaan door de snelle ontwikkeling van het maatschappelijk en economisch leven. In dit verband wees de voorzitter o.a. op de inspanning die andere E. E. G.-partners zich getroosten voor hun landbouw, bijv. het „Grüne Plan" van West-Duitsland. Met name wees de voorzitter ook nog op het structuurbeleid cfat even noodzakelijk is als een goed prijsbeleid. HET bestuur is bij de behandeling van de landbouwpolitiek op langere termijn nog niet verder ge komen dan de algemene beschouwingen. Hieruit is gebleken, dat het secretariaat naar de mening van een aantal bestuursleden iets te zwaar de nadruk had gelegd op de economische zijde van de vraagstukken, en zich te weinig had bezig gehouden met de sociale aspecten. Dit was ook reeds in een aantal schriftelijke opmerkingen tot uiting gekomen. Het algemeen secretariaat zal bepaalde delen van het rapport herschrijven, daarbij rekening houdend met de opmerkingen die zijn gemaakt. De voorzitter concludeerde dat uit de besprekingen de noodzaak was gebleken om naast dit algemene rapport ook nog een aantal deelrapporten uit te brengen. Deze zouden o.a. moeten handelen over de 'landarbeiders, de tuinbouw, de bedrijfsgebouwen, de valorisatie, en wellicht ook nog enige andere onderwerpen, zoals bijv. de financiering van de investering. Het ligt in de bedoeling dat het dagelijks bestuur van het Landbouwschap zich in zijn eerstkomende vergaderingen nogmaals met dit rapport zal bezig houden, daarbij rekening houdende met de° ge maakte opmerkingen, en dat in de bestuursvergadering van 16 mei de landbouwpolitiek op langere termijn wederom aan de orde kan komen. VERDER heeft het Bestuur o.m. gesproken over de regeling van de toeslag van lichte gronden en was van mening, dat de uitvoering hiervan aan het Landbouwschap moet worden toevertrouwd. Thans is de uitvoering van de regeling in handen van het Produktschap voor Granen. Dit is begrijpe lijk, want toen deze toeslag werd ingevoerd bestond het Landbouwschap nog niet, en was de minister dus gedwongen de medewerking van een ander publiekrechtelijk orgaan in te roepen. De uitvoering van deze toeslagregeling is echter geen marktordenend werk en hoort dus niet van nature bij het Pro duktschap thuis. De uitkering heeft betrekking op het telen van een produkt waarvoor bij het vast stellen van een landbouwbeleid is bepaald, dat er een toeslag zal worden gegeven. Overigens maakt het Produktschap bij de uitvoering gebruik van het Overheidsapparaat, de P. V. C. 's en de P. B. H. 's. Met behulp van de provinciale voedselcommissarissen en de plaatselijke bureauhouders zou het Land bouwschap deze regeling zelf kunnen uitvoeren. Dit zou een groot psychologisch voordeel bieden. Een aantal boeren immers komt slechts in aanraking met het Landbouwschap via de heffingsaanslag. Het is gewenst, dat deze boeren ook eens direct via het Landbouwschap ervaren, wat het Landbouwschap door zijn belangenbehartigend en adviserend werk voor de bedrijfsgenoten heeft bereikt. TEN aanzien van de verbreding van liet garantiebeleid voor akkerbouw heeft de minister toegezegd een regeling voor hei vlas in ernstige overweging te zullen nemen en een garantiebeleid voor het koolzaad opnieuw te willen bespreken in het licht van de te verwachten voorstellen voor een beleid voor oliën en vetten in de E. E. G. Het bestuur heeft besloten een bedrag van 2.500,ter beschikking te stellen ten behoeve van het onderzoek van hennep. Het is namelijk gebleken, dat mede door het beschikbaar zijn van nieuwe ras sen in de Veenkoloniën behoorlijke opbrengsten van dit gewas kunnen worden verkregen. Bij een bespreking over de aardappelsituatie heeft het bestuur doen blijken dat het geen bezwaar heeft tegen maatregelen, die een al te grote prijsstijging voor de consument moeten voorkomen. CONTINGENTERING AARDAPPELEXPORT UET hoofdbestuur nam kennis van de maatregelen, die van overheidswege zijn genomen om de L2 binnenlandse voorziening met consumptie-aardappelen veilig te stellen. He'; hoofdbestuur kon de motieven tot het contingenteren van de export van aardappelen begrijpen, hoewel het anderzijds het mogelijke nadelige effect van deze maatregel op de nog niet buitensporig te achten telersprijzen meende te moeten betreuren. Het hoofdbestuur heeft gesteld, dat de nu getroffen maatregelen voor de overheid de morele verplichting inhouden om in de toekomst bij ernstige prijsdaling ook de producenten de helpende hand te bieden. SUIKERBIETENPRIJS OOGST 1962 DE mogelijkheid, dat alsnog door een in de berekening van de verwerkingskosten van dc suiker industrie aan te brengen correctie de uit te betalen bietenprijs oogst 1962 lager in plaats van hoger in vergelijking met oogst 1961 zou zijn, heeft het hoofdbestuur aanleiding gegeven om zijn mis noegen te uiten. Ofschoon de genoemde kostencalculatie in eerste instantie een zaak is van overheid en suikerindustrie, is de landbouw hierbij toch zó nauw betrokken, dat hij op de onredelijke situatie moet wijzen, dat bij de vaststelling van de suikerbietengarantie voor oogst 1962 deze gang van zaken niet voorzien kon worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 3