Vroege Akkerthrips Bladrandkever en
Bietenkevertje
H1
EEN
SCHURFT
STATISTISCH OVERZICHT 1960-1961 VAN DE UITKOMSTEN VAN
LANDBOUWBEDRIJVEN
Wist U dat....?
NUFFIELD
O. DE LEEUW N.V.
VRIJDAG 13 APRIL 1962
Nu al in veel gevallen het zaad van de voorjaarsgewassen aan de grond is toevertrouwd, tracht de
boer een zo goed mogelijke opbrengst te verkrijgen. Hij bewerkt en verzorgt de gewassen en tracht de
nadelige invloed van onkruid en parasieten (insecten en schimmels) zoveel mogelijk te beperken en te
voorkomen.
In dit artikel willen we eens stilstaan bij drie schadelijke insecten, namelijk de vroege akkerthrips,
de erwtenbladrandkever en het bietenkevertje.
Let speciaal ook op de randstroken van de
percelen, die grenzen aan percelen, waarop in
1961 gewassen verbouwd zijn, waarin deze in
secten zich hebben kunnen vermeerderen.
DE VROEGE AKKERTHRIPS (grotere kop)
WELKE GEWASSEN ZIJN GEVOELIG?
Erwten, bieten, blauwmaanzaad, vlas en gerst
kunnen ernstig door vroege akkerthrips worden
beschadigd.
HOE ZIET HET BESCHADIGINGSBEELD
ERUIT?
De blaadjes gaan krullen en verkleuren. De
thripsen zitten aan de onderkant van de bladeren
of in de jonge hartblaadjes. Bij alle gewassen ont
staat een ernstige groeiremming.
WAAR KAN MEN VROEGE AKKERTHRIPS
VERWACHTEN?
Vroege akkerthrips komt voor op percelen waar
verleden jaar speciaal vlas, en verder ook erwten
of wintertarwe werd verbouwd, en op percelen, die
hier aan grenzen.
WANNEER BESTRIJDEN?
De bestrijding moet worden uitgevoerd zodra de
eerste thripsen of beschadiging worden waarge
nomen, Controleer daarom Uw gewassen regel
matig direct na de opkomst.
BESTRIJDING
Deze kan plaats hebben met parathion, dieldrin
of heptachloor. Bij droog weer niet te weinig
water gebruiken.
DE ERWTENBLADRANDKEVER (grote letter)
De kevers overwinteren o.a. in klaver- en
luzernepercelen oppervlakkig in de bodem, voorts
tussen gras en ruigten. Na het verlaten van hun
winterverblijf begeven ze zieh, zodra de erwten
bovenstaan, in groten getale naar de erwtenperce
len. Luzerne en het mengsel wikken-luzerne, die in
het voorjaar gezaaid zijn of nog moeten worden,
kunnen door de bladrandkever ook nogal bescha
digd worden. Het is dus zaak hier ook goed op te
letten.
ZIEKTEBEELD
De kevers vreten aan de randen van de bladeren,
die er gekarteld gaan uitzien. Er wordt tevens een
groot aantal eieren gelegd. De larven, die zich hier
uit ontwikkelen, voeden zich met de wortelknolle-
ijes en wortels. Bij een sterke aantasting ontwikkelt
het gewas zich minder krachtig en krijgt een geel
(Adv.)
21
I
achtige kleur, hetgeen een gevolg is van stikstof
gebrek.
Erwten op percelen met veel stro-ontwikkeling
ondervinden doorgaans weinig schade van de blad
randkever.
Let vooral op wanneer de erwten naast een per
ceel klaver of luzerne liggen.
WANNEER BESTRIJDEN?
Zodra de eerste vreterij wordt waargenomen,
moet een bestrijding worden uitgevoerd. Hierdoor
wordt vreterij door de larven voorkomen.
BESTRIJDING
Indien alleen de bladrandkever wordt aangetrof
fen, gebruike men DDT. Wordt tegelijkertijd vroege
akkerthrips in het gewas aangetroffen, dan gebruik
maken van parathion of dieldrin.
IIET BIETENKEVERTJE (grote letter)
Dit bruinzwarte kevertje, 11 Yz mm lang, ver
nietigt soms reeds de kiemplantjes, terwijl deze nog
onder de grond zijn. Bij opgekomen plantjes vreet
het kevertje vlak onder het grondoppervlak kleine
gronde gaatjes met zwarte randen in de stengel.
Soms komen de kevertjes boven de grond en tasten
dan de hartblaadjes aan.
WAAR KAN MEN AANTASTING VAN HET
BIETENKEVERTJE VERWACHTEN?
Het bietenkevertje vermeerdert zich in bieten
en spinazievelden. Het kevertje verplaatst zich
slechts over zeer korte afstanden. Op percelen, waar
in 1961 bieten of spinazie verbouwd werden en op
percelen, die hieraan grenzen.
BESTRIJDING
Deze dient eigenlijk preventief te gebeuren, na*
melijk door:
le. zaadbehandeling;
2e. te spuiten vlak voor het zaaien. Wanneer het
besmettingsgevaar van belendende grond komt,
kan eventueel worden volstaan met het be
spuiten van een strook van het perceel, die
grenst aan deze grond.
Wordt schade geconstateerd, dan kan nog ge
spoten worden met dieldrin of heptachloor. Erva
ringen van de laatste jaren hebben geleerd, dat de
beste resultaten worden verkregen wanneer wordt
gespoten 's avonds of 's nachts. De kevertjes komen
dan boven de grond. Ook hier zal dikwijls kunnen
volstaan worden met een behandeling van een
strook langs het belendende perceel met voorvrucht
bieten!
R. F. VAN WATERSCHOOT
(R.L.V.D.).
Daar de vroegbloeiende appel- en pererassen
reeds kleine (infeeteerbare) delen hebben, wordt
geadviseerd om deze rassen preventief tegen
schurft te behandelen.
Naar gelang de ontwikkeling moeten de andere
rassen dan volgen.
De ascosporen zijn nog niet rijp, maar verwacht
kan worden dat dit, vooral bij hogere temperatuur,
spoedig zal gebeuren.
De mogelijkheid bestaat om met bestrijden te
wachten tot er infectie is en dan tijdig met cura
tieve middelen te spuiten.
IN publikatie no 41 van het L. E. I. in de serie
„Bedrijfseconomische Mededelingen" is in
grootteklasse van 2575 ha. Hierbij is nagegaan
hoe de bedrijfsplannen en de bedrijfsuitkomsten
zich ontwikkelen als de per arbeidskracht te be
werken oppervlakte wordt gevarieerd bij een ver
schillende omvang van de arbeidsbezetting en de
bedrijfsuitrusting. Ten aanzien van de bewerkbaar
heid van de grond en de mogelijkheden tot geme
chaniseerde verbouw van aardappelen en bieten
zijn verschillende veronderstellingen aangehouden.
Voorts zijn ook ten aanzien van de hoogten van de
de
de
de
in
drie
tekst een beknopte beschouwing gewijd aan
hoogte van kosten en opbrengsten op
akkerbouw-, weide- en gemengde bedrijven
het boekjaar 1960/61. Zes grafieken en
tabellen geven de ontwikkeling weer van
de verschillende bedrijfstypen en bedrijfsonderde
len van 1948/49 af. Verder zijn in achttien tabel
len de cijfers vermeld van twee-en-vijftig groepen
bedrijven over de jaren 1958/59, 1959/60 en 1960/61.
De prijs van deze publikatie is 4,
De toekomstige economische mogelijkheden voor
akkerbouwbedrijven van verschillende grootte l>ü
verschillende zwaarten van de grond in de IJssel-
meerpolders.
DEDRIJFSECONOMISCHE mededelingen no 42
van het L. E. I. betreft een analyse en een on
derlinge vergelijking van de toekomstige economi
sche mogelijkheden van akkerbouwbedrijven in de
arbeidslonen, de pacht en de prijzen van de voort
gebrachte produkten verschillende mogelijkheden
onderzocht. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt
van lineaire programmering.
De prijs is ƒ7,50.
Bestellingen kunnen worden gedaan door over
schrijving van het verschuldigde bedrag op giro
rekening 41.22.35. Op het bijstrookje dient te wor
den vermeld: Verzoeke toezending van B. E. M. 41
of /en 42.
LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT.
Vraagt inlichtingen aan de importrice voor Nederland
IET zo ontzettend moeilijk is om de ontwikkeling van het economisch gebeuren van dag tot dag te
volgen? We denken hierbij thans aan een zeer belangrijk economisch gebeuren, de prijsvorming!
Ieder die de berichtgeving in de laatste tijd in de krant heeft gevolgd zal hebben opgemerkt dat b.v.
de prijzen van enkele landbouwprodukten een sterke opwaartse lijn vertonen. Aardappelen b.v. en nu
ook reeds, zij het in mindere mate, de peulvruchten.
En letten we nu eens op de effectenbeurs. Aandelen Philips op één dag 52 punten omlaag!
De gewone man in stad en op platteland vraagt zich meermalen af: hoe komt dat toch allemaalt
vanwaar al die beweging, waarom zo weinig stabiliteit. Ja, dit laatste, stabiliteit, is een bij uitstek
„economisch", d.w.z. schaars artikel. Dit behoeft geen al te grote verwondering te wekken als we dei.
wereld waarin wij leven eens met aandacht gadeslaan.
ALLERWEGE politieke onrust. Frankrijk worstelt met de situatie in Algerië, Nederland heeft zijn
Nieuw-Guinea-probleem, de gehele wereld kijkt naar Berlijn!
Te midden van zoveel onrust op het politieke erf kan het economisch terrein geen onbewogen meertje
zijn. Door allerlei oorzaken kunnen zich verschuivingen in het prijsniveau voordoen. Onrust op het poli
tieke erf is als stormstand op de barometer.
En dan de economische moeilijkheden in Europa, in de E.E.G. De landbouw spreekt hier danig in
mee en is aanleiding tot veel moeilijkheden. Dr. Mansholt is stellig om deze redenen niet te benijden en
we gunnen hem het ereburgerschap van één onzer Nederlandse gemeenten van harte. Gelukkig lazen
we deze week dat men weer voor een deel aan de moeilijkheden van de ontsnappingsclausuleis „ont«
snapt". Wie „snapt" dat? Zo zijn er ook op ander terrein tal van zeer ingrijpende moeilijkheden.
ATOG maar enkele weken geleden zei iemand tegen me, dat men nu in E.E.G.-verband ervoor diende.
te zorgen dat overal een gelijke belastingdruk zou komen, daar anders de concurrentie voor sommigen
niet zou zijn vol te houden.
Ik wil eens aannemen dat deze spreker volkomen gelijk heeft, maar hoe moet dat dan? Hij merkte
op dit niet te weten en bleek even wijs te zijn als ondergetekende, want die weet het ook niet. Wat ik
wel weet is dat het een vrijwel onmogelijke opgave is om van Ameland tot Sardinië één belastingstelsel
uit te denken. In de verschillende landen zijn de geldende belastingstelsels het produkt van tientallen
jaren groei en dit kan men maar niet opeens veranderen en gelijkschakelen. Dit zou zelfs voor eeii
dictator nog een onmogelijke opgave zijn. Men kan een maatschappelijk groeiproces maar niet met één
p^nnestreek overboord gooien en dan als bij toverslag een nieuw systeem presenteren.
Wat ik hierboven schreef wist U ook en moet U maar beschouwen als een uiting van veler
denken. MEIJERS,
ZWOLLE - Postbus 68 - Tel. (05200)-10888