UIT DE PRAKTIJK 260 HOE IS DE KALITOESTAND VAN DE GROND ZEEUWS LANDBOUWBLAD HOOR de late vorstperiode van deze winter zal naast de wintertarwe en de meerjarige gewassen ook de grasgroei in de weilanden wel behoorlijk zijn afgeremd. Het vee zal wel wat langer op stal moeten blijven dan zich aanvankelijk liet aanzien. Dit zal aan het rendement van de veehouderij wel niet ten goede komen, misschien is het wel een aanleiding om de voederbietenresten wat eerder aan te spreken. En mogelijk kan een latere weidegang de stroprijzen nog wat beïnvloeden. In ieder geval heeft de late vorst nog wat extra beroering in de toch reeds zeldzaam hoge uienprijzen teweeggebracht. Het is altyd zo jammer voor de agrariërs, wiens vrije produkten aan grote prijsschommelingen onderhevig zijn, dat de door hen voortgebrachte produkten pas abnormaal duur worden wanneer de meeste partijen geruimd zijn, zodat slechts weinig telers nog iets aan te bieden hebben om van de hoge prijzen te profiteren. Maar wanneer het met de prijzen van bepaalde produkten van onze bedrijven niet gaat, dan zijn de voor raden bij de telers meestal nog vrij groot, zodat er dan als regel een veel grotere groep by betrokken is. En uitschieters naar boven geven mede door de willige vorm van publiciteit en gesprek hierover, zo gemakkelijk de indruk als zou de boerderij een goudmijn zijn met weliswaar klagende, maar toch goed florerende goudzoekers. Terwijl lage prijzen voor de land- bouwproduktem nauwelijks tot buiten de agrarische bevolkingsgroep door dringen. Toch zijn het juist deze lage prijzen, die van veel doorslaggeven der invloed zyn op de bedrijfsuitkomsten van de agrariërs in het algemeen. Valt het uit het bovenstaande misschien te verklaren, dat sommige kooplustige, vaak niet agrarisch onderlegde personen, ongeloofwaardige prijzen voor een stuk land of een boerderij in ons gewest willen betalen? Zouden ook zij misschien een goudmijn zien in een West Zeeuws-Vlaamse boerderij? We mogen toch wel veronderstellen, dat ook zij beseffen dat het uiteindelijk rendement de waarde moet bepalen. Er staat ons in Zeeuws-Vlaanderen heel wat te gebeuren als de wet vervreemding landbouwgronden zal worden afgeschaft. Met Belgische grond- en pachtprijzen zullen we dan te maken krijgen, maar toch zullen we ook dan nog tegen Nederlandse produktenprijzen moeten boeren. En daar zien wij, in West Zeeuws-Vlaanderen, nog niet zo direct een brood winning in. Overigens heeft deze late vorstperiode op de grond een gunstige invloed gehad. Vóór de sneeuw viel werd op Walcheren, in het bijzonder in de Nieuwlandpolders, zo hier en daar reeds gezaaid. In de middaguren oppervlakkig eggen en daarna op de vcigende dag het inzaaien. De regen heeft echter roet in het eten gegooid en er zal nu nog even weer geduld geoefend moeten worden. Kunstmest is er de laatste weken veel gestrooid. De schotelstrooier is op meerdere bedrijven vervangen door een centrifugaalstrooier. De bredere strooibreedte, minder sporen en de mogelijkheid om sneller te kunnen rijden bij trekkergebruik, zijn wel de belangrijkste oorzaken hiervan. De afstelling luistert echter nauw. Door de prijsstijging van de aardappelen wordt men eindelijk weer eens betaald voor het bewaren van zijn produkt. Ook de groente is duur. Voor prei, spruiten en boerenkool worden hoge prijzen betaald om van de uien maar niet te spreken. Voor degenen die tuinboonprodukten hebben geteeld en deze de laatste weken hebben verkocht is dit een onverwachte meevaller. De winterbloemkool blijkt op veel percelen zwaar van de vorst geledeir te hebben. Hierbij komen echter grote verschillen van perceel tot perceel voor. Het laat zich op Walcheren aanzien dat er vlas zal worden gezaaid. Mede hierdoor is de prijs van liet lijnzaad flink gestegen. Ook dit jaar komt er weer veel zomertarwe. Deels omdat de wintertarwe niet gelukt is, deels omdat men de teelt van zomertarwe rendabeler acht dan die van zomergerst. De oppervlakte suikerbieten zal zeker niet teruglopen. Erwten en waarschijnlijk ook aardappelen zullen in geringer oppervlakte worden geteeld. Of deze toegepaste verschuivingen in het bouwplan juist zullen blijken te zijn zal de toekomst moeten uitwijzen. Het verleden heeft wel eens het tegen deel bewezen AOK op Zuid Beveland heeft men van het gunstige weer geprofiteerd en zoveel mogelijk ingezaaid. Het ziet er wel naar uit dat de verschillen in uitzaai groot zullen worden. Enkele bedrijven zijn er die op de aardappelen en suikerbieten na reeds alle andere gewassen gezaaid hebben. Verder is er incidenteel ook op de bedrijven in de jongere polders reeds het een en het ander gezaaid. In de oudere polders en in het grote gebied van de Brede Watering zijn het echter slechts nog maar enkele percelen die ingezaaid zijn. Alles bijeen zal het geen vroeg voorjaar meer kunnen worden, vooral als we het zien tegenover 1961 toen we de 6de maart konden beginnen en eigenlijk steeds aan de gang konden blijven. Hoewel de eerst gezaaide zomertarwe, zomergerst, erwten en vlas nog niet veel warmte in de grond hebben aangetroffen, kunnen we toch wel vaststelen dat destruktuur van deze eerst gezaaide percelen zeer goed was. Hier kan dan ook het beste van verwacht worden. Nu na de regen en het beetje sneeuw moeten we weer maar afwachten, hoe de struktuur zich straks zal laten zien. Naast de verschillende berichten over precisiezaaimachines, monogerm- en precisiezaad en bieten- dunners dienen wij, als boeren zijnde, de uiterste zorg te besteden aan het klaarmaken van de grond op onze bietenpercelen. Een oppervlakkig, ondiep maar gelijkmatig zaaibed moeten we trachten te verkrijgen, voor een regelmatige diepgang van de zaaikouters of de precisiezaaieJementen en later voor de bietendunner moet de grond regelmatig vlak liggen. Ook zal de zaaidiepte nauwkeurig in het oog moeten worden gehouden. De wintertarwe laat na de laatste vorstperiode een niet te beste stand zien. Hier en daar is reeds bijgezaaid, op enkele percelen dient dit nog te geschieden. Vrijwel alle percelen hebben reeds hun stikstofgift gehad, waar dit nog niet geschied is, zal dit nu snel moeten plaats vinden. AP Schouwen-Duiveland gaf het gunstige weer enkelen aanleiding de zaaimachine in te spannen om de zomertarwe in te zaaien. Maar ook percelen met erwten en gerst werden met de zaaima- chine bewerkt. Bovenop werd er niet al te veel verknoeid, maar de ondergrond was nog niet ontdooid en leek meer op een „ijskast", zo schrijft onze medewerker. Deze schijnstructuur belette echter de meesten niet om thuis te blijven zitten en er was dan ook volop aktiviteit in de polder. „Gelukkig"' heeft het ondertussen wat geregend en gesneeuwd. Wij zeggen „gelukkig" omdat anders wellicht bijna de gehele polder Schouwen afgezaaid zou zijn. Vroeg zaaien is juist, alleen in een koude late polder als Schouwen beslist onverstandig. Vanaf deze plaats nogmaals een beroep op de Sehouwsc boeren geduld hebbenDoor de R. L. V. D. werd iedere boer op Schouwen-Duiveland een vlugschrift toegezonden over behoud en verbetering van de struktuur van de grond en wjj hopen dat iedereen de tijd' ervoor vindt deze ernstig te bestuderen. Er zullen er bij zijn die zeggen daarin niets nieuws gelezen te hebben. Deze zijn juist nodig om anderen op de vaak onbewust gemaakte fouten te wijzen Na de twee natte en moeilijke jaren moet door iedereen de structuurverbetering goed aange pakt worden. Dat wil zeggen overal groenbemesting, en juiste grondbewerking. Bewaar het vlug schrift en lees het nog eens rustig door AOK op Noord-Beveland is er de vorige week volop kunstmest gestrooid. Hier en daar werd ook de zaaimachine in het veld gezien. Naar schatting werd in deze eerste week van maart 10 van Noord-Beveland ingezaaid; zelfs op een paar percelen reeds bieten (het is te hopen, dat het gewas daar straks in de vorm van schieters niet te veel aan zelfverheffing zal gaan lijden Opvallend was, hoe velen zich vorige week meer door de kalenders dan door de toestand van de grond lieten leiden; al viel het door de nachtvorst op grof geploegd land lang niet altijd mee om te eggen. Het moet wat dat betreft wel gunstig ge weest zijn, omdat de druk van trekker- en machine- wielen werd opgevangen in een nog bevroren on derlaag. De grond was als het ware op natuurlijke wijze gewapend. Het is dan ook voor Noord-Beveland moeilijk te begrijpen, dat er niet meer van de gunstige om standigheden wat vroor pas bewerkte grond in één nacht toch prachtig mulgebruik is ge maakt en er niet meer is gezaaid. We zijn tocli echt niet van het standpunt af te brengen, dat na 1 maart niet de kalender, maar de toestand van grond en weer maatgevend moet zijn voor even tuele voorjaarswerkzaamheden. Dit neemt overigens gelukkig niet weg, dat overal de bovenste laag prachtig doorgevroren is. Als hebben we een vorst tot door de ploegzool dan helaas, moeten missen, dit hebben we dan toch en de structuur van de bovenste 5 cm is erg be langrijk. In 1958 hadden we bij de inzaai ongeveer hetzelfde weertype als vorige week en wat ver liep toen de opkomst en eerste groei van het ge was (en het onkruid: weet u het nog?) gunstig Toch is het niet alleen voordeel, wat de nacht vorsten ons hebben gebracht. De wintertarwe bij voorbeeld kwam er maar doods bij te staan. Enke len konden het niet meer aanzien en zetten de eg erin om er zomertarwe in te zaaien. Misschien wel iets te voorbarig of het moest zijn, dat het per ceel tarwe door wateroverlast veel te lijden had gehad want al is dan de tarwe wel erg door de kou achterop geraakt, het wortelstelsel ziet er doorgaans nog gezond uit. En dat geeft ons de zekerheid, dat we over een dag of veertien aan gaande onze wintertarwe de moed wel weer zullen hebben opgevat. UTAREN onze westerburen al volop aan het zaaien, in het (wijze) oosten (Oost Zeeuws- Vlaanderen) deed men het wat kalmer aan. Zomertarwe, wat gerst, hier en daar een per ceeltje vlas en verder is men voor de regen van zaterdag niet gekomen. Een enkele waaghals zaai de z'n suikerbieten al met het grote risico dat in plaats van een bietengevvas een bietenbos ontstaat. Vroeg zaaien kan veel voordelen geven maar het blijft riskant. Onze algemeen voorzitter sprak voor de kring Axel over spanningen der welvaart. Markant was zijn uitspraak, dat ondanks de pogingen van de welvarende naties om de onderontwikkelde ge bieden bij te trekken de verschillen steeds groter worden omdat verhoudingsgewijs de welvaart bij eerstgenoemde naties veel meer toeneemt. Wat betreft b.v. de peulvruchten zag ir. Geuze de toekomst nog niet zo somber in. Het schijnt dat verschillende toehoorders dit nogal letterlijk hebben genomen en in allerijl nog wat zaai erwten: hebben bijbesteld Minder plezierig was de rede die één onzer agrariërs moest aanhoren van een pientere politieagent. Het was deze n.l. opgevallen dat aan de electrische afrastering slechts één waarschuwingsbordje hing. Hoewel het niet on mogelijk is dat de agent op 'n onaangename wijze tot deze ontdekking gekomen is, hangen er momen teel negen bordjes. Hoe groot de afgerasterde wei is hebt U inmiddels al wel uitgerekend VELEN zullen zich afvragen of thans, na een periode van bijna twee jaar, met meer dan normale hoeveelheden neerslag, de kalitoestand niet sterk gedaald zal zijn en derhalve geadviseerd zal moeten worden, meer kali te strooien dan nor maal. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn door de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst in sa menwerking met verschillende consulentschappen en door het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Groningen gegevens verzameld omtrent het ver loop van de kalitoestand van de grond. Uit deze gegevens lijkt het volgende advies ge wettigd: le. Op alle grondsoorten kan op bouwland volgens het normale advies met kali worden bemest. 2e. Op grasland bestaat geen reden een hogere kalibemesting te geven dan in andere jaren. Aangezien de kalitoestand van het grasland in Zeeuwsch-VIaanderen algemeen hoog is, kan een extra bemesting met kali geld kosten, niet alleen van onnodig strooien, maar ook het gevaar van „kopziekte" doen toenemen. Houdt U aan het bemestingsadvies. R. L. V. D. Axel J. VAN AERTS,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 4