Gezamenlijke aanschaffing van landbouwwerktuigen TAPTOE GOES Algemene V ergadering Z. L. M. B1 259 Bedrijfsopvolging en wisseli ig in gebruik van de grond ZATERDAG 17 MAART 1963 In het Zeeuws Landbouwblad van 10 maart j.l. vestigden wij de aandacht op de op zater dag 26 mei 1962 te houden grote Taptoe te Goes, waarvoor de Z.L.M. een flink aantal plaatsen kan reserveren. Daar kan worden aangenomen, dat voor deze unieke gebeurtenis zeer veel belang stelling zal bestaan, is het van groot belang, dat men hiervoor zeer spoedig plaatsbewijzen aanvraagt. Men dient hiertoe de in dit Landbouwblad ingesloten aanvraagkaart volledig in te vul len en ZO SPOEDIG MOGELIJK bii de plaatselijke afdelingssecretaris of voor wat betreft de Algemene Leden Kring West Zuid- Beveland bij het Z. L. M.-secretarïaat, Land- bouwhuis te Goes in te leveren, waarbij men tegelijk het verschuldigde bedrag dient te betalen. In de kosten per plaats (alle plaatsen zijn zitplaatsen) zijn de reiskosten naar Goes NIET begrepen. De mogelijkheden tot afdelingsgewijs bus vervoer zullen later aan de hand der bestelde plaatskaarten nader worden bezien. Wij adviseren U met nadruk ZEER SPOE DIG tot de aanvrage van plaatsbewijzen over te gaan, omdat de Z. L. M. de reservering slechts tot een bepaalde datum voor haar leden kan aanhouden. Let goed op de volgende publicaties over Taptoe en Algemene Vergadering, (Vervolg v Stichting van bedrijven door ontginning of sa menvoeging van bedrijven lijkt aan betekenis in te boeten. Van de nieuwe grondgebruikers had verder 21 een bedrijf verkregen door splitsing. Splitsing van bedrijven kwam derhalve nog vrij veel voor. Tenminste van de splitsingen wordt echter te zijner tijd weer ongedaan gemaakt; de oude boer wil tijdelijk nog wat om handen hebben (schijn- splitsing). Gezamenlijke exploitatie komt op 6 van de bedrijven voor. Het gezamenlijke bedrijfsbeheer treft men in hoofdzaak aan tussen familieleden en is vaak van tijdelijke aard. De indruk bestaat overi gens. dat de gezamenlijke exploitatie in betekenis toeneemt, vooral op de grotere bedrijven. BEDRIJFS VERGROTIN G. GEZIEN het relatief grote aantal verdwenen grondgebruikers en het grote aantal bedrijven, dat vergroot of verkleind is, ligt het voor de hand dat een relatief hoog percentage van de cultuur grond van gebruiker of bestemming is veranderd. In de periode 19561959 bedroeg dit 19 Dit cij fer geeft het grondverkeer in ruime zin weer. Dit betekent dat iedere 15 jaar de grond een keer van gebruiker wisselt. Van de totaal in verkeer ge brachte grond was 10 afkomstig van overgedra gen bedrijven, 2% van opgeheven bedrijven, 1% van gesplitste bedrijven, 4 van verkleinde bedrij ven en 2 uit andere bronnen. Het grondverkeer in enge zin dat is de wisseling van het gebruik van de grond exclusief de bedrijfsovcrdracht om vat dus 9 van de oppervlakte cultuurgrond. Men kan stellen, dat de grond afkomstig van opgeheven en verkleinde bedrijven „vrijer" in het verkeer komt dan de grond van de normaal overgedragen bedrijven. In het laatste geval heeft de grond een bepaalde bestemming, in het eerste geval is de kans aanwezig dat meer gegadigden kunnen dingen naar de vrijkomende grond. In dit verband is nagegaan in welke mate kleine en grote bedrijven hebben geprofiteerd van de vrij komende grond van opgeheven en verkleinde be- n le pagina.) drijven. Ten aanzien van de opgeheven bedrijven bleek, dat de bedrijven kleiner dan 10 ha relatief meer van de op deze wijze vrijkomende grond heb ben geprofiteerd dan de grotere bedrijven. Van de grond van verkleinde bedrijven hebben in het bij zonder de bedrijven beneden 20 ha geprofiteerd. DE wisselingen in het grondgebruik zijn dus aan zienlijk frequenter dan de betrekkelijk lang zaam verlopende veranderingen in de bedrijfsgroot- testructuur. Het verschijnsel van de betrekkelijk veelvuldige wisseling van gebruiker kan een belang rijke bijdrage leveren tot een versnelling van de wijzigingen in de bedrijfsgroottestructuur. In dit verband wordt vooral gedacht aan de grote animo om tot vergroting van bedrijven over te gaan. In hoeverre dit kan worden gerealiseerd is afhanke lijk van de oppervlakte vrijkomende grond en daar mede dus van het aantal bedrijven, dat om welke reden dan ook niet wordt gecontinueerd. Indien vergroting van bedrijven wenselijk is te achten is het tempo waarin de bedrijfsvergro- ting zich kan voltrekken in hoofdzaak afhanke lijk van het aantal bedrijven, dat niet wordt ge continueerd. In de periode 19561959 werd 1/6 deel van de bedrijven van de niet meer gere gistreerde grondgebruikers opgeheven. Hierbij kwam de „natuurlijke" bedrijfsbeëindiging op heffing van het bedrijf in verband met leeftijd! en het ontbreken van een opvolger ongeveer viermaal zoveel voor als de „voortijdige" be drijfsbeëindiging, dit is overgang van het be- drijfshoofd naar een niet-agrarisch beroep onder afstoting van het landbouwbedrijf. Zou deze ten dentie zich handhaven, dan zal men voor be- drijfsvergroting in hoofdzaak zijn aangewezen op de „natuurlijke" bedrijfsbeëindiging. Het een en ander betekent, dat de verande ring in de bedrijfsgroottestructuur zich in een betrekkelijk langzaam tempo zullen voltrekken. (L. E. I. Rapport No. 385, kosten 4 bestelling op postrek. No. 412235), JIJ de Nederlandse boeren en tuinders bestaat grote belangstelling voor de in enze tijd noodzake lijke rationalisatie en mechanisatie van de bedrijven. Vele landbouwwerktuigen zullen slechts aan geschaft worden op bedrijven, die ten minste een bepaalde oppervlakte bezitten. Voor kleinere bedrijven zouden zij veel te kostbaar zijn. Iemand, die een bedrijf exploiteert dat te klein is voor de aanschaffing van een bepaald werktuig en dit toch wil gebruiken, is aangewezen op de diensten van hetzij de coöperatieve landbouwwerktuigen vereniging, hetzij van de loonwerker. Men ziet tegenwoordig echter ook heel vaak een vorm van samenwerking; n.l. dat verschillende bij elkaar gelegen bedrijven gezamenlijk tot de aanschaffing van een bepaald werktuig overgaan. De lasten, die aan deze investering verbonden zijn, worden aldus over verschillende bedrijven verdeeld. Natuurlijk vereist een gezamenlijke aanschaffing van een werktuig een groot wederzijds vertrouwen van degenen, die tot deze aanschaffing hebben besloten. Men moet elkaar kennen en men moet weten wat men aan elkaar heeft. Hoewel dit wederzijdse vertrouwen derhalve voorop moet staan bij de ge zamenlijke aanschaffing van landbouwwerktuigen, zal het naar onze mening in vele gevallen aanbeve ling verdienen, wanneer men de wederzijdse rechten en verplichtingen van de betrokkenen in een contract kan vastleggen. In vele gevallen zullen de vooi de aankoop benodigde gelden geleend moeten worden bij de plaatse lijke raiffeisenbank/boerenleenbank. De machine wordt daarbij gewoonlijk in eigendom tot zekerheid aan de bank overgedragen, terwijl degenen, die de machine aangeschaft hebben, als hoofdelijke schul denaren voor de geleende gelden zullen optreden. In de akten, die terzake daarvan opgemaakt worden, wordt echter alleen de verhouding tussen de bank en de schuldenaren geregeld. De verhouding tussen de schuldenaren onderling treft men in deze akten niet aan. Voor het treffen van regelingen inzake het gezamenlijk gebruik van het werktuig zou dus een afzonderlijke overeenkomst gesloten moeten worden. ONDERWERPEN, DIE GEREGELD MOETEN WORDEN WIJ willen hieronder een aantal onderwerpen noemen, waarvan naar'onze mening de rege ling bij zulk een overeenkomst wenselijk moet worden geacht. f In de overeenkomst zal de tijdsduur moe- ten worden geregeld, waarvoor de overeen komst wordt aangegaan. Men kan daarbij tus sen twee mogelijkheden kiezen. De overeen komst kan worden aangegaan voor de normale afschrijvingsduur van het werktuig, doch men kan ook de regeling treffen, dat de overeen komst voor onbepaalde tijd wordt gesloten, met dien verstande, dat zij niet eerder kan worden opgezegd dan nadat de lening, die voor de aan schaffing van het werktuig moest worden aan gegaan, is afgelost. O Geregeld zal moeten worden, hoe groot het aandeel van ieder in het aangeschafte werk tuig zal zijn. Het ligt voor de hand dit aandeel afhankelijk te doen zijn van de grootte van de gronden van de deelnemers, die voor bewerking met het werktuig in aanmerking komen. Dit aandeel zal bepalend zijn voor hetgeen door ieder van de deelgenoten moet worden bijge past indien blijkt dat men met de exploitatie van het werktuig niet kan rondkomen. Ook zal de bepaling gemaakt moeten worden, dat bepaalde besluiten inzake de machine door de gezamenlijke deelgenoten bij meerderheid van stemmen genomen kunnen worden, zodat dus een eventuele minderheid zich bij voorbaat aan het verlangen van de meerderheid onder werpt. Het aantal door ieder uit te brengen stemmen kan eveneens afhankelijk worden go- maakt van het aandeel, dat ieder in het werk tuig heeft. O Het lijkt verstandig de bepaling te maken, dat een jaarlijks bij meerderheid van stem men te bepalen prijs door de deelgenoten voor het gebruik van het werktuig verschuldigd zal zijn. Men kan dan jaarlijks een exploitatiereke ning betreflende het werktuig opmaken. Even tuele exploitatieoverschotten zullen partijen ten goede kunnen komen in evenredigheid van liet aandeel dat ieder van hen in het werktuig heeft. Mocht echter deze exploitatierekening een nadelig saldo vertonen, dan is het gewenst te dien aanzien te bepalen, dat dit in dezelfde verhouding door partijen moet worden gedra gen. A Vastgesteld zal moeten worden, in welke volgorde de gronden van ieder van de deel genoten in het werktuig bewerkt zullen worden. Men kan daarbij een soort rouleersysteem vast stellen. Iedereen mag eens in de zoveel jaren als eerste van het werktuig gebruik maken; de In de „Raiffeisen-Bode", het officieel or gaan van de Coöperatieve Centrale Raiffei- sen-Bank te Utrecht, van februari '62 wordt in een artikel ingegaan op het voor gezamen lijke rekening exploiteren van bepaalde landbouwwerktuigen. Deze vorm van samen werking ban voor de vaak dure aanschaf fing en exploitatie van een werktuig een goede oplossing zyn. Wordt deze vorm ge kozen dan dienen door de betrokkenen de wederzijdse rechten en verplichtingen vast gelegd te worden, waarover meer in deze bijdrage, ontleend aan bedoeld artikel. RED. deelgenoten schuiven jaarlijks met hun plaats in de volgorde van bewerking op. Een regeling als wij zoëven hebben uiteengezet zal zich niet voor ieder werktuig lenen. Men moet nu eenmaal de regeling inzake het ge bruik van het werktuig afhankelijk stellen van de aard van het werktuig. Het kan echter ge wenst zijn, dat dienaangaande een regeling wordt getroffen, omdat de kans op onenigheid tussen de deelgenoten bij het gebruik van de volgorde het grootst is. C Er moet een regeling worden getroffen, wat er zal gebeuren bij het overlijden van een van de deelnemers. Veelal wordt een derge lijk contract, dat immers juist gesloten is voor de aanschaffing van een kostbaar werktuig, voor een langere periode aangegaan. Een bil lijke regeling zou daarin bestaan, dat de recht verkrijgenden van de overledene voor de keus gesteld worden, om öf de samenwerking voort te zetten, dan wel uitbetaling te verkrijgen van het aandeel van de overledene in het werktuig. Daarbij kan tevens vastgesteld worden, wat er zal gebeuren indien een van de deelnemers onder curatele wordt gesteld of failliet ver klaard wordt. Het is raadzaam aan de overeenkomst een U' bepaling toe te voegen inzake het oplossen van eventuele geschillen tussen de deelgenoten door middel van arbitrage.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 3