Financieringsmogelijkheden in de tuinbouw D WEEK TUINBOUW T rekker-Service-Reglement SATERDAG i# MAART l»«ft 24JS VORIGE week hebben we de toezegging gedaan terug te komen op liefc uitermate belangrijke onderwerp van de financiering van het tuinbouwbedrijf. Zulks naar aanlei ding van hetgeen de heer M. J. Noordhoek, hoofdassistent A van het Kijkstuinbouvvconsulentschap te Goes, hierover heeft gezegd op de kleinfruitteeltdag in Kapelle. De heer Noordhoek begon uiteen te zetten hoe de opzet van een gezonde financiering een begroting vereist van de toekomstige; vermogens behoefte. Daarmee; wil men aan geven dat de tuinder, alvorens tot uitvoering van plannen tot stichting van een bedrijf of het aanbrengen van be- drijfsverbe te ringen over te gaan, eerst moet gaan rekenen, moet gaan begroten hoeveel geld hij nodig heeft en voor hoe lange tijd dit nodig zal zijn. IN deze tijd zal bij een bedrijfsstichting of verbetering wel altijd de conclusie zijn dat het uitvoeren van investeringen veel geld vraagt. Om echter de concurrentiepositie te kunnen handhaven en zo mogelijk nog te verbeteren, zal de Nederlandse, en dus ook de Zeeuwse tuinbouw ten volle gebruik moeten kunnen maken van de technische ontwikkelingen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan en in de toekomst nog zullen voor doen. Voor de fruitteelt dacht de heer Noordhoek aan het invoeren van nieuwe plantsystemen; voorts aan intensivering door overgang van vollegrondsteelt op glas teelt in de kleinfruitteelt en de groentesector; verder aan het vervangen van menselijke arbeid door mechanische arbeid waarvoor kostbare machines aangeschaft moeten worden. In zeer veel gevallen kan en moet er nog veel gedaan worden en in elk geval dient het streven gericht te zijn op verbetering van produktie en produkt en verhoging van de arbeidsproduktiviteit. In verband hiermede is het belangrijk dat gebruik gemaakt wordt van nieuwe vindingen op tech nisch en wetenschappelijk gebied die hun deugdelijkheid hebben bewezen. Moderne installaties en machines voor verzorging en teelt van de gewassen en het bewerken van de grond moeten toegepast worden om de produktie te verhogen en te verbeteren. De heer Noord hoek wees er op dat het zeker ook in de tuinbouw zo ligt, dat slechts vernieuwing kan behouden en dat achter blijft die stille staat. Dat alles zal zeer veel geld vragen en de stok kan te kort zijn om dat zelf te kunnen financieren. >aarom komt aan de orde de vraag op welke wijze crediet kan worden aangetrokken. l'CKEDIETVORMEN. (AARBIJ zijn er verschillende mogelijkheden welke door de heer Noordhoek werden be sproken. De normale hypotheek, de borgtocht en de lening op schuldbekentenis zullen we hier niet nader bespreken omdat deze algemeen bekend zijn. Ook de eigendomsoverdracht is wel bekend als middel om crediet aan te trekken. Deze bestaande vormen van credietmogelijk- heden zijn echter in de praktijk onvoldoende geble ken om in de kredietbehoefte te voorzien. Met name de Boerenleenbanken hebben dit ook begre- OïLnen en zij hebben gezocht en zoeken nog naar ver- uiming van de credietmogelijkheden. Van de re gelingen welke reeds tot stand zijn gekomen kun nen de volgende worden genoemd welke van be lang zijn voor de tuinbouw. In de eerste plaats de extra hypotheek. Normaal verstrekken de banken hypothecaire geldleningen tot 60 of hoogstens 2/3 van de getaxeerde ver koopwaarde van het onroerend goed. Door het sluiten van een bepaalde verzekering, waarvan de zeer bescheiden premie door de kredietnemer moet worden betaald, kan de bank tot een hoger bedrag gaan, namelijk 90 waarvan dan 30 de extra hypotheek wordt genoemd. - iHiervoor geldt de bijzondere bepaling dat het be drag van de extra hypotheek in 10 jaar moet wor den afgelost. VERDER is er de regeling „financiering van boomgaarden". Bij het financieren met ge leend geld voor de inplant van boomgaarden gold tot voor kort het zeer grote bezwaar dat de aflos- singsverplichting reeds in ging het eerste jaar na de aanplant. Aflossen in een periode dat er nog geen inkomsten zijn is onmogelijk. Het mag dan pok een grote stap vooruit worden genoemd dat Cu voor financiering vari de nieuwe aanplant de Mogelijkheid bestaat een voorschot te krijgen ter -ootte van 2/3 van de waarde van de grond plus j opstand (mits de grond eigendom is) met de jzondere bepalingen dat de aflossingsverplichting ïrst ingaat in het zesde jaar na de inplant, dus mneer de aanplant in produktie komt. Deze af- ising kan plaats vinden in 18 jaar. ~en andere regeling is die van financiering van (opstanden op gepachtegrond. Deze crediet- F verruiming is vooral van belang voor de nieuw bouw van glasopstanden (kas en warenhuis) met de or bij behorende installatie op gepachte gron den. Hierop worden door de Boerenleenbanken leningen verstrekt ton bedrage van 37 >2 van de stiehtingskoston. Op reeds bestaande glasopstan den kan de bank een bedrag lenen van maximaal 50 van de taxatiewaarde van die opstanden. Als zekerheid dient het recht tot afbraak van de glas- Opstanden met installaties met medewerking van do verpachter aan de bank te worden overgedra- ;en. Er moet jaarlijks minstens 7% worden ifgelost. De heer Noordhoek heeft er in Kapelle op ge rezen dat het op zichzelf verheugend is dat een Tgelijke verruiming van de credietmogelijkheden tot stand gekomen maar degenen welke crediet iodig hebben dienen toch te zorgen voor behoor lijke onderpanden. RGSTELLIN GSFONDS. AMDAT dit een bezwaar kan betekenen en nood zakelijke uitbreidingen of vernieuwingen er T geremd kunnen worden is in 1952 het Borg- llingsfonds voor de tuinbouw gesticht. Dit fonds, •oot ca. 30 miljoen gulden, is gevormd uit de 'genwaarderekening van de Marshall gelden en heeft ten doel onder bepaalde voorwaarden crediet to verlenen door het geven van borgstelling. Hier bij komt dus het element van vertrouwen in het object en de ondernemer op de voorgrond te staan. Voor het verkrijgen van deze borgstelling wordt namelijk niet in de eerste plaats de zakelijke of persoonlijke zekerheid gevorderd die een bank instelling of een particuliere geldgever moet vra gen. In beginsel is het zó, dat de medewerking van het fonds verkregen kan worden op het goed ver trouwen in de noodzakelijkheid en de rentabiliteit van het object waarvoor crediet nodig is en het vertrouwen in de man of de groep van mensen die dat object gaan gebruiken. Nu is het zó, dat als regel het Borgstellingsfonds geen grotere bedragen garandeert dan 50 c/o van het bedrag dat voor de bedrijfsverbetering nodig is. De tuinder moet dus de andere helft van het be nodigde bedrag langs andere weg zien te krijgen. Uiteraard zijn er nog verschillende voorwaarden waaraan voldaan moet worden alvorens het Borg- stellingsfocds een garantie geeft. Het zou te ver voeren dit hier allemaal op to nemen. Het belang rijkste is dat u inzicht hebt in de mogelijkheden die er zijn. WAARBORGINSTITUUT. NU is het mogelijk, dat de tuinder niet in staat is de resterende 50 van de kosten van be drijfsverbetering zelf te verschaffen. Daarom zijn er in de meeste provincies waarborginstituton op gericht. De bewijzen zijn er dat er met behu.lp van deze instituten grote vooruitgang kon worden ge boekt. Voor Zeeland is het voorstel om tot stich ting van een Waarborginstituut voor de Tuinbouw over te gaan, reeds goedgekeurd door de Provin ciale Staten en bij andere medewerkende instan ties, onder andere de veilingen, in behandeling. Gehoopt mag dus worden dat ook Zeeland vrij spoedig een waarborginstituut voor de tuinbouw rijk zal zijn. In een dergelijk instituut werken samen de pro vincie, de gemeente en de veiling waarbij de teler is aangesloten. Evenals het Borgstellingsfonds, stelt het Waarborginstituut zich er.kei maar borg. Een bank verschaft de nodige gelden. Steeds zul len bij aanvragen het Borgstellingsfonds en het Waarborginstituut samenwerken en samen garant staan voor dat deel dat de teler tekort komt. Het is dus mogelijk voor bedrijfsverbetering gelden te verkrijgen welke voor 90 met borg van Borg stellingsfonds en Waarborginstituut ziin verkre gen. In deze gevallen neemt de betrokken bank ook 10 risico zodat de teler zelf geen andere ga rantie behoeft te stellen. Tenslotte werd de telers de raad gegeven om wanneer ze menen dat bedrijfsverbetering nood zakelijk is en zy ter financiering daarvan zelf niet over de nodige middelen beschikken, de beoogde verbeteringen toch niet zonder meer achterwege te laten. Het beste kan men zich dan in verbinding stellen met de Boerenleenbank of de Rijkstuin- bouwvoorlichtingsdienst, waarna de kans groot is dat er een oplossing gevonden kan worden. De telers zullen er goed aan doen te bedenken, dat het aantrekken van vreemd vermogen voor het doen van verantwoorde investeringen een normale be- driifshandelinfi- is. AP 28 februari werd in Amsterdam de algemene vergadering gehouden van de afdeling Tuin« bouw van het K. N. L. C. Naar aanleiding hiervan willen wij enkele behandelde punten aanstippen? welke ook van belang zijn voor onze Provinciale Organisatie. Op de agenda stond het voorstel van een der afdelingen om in het huishoudelijk reglement vast te stellen dat een bestuurder en vertegenwoordiger der maatschappij die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, niet meer herkiesbaar zal zijn. Voorzien; van een prea-advies is dit voorstel aan de alge mene vergadering voorgelegd. Dit prea-advies be vestigde wel de noodzaak van het instellen van een leeftydsgrens. Wanneer hiertoe wordt over gegaan dient echter aan een aantal voorwaarden voldaan to worden. Er moet in de eersto plaats een- ontplooiing zijn van de vorming van leden en bestuursleden. Er moet ook een regeling bestaan welke een vol - doende materiële tegemoetkoming waarborgt voor het werk, de tijd en de aandacht welke door, de bestuurders aan de organisatie worden besteed. Dit prea-advies is op de algemene vergadering- aangenomen terwijl er tevens het besluit genomen is dat de taak van het stollen van een leeftijds grens behoort tot de taak van de provinciale maat schappijen. Ons inziens is dat een verstandig be-e sluit. Het gaat niet op om alle 65-jarigen een voudig weg uit alle bestuursfunkties te verwijde ren. Het kan gemakkelijk gebeuren dat men niet in staat is de lege plaatsen te doen innemen door, bekwame jonge mensen. De vergelijking met ge pensioneerde ambtenaren gaat in het agrarisch leven niet op. Nu er echter een algehele tendens is om op 65-jarige leeftijd uit het openbare leven te verdwijnen (wat ook zijn goede kanton- heeft), is er zeker alle aanleiding om de volle aandacht te besteden aan de kadervorming. Wat is kadervorming in deze lijd? We beschou wen dit als een mogelijkheid tot het scheppen van de kansen om uit te groeien tot datgene wat in aanleg al aanwezig is. Het is het aanvaarden van zichzelf om zo goed mogelijk to werken met de gaven- welke men per soonlijk heeft en tevens het aanvaarden van de medemens, open en gevoelig zijn en voor die mens begrip hebben; de wereld to aanvaarden als een gegeven werkelijkheid en het bewust kiezen van een levenshouding. Met deze vorming kan men bereiken een be wuste plaatsbepaling van onze Landbouw met een groto L in technisch en economisch opzicht in een open wereldmarkt. Tevens werkt het mee tot de bewuste plaatsbepaling van de plattelandsbevol king als cultureel en maatschappelijk gelijkwaar dige groep in een dynamisch, industrieel gerichte samenleving. Door de vorming van persoonlijkheid zal men ook zijn plaats bepalen in het geestelijk leven van deze tijd. Wanneer een zekere vorming soms uit verschil lende oogpunten tot stand is gekomen zal het niet moeilijk zijn uit deze groep het kader to recru- terere om de plaats in to nemen van de groep ouderen welke elk jaar afvloeit. Deze vorm komt echter niet zomaar aangewaaid. Men zal zich daar op moeten instellen. Vele zijn de wegen welke tot dit doel leiden. Elke stands organisatie heeft hiervoor haar instellingen en ook buiten do standsorganisaties om is er plaats genoeg om zich te ontwikkelen en to vormen. Wanneer voldoende van deze jongere krachtore er zich van bewust zijn dat het aanvaarden van een bestuursfunktie in deze tijd geen erebaantje is, maar wanneer zij werkelijk willen mee bou wen aan hetgeen waarvoor men verantwoordelijk is gesteld, dan kan het alleen maar wenselijk en nuttig zijn dat ouderen zich op tijd terugtrekken eer men to conservatief wordt zodat men niet meer aanvoelt dat men heen moet gaan en men nog geduld wordt of op een minder prettige wijze wordt heen gestuurd. Wij hopen dat U nog eens over deze dingen zult nadenken. Tot de volgende week. De door het Mechanisatie-Centrum to Wagenin* gen erkende leveranciersbedrijven kunt U vinden op een lijst van toegelaten leveranciers, welke U gratis kunt krijgen bij het Mechanisatie-Centrum, Dr. S. L. Mansholtlaan 12, Wageningen. Alleen deze leveranciers mogen verkopen op basis van het Trekker-Service-Reglement, waar voor zij speciale contracten hebben. AOOR vanaf half maart uw voederbieten te koppen en deze koppen eerst op te voeren, kunt u zorgen dat op 1 april uw be drijf brandschoon is. Na die datum kunt u de gekopte bieten opvoeren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 7