247
Mogelijkheden en moeilijkheden bij de voorjaars-
mechanisatie van de suikerbietenteelt
Fa. M.L.van ACKER Zn. A. D. RIEMENS. fa. G. I. StABBEKOORH In.
ZATERDAG 10 MAART 1962
„De Suikerbiet", uitgave van het Instituut voor
Rationele Suikerproduktie te Bergen op Zoom,
schrijft in het nummer van februari 1962 dat (het
Instituut) met verbazing en niet zonder zorg de
ontwikkeling van de voorjaarsverzorging van het
bietengewas wordt gadegeslagen. Er heeft zich
plaatselijk een optimisme ontwikkeld op dit ge
bied dat niet zonder gevaar is. Men kan n.l. wel
de middelen maar niet de voor de toepassing on
misbare ervaring overnemen. Die moet men zelf
opdoen.
In liet artikel wordt er op gewezen dat er niets „nieuws" onder de zon is. Reeds jarenlang is door
het Instituut aan de hand van eigen en door anderen verricht onderzoek hierover geschreven. M- en
precisiezaad is vlak na de oorlog reeds in beproeving genomen. Enkele bedrijven (zoals de Wilhel-
minapolder) zijn er in geslaagd op den duur tc leren profijt te trekken van het M-zaad. M-zaad kan
men kopen, echter niet de voor het bereiken van succes ermee benodigde ervaring.
OVER precisiezaaimachines schrijft „De Sui
kerbiet" dat deze door 't Instituut variërend
van merk en type beproefd zijn. Aanvankelijk was
de kwaliteit van het werk nog niet in overeen
stemming met de verwachtingen. Later aange
brachte verbeteringen maakten het werk meer
aanvaardbaar. Het duurde echter tot 61/62 eer de
belangstelling voor deze apparaten van betekenis
werd. Omdat de aankoop een extra investering
noodzakelijk maakt, daar men er niet alle^ gewas
sen mee kan zaaien, heeft het Instituut zich op
het standpunt gesteld dat het de moeite loont te
trachten met normale zaaimachines een prac-
tisch vergelijkbaar resultaat te krijgen.
Tot op heden, aldus „De Suikerbiet" kunnen
wij op grond van de resultaten van onze proe
ven de precisiezaaimachine niet als een onmis
baar onderdeel van de voorjaarsm-echanisatie
zien. De meeste geruchten over de grote voor
delen van deze machine zijn gebaseerd op on
juiste vergelijkingen.
Wie een goed zaaibed weet. klaar te maken
en goed met een normale zaaimachine en M-
zaad weet om te gaan is beslist niet machte
loos zonder precisiezaaimachine.
Dat houdt uiteraard niet in dat men in de
precisiezaaimachine een bedreiging van de bie
tenteelt moet zien.
Met deze machines is het mogelijk om, wan
neer zij ingesteld zijn op het beschikbare zaad
en goed gebruikt worden, een goed gewas te
verkrijgen.
Men moet echter ook met precisiezaaimachi
nes leren werken en de aankoop op zichzelf
garandeert ook hier niet het succes.
AVER de dunmachine wordt in het artikel o.m.
naar voren gebracht dat gewas en grond aan
hoge eisen van regelmatigheid moeten voldoen,
wil het gebruik van deze machines tot het ge
wenste einddoel leiden.
Het toenemend gebruik van M- en precisiezaad
zal het gebruik van dunmachines stimuleren. Dit
is verantwoord in het huidige ontwikkelingssta
dium onder daarvoor geschikte omstandigheden.
Het is echter de vraag of overal waar deze mid
delen veelal voor de eerste keer toegepast wor
den, grond en gewas er zo bij zullen liggen dat
toepassing zo maar verantwoord is en succes zal
opleveren. „De Suikerbiet" spreekt de hoop uit
dat niet al te veel brokken gemaakt zullen wor
den en men bereid zal zijn uit de gemaakte fou
ten lering te trekken om het in een volgend jaar
beter te doen. Op die wijze zal het nieuwe systeem
kunnen bijdragen tot verbetering van grondbe
werking en zaaiwerk; op zichzelf al van groot be
lang.
Over de chemische onkruidbestrijdingsmidde
len wordt naar voren gebracht dat deze middelen
voor beproeving op beperkte schaal mogelijk wel
geschikt zijn.
Zolang er echter niet meer gegevens van bekend
zijn blijft het Instituut t.a.v. deze middelen scep
tisch gestemd. En wel omdat op grond van er
varing gemeend wordt dat de combinatie van prijs,
de afhankelijkheid van de werking van de grond,
het weer, de onkruidsoort eiv de remmende invloed
op de groei der bieten, de toepassing op grote
schaal in de weg staat.
Samenvattend wordt gesteld dat er mogelijk
heden zijn ter verlichting van het voorjaarswerk
in de suikerbieten voornamelijk bes aande uit
de toepassing van M- of precisiezaad eventueel
in combinatie met een dunmachine, wanneer op
komst, grond en gewas zo zijn dat dit wenselijk
en mogelijk is.
Precisiezaaimachines zijn bruikbaar maar wij
betwijfelen de onmisbaarheid.
Chemische onkruidbestrijdingsmiddelen komen
in aanmerking voor voorzichtige beproeving.
Het r-llerbelangrijkste is dat men deze middelen
leert hanteren want toepassing, zonder dat aan
bepaalde voorwaarden is voldaan, kan t<»t teleur
stelling leiden en zelfs schadelijk zijn. Uiteindelijk
zijn alleen die middelen van waarde waarvan de
toepassing met een hoge mate van zekerheid tot
het gewenste resultaat voert.
De oppervlakte suikerbieten die men met de
beschikbare arbeidskrachten denkt aan tc kun
nen moet van te voren vastgesteld worden. Lang
niet altijd zijn er vreemde arbeidskrachten bij de
hand om de gevolgen van de mislukte toepassing
van de moderne middelen op te heffen.
Bij dit werk dient men steeds te waken voor zijn gezondheid.
Wij kennen in Zeeland veel grote landbouwbedrijven maar ook tal van
kleinere waar de vrouw naast haar taken in de huishouding maaltijden, kin
deren) ook op het bedrijf veel werk verricht (melken, kleinvee, pluimvee).
Ook op haar terrein is mechanisatie op grote schaal mogelijk en gelukkig
ten dele reeds een feit. De melkmachine is daarvan wel het meest sprekende
voorbeeld, terwijl in de huishouding tal van apparaten het werk kunnen ver
lichten (eletr. strijkijzer, fornuis, wasmachine, eventueel koelkast e'.d.) Meer
dan in onze provincie zijn de vrouwelijke gezinsleden bij het boerenwerk in
geschakeld op de kleinere bedrijven van de zandgronden en vooral in het
buitenland is vrouwenarbeid in de landbouw veel meer regel dan in ons lahd.
Vrouwen achter de ploeg en op de traetor is daar niets ongewoons en zeker
m perioden waarin de belangrijkste arbeidstoppen vallen. Wat betreft ons
land zijn insiders op dit punt van mening dat in de toekomst door allerlei
oorzaken de vrouwelijke arbeidskrachten in land- en tuinbouw meer en meer
op de voorgrond zullen gaan treden.
OOK PSYCHISCHE GEVOLGEN.
IIEir is een feit dat het beroep van landarbeider vooral in niet landbouw-
kringen niet hoog wordt aangeslagen. Jongelui voelen er al lang niet
veel meer voor. De mechanisatie de noodzaak met machines en motoren
om te gaan - brengt hierin misschien enige verandering. Men hecht waarde
aan het technisch aspect van het werk. Er is kennis nodig op het gebied van
onderhoud en reparatie van zijn werktuigen en de landarbeider wordt trekker
chauffeur of landbouw-monteur en heeft het gevoel dat indien hij zich in
aeze zaken bekwaamt, maatschappelijk gezien wat hoger gewaardeerd wordt
cian vroeger. Zijn kans om, indien hij dat wenst, in een ander beroep terecht
te komen, is wellicht door meer technische kennis, wat groter geworden.
Hierdoor zal mogelijk het begrip landarbeider en de benaming daarvan op
den duur wijziging ondergaan en hopelijk ook bij buitenstaanders wat meer
in tel raken.
ENKELE BIJKOMENDE FACTOREN.
UIT het bovenstaande behoeven we nu niet af te leiden dat de mechanisa
tie uitsluitend gunstig op de gezondheidstoestand werkt. Iedereen weet
b.v. dat de bespuitingsmethoden in land- en tuinbouw ondanks de machine
veel gevaar kunnen opleveren. Hier is het nemen van uitgebreide voorzorgs
maatregelen te allen tijde geboden.
Naast de gunstige invloed van de techniek zijn, los van de mechanisatie,
oplossingen nodig om de gezondheid der agrarische bevolking verder te
bevorderen. We denken daarbij aan maatregelen ter bescherming tegen vocht,
koude, tocht, stof, uitlaatgassen, e.d., dus beschermende kleding,, voorzienin
gen aan werklokaliteiten, enz. Wat dit betreft wordt in het algemeen wel
voldaan aan de gestelde veiligheidseisen.
Voorts wordt op het veld meer en meer gebrüik gemaakt van loodsen in
de fruitteelt) en schuilhutten indien het land ver van het bedrijf ligt. Een
en ander om zich te vrijwaren tegen al te ongunstige weersomstandigheden
en om te dienen als schaftgelegenheid. Er kan evenwel op dit gebied nog
wel iets meer gedaan worden.
Begrijpelijkerwijs wordt de gezondheid mede in sterke mate bepaald door
de woningsituatie. Deze is in enze provincie in vele gemeenten, vooral bij
de wat minder financieelkrachtige inwoners nog verre van ideaal. Sanitaire
voorzieningen kunnen nog veel verbeterd worden en het aantal en de aard
der slaapkamers laat dikwijls te wensen over (o.a. te klein, teveel kinderen
op één kamer, onvoldoende wasgelegenheid en ventilatie).
Hierbij mag tenslotte niet onvermeld blijven dat gezondheid eveneens ia
hoge mate afhankelijk is van de zorg voor dc reinheid van ons lichaam.
Door het ontbreken van het daartoe benodigde sanitair (douche, warm en koud
water) is dit onderdeel op het platteland nog wel voor verbetering vatbaar.
Ook hierin komt langzamerhand merkbaar verbetering hoewel niet in een
zelfde tempo als waarin de mechanisatie onze provincie heeft veroverd.
v. Y.
BIJ de aanschaffing van machines wordt vrijwel uitsluitend gedacht aan
de besparing aan tijd. Men zal er zich echter ook meer en meer van
bewust moeten worden in hoeverre de mens zelf daarmede gebaat is.
Gelukkig is dit echter veelal ongemerk toch het geval, doch niet voor allo
gezinsleden en arbeidskrachten. Bij mechanisatie vooral op de kleinere be
drijven is het meestal de mannenarbeid die hiervoor het eerst in aanmerking
komt. Mechanisatie van vrouwenarbeid volgt als regel eerst in een latei-
stadium.
(Adv.)
Hat is U misschien wel eens opgevallen, dat
de voorraadbak van de LELY strooier vlak
ken als van een geslepen Diamant heeft.
Natuurlijk is dit een toevalligheid en berust
de vormgeving van de bak op de functionele
voordelen.
Maar de Diamant en de LELY strooier zijn
beide beroemd om hun kwaliteit en schoon
heid. (En met de LELY strooier kunt U bo
vendien voortreffelijk kunstmeststrooien).
Vrijblijvend»
inlichtingen
worden U op
aanvraag
gaarne verstrekt
Waterlandkerkje Hoek Kloetinge
Tel. 01170-2163 Tel. 01154-298 Tel. 01100-6606