UIT DE PRAKTIJK
216
v,Tl.| I "v l'til
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
MET liet vriezende weer zijn eind vorige week verscheidene percelen zomer.
tarwe en ook reeds vlas gezaaid. Waarschijnlijk zullen sommigen ook
toen wel reeds erwten of gerst hebben gezaaid. Met zekerheid kunnen we
vermelden, dat op 12 februari in ons gewest ook reeds vlas werd gezaaid,
maar dat betrof slechts een enkel perceel.
Het komt niet vaak voor, dat in februari reeds zoveel bedrijvigheid in de
polders heerst als de laatste dagen het geval is geweest. Hoewel lang niet
ieder reeds aan het zaaien is geweest, waren er toch niet veel bedrijven waar
men niet met de cultivator, de egge of de kunstmeststrooier bezig was.
En het ging goed ook. Op vele percelen kan de structuur door een beetje
vorst nog heel wat verbeteren, vooral nu we de kans hebben gekregen om
de gedeelten met een slechte structuur open te rijden, waardoor de vorst
hierop beter kan inwerken.
Dit bericht men ons uit West Zeeuws-Vlaande-
ren maar hetzelfde geldt voor Walcheren, Zuid-
Beveland, Tholen en St. Philipsland en andere
delen- van Zeeland.
Op Zuid-Beveland is reeds een enkel perceel
zomertarwe gezaaid en als het weer mee blijft
zitten zullen deze week snel meer gewassen als
zomertarwe en zomergerst kunnen volgen. Overal
worden de voorbereidingen voor de nieuwe oogst
getroffen. Niet alleen op de percelen graszaad,
maar ook op wintertarwe en op percelen waar
andere gewassen zullen groeien is reeds heel wat
kunstmest gestrooid. De grond is op het ogenblik
zodanig dat er zonder bezwaar, maar ook vooral
zonder struktuurbederf, over gereden kan worden.
Veel aandacht dient verder besteed te worden aan
het advies van Dr. Van der Paauw. Gezien de vele
regen gedurende de voorafgaande periode van 1%
jaar adviseert hij de N-gift voor de granen en de
aardappelen wat hoger te nemen dan normaal. Er
wordt hierbij gedacht aan een extra hoeveelheid
van 1025 kg per ha.
Dit advies is vrijwel gelijk aan dat van het vorige
jaar. Gesteld kan verder worden, dat de basis
waarop dit advies gegeven wordt, door de vele
voorafgaande regen, nog hechter en sterker is dan
het voorgaande jaar.
Ook in een gewas als de uien, waar het hand
werk nog steeds de grootst mogelijke rol speelt,
zijn factoren aanwezig, die in dit handwerk een
radicale verandering te weeg kunnen brengen. Zo
is er in het gebied van Krabbendijke, Waarde en
Kruiningen een Van Rumpt-uienplukmachine aan
geschaft. Wil men gebruik maken van deze
grotendeels voor loonwerk bestemde machine,
dan dienen de uien op een rijenafstand van 33 of
35 cm gezaaid te worden. Bij gebruik te maken
van een zelfde hoeveelheid zaaizaad per ha is dit
niet van invloed op de opbrengst. Hoewel nog
vroeg, dient nu reeds beslist te worden, daar ma
chinaal plukken in een rijenafstand van 20, 22 of
25 cm onmogelijk is.
10 a 12 jaar terug is gesproken over de mogelijk
heid om tot stichting van een strocartonfabriek te
komen. Dat is toen, jammer genoeg, mislukt, wat
door verschillenden nog steeds als een tekort
koming wordt beschouwd.
Laten we thans hopen dat de kansen om tot op
richting van een Coöperatieve Gr oen voederdrogerij
te komen gunstiger zullen zijn. Vorige week waren
de kansen nog betrekkelijk gering, thans is het
niet anders als toe te juichen dat met een toezeg
ging van circa 270 ha lucèrne getracht zal worden
om in 1963 reeds tot drogen van lucerne over te
kunnen gaan. Deze oppervlakte kan zonder be
zwaar nog uitgebreid worden.
MOORD-BEVELAND snijdt naar aanleiding van
de voorlopige oprichtingsvergadering van de
Coöperatieve Lucernedrogerij „De Bevelanden",
vrijdag j.L in Goes gehouden, een verschijnsel aan
dat het verenigingsleven op de duur wel eens zou
kunnen uithollen, n.l. dat men met goed fatsoen
nauwelijks meer een Bestuur kan vormen. Een
verklaarbaar maar ook bedenkelijk verschijnsel.
Het is toch zo, dat er van de boer als de organisa
tor van zijn bedrijf steeds meer wordt gevraagd.
Tegelijkertijd door arbeidsschaarste daartoe ge
dwongen zal de boer zelf meer dan voorheen
moeten meewerken om op deze wijze de arbeids-
toppen af te vlakken. Voegen we daar dan nog
bil. dat ook de televisie het vergaderingbezoek (bij
de werknemers geldt dit nog sterker dan bij de
werkgevers, zo is gebleken) doet verminderen, dan
hebben we hier enige factoren, die o.m. aanleiding
kunnen geven tot de weinige animo voor het ver
vullen van bestuursfuncties.
We hebben gewoonweg maar van deze feiten
uit te gaan, voordat we ons kunnen gaan afvra
gen, of hier eventueel te verbeteren valt en hoe.
We zien het nogal eens gebeuren, dat een eerste
bestuursfunctie een open deur is voor een volgen
de. Als men maar eenmaal over de drempel van
de eerste paar. bestuursfuncties heen is, dan houdt
het niet meer op. En was het nu maar zo, dat men
tegelijk met het aanvaarden van nieuwe bestuurs
functies er maar andere kwijtraakte Dat is nu
juist niet zo Aftredende bestuursleden worden
vaak bij acclamatie wederom herkozen. En
met enkele secondenlang voetgetrappel als be
loning voor de beschikbaarstelling zit men weer
voor een aantal jaren vast. Op deze wijze krijgt
men het verschijnsel is overbekend een op
eenhoping van vele functies op weinige personen.
Echter zal men in het bestuur een doorstroming
moeten trachten te verwezenlijken. En bij tijdige
„verversing" van de besturen kan een spreiding
van de bestuursfuncties over meer personen ge
realiseerd worden terwijl en dit is eveneens zeer
belangrijk een kern meelevende oud-bestuurs
leden komen, wat het vergaderbezoek zal begun
stigen.
WALCHEREN schrijft, dat de laatste jaren al
veel gesproken en geschreven is over het
opnemen van tuinbouwgewassen in het bouwplan
van de boer. Ongetwijfeld zijn er bedrijven waar de
grond zich hiervoor leent en waar voldoende arbeid
beschikbaar is om meer intensievere teelten toe te
passen.
Voor hen, die hiervoor wel belangstelling heb
ben, zijn de vragen dikwijls vele. Om meer rich
ting en voorlichting aan aspirant-telers te geven
zijn er de laatste weken een tweeal vergaderingen
belegd door de Vereniging voor Bedrijfsvoorlich
ting, de Zeeuwse Groentetelers Vereniging en door
de Veiling in ons gebied.
Hoewel de opkomst niet zo groot bleek te zijn,
waren deze bijeenkomsten bijzonder interessant.
Teelten als o.a. winterbloemkool, spruiten en sel
derij passen wel op het kleinere landbouwbedrijf,
mits men voldoende belangstelling hiervoor heeft
en bereid is de benodigde kennis te vergaren.
Samenwerking met een tuinder zal dikwijls no
dig zijn daar de boer veelal niet over de benodigde
erkenning beschikt
Kwaliteit van het produkt dient voorop te staan.
Kwantiteit kan echter ook van belang zijn om
koners van elders naar de veiling te trekken.
Ook kontraktteelt kan aantrekkelijk zijn. Be
langrijk is de kontrakten te laten beoordelen door
het Centraal Bureau voor de Veilingen.
Ongetwiifeld kan zowel het één als het ander
tot een betere ontwikkeling van het kleinere be
drijf bijdragen. Het initiatief om hieraan leiding
en richting te geven mag dan ook zeker geprezen
worden.
Op de meeste percelen bouwland op Walcheren
zal men echter nog geduld moeten oefenen alvorens
tot zaaien over te gaan. Ook al zou de. grond be
werkbaar zijn, dan is het risico groot dat door
dichtslaan van de grond of door wateroverlast op
het perceel een onregelmatige stand van de gewas
sen verkregen wordt.
AOK op Tholen en St. Philipsland hebben de
allervroegste boeren reeds zomertarwe en
gerst gezaaid. Van anderen kwam ons ter ore, dat
zij wel hadden willen zaaien doch dat het benodig
de zaaizaad nog niet aanwezig was.
Heel veel kunstmest is er gezaaid in de afge
lopen week. Al het weiland zal reeds de eerste
stikstofgift ontvangen hebben, terwijl ook de tarwe
haar volledige bemesting op vele bedrijven ont
vangen zal hebben.
Het is ons opgevallen, dat het aantal centrifu-
gaalkunstmeststrooiers, ondanks de toch nog altijd
niet onverdeeld gunstige pers, desalniettemin steeds
toeneemt. De arbeidsbesparende factor zal daarbij
wel de overwegende rol spelen. Toch let o.i. het
strooien van kunstmest zeer nauw en dan zal goed
werk toch uitermate voornaam zijn, zodat men aan
de kwaliteit van het werk onder geen enkele voor
waarde mag tornen, en aan de kunstmeststrooier
zal dus de eis gesteld moeten worden, dat hieraan
in de eerste plaats voldaan kan worden. De boeren,
die al enkele jaren met een centrifugaalstrooier
werken, houden dit vol zodat de mogelijkheden om
goed te strooien toch zeker aanwezig zijn.
Naar het zich laat aanzien zijn de moeilijkheden
bij de Koelhuisvereniging gelukkig een heel eind
opgelost, hetgeen ons goed doet. Er is heel wat
voor nodig geweest om deze zaak tot een goede
oplossing te brengen, doch het blijkt dat, wanneer
er werkelijk naar een positieve oplossing gezocht
wordt, er altijd een weg te vinden is. Hoéwei wij
persoonlijk menen dat coöperatief bewaren zeker
niet goedkoper is dan individuele bewaring in be
staande gebouwen, kan de toekomstige ontwikke
ling van de afzet van aardappelen wel eens sterk
in het voordeel van een geconcentreerde opslag en
afzet uitvallen. Wij zijn dan ook van mening dat
een modern geoutilleerd koelhuis voor de streek
van groot belang zal kunnen zijn. Tevens is er
toenadering gezocht met een bestaande veiling
vereniging, hetgeen wij ook een gunstig perspec
tief achten. Wij hebben dit in één van onze vroe
gere artikelen reeds betoogd.
Dezer dagen kregen wij het rapport dat door de
Kring is opgemaakt over het veilingwezen op
Tholen ter inzage. Van diverse zijden hebben wij
gunstige reacties vernomen over dit rapport en
o.i. verdienen de samenstellers, de jongste kring
bestuursleden, deze waardering ten volle.
Voor de afzet van groenten en fruit zullen af-
zetcommissies gevormd worden door de veilings-
besturen van terzake deskundige en direct bij de
afzet betrokken telers. Deze zullen de veilingsbe-
sturen adviseren hoe de afzet van deze produkten
het beste plaats kan hebben.
Tevens is een topoverlegorgaan gevormd door de
voorzitters van de veilingen, die regelmatig over
leg zullen plegen over veilingszaken, die voor ge
heel Tholen van belang zijn. De veilingmeesters
zullen als adviseurs deel uitmaken van dit college,
terwijl een administrateur van een veiling als
sekretaris zal fungeren. Als Thoolse boeren kun
nen we blij zijn met de huidige ontwikkeling, die
in de toekomst zijn vruchten zeker zal afwerpen.
HET is ons misschien gegeven om als gewoon
Oost Zeeuws-Vlaamse beer iets af te weten
over de ekonomische en politieke gang van zaken
in onze Nederlandse maatschappij. De waagstuk
ken, vooral die welke betrekking hebben op het
boerenbedrijf, worden de laatste jaren dermate
ingewikkeld, dat we het zonder meer aan de des
kundigen moeten overlaten.
Tot deze konklusie komt men bij het bezoek aan
de vergaderingen, die momenteel door de Z. L. M.-
afdelingen gehouden worden. In Axel sprak mr.
Schlingemann over de E. E. G. De E. E. G. overeen
komst houdt o.a. in een vrijhandelsverkeer op te
bouwen tussen de aangesloten partners, waarbij
in principe wordt aangenomen dat van een pro
dukt de laagste kostprijs wordt aangehouden én
hogere kostprijzen met interne heffingen moeten
worden verrekend.
Als men weet welke enorme verschillen tussen
de landen moeten worden genivelleerd, met al de
consequenties van dien, terwijl alles in meertalig
onderling overleg dient te worden geregeld, daft
laten we dit graag aan superieure deskundigen
over. Kring Hulst behandelde onder grote belang
stelling de komende uitvoering van de ruilverka
veling „Stoppeldijk" en de voorbereiding van een
mogelijke ruilverkaveling in het Waterschelp
„Walzoorden".
De voorzitter van de kring Axel attendeerde in
de verschillende afdelingen op het verdwij. tn van
de wet vervreemding landbouwgronden en de mo
gelijke gevolgen hiervan voor de Zeeuws-VIaamse
boer.
Eerlijk gezegd zien we met verlangen het voor
jaar tegemoet, waarin we, ver van alle vraagstuk
ken, het zaad weer aan de grond kunnen toever
trouwen. Een troost zijn ons de woorden van voor
noemde voorzitter:
Terwille van de boer die ploegt,
Besta de wereld voort.
DE laatste jaren is overigens niet veel winter--
rust op de boerderijen, zo men nog van enige
rust kan spreken, zo merkt West Zeeuws-Vlaande-
ren op. Vaak is het najaarswerk niet vóór Kerst
mis aan de kant en daarna vraagt het onderhoud
van de werktuigen alle aandacht, wil men deze
weer tijdig voor gebruik gereed hebben. En naast
dit onderhoud en de veeverzorging vragen gedu
rende de korte winterperiode zoveel andere dingen
onze aandacht, dat er zelfs op de zuivere akker
bouwbedrijven van winterrust maar heel weinig
valt te bespeuren.
Het stro, dat op verschillende akkerbouwbedrij
ven een welkome inkomstenbron betekent gedu
rende de wintermaanden, is sterk in prijs terug
gelopen en kan nu ook wel worden gerangschikt
onder de produkten die geen lonende prijs meer
opbrengen. Ging voorheen grote hoeveelheden van
dit produkt uit ons gewest de grens over, thans
moeten we concurreren tegen de invoer uit onze
nabuurlanden. En er zit nog heel wat stro in ons
gewest, blijkbaar meer dan in andere streken.
Wanneer wij, beneden de Schelde, enkel op de
Nederlandse afnemers aangewezen zijn, komen
we meestal op het tweede plan.