Nogmaals de mechanisatie van de suikerbietenteelt
D1
225
STERK GEMECHANISEERDE
TEELTWIJZEN BIJ
SUIKERBIETEN
Dr. ir. C. W. C. van Beekom schrijft
o.m. in zijn voorwoord dat, hoewel
(in dit onderzoek) positieve resultaten
werden bereikt de hooggestemde
konklusies zijn niet mis te verstaan
niet uit het oog mag worden ver
loren, dat deze een oriënterend karak
ter dragen mede door de beperkingen
die het onderzoek opgelegd moesten
worden. Gekompliceerd onderzoek
als waarvan hier sprake is, is namelijk
tijdrovend
Dit benadrukt des te meer de nood
zaak van een ver doorgevoerde me
chanisatie bij de verzorging van het
gewas suikerbieten voor vele bedrij
ven waar niet meer over losse arbeids
krachten kan worden beschikt, tenzij
men het areaal suikerbieten drastisch
beperkt. Ook de faktor arbeidskosten
noopt tot mechanisaie. Aldus Ir. Van
der Beek.
Centrale
Hengstenkeuring
te
Utrecht
ZATERDAG 3 MAART
19 6 2
NAAR aanleiding van een tweetal artikelen betreffende
de mechanisatie van de suikerbietenteelt in het Zeeuws
Landbouwblad van 24 februari 1962 wil ik gaarne enkele
opmerkingen maken, aangezien met name het artikel van
de hand van Ir. J. Minderhoud ingaat op het verslag van
de proeven betreffende sterk gemechaniseerde teeltwijzen
bij suikerbieten.
Allereerst wil ik er de nadruk op vestigen dat het hier
een verslag van een onderzoek betreft, dat niet de bedoe
ling heeft een voorlichtende publikatie te zijn. Het is dan
ook verheugend dat de redaktie van dit blad alsnog enkele
passages uit het voorwoord en de inleiding van het verslag
heeft opgenomen. Niet alleen wordt hier iets gezegd over
de aanleiding tot dit onderzoek doch tevens wordt nadruk
kelijk vermeld dat het onderzoek vooral een oriënterend
karakter had.
- UET is overigens niet te verwonderen dat ten aanzien van de voorjaarsmechanisatie van de suiker-
bietenteelt, die nog vrijwel in een beginstadium verkeert, de meningen op enkele punten elkaar
niet geheel dekken. Voortgezet onderzoek zal hierop het antwoord moeten geven. Daarbij kunnen
echter de opgedane ervaringen bij de reeds uitgevoerde proeven een onmisbare bijdrage leveren. Het
is daarom dat in het betreffende verslag een aantal faktoren staan vermeld, die met name de resultaten
van machinaai dunnen in hoge mate beïnvloeden. Hierbij is gemeend ook te moeten wijzen op de wen
selijkheid een langwerkend chemisch onkruidbestrijdingsmiddel toe te passen indien veel kamille voor
komt, daar dit onkruid de voorjaarsmechanisatie danig kan dwarsbomen. Overigens ben ik het met de
heer Minderhoud eens dat voor grootscheepse toepassing in de praktijk beslist meer van de eigen
schappen van Öit soort middelen bekend moet zijn.
)E hier vermelde proeven laten geen uitspraak toe over de precisiezaaimachine. Echter, dient wel in
het oog te worden gehouden dat de verkregen resultaten bereikt zijn door mede gebruik te maken
van deze thans veel omstreden machine. In zijn algemeenheid gaat het hierbij niet alleen om de moge
lijkheden tot mechanisatie in 't voorjaar, doch speelt ook de opbrengst een belangrijke rol. Gelet op
deze beide aspekten meen ik dat voor een' ver doorgevoerde mechanisatie de precisiezaaimachine de
voorkeur verdient en wei vanwege de grotere regelmaat en het hogere aantal alleenstaande planten.
Dat dit niet alleen de uiteindelijke stand van het gewas ten goede komt, doch zeer waarschijnlijk ook
de opbrengst in gunstige zin beïnvloedt, blijkt uit soortgelijke proeven in de Noordoostpolder. (Land
bouwkundig Onderzoek in de Noordoostpolder 1961).
I\E mening, dat ook met de gewone zaaimachine behoorlijke resultaten zijn te bereiken, deel ik. De
keuze tussen beide machines moet m.i. in de eerste plaats worden bepaald door de te volgen wijze,
van dunnen. Uitgaande van kleine hoeveelheden zaaizaad zijn mij geen proeven bekend waar het op-
komstrisiko bij de precisiezaaimachine groter bleek dan bij de gewone machine.
Het is bekend dat een aantal landbouwers dit jaar een verdergaande mechanisatie gaan toepassen
bij de verzorging van een gedeelte van hun suikerbieten. Het komt mij voor dat hier sprake is van
een gezond initiatief. De praktijk kan in vele gevallen het beste antwoord geven. Wel hoop ik hierbij
dat alle maatregelen worden genomen die kunnen bijdragen tot het welslagen van deze experimenten.
IN het tweede artikel betreffende een onderzoek naar arbeidsbesparing met monogermzaad op prak-
tijkpercelen wordt een uitspraak gedaan over de exploitatie-vorm van de precisiezaaimachine. M.i.
dient een dergelijke uitspraak te berusten op konkrete praktijkgegevens en niet op nogal vage ver
onderstellingen. Daarnaast vind ik dat het aan elkaar rijgen van de beide artikelen, zoals hier is
gedaan, verwarrend heeft gewerkt.
TENSLOTTE nog niets over het diner van vijf gangen, tegelijk geserveerd. Hierbij is het ook moge-
lijk een andere vergelijking te maken, bijvoorbeeld een keten bestaande uit een aantal schakels.
Het zal er daarbij omgaan de schakels zodanig op elkaar af te stemmen dat het geheel op doeltreffende
wijze het gestelde probleem tot een oplossing brengt.
RLVD, Goes
Ir. M. A. VAN DER BEEK.
DE in ons blad van 17 februari j.I. gepu-
blieeerde samenvatting van het rapport
„Sterk gemechaniseerde teeltwezen by sui
kerbieten", moest uiteraard summier ztfn.
Daardoor is wellicht op hetgeen in het voor
woord en de inleiding van dit verslag werd
opgemerkt niet voldoende de nadruk gelegd.
Ken verzuim dat wij hiermede gaarne her
stellen.
IN de inleiding wijst Ir. M. A. van der
Beek op de grote variatie in de arbeids-
behoefte bij akkerbouw- en gemengde be
drijven tussen de verschillende perioden
binnen een jaar. De verzorging van de hak-
vruchtei* in het voorjaar en de oogst van de
diverse gewassen zijn bekende toppen. Vele
van deze werkzaamheden zijn evenwel zo
danig te mechaniseren dat de toppen niet
bezwaarlijk meer behoeven- te zijn en prak
tisch alle werkzaamheden door de vaste
kern van het bedrijf, al dan niet met loon
werk, kunnen worden uitgevoerd.
RED.
OP de Centrale Hengstenkeu
ring van het V. L. N. te
Utrecht op 7 februari j.I., werd
de vijfjarige Groninger hengst
„Winston", van de heer A. J.
v. d. Graaf te Nieuwerkerk,
wederom goedgekeurd.
In de loop van de dag met de
premiekeuring wist deze hengst
door te dringen tot de kopgroep
en werd een ernstige kandidaat
voor de eerste plaats. Na een
felle strijd werd deze plaats
echter behaald door een hengst
uit de provincie Overijssel.
De Zeeuwse warmbloedhengst-
werd de tweede plaats toebe
deeld, doch alle twee dieren
kregen een 1 A-premie.
Dit mooie succes is voor de
eigenaar des te groter, daar hij
de hengst zelf gefokt heeft.
ffenterrein met de cursisten aan de arbeid.