BOERENJEUGD Praktijktijd in Zwitserland L.J.G.-JUWEEL HOE STAAT HET MET UW VOEDING? 209 onder redaktie van G. VAN VLIET J Vanaf 2 uur 's middags „thé-dansant" waarbij o.a. Rede Algemene Vergadering ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962 t j c NA de tweede wereldoorlog leeft er een sterke drang om de landsgrenzen te overschrijden, en kennis te maken met andere landen. Tegenwoordig bestaan er ook mogelijkheden voor de landbouwjongeren om een kijkje buiten de grenzen te nemen. Zelf ben ik drie maanden in Zwitser land geweest. Om een goed adres te krijgen heb ik geschreven naar de Volkshogeschool in Bergen. Deze'nam koniakt op met de Zwitserse Bauern Verband met de vraag of daar een boerderij was die een jongen of meisje kon gebruiken. Een maand later kreeg ik bericht van de familie uit Zwitser land. Het plaatsje was Hettiswil; het ligt 15 km buiten Bern. De familie bestond uit vader, moeder en vijf kinderen. Eén juli 's avonds om 19.39 uur ben ik uit Breda vertrokken en 's morgens 5.44 uur was ik in Bazel. Daar was mijn eerste overstapplaats. Zo zijn er nog verschillende geweest, in het plaatsje Hindelbank aangekomen, kon ik naar de familie telefoneren. Even later kwamen ze mij ophalen. Om half tien 's morgens was rk bij de familie ge arriveerd. De hele familie stond op de weg uit te kijken. De ontvangst was heel hartelijk. De grootte van het bedrijf was 13 ha land en 8 ha woud. Er was zowel veeteelt als landbouw. De levenswijze van deze mensen is wel een vijftig jaar ten achter vergeleken bij die van ons. Zwit serland is een bekend toeristenland. In de grote steden is het leven anders dan op het platte land. U moet wel begrijpen dat ik iets schrijf van één boerderij. Er zal hier eti daar wel eens verschil tussen zijn. Net zo goed als bij ons. De mensen waar ik was leven nog echt van hetgeen de boerderij geeft. Veel aardappelen en var kensvlees; men behoefde nooit te denken wat zal ik op het brood nemen, het was altijd jam van kersen gemaakt, of gebakken aardappelen. Brood bakken ze ook zelf, en wel éénmaal in de veertien dagen en het overige ging meestal in de diepvries. Die diepvries wordt door de landbouwers geza menlijk geëxploiteerd en stond bij de kasery, die ook aan meerdere boeren toebehoorde. De fami lie had 12 koeien en de melk moest 's morgens en 's avonds naar de kasery gebracht, worden. Met een herdershond en een karretje er achter! Het jongere vee ging van oktober t/m april de bergen in. Een herder woonde daar dan die tijd met zijn vrouw en een dochtertje. Zij verzorgden dan zo'n honderd beesten, allemaal van verschil lende eigenaars, 's Winters komen ze weer terug naar het dorp Rougemont, dat niet zo ver van Gstaad ligt, een bekend ski-oord. De koeien staan een heel jaar op stal, elke mor gen wordt er vers gras gehaald. Het bedrijf is goed gemechaniseerd, maar ondanks dat werkt de hele familie mee. De vrouw gaat ook altijd mee, of men nu rijk of arm is. Veel ontspanning hebben deze mensen niet, het is hard werken, slapen en veel eten. Er is altijd werk, veel op het land en in de tuin. De groente tuin verzorgt de vrouw. In de bloementuin is het schoner dan in huis. In huis is alles somber, een grote keuken met een oven voor het brood en twee kachels voor het koken, en een lange tafel met banken er omheen om te eten. In de kamer eten ze maar een paar keer in het jaar. Sinds ik er geweest ben één keer, wanneer de oogstwerkzaamheden aan de kant zijn. Dan geven ze aan ieder die daarbij werkzaam is geweest een maaltijd. Met schapenvlees, wijn enz., dat duurt dan tot diep in de nacht. En een dansje ontbreekt dan zeker niet. 's Zomers zijn er veel tuinfeesten, met zang en leuke muziek. Daar trekken de jon geren zaterdags en zondags naar toe. Wat de L. J. G. betreft, daar was daar weinig van te mer- f ken. Wanneer een zoon in het huwelijk treedt dan gaat hij meestal bij zijn ouders inwonen. Soms I wonen er wel twee k drie families in één huis. Vaak woont de knecht ook nog in huis. In het gedeelte waar ik geweest ben waren geen hoge bergen. Dan moet men meer naar Berncr-Óber- land, Grindelwald en de bergpassen. Door de Zwitserse Bauern Verband wordt men ook uitgenodigd om mee te gaan op excur sie. Dan maakt men kennis met andere jongeren uit andere landen. Bij mij in de buurt zat er een jongen uit Beieren. Een Zwitser vindt Holland geweldig, vooral de zee en de tulpen. Most drinken ze veel, het is een f Dit evenement vindt plaats op zaterdag 10 maart a.s. in de „Prins van Oranje" te Goes. Programma: optreden L. J. G.-orkest, Delta-kwartet, decla- i matie enz. I uur: Koud-Buffet f-30 uur: De winnende afdeling van de toneelwed- I strijd brengt haar toneelstuk op de planken. Toegangsprijs 2,— voor leden en ƒ3,— voor Pet-leden. Kaarten verkrijgbaar bij het afdelings feestuur. soort appelsap, dat ze ook weer zelf maken. Snaps, beter bekend onder de naam brandewijn, wordt gemaakt van afval van appels en peren. De appels kapot snijden, de stukken in een groot vat en daarna goed afsluiten. Drie a vier maanden laten staan, dan maakt men een vuur onder dat vat. Dan komt de damp naar boven, die gaat door een trechter die in een vat met water staat. Daar na koelt die damp af en dan geeft het brandewijn. De zo voor ons bekende T.V. ziet men daar niet veel; waar ik was niet één. Wel in de grotere ste den. Men spreekt in Zwitserland twee talen, Duits en Frans. Scholen zijn ook weer verschillend; de kinderen gaan er negen jaar naar school. In de zomer hebben dé kinderen heel weinig school, dan bestaat er de mogelijkheid om thuis mee te helpen op het bedrijf. Na die negen jaar gaat men verder studeren of een jaar naar Welsland op een boerderij in de praktijk. Wanneer een jongen naar de Landbouwschool wil, moet hij eerst een jaar in welsland geweest zijn. Het klimaat kan erg warm zijn, maar ook koud net als bij ons. Nu ik het een en ander over Zwitserland opge schreven heb hoop ik, dat zij, die er voor in de ge legenheid zijn, ook idee hebben gekregen om eens een kijkje verder te nemen. Dan leert men pas ons eigen landje waarderen DANY GAANDERSE. EIGEN PROBLEMEN VRAGEN ONSÜE AANDACHT. Enige tjjd geleden hadden 13 L. J. G.-crs uit Zee land en 19 plattelandsjongeren uit andere delen van ons land het genoegen een week de gast te mogen zijn van de volkshogeschool in Bergen (N.-H.). We waren echter van te voren ingelicht, dat dit geen vakantie zou worden. Integendeel, het was in alle opzichten een zeer leerzaam verblijf. Wc hebben verschillende lezingen gehad waarop meestal een levendige discussie volgde. Wat we al direkt onder de neus kregen was het discussie- rapport over de land- en tuinbouw of wel „land bouwpolitiek op langere termijn". Natuurlijk was hier ook in het geding, hoe eigenlijk verder te gaan, met de steeds hoger wor dende lonen, werktijdsverkorting, schaarste van arbeidskrachten en doorgevoerde mechanisatie. Enkelen waren van mening dat dit intern op te lossen was. Anderen dachten aan werktuigen coöperaties of loonbedrijven. Eén van de belangrijkste problemen was de ver werking en afzet van de land- en tuinbouwpro- dukten. Dat hierbij terdege rekening dient gehou den te worden, met de wensen van de consument, zoals kwaliteit, assortiment, verpakking e.d., daar was iedereen van overtuigd. Enkele sprekers we zen op het grote belang van coöperaties, markt onderzoek en research. Aan het eind van de week werd een forum ge houden, waarbij vertegenwoordigers van de ver schillende politieke partijen hun mening gaven. Hierbij waren ook leden van de 2de Kamer. Dit alles was geweldig interessant en leerzaam en het volgen van een kursus als deze lijkt mij noodzakelijk om enigszins bij te blijven met de tegenwoordig problemen van land- en tuinbouw. EEN CURSIST. AP de contactdag van de L. J. G., gehouden op 3 februari j.l. te Middelburg, werd o.a. een wedstrijd voor vrije deelname gehouden waarbij een taxatie gemaakt moest worden van de vast gestelde hoeveelheden voer béstemd voor een koe met een dagelijkse melkgift van 20 kg. Aan deze, inderdaad nogal moeilijke wedstrijd, waagden zich 27 bezoekers van de contactdag. De prijzen werden dezelfde middag nog uitge reikt. In dit artikel willen we meedelen wat er van gemaakt werd. VOEDERBIETENEr lagen 42 kg voederbieten. Getaxeerd werd van 17V2—75 \g. Drie deelnemers van de 27 raadden vrij juist (1 precies) van 40— 44 kg; twee 50 kg of meer, tien tussen 30 en 39 kg, zeven van 20—29 kg en vijf minder dan 20 kg. HOOI: Eén deelnemer taxeerde de hoeveelheid van 9 kg hooi juist; tien deelnemers schatten de uitgestalde hoeveelheid op 10—15 kg en hoger, hiervan zelfs vier op 15 en meer kg. De 14 deelnemers die een kleinere hoeveelheid raadden zaten resp. 1 op 5 kg, 3 x bij 6, 6 x bij 7 en 4 x bij 8 kg. De laagste plaatste 5Vi kg op het formulier, de hoogste 17 kg. KRACHTVOER: Er lagen 3 kg brokjes. In 10 gevallen werd dit ongeveer juist vastgesteld. In 9 gevallen werd gemeend dat er minder lagen, n.l. rond de 2 kg. Zes maal werd de hoeveelheid op rond 4 kg getaxeerd en 2 x nog hoger. De laagste taxatie was Vh kg, de hoogste 8,7 kg. Het is niet waarschijnlijk dat allen die zich aan deze wedstrijd waagden, zich regelmatig met de voeding van vee bezig houden. Voor verschillenden is dit echter wel waarschijnlijk. Blijkbaar valt het dus nog niet zo mee een hoeveelheid voer juist te taxeren. Wegen van rantsoenen en narekenen van voederrantsoe nen is ongetwijfeld een nuttige bezigheid! AP het formulier werden nog 2 vragen gesteld. Allereerst of het uitgestalde rantsoen vol doende geacht kan worden voor een koe die 20 kg melk geeft. Het. antwoord daarop luidt bevesti gend; 7 van de 27 deelnemers waren hei daarmee eens; 16 achtten het rantsoen maar matig ge schikt en 4 beantwoordden die vraag niet. Tenslotte werd gevraagd hoeveel procent ver teerbaar ruw-eiwit het krachtvoer moest bevatten. Acht deelnemers met 25 zaten daarbij goed; 3 deelnemers met 20 wat te laag en 14 deel nemers met 30 of 40 te hoog. Twee deelnemers beantwoordden ook deze vraag niet. Al met al bood deze wedstrijd de gelegenheid te tonen dat men van de voeding van het vee enig idee heeft. Het resultaat? Gezien de deelname van slechts 27 per- sonen bij ruim 250 bezoekers mag worden vastgesteld, dat voor velen echt wel wat meer aandacht voor de voeding van het vee op zijn plaats is. C. DEN ENGELSEN. Goes, 6 februari 1962. GEEN MEEPRATERS IIKT Hoofdbestuur roept leden op die bereid zijn aan het „L. J. G. Juweel" hun eigen bij drage te verlenen. Hierbij gaat het vooral om het programmapunt „Declamatie". Het zou leuk zijn als hieraan leden mee willen doen. .Als U inder daad 1 tela ngs tel ling hebt, wilt U dit wel laten weten aan liet Landbouwhuis te Goes. Wees ervan overtuigd dat het Hoofdbestuur niet alleen mee praters maar ook mééwerkers nodig heeft. Als «J mee wilt werken is zij U daarvoor heel dankbaar. DENK ERAAN De „kiekkast-enthousiasten" van onze leden herinneren wij eraan dat zondag 25 februari de inzenddatum voor de fotowedstrijd sluit. De/<- fotowedstrijd in twee rubrieken, nJ. foto's onder het thema. „Kracht" en allerhande foto's, is afge lopen herfst reeds bekend gemaakt en door de af delingen gepropageerd. Zoals X' weet zal de uit slag op het ,,L j.G. Juweel" bekend worden ge maakt, terwijl de resultaten tentoongesteld zullen worden. Wj ontvangen dus graag onmiddellijk UW inzending Wij kunnen ons voorstellen dat verschil lende leden uitkijken naar publieering van de rede uitgesproken door de heer A. v. d. Hoek op de Algemene Vergadering. Door de zeer slechte kwaliteit van de band -f andere faktoren is het ons echter nog niet gelukt één en ander op papier te krijgen. Wij vra gen dus nog even geduld.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 29