De wet Vervreemding
Landbouwgronden
Het Dagelijks Bestuur der Z.L.M. vergaderde
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962
Q A. in dit nummer: Een overzicht
van de planteziekten en on
kruiden in land- en tuinbouw met de
bestrijdingsmiddelen. Tevens een
artikel over de chemische onkruid-
bestrijding in bieten.
KORT VERSLAG van de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Z. L. M., ge
houden op maandag 19 februari 1962 te Goes.
Frankering bij abonnement: ierneuzen
50e Jaargang No. 2619
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland"-?
i-
IIIT de Memorie van Antwoord van de Minister van
«J Landbouw aan de Tweede Kamer gericht ter beant
woording van de vele gestelde vragen aan Zijne Excellentie
naar aanleiding van de Landbouwbegroting 1962, blijkt dat
de Minister niet voornemens is de werkingsduur van de
Wet Vervreemding Landbouwgronden nogmaals te verlen
gen. Wel heeft reeds, aldus de Memorie, een wetsvoorstel
tot wijziging van de Pachtwet, waarbij liet voorkeursrecht
van de pachter wordt geregeld, het departement verlaten*.
Dit betekent dus, dat wanneer er verder niets gebeurt,
ingaande 1 januari 1963 de Wet Vervreemding Landbouw
gronden op zal houden te bestaan.
HET merkwaardige van deze wet is dat deze niet geldt voor onbepaalde tijd, maar slechts voor 5
jaar. Op 1 januari 1953 in werking getreden (eigenlijk bij bijzondere Ministeriële beschikking nog
iets vroeger) werd deze wet éénmaal met eenzelfde periode verlengd.
Uit de beperkte tijdsduur blijkt reeds dat de ontwerpers zich hebben gerealiseerd hier te maken te
hebben met een vorm van overgangsrecht n.l. van een zeer gebondene naar een meer vrije economie.
De huidige regering is blijkbaar van mening, dat thans de tijd gekomen is om het rechtsverkeer der
landbouwgronden in deze geest aan te passen.
De Wet Vervreemding Landbouwgronden regelt of bedoelt althans te regelen een drietal zaken
en wel in grote lijnen de volgende:
le. de prijsbeheersing van landbouwgronden door middel van een maximum door de Grondkamer en
in hoogste instantie door de Centrale Grondkamer vast te stellen prijs bij verkoop.
2e. de z.g.n. landbouwkundige toetsing, hetgeen betekent dat genoemde organen erop toezien dat bij
overdracht de verkavelingstoestand e.d. niet achteruit gaan.
3e. het voorkeursrecht van de pachter.
En met de toezegging, dat het in de bedoeling ligt om dit voorkeursrecht, zij het dan in een iets andere
vorm, te doen voortduren, moeten wij ons nu afvragen of het in het belang van de landbouw is, als de
beide andere regelingen verdwijnen.
DE PRIJSBEHEERSING
WAT de prijsbeheersing betreft kunnen we con
stateren, dat voor grote gebieden in ons land
de maxima van de Grondkamers bij verkoop nau
welijks kunnen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld
kan dit gelden voor het Noorden van ons land.
Mogelijk is daar zelfs enige daling van de prijs te
verwachten, omdat de vaststelling van het prijs-
ipaximum door de Grondkamer dan geen middel
kan zijn om zich te oriënteren en de economische
of verkeerswaarde meer maatgevend wordt. Prijs
beheersing voor dergelijke gebieden is hier vól
kernen overbodig.
In gebieden waar veel agrarische grond wordt
onttrokken vóór niet-agrarische doeleinden zal
zekér een stijging van de grondprijs optreden, in
het'bijzonder daar waar voor de tuinbouw-fruit-
Ü«lt grond wordt onttrokken. Uitkeringen van
inkomenschade in gekapitaliseerde vorm en/of
grondprijzen voor gronden met niet-agrarische
bestemming maken het mogelijk om vervangende
grond duurder aan te kopen dan economisch ver
antwoord zou zijn. Speciaal, voor tuinbouw met ge
specialiseerde glascultuur is de uitgavepost „grond"'
ten opzichte van de andere investeringen vrij on
belangrijk.
In de provincie Zeeland, en in het bijzonder in
Zpguws-Vlaanderen, echter is in feite voor de ma
ximumprijs praktisch geen stuk grond te koop.
Hier doet zich een ontduiking van de Wet Ver
vreemding Landbouwgronden op grote schaal voor,
Waartegen geen remedie te vinden is. Men kan nu
eenmaal uiterst moeilijk de economische wetten
van vraag en aanbod negeren. Juist door de prijs
beheersing wordt de grond aldaar in handen ge
speeld van bezitters van niet geregistreerde ver
mogens. De Belgische boer is bereid om een veel
hogere grondprijs te betalen dan zijn Nederlandse
collega en kan deze bedragen ook betalen! Voor
waar een zeer kwalijke zaak iu onze rechtsstaat!
MAAR, er zijn nog meer bezwaren aan deze
prijsbeheersing verbonden en willen hiervan
onder meer noemen;
Sterke verstarring van het gehele grondgebruik.
Een tuinder kan bijna niet aan compenserende
grond komen, wanneer zijn eigen grond naar
niet-agrarische bestemming overgaat.
Bij onteigening van grond leidt prijsbeheersing
tot onbillijkheden (toekomstverwachtingen zijn
bijv. moeilijk concreet vast te stellen).
De crediet-basis van de grond bezittende boer
wordt door de prijsbeheersing versmald.
Gevaar voor uitverkoop van Nederlandse grond
tegen een laag prijspeil (in alle nabuurlanden
is de grond duurder!)
Het uitsluiten van de nuttige funktie die prijs
vorming in ons economisch bestel bezit.
Grote onbillijkheden, die ontstaan tengevolge
van wijzigingen van normen en kapitalisatie-
T\E voorzitter geeft c-en overzicht van dc suc-
cesvolle opening van de nieuwe landbouw-
huishoudschool te Tholen. Er is een grote belang
stelling voor geweest.
Het Bestuur besluit om de april-vergadering te
Tholen te houden en dan de school te bezichtigen.
Tevens zullen dan de landbouwhuishoudscholen te
Kruiningen, Kortgene en Oostkapelle bezocht
worden.
Landelijke besprekingen worden gevoerd over
de organisatie van de bedrijfs-ekonomische voor
lichting.
Het Boekhoudbureau is bezig met een toepas
sing van de aftrek voor de werkende gehuwde
vrouw in de praktijk te onderzoeken.
AKKERBOUW
I\E heer J. B. Been doet hierover een aantal
mededelingen, naar aanleiding waarvan ge
discussieerd wordt.
Er wordt van de tarwe-oogst 1961 nogal wat
gedenatureerd,
faktoren voor het individu. (Bijv. de verander
ring van de kapitalisatiefaktor!)
Het blijvend in een uitzonderingspositie plaat
sen van het vermogensbestanddeel grond.
Door de prijsbeheersing voor agrarische grond,
op zich zelf in de na-oorlogse jaren bij het sterk
verbroken evenwicht tussen vraag en aanbod
wellicht juist, is de waarde van dc grond t.o.v.
de waarde van andere kapitaalsgoederen, vol
komen scheef getrokken
Om al deze redenen (en er zullen nog zeker
andere te vinden zijn!) is het beëindigen van de
prijsbeheersing van landbouwgronden gewenst te
achten. Overigens bleek ook de Regering, blijkens
een uitlating van de Minister van Financiën enige
tijd geleden gedaan, niet bereid te zijn de conse
quenties van de prijsbeheersing voor zich zelve te
aanvaarden. Deze verklaarde n.l., dat het van een
onverantwoord beleid van 's Rijksschatkist zou ge
tuigen, onder de huidige geldende wettelijke be
palingen over te gaan tot verkoop van domein
gronden aan particulieren! Duidelijker bewijs is
moeilijk te vinden!
Overigens kan mede van belang zijn in hoeverre
er belastingfaciliteiten worden gegeven, indien bij
stijging der grondprijzen, er aanmerkelijke winst
gemaakt zou worden door verkoop van grond' hoger
dan de boekwaarde.
DE LANDBOUWKUNDIGE TOETSING
MIJ de landbouwkundige toetsing. Hoe staat het
daar mee? Het aantal verzoeken tot over
drachten van land bedraagt in Nederland jaarlijks
ongeveer 20.000. Op grond van de toetsing zijn er
in de laatste jaren de volgende overdrachten ge
weigerd: 1954: 92; 1955: 30; 1956: 16; 1957: 39;
1958: 40; 1959: 69. Dit zijn bepaald geen cijfers die
te denken geven dat er grote gevaren zouden op
doemen, wanneer deze toetsing zou komen te ver
vallen. Bovendien moet niet vergeten worden dat
boedelscheidingen uitdrukkelijk buiten de bevoegd
heden van de Grondkamer zijn gehouden en juist
daar zou men onverantwoorde overdrachten in de
eerste plaats kunnen verwachten. Deze landbouw
kundige beoordeling zou nog betekenis hebben,
indien ze ook op boedelscheidingen kon worden
toegepast.
(Zie verder pag. 183)
Een suikerbietencontingentering voor oogst 1962
werd in de Hoofdafdeling Akkerbouw met een
kleine meerderheid verworpen.
Het Dagelijks Bestuur besprak naar aanleiding
van deze mededeling uitvoerig alle voor- en na
delen van een eventuele regeling.
(Zie verder pag. 183).
JVE voorzitter, ir. M. A. Geuze, opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom.
Spreker spreekt woorden van deernis met de slachtoffers van de zeer ernstige overstromings
ramp, welke Noord West-Duitsland heeft getroffen. Spreker releveert in dit verband ook do boeren uit
de Biesbosch en op Schiermonnikoog. Het is begrijpelijk dat deze ramp sterk de aandacht trekt
in onze kring. Er zijn zeer hoge waterstanden -waargenomen, welke ook ons te denken geven. In
dit verband kunnen wij slechts de hoop uitspreken, dat de voltooiing van het Delta-plan, met alles wat
daaraan vast zit, ons spoedig moge vrijwaren voor de gevaren van deze zeer hoge waterstanden.
De heer Geuze besluit met een extra woord van medeleven met de boeren-, plattelands- en
stadsbevolking van het getroffen gebied. Aan het Aan het K. N. L C. zal verzocht worden na te gaan
of op nationaal niveau hulp geboden kan worden.
Speciaal welkom heet de voorzitter de heer Kosten, die als plaatsvervanger van de heer Van Wes
ten voor de eerste maal een vergadering van het Dagelijks Bestuur meemaakt.
Tenslotte feliciteert de voorzitter de heer De Buck, met het behalen van het Zeeuws Trekpaarden
Kampioenschap door Gambo van dc Liter.