Onderhoud van paden, erven, wegen, enz. waar alle plantengroei ongewenst is speelt een. belangrijke rol. iiK Gewas en onkruiden Tijdstip van bestrijding Middel en hoeveelheid per ha GRANEN: Wintergraan: Zaadonkruiden, Mmtf, kleefkruid Wortelonkruiden: b.v, akkerdistel e.d. Zomergraan; Zaadonkruiden. Wortelonkruiden. ERWTEN: Zaadonkruiden. VLAS: Zaadonkruiden mej over wegend zwaluwtong (boek- weitwinde). Zaadonkruiden met naast zwaluwtopg ook witte krod- de (dubbeltjes), herik (zemp) en melde. Zaadonkruiden met prak tisch geen zwaluwtong, doch overwegend dubbeltjes, he rik en melde. febr.—maart Ala graan 3:15 cm groot is. Alg graan 2(>—25 cm groot is. Bespuiting tijdens uit stoelen en als het gewas in de aar begint te komen geeft kans op opbrengstverminde ring. Alg granen minstens vier blaadjes hebben. Als graan 20—25 cm lang is. a. Als erwten doorbreken of 2—5" cm hoog- zijn. b. Vóór opkomst. Als erwten 5—10 cm hoog ztfn. Een bestrijding kan zo nodig tot op 15 cm lengte herhaald worden. Een be spuiting met DNBP geeft meestal opbrengstverhoging. Als het vlas 4—8 cm groot is. Als vlas 4S cni groot is. Als vlas 4S cm groot is. Een bespuiting tijdens snelle groei of indien het gewas langer is dan 8 cm geeft sterke vergroeiing van het vlas wat het llntrendement nadelig kan beïnvloeden. 3—12 kg vernevelbaar DNC- poeder. Het toevoegen van 1 a 2 1 natrium-arseniet geeft betere bestrijding van muur en kamille. PIm. 250 kg kalkstikstof. MCPP volgens gebruiksaan wijzing. MCPA-groeistoifen volgens gebruiksaanwijzing. 4S kg vernevelbare DNC- poeder. MCPA-groeistoffen volgens gebruiksaanwijzing. a200—250 kg kalkstikstof. Op zware kleigrond minder goede onkruiddodende wer king. b. IVz kg vernevelbare DNC. 7,5—12 1 DNBP. Op zware kleigrond en tij dens een zeer droge periode kan de hoeveelheid DNBP opgevoerd worden. S10 kg Extar Sandoz of Aanaüoc. Dit zijn NaDNC-middelen, die alleen kleine zaadonkrui den doden. 8—10 1 KOC of Aanatyl. (mengsels van NaDNC MCPA). 11 MCPA groeistof 30 Toepassing Kan zowel met veel als wei nig water verspoten worden. Strooien op dauwnat of be ijzeld gewas, waarna zonnig weer te verwachten is. Stikstofwerking wordt op 60 van kalkammonsal- peter gesteld. Opbrengstderving niet uit gesloten. In rogge niet bruikbaar. Geen MCPP ge bruiken als men klaver wil inzaaien. Verspuiten of vernevelen met grove druppel. Oppassen voor overwaaien op groeistofgevoelige gewas sen. Ingezaaide ondervruch ten worden meestal sterk beschadigd. Spuiten bü hoge luchtvoch tigheid geeft het beste resul taat. Verspuiten of vernevelen met grove druppel. Oppassen voor overwaaién op groeistofgevoelige gewas sen. Ingezaaide ondervruch ten kunnen worden bescha digd. a. Uitstrooien als gewas en. onkruid dauwnat zijn, geeft de beste onkruiddoding, maar kans op meer bescha diging van het gewas. Verspuiten met 800 1 water De druppel dient grof te zijn en er moet gespoten worden met lage druk. De beste resultaten bereikt men als de temperatuur 15—20° C. is bij een luchtvochtigheid boven 60 Verspui ten met 800 1 water. Lage druk, grove druppel en luchtvochtigheid boven 60 zijn gewenst. Hoppe- rups en luzerne als onder vrucht worden nogal be schadigd; rode klaver wordt minder beschadigd. Verspuiten met 800 1 water. Lage druk, grove druppel en luchtvochtigheid boven 60 zijn gewenst. Hopperups en luzerne worden als onder vrucht tamelijk sterk be schadigd. Oppassen voor overwaaien op groeistofgevoelige gewas sen. Ondervruchten kunnen tamelijk goed tegen deze be spuiting. Hoeveelheid water minstens 250 liter per ha. Gewas en onkruiden UIEN: Zaadonkruiden vóór op komst. Zaadonkruiden na opkomst. WJNTEROEN In Zeeuws-Vlaanderen „plantuien" genoemd. Zaadonkruiden vóór op komst. Zaadonkruiden na opkomst, in het najaar. Zaadonkruiden vroeg in het voorjaar. STAMBONEN: Kleine zaadonkruiden GRASZAAD. Zaadonkruidenvoorname lijk muur. Muur: Wortelonkruiden: akker distel, akkermelkdistel. Kleinhoefblad. Muur wortelonkruiden. GRASLAND: Boterbloem, akkerdistel. Paardebloem. Brandnetels en bramen. Tijdstip van bestrijding a. 5 dagen vóór opkomst van het gewas. b. tot kort vóór de opkomst. Als uien 35 cm groot zijn. Wortelonkruiden, kamille en kleinkruiskruid zijn niet met CIPC te bestrijden. Zie onder „zaaiuien". Als de uien minstens 10 cm hoog zijn. Als het gewas dauwnat is en mooi weer verwacht wordt. PIm. 10 dagen na opkomst. augustus—oktober» december—februari 2e helft augustus, le helft september als het gras 46 blaadjes heeft. Idem. septemberoktober Vóór de bloei der onkruiden. Als de paardebloemen be ginnen te bloeien. Als brandnetels plrn. 1520 cm hoog zijn. Bramen vanaf het begin van de bloei. Na het spuiten van 2, 4, 5-T moet de rugsproei er zeer goed gereinigd wor den. Middel en hoeveelheid per ha Toepassing a. PCP in olie; b. Tri PE. Reglonc. 4—6 1 CIPC. Op lichte grond niet meer dan 4 1. Een voorafgaande bespuiting met PCP in olie of Tri PE voor opkomst, is aan te be velen. 46 1 chloor IPC. 300 kg kalkstikstof. 7,5 I DNBP of 3%—4kg Ivosit. Op zeer lichte grond plm. 6 1DNPB of 3 kg Ivosit. 10—12 kg vernevelbare DNC 21 Na-arseniet of MCPP (volgens gebruiksaanwij zing). 250—300 kg kalkstikstof. •lJ,s x de hoeveelheid MCPA, welke in granen wordt ge bruikt. 1 x de hoeveelheid 2,4- D( amine), welke voor gra nen wordt gebruikt. 1 V% 1 2, 4, 5-TP de nor male hoeveelh. 2,4-D(amine) o£ MCPP 2,4-D. MCPA groeistoffen volgens gebruiksaanwijzing. 2,4-D-groeistoffen volgens gebruiksaanwijzing. 2,4,5-T-groeistoffen volgens gebruiksaanwijzing. 2,4,5-T werkt niet tegen an dere onkruiden. Volgens gebruiksaanwijzing. 400—800 1 water per ha aan wenden. Denk om het vlas in de buurt. Voortdurende of zware regenval na de toepassing geeft grote kans op gewas beschadiging. Verspuiten in 800 1 water. Lage druk, grove druppel en een luchtvochtigheid boven 60 zijn gewenst. Spuiten bij hoge luchtvoch tigheid met zoveel mogelijk water. Lage druk en grove druppel zijn gewenst. De stikstofwerking van kalkstikstof wordt op 60 van die van kalk-ammon- salpeter gesteld. Spuiten bij groeizaam weer geeft de beste resultaten. Idem. 2,4,5TP werkt langzaam, is vrij duur en heeft een lan ge nawerking. Verspuiten of vernevelen. Oppassen voor overwaaien op groeistofgevoelige gewas sen. Lage druk en grove druppel zijn gewenst. Idem. Idem. A. Met de natriumchloraten: Aseptazout, Becozout, Penetrall, Natriumchloraat e.a. volgens gebruiksaanwijzing. B. Met Aawledox. Men spuite 1 liter van een 2 oplossing per m2. Dit middel is weinig giftig. C. Met CMU of DCMU bevattende middelen. Deze middelen heb ben een zeer lange werking. Toepassing op vochtige grond heeft de beste werking. De mid delen zijn duur. D. Met Simazin of Atrazin. Werken oppervlakkig en hebben een lange werking, heid hangt af van zwaarte onkruidbezetting. Hoeveel-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 17