Sterk gemechaniseerde teeltwijzen bij suikerbieten
1
I
I
165
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1062
IN aansluiting op "de proeven van 1960, waaraan wij destijds reeds uitvoerig
aandacht besteedden, is ook in 1961 een onderzoek uitgevoerd naar de
mogelijkheden van een ver doorgevoerde mechanisatie van de teelt van
suikerbieten door gebruik te maken van monogermzaad, precisiezaaimachine
en bietendunner. Het onderzoek omvatte een viertal gekoördineerde proeven
in het Zuidwestelijk Kleigebied.
Het verslag van deze proeven, samengesteld door Ir- M. A. van der Beek,
tevens verantwoordelijk leider van het onderzoek, is als mededeling no. 2
Verslagen Landbouwkundig Onderzoek", Rijkslandbouwconsulentschappen
in het Zuid-Westelijk Kleigebied, kortgeleden verschenen.
Een overzicht van de proeven, waarbij is nagegaan in hoeverre de verzor
gingswerkzaamheden van suikerbieten kunnen worden gemechaniseerd met
enige thans ter beschikking staande machines en een langwerkend onkruid
bestrijdingsmiddel wordt gegeven. De in het verslag opgenomen gegevens
handelen echter in hoofdzaak over de proef die gelegen heeft op de proef-
boerderij „De Scheldemonden" te Bruinisse.
Het rapport geeft een uitvoerig schema van de bewerkingen, plantaantallen,
manuren, enz. Gezaaid is 5,8 kg/ha precisiezaad. De gemiddelde opkomst
bedroeg 39,2 b.b.d. met een goede regelmaat in de rij.
Ten einde de mogelijkheden na te gaan van een zo groot mogelijke arbeids-
spreiding voor het resterende handwerk is nog machinaal gedund nadat de
planten reeds een grootte hadden bereikt van 6—12 cm. Hierbij is uitgegaan
van de veronderstelling dat, indien laat dunnen mogelijk is, vroeger tot de
gewenste eindstand terugdunnen beslist niet meer gevaren met zich mee zal
brengen ten aanzien van de opbrengst. De invloed van het tijdstip van dunnen
op de opbrengst is om proeftechnische redenen dit jaar niet nagegaan. Er is
machinaal gedund tot omstreeks 8, 10, 12 en 14 b.b.d. Gezien de lengte
van de periode van het machinaal dunnen waren terwille van een afdoende
onderdrukking van het onkruid vijf dunbewerkingen noodzakelijk; de periode
tussen de bewerkingen bedroeg ongeveer een week. Naarmate de planten
groter werden, is de dunintensiteit opgevoerd. De eerste bewerking is uitge
voerd ten tijde van het kiemplant-stadium.
Het handwerk, uitgevoerd met een korte hak in één bewerking, vond plaats
omstreeks eind mei. Hierbij is de volgende variatie toegepast:
M) nawieden en slechts in zeer beperkte mate nadunnen;
H nawieden en zo goed mogelijk nadunnen.
Met de hier gevolgde werkwijze werd een grote besparing op het handwerk
verkregen en bleek tevens de mogelijkheid tot een gewenste spreiding van
het handwerk.
Voorts is een langwerkend selektief onkruidbestrijdingsmiddel, toegediend
in de vorm van rijenbespuiting direkt na het zaaien, toegepast in kombinatie
met machinaal dunnen. Mede doordat een te hoge dosering van het middel
is aangewend, zijn hieromtrent nog geen konklusies mogelijk.
ENKELE FAKTOREN VAN BELANG BIJ MACHINAAL DUNNEN
BIJ de voor jaarswerkzaamheden van de proeven zijn mede een aantal
faktoren gekonstateerd, die het resultaat van machinaal dunnen in hoge
mate beïnvloeden.
1. Om een voldoende aantal malen machinaal te kunnen dunnen moet worden
uitgegaan van een beginstand van 3035 b.b.d. Om dit te bereiken, en
indien gezaaid met een precisiezaaimachine, is op de normale goede gron
den 55 kg precisiezaad voldoende.
2. Te diep zaaien is funest; 1%2 cm diepte is voldoende bij vroeg zaaien.
3. Gebleken is dat het voor een goede kwaliteit van het dunwerk noodzakelijk
is dat het land goed vlak ligt. De precisiezaaimachine stelt in dit opzicht
minder hoge eisen dan de dunmachine.
4. Voor een goede onkruidbestrijding middels machinaal dunnen moet de
grond tijdens de bewerkingen droog zijn. Zo mogelijk moet het ook niet
spoedig regenen na een bewerking; het onkruid sterft dan niet voldoende
af.
5. Met inachtneming van de reeds genoemde punten, is met machinaal dun
nen een behoorlijke onkruidbestrijding te verwezenlijken, met name van
zaadonkruiden. Kamille, grassen en wortelonkruiden zijn hiermee moei
lijker te onderdrukken. Muur laat er zich wel goed door bestrijden.
6. Indien veel Kamille voorkomt verdient het aanbeveling Prebetox, toege
diend in de vorm van rijenbespuiting, aan te wenden.
7. Öm een zo groot mogelijke arbeidsbesparing te krijgen is het noodzakelijk
het handwerk, het nadunnen en wieden, in één bewerking uit te voeren.
8. Bij een dunne, onregelmatige opkomst biedt machinaal dunnen niet veel
mogelijkheden.
ROOIEN EN OPBRENGSTEN
IfcE bieten zijn machinaal gerooid, hetgeen in geen enkel opzicht een pro-
bleem vormde. Ook de opbrengstbepaling is uitgevoerd middels machi
naal rooien.
Afhankelijk van de mate van machinaal dunnen en de aard van het hand
werk (M of H) bleek de opbrengst wat ongunstig te zijn beïnvloed. Geen
antwoord is te geven op de vraag of de opbrengstderving hierbij moet worden
toegeschreven aan het machinale dunnen zelf, dan wel aan het late tijdstip
waarop de laatste machinale dunbewerking is uitgevoerd.
Objekt
8 M
8-1f
10 M
10 5
12 M
12 H
14 Tl
chem. M
chem. H
P (Praktijk)
Plantaantal
bij eindstand
61.200
58.400
66.400
64.400
76.000
68-800
66.400
66.800
68.800
68.800
Tarra
Netto
Netto
opbrengst
opbrengst
grond
kop
t/ha
in t.o.v- P
5,9
6.9
55,3
93,7
5,5
9,6
52,2
88,4
5,8
7,6
55,8
94.5
4,5
8,9
55,2
93,5
5,5
5,6
52,8
89,4
5,4
5,2
53,8
91,1
4.0
6,8
56,4
95,5
5,9
6,1
45,6
77,2
5,5
7,6
51,1
86,6
5,8
5,8
59,0
100,0
De grondtarra ligt bij alle objecten laag. En ongunstig effekt van praktisch
uitsluitend, machinaal dunnen komt niet naar voren; dit in overeenstemming
met de waarnemingen van vorig jaar.
Het machinaal dunnen heeft een, zij het in grootte nogal variërende,
opbrengstderving veroorzaakt. De opbrengst van het P-objekt is zeer hoog.
Het betrof hier ook een gewas met oen welhaast ideale stand, zoals in de
normale praktijk niet zoveel voorkomt.
De opbrengstderving bij objekt 141-H bedraagt 4,5 Gelet op de arbeids
besparing bij het dunnen en de toegepaste arbeidssprekling kan dit resultaat
beslist gunstig worden genoemd.
Voorts is uit de opbrengstcijfers af te leiden dat, indien men zich beperkt
tot uitsluitend machinaal dunnen, een eindstand van 10 c/o b.b.d. moet
worden nagestreefd. Bij het wieden mogen dan nog een aantal planten ver
loren gaan, wat bij 8 b.b.d. beslist ongewenst is. Daartegenover staat dat
bij 12 b.b.d. een gewas overblijft met een te hoog plantaantal, zodat na
dunnen dan nog noodzakelijk is.
De opbrengsten.' van de chemische objekten zijn minder gunstig. Met nadruk
/.ij er nogmaals op gewezen dat het hier een eerste oriëntatie betreft naar de
kombinatieniogeiykheid van een langwerkend onkruidbestrijdingsmiddel en
machinaal dunnen. Daarom zal hier thans niet nader op de resultaten worden
ingegaan. Zo is, dit bleek later, o.a. een te hoge dosering van het middel
toegepast.
VERBAND TUSSEN DE GROOTTE VAN DE GATEN
EN HET PERCENTAGE B. B- D.
WANNEER bieten ver machinaal worden uitgedund krijgt men te doen
met een uiteindelijk geheel andere verdeling van de planten in de rij
dan bij het normale handwerk. Komen in het laatste geval de bieten min of
meer op gelijke onderlinge afstanden, bij machinaal dunnen daarentegen
treedt een grote variatie op in deze afstanden. Hoewel in eerste instantie
de opbrengst beslist tot hoe ver uitsluitend machinaal gedund kan worden,
is het toch tevens van groot belang te letten op het verloop van het aantal
gaten en met name ook op de grootte ervan. Daarom is, evenals in 1960, ook
bij deze proeven het verband nagegaan tussen het percentage b.b.d. en de
grootte, met het aantal, van de gaten.
Aantallen grote gaten by enkele b-b.d.
gaten/10 m
ib. b. d. 40 cm 60 cm
18 1,5—2 0,5—1
14 3—4 1—2
10 5 —6 2 —3
gemiddelde aantallen over 5 x 10 m.
RENTABILITEIT
NAAST de arbeidsbesparing is het ook van belang de rentabiliteit na te
gaan van de hier gevolgde methoden. Hieronder worden de resultaten
weergeven van vergelijkende berekeningen betreffende de kosten bij enkele
wijzen van dunnen. Bij deze berekingen is uitgegaan van de volgende punten.
1) Het zaaien met de precisiezaaimachine wordt uitgevoerd door een loon
werker; aangenomen is dat dit ƒ25,/ha meer kost dan het zaaien met
de eigen machine.
Op het bedrijf is een dunmachine aanwezig, waarmee 10 ha wordt be
werkt; prijs machine (5 elementen) 1760,De jaarkosten k 18
bij 10 ha bedroegen 32,/ha.
Als uurloon is aangenomen 2,75. Daarnaast is ook verondersteld een
uurloon van ƒ3,50, waarbij de opbrengsten en overige kosten konstant
zijn gehouden. Men moet de toeneming van het uurloon met ƒ0,75 bij
deze berekeningen dus zien als een relatieve stijging van het loon t.o.v.
de opbrengsten en overige kosten.
Ter vergelijking is uitgegaan van de normale handwerkmethode, gewoon
zaad en gewone zaaimachine, waarbij is aangenomen dat het dunnen en
wieden (exclusief af wieden) 100 manuren per ha vraagt.
2)
3)
4)
KOSTENVERGELIJKING PER HA
(1) (2)
Dunmethode
Volledig handwerk
Normaal zaad en
gewone zaaimaeftine
Machinaal dunnen
tot 14 b.b.d.
precisiezaaimachine
Machinaal dunnen
tot 10 b.b.d.
precisiezaaimachine
f-1
G
in
*cn
'O
G^
rt G
X O
o
v
(3)
£co
■s*
3 G
"I
Jg
V r5
o
(4)
(5)
(6)
(7)
Inclusief kosten
pr. zaai- en
dunmachine
ƒ25,— I ƒ32,—
uurloon uurloon
k 2,75 a 3,50
Inclusief kosten
pr. zaai- en
dunmachine
opbrengst
derving
uurloon uurloon
k f 2,75 a ƒ3,50
100 275,— ƒ350,-
140,-
88,-
ƒ275,— 350,— 275,— ƒ350,—
40 ƒ110,—
25 69,—
167,— 197,—
ƒ126,— 145
ƒ277,— 307,—
ƒ291,— ƒ310,—
Als opbrengstderving is aangenomen: 2 ton bij machinaal dunnen tot
14 b.b.d.; 3 ton bij machinaal dunnen tot 10 b.b.d. De prijs van 1 ton
bieten is gesteld op 55,
In kolom 6 is te zien dat er bij een uurloon van 2,75, ondanks de opbrengst
dervingen, geen merkbaar verschil in kosten tussen de drie genoemde metho
den bestaat. Bij een relatieve stijging van het uurloon tot 3.50 valt de verge
lijking uit ten gunste van het ver machinaal uitdunnentussen 10 en 14
b.b.d. bestaat hierbij geen verschil (zie kolom 7).
KONKLUSIES
Met de bij deze proeven gevolgde werkwqze kan een grote arbeidsbespa
ring op het handwerk worden verkregen en- is tevens een goede arbeids-
spreiding mogelijk.
■Ar Machinaal dunnen lot 14 b.b-d. is goed uitvoerbaar. Er is dan nog een
goed gewas van te maken met een verantwoorde regelmaat en een vol
doende aantal planten- Tevens is het dan mogelijk de dunwerkzaamheden
over een grote periode uit te spreiden. De kans op een kleine opbrengst
derving 5%) is hierby echter aanwezig.
•Ar Machinaal dunnen tot b.b.d., gevolgd door nawieden en slechts beperkt
nadunnen (M-objekt, zie tekst), biedt eveneens goede mogelijkheden.
Nawieden blijft ook bij uitsluitend machinaal dunnen noodzakelijk. Nader
bestudeerd zal moeten worden in hoeverre door gebruik te maken van een
langwerkend selektief onkruidbestrijdingsmiddel het nawieden achter
wege gelaten kan worden.
-Ar Machinaal rooien van uitsluitend machinaal gedunde bieten is goed
uitvoerbaar.
-A: Het is gewenst bij machinaal dunnen, naast het plantaantal, ook te letten
op de regelmaat van de planten in de rij.
De rentabiliteit van deze werkwiize is gunstig.