Reclame en Public Relations ARBEIDSBESPAREND Tïlm^meststofferv van A LG O S N V. 159 GUNSTIG RESULTAAT ONDERLINGE VERZEKERINGS MIJ VOOR MOTORVOERTUIGEN DER Z. L. M. OVER 1961 IS UW VOORSCHOT-PREMIE VOOR DE B. V.A.B. NIET TE HOOG OF TE LAAG GECOMBINEERDE LOONTABELLEN 1962 ZATERDAG 17 FEBRUARI 19 6? J\E resultaten over 1961 bij de Onderlinge Vera. My. voor Motorvoertuigen der Z.L. M- kun nen ook dit jaar weer uitermate gunstig genoemd worden. Het aantal verzekerde voertuigen bedroeg ulto december '61 8319 t.w. 4446 auto's, 2484 trac toren, 177 motorrijwielen, 1123 bromfietsen en 89 combines. De toename in 1961 gaf wederom een nieuw record te zien. Hoewel het schadeverloop een enigszins stijgen de lijn vertoont en ook de kosten per schadegeval gemiddeld hoger zijn komen te liggen, kon over 1961 wederom een batig saldo worden geboekt. Zoals bekend, zijn de premievoorwaarden bij onze Onderlinge uitermate gunstig. Er wordt naar ge streefd deze lage premies zo lang mogelijk te hand haven. Ook voor 1962 blijven de tarieven voorals nog dan ook ongewijzigd. NAAR ons is gebleken is het niet alle werk gevers bekend, dat de hoogte van het voor schotbedrag, dat aan de B. V. A. B. voldaan moet worden, op verzoek van een werkgever aangepast kan worden aan gewijzigde bedrijfsomstandigheden. Inkrimping dan wel uitbreiding van het bedrijf, waardoor ook de personeelsbezetting kan verande ren, ontslag of het aantrekken van een arbeids kracht enz., kunnen van invloed zijn op de loon som die jaarlijks op het bedryf betaald zal wor den. Het door de B. V. A. B. geheven voorschot is ge baseerd op de laatst bekende loongegevens. Dat wil zeggen, dat het voorschot 1962 berekend Is op basis van het over 1960 verloonde bedrag. Als er in de arbeidsbezetting op een bedrijf niet veel veranderd is, zal dit wel ongeveer juist zijn. Zou den daarentegen in 1962 belangrijk meer of min der arbeidskrachten te werk gesteld worden dan is dit voorschot te laag of te hoog. Te zijner tijd, bij de definitieve „afrekening", moet dan bijgestort of terugbetaald worden. Bij een te hoog berekend voorschot wordt naar verhouding een te groot bedrag tijdelijk aan de bedrijfsfinanciën onttrokken terwijl bij een te lage berekening in het begin van het nieuwe jaar een bedrag ineens betaald zal moeten worden. Het leek ons daarom goed er op te wijzen, dat bij in 1962 verwachte belangrijke afwijkingen van het loon ten opzichte van de loonsom betaald over 1960 bijbetaling of restitutie voorkomen kan wor den, door de B. V. A. B. te verzoeken het voorschot aan te passen aan de gewijzigde arbeidsbezetting op het bedrijf. Daarbij is het gewenst aan te geven, welk loonbedrag naar verwachting in 1962 uit gegeven zal worden, gesplitst naar loon, losse en vaste werknemers. Met daarnaast de reden waar om dit bedrag in belangrijke mate zal afwijken van de loonsom over 1960. |\E nieuwe gecombineerde loontabellcn 1962 zyn zojuist verschenen en vanaf heden op liet kantoor der Z. L. M. op de Grote Markt 28 te Goes verkrijgbaar. Is het U te bezwaarlijk deze daar op te halen, een briefkaartje aan de secretaris afd. Werk- gpversbelangen der Z. L. M., J. F. Blanksma, met het verzoek om toezending van deze tabellen, Is ook voldoende. De prys bedraagt ƒ6, De uitvoering van deze tabellen is in verge- liking met de uitgave van vorige jaren weer aan merkelijk verbeterd. Het netto-loon is nu afge drukt in lichte kleuren en daardoor gemakkelijker af te lezen- De tabellen zijn aangepast aan de laat ste wijzigingen in de inhoudingen van premie A. O. W., A. W. W., sociale verzekering en aan de inhoudingen van loonbelasting. Deze tabellen zijn tevens uitermate, handig indien voor een gegeven netto-loon, het daarmede corresponderend bruto loon berekend moet worden. (Vervolg van eerste pagina.) op te noemen, maar het zal duidelijk zijn, dat al dit werk pas goed gedaan kan worden, als men alles terdege coördineert. Anders verspilt men ton nen per jaar. Daarom is wellicht het Landbouw schap het aangewezen lichaam om dit werk op te zetten. Had dit lichaam het reeds eerder gedaan, dan was boer Koekoek stellig kansloos gebleven en had hij in de stedelijke pers niets anders dan medelijden gevonden. Pas als de p. r. goed gevoerd worden (en dit be hoeft niet duur te zyn, daar vele media hun geld zelf kunnen opbrengen), kan ödk iaan gecoördineer de rekiame worden gedacht. Ook hier is coördina tie eerste eis, omdat wij anders het ene produkt uit spelen tegen het andere. Niemand kan tenslotte tegelijk een biefstuk, een ei en een stuk kaas in zyn mond stoppen. fOED gerichte rekiame (dus inclusief markton- U derzoek) kan allereerst die produkten te hulp komen, die in de verdrukking dreigen te raken op bepaalde momenten: melk, zuivel, eieren, vlees, wol, linnen, fruit (soorten), groenten (soorten), enz. Zij kan ertoe bijdragen, dat het verbruik gedurende lange tijd vergroot wordt. Minder rekiame zal nodig zijn voor die produkten, die voornamelijk als grond stof voor de industrie dienen, zoals granen, suiker bieten, eende-eieren, oliezaden, industrie-aardappe len e.d. De verwerkende industrie kan stellig zijn eigen reklameboontjes wel doppen, maar soms zal samenwerking of inhaken mogelijk zijn (conser ven). Waarom zullen wij deze rekiame zovéél mogelijk centraal dienen te plannen en uit te voeren? Aller eerst natuurlijk om verspilling te voorkomen. Maar ook om via resultatencontrole de afzetmogelijkhe den beter te leren kennen. Want marktonderzoek leert ons wel hoeveel van produkt x in gebied y ge plaatst kan worden, maar alleen resultatenonder- zoek kan ons leren op hoeveel procent van de to tale mogelijkheden wij mogen rekenen. Ook is coör dinatie nodig om snel op bepaalde mogelijkheden, zowel bij de afzet als bij de teelt, te kunnen reage ren. Tenslotte óók om te voorkomen, dat de buur landen profiteren van onze moeite en ons geld. De beste experts zal men in teamwork kunnen in schakelen als men centraal optreedt. Hoofdzaak bij dit alles is tenslotte óök weer, dat wij ons niet te buiten gaan aan plattelandsroman- tiek, maar dat wij ons terdege realiseren, dat wij leven in een harde zakelijke wereld, waarin kwali teit, merk, prijs, verpakking en service alles be slissen. GEMAKKELIJK GEZEGD? INDERDAAD: dit alles is veel gemakkelijker ge zegd dan gedaan. De grote moeilijkheid is ech ter niet hoe men de wegen en middelen moet vin den, maar hoe men de organisaties van de nood zaak moet overtuigen. Als voorbeeld kiezen wij het Nederlands Zuivelbureau. Dit is een bureau met een miljoenenbudget, maar of het zijn taak goed verricht onttrekt zich ten enenmale aan het oordeel van de veehouder of zijn organisatie. Aller eerst kan men de resultaten moeilijk beoordelen, want wèl weten wij dat het melkverbruik in ons land terugloopt, maar wij weten niet of dat anders of erger geweest zou zijn zonder Zuivelbureau en hoeveel. Uit de reklamewereld komen wij daarover niets te weten, want ieder begrijpt, dat een zó mach tige opdrachtgever alom ontzag wekt. Adverteert het bureau b.v. voor een miljoen in de bladen, dan strijkt het reklamebureau automatisch al anderhal ve ton (15 op als korting, want die krijgt een erkent reklamebureau wèl en een ander niet. Dat adverteren duur is, weet ieder, maar de veehouder vermoedt niet, dat de prachtige advertentie in ko perdiepdruk in het Kerstnummer van Elseviers Weekblad het Zuivelbureau niet minder dan 4200 kostte. Dat was slechts één advertentie in één ste delijk blad, met alleen de woorden(op een uit hangbord) „In 's Lants Welvaren; Komt vry in; Neemt hier de loop; Hier is Boter, Kaes en Melk te koop!" plus de nieuwjaarswens. Het geheel was dus een soort naamreklame voor het Bureau zélf. Het is duidelijk, dat men hier nog steeds niet de goedé weg heeft gevonden om de gelden goed te besteden en om de consument te doordringen van de betekenis van melk en zuivel. De grote adver tenties van een volle pagina doen denken aan die van een machtige industrie en de stadsmens staat daar vaak wantrouwend tegenover. Want hij is er diep van overtuigd, dat zulke grote advertenties niet zijn belang op het oog hebben, maar dat van de plaatser. RECLAME is vaak nuttig en nodig om vele rede nen. Het zijn er zelfs zoveel, dat moderne eco nomen rekiame als een onderdeel van het produk- tieproces beschouwen (evenals b.v. intern trans port), eenvoudig omdat zonder rekiame de produk- tie onmogelijk zou zijn. Na dit vastgesteld te heb ben, moeten wij ook de keerzijde van de medaille be kijken en vaststellen, dat de rekiame toch wel en kele hoofdzonden heeft. Allereerst is'zij vaak niet eerlijk. Zij overdrijft soms schromelijk. Geen beter voorbeeld dan de rekiame die men maakt voor de rekiame zelf. Kijkt u maar op de stations van de spoorwegen. „Stationsreklame: 20 van de 24 uur raak!" leest u daar. Laten we nu zo goed zijn om aan te nemen, dat er tussen Vlissingen en Bergen op Zoom inderdaad al mensen te 4 uur 's morgens het station binnenwandelen. Dan vermoeden wij, dat deze lieden vanwege hun slaperigheid toch be paald niet gevoelig zullen zijn voor reklameborden! Trouwens, het al of niet rèèk zijn van rekiame hangt nog wel van méér factoren af dan alleen van de tijdsduur dat de boodschap zichtbaar is. Nog erger wordt dit niet geheel eerlijke trekje van de rekiame, als zij zich onbaatzuchtig voorstelt, ter wijl ieder weet, dat de opdrachtgever op winst uit is. Dat is zijn goed recht, maar laat hij zich dan niet onbaatzuchtig voorstellen. In de tweede plaats kan rekiame weliswaar de consument goed in- en voorlichten over wat te koop is, maar zij kan ook behoeften scheppen die bepaald onnodig of zelfs ongewenst zijn. Men den- ke aan geneesmiddelen die niet in handen van le ken thuis horen, of onnodige luxe. In het laatste geval kan zij zelfs een bedreiging zijn voor de juis te besteding van het inkomen der lagere klassen. Daarom zijn vele stadsbewoners er diep van over tuigd, dat rekiame meer het belang van de onder nemer dan dat van de consument dient en dat voor de laatste het produkt waarvoor hij rekiame maakt maar bijzaak is: hij wil verdienen. Daarop geeft de ondernemer echter een doeltref fend antwoord: hij komt met een merkartikel van constante kwaliteit, in vaste verpakking tegen een weinig variërende prijs. Zodra nu een groot deel van het publiek weet, dat enige merken goed zijn, behoeft de rekiame niet meer „voorlichtend" (of misleidend) te zijn. Men behoeft er dan alleen maar voor te zorgen, dat de merknaam of de firmanaam wel zö vaak onder de ogen van het publiek komt, dat dit haast automatisch het merk kiest. Daarom strooide vorig jaar de N- V. Van Nelle onnoemelijke aantallen kleine, eenregelige advertentietjes in de dagbladen: Van Nelle bestellen Andere methoden om een produkt, waarvan de kwaliteit bekend is, in de strijd te brengen tegen concurrerende arti kelen zijn: de steeds herhaalde slagzin, de wed strijd, de adverentie met „artwork" (dus de kunst zinnige advertentie die de lezer wint door haar mooie vorm) en een heel gamma van foefjes waar van men beweert, dat zij de mens onbewust be- invloeden. ER is nog veel meer, maar de bedoeling is slechts om aan te tonen, dat de landbouwer als hij aan deze reklametechnieken bijdraagt, vaak voor het geval zal komen te staan, dat hij het nut van de gebezigde techniek niet inziet, terwijl deze er toch wel degelijk is. Het antwoord is, dat velen eerst ook niet in zagen waarom van het melkgeld iets moest worden afgehouden voor de gezond heidsdiensten, de produktiecontröle enz. De rekia me zal zeker op successen kunnen wijzen bij de afzet, juist omdat er tot dusver zo weinig gedaan is. Het is echter ook mogelijk, dat een teruggang afgeremd wordt en dan zal het moeilijk zijn de landbouworganisaties te overtuigen, dat toch goed werk te verrichten is. Er zullen ook fouten ge maakt zijn en worden. Met het bovenstaande hebben wij enkele alge mene opmerkingen gemaakt over het onderwerp „Rekiame en public relations". Slechts bepaalde zijden van het vraagstuk zijn belicht en niet alle mogelijkheden en moeilijkheden zijn genoemd. Maar het Landbouwschap heeft de zaak in studie, vele organisaties eveneens en dus was het wellicht goed ook deze zeer algemene inleiding tot het vraagstuk op te stellen. De internationale aspecten van het vraagstuk zijn geheel buiten beschouwing gebleven. W. GELDOF. MALIEBAAN 81 - UTRECHT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 3