En toch blijft de Cox's Orange aanbevelens waardig 116 OMSTREDEN KWALITEITEN - ONBETROUWBAAR IN PRODUKTIE, MAAR. BETROUWBAAR IN PRIJS ZEEUWS LANDBOUWBLAD OVER de Cox's Orange is vooral het laatste jaar heel wat te doen geweest. Bijna elk seizoen zijn er klachten, maar bet voorgaande seizoen spande toch wel de kroon. De narigheden liggen nog vers in het geheugen. Eerst een slechte bladstand, veel bladval en een zware vruchtrui. Kortom: een matige oogst en een bladstand 0111 op te schieten. En tenslotte nog vaak een slecht houdbaar produkt. Sommigen moesten met hun Cox's direct van de boom naar de veiling, want een paar weken wachten gaf al flink uitval door stip. Het een is daarbij een gevolg van het andere. U weet het, als de bomen zwaar beladen zijn en de vruchten daardoor slechts middelmatig groot, dan is de houdbaarheid meestal goed. Maar als je op de fiets van de ene appel naar de andere moet is het meestal niet best met de houdbaarheid. - UPS EN DOWNS. l'O lang de Cox's Orange wordt geteeld, heeft het ras problemen opgeleverd. Het is altijd een moeilijk te telen appel gew eest. Soms leek het of de vooruitgang in de teelt zodanig was, dat de belangrijkste vraagstukken waren opgelost. Maar na een ongunstig jaar kwam men dan weer tot de conclusie dat de Cox's lastig is ge bleven. Het is al meer gebeurd dat men aan de rentabiliteit van de Cox's twijfelde. Indertijd werd de Cox's soms op de boomkwekerij omgeënt met Jonathan, omdat men anders de boompjes niet kwijt kon. Maar dan volgden er een paar goede Cox's jaren en de vraag naar plantmateriaal. De laatste 10 jaar was de Cox's steeds bij de drie meest geplante rassen. Het is dus ondanks alles een zeer populaire appel. GUNSTIGE PRIJSVOORUITZIf HTEN UOOR die populariteit is een zeer belangrijke reden. Van alle herfst- en winterappels is de Cox's Orange de enige waarin men ook op lange termijn vertrouwen heeft. Ieder verwacht dat b.v. de hooggeroemde Golden Delicious over 10 jaar een toontje lager zal zingen. Maar vrij algemeen is men voor het prijspeil van de Cox's ook'in de toekomst niet bang. Dat vooral, omdat de Cox's slechts op een klein deel van de appeltelende wereld op zijn plaats is. Het ras moet de Noordzee ruiken. Het is thuis in Engeland, Denemarken, Duitsland, Nederland en België. Maar onze grote concurrent op de Europese markt, met name Italië, kan alleen maar jaloers toekijken. Ook andere belangrijke fruitcentra in de wereld zien geen kans een behoorlijke Cox's te telen. De Cox's Orange staat bekend als de fijnste tafel appel ter wereld. Mede omdat de welvaart stijgt, en het publiek daardoor genegen en in staat is goede prijzen voor extra kwaliteit te betalen, ziet de toekomst er voor een ras als de Cox's moed gevend uit. Men mag dus blijven rekenen op een gunstig prijspeil. Er is hoop dat het ras stand zal houden als andere rassen wankelen. Het is dus een „inge bouwde stabilisator" op het fruitbedrijf. GRILLIG RAS. NIETTEMIN, het moet worden erkend dat de Cox's Orange lang niet altijd tot de meest winstgevende rassen op het moderne fruitbedrijf behoort. Het ras gedraagt zich grillig. Soms draagt het overvloedig en doet het in produktiviteït nauwe lijks voor de Golden Delicious onder. Maar onver wacht stelt het weer hevig teleur, zonder dat de verbijsterde teler de oorzaak kan bevroeden. De oorzaken? Ons inziens reageert het ras ster ker dan de meeste appels op bepaalde ongunstige factoren. Als de Golden Delicious b.v. op iets nadeligs reageert met een oogstvermindering van 1015 c/o-, zal dat bij de Cox's Orange onder dezelf de omstandigheden 3050 zijn of wellicht zelfs tot misoogst leiden. De Cox's is voor veel dingen overgevoelig. Zodoende is er al vlug iets waardoor het in een bepaald jaar weer fout loopt. DE BODEM. EEN van de factoren, die vrij nauw luistert, is de grond. Het is o.a. opvallend dat de Cox's op de Brabantse en Limburgse zandgrond zeer wei nig voorkomt. Men heeft het wel geprobeerd, doch boekte overwegend teleurstellingen. Zand is blijk baar vaak minder geschikt. Overigens is het moeilijk te zeggen welke grond ideaal is voor Cox's Orange. Op grond, die zeer goed voor fruit bekend staat, is de groei soms zo sterk, dat de bomen lang sterk ruien en moeizaam in pro- duktie komen. Op iets minder ideale grond, waar de bomen wel goed doch niet erg sterk groeien, zijn de uitkomsten vaak opvallend gunstig. Een goede ontwatering (eventueel nauwe drai nage) en vooral een regelmatige grondwaterstand lijken erg belangrijk. Sterke schommelingen in het grondwaterpeil zijn funest. Op matig geschikte of ongeschikte grond zullen alle appelrassen minder goed gedijen dan op betere grond. Maar de Cox's zal het fels£ reageren. DE WEERSOMSTANDIGHEDEN. aOK als het tegenloopt met het weer is het de Cox's die als eerste toont dat hij zich niet op zijn gemak voelt. Ai lang was bekepd dat het ras niet van erge droogte houdt. Daarom is het niet op zijn plaats in warme landen, waar de luchtvochtigheid laag is. Meestal wordt aangenomen dat de Cox's in ver band met zijn Engelse afkomst wel houdt van ons gure zeeklimaat. Het is een „weer en wind" appel, zoals de bewaarkool onder de groentegewassen ook liefst door de elementen „geteisterd" moet worden. Maar intussen weten we, dat er bij de Cox's ook grenzen zijn. Een paar fikse regenbuien worden wellicht op prijs gesteld, maar het doorlopend natte weer van 1960 kennelijk niet. Daarbij moet de oorzaak in de grond worden ge zocht, dié doorlopend oververzadigd was met water. DE MOEILIJKHEDEN VAN 1%E DE narigheden van 1961 zijn immers hoogst waarschijnlijk te zien als naweeën van de natte zomer en het natte najaar van I960. Wat er precies fout was, is naar we menen niet met zekerheid bekend. Laten we daarom maar gis sen, dat het wortelgestel nogal had geleden, vooral wat betreft de fijnste, voedselopnemende organen. Het voorjaar was (helaas) erg vroeg, zodat er bovengronds al vlug in 't voorjaar veel ontwikke ling was. De bomen liepen uit op de reserve, maar toen er rond de bloei veel nieuw voedsel werd ge vraagd, schoten de wortels tekort. Ondergronds zal het nog vrij nat en daardoor vrij koud zijn ge weest, met te weinig lucht in de bovengrond. Daar door zal de vorming van nieuwe wortels wat traag zijn verlopen en kon de voedselopname niet op volle kracht doorgang vinden. Gevolg: slechte bladstand, bladval en wat er ver der volgde. Later herstelden de bomen zich, maar toen was het veelal te laat om toch nog van een redelijk Cox's jaar te kunnen spreken. We weten het niet of het in werkelijkheid zo is gegaan. Het is slechts hardop denken. Maar wel is het in elk geval voor de hand liggend dat de pro blemen van 1961 in de vele regen moeten worden gezocht. Andere rassen hebben ongetwijfeld ook daarvan geleden, doch zoals steeds: de Cox's was het gevoeligst! Het zou overigens onjuist zijn zich blind te staren op de moeilijkheden van het voorgaande jaar. Dit jaar is het wellicht weer allemaal roze- geur en maneschijn met de Cox's. Het kan ook zijn dat er op een ander punt problemen zijn. Maar het is in elk geval niet'te verwachten dat we precies dezelfde moeilijkheden krijgen. REACTIE OP CULTUURMAATREGELEN. AP fouten in de verzorging reageert de Cox's Orange meestal ook bijzonder sterk. Een te sterke snoei wekt felle groei op en heeft vruchtrui en dus slechte vruchtbaarheid tot gevolg. Dat is al dikwijls aan de dag getreden. Wil men de groei remmen en de vruchtbaarheid bevorderen door geen stikstof te geven, is er een grote kans dat een averechts effect wordt bereikt. De boom draagt dan weinig of helemaal niet. Men geeft de indruk dat eerst «le scheutgroei aan bod komt en dan pas de vorming van appels. Daarom wordt soms het idee geopperd .juist heel veel stikstof te geven. Het is echter nog niet be wezen dat dan wei het gewenste resultaat wordt verkregen. We zouden voorzichtigheid willen ad viseren. De Cox's Iaat zich niet gemakkelijk dwin gen. Na bespuitingen met zwavelbevattende middelen (spuitzwavel e.d.) kan men bij de meeste appelras sen een lagere opbrengst verwachten, maar bij de Cox's is de kans groot dat de oogst gehalveerd wordt. Zo zouden meer voorbeelden zijn te geven van de overgevoeligheid van de Cox's Orange. EVENWICHT ZEER VLUG VERSTOORD. DE Cox's is te vergelijken met een zeer lichtlo- pende bascule. Een beetje te veel of iets te weinig en het evenwicht is verstoord. Misschien kan men niet eens zeggen dat de Cox's extra hoge eisen stelt. In Engeland wordt het ras op zeer grote schaal geteeld, maar het wordt daar niet in de watten gelegd. Men plant er op type II, flink ruim, snoeit matig en legt de zaak in gras. Wel wordt daarmee het regelmatige benaderd, waar de Cox's op gesteld is. Want de Cox's laat zich niet gemakkelijk opjut ten. Hij is niet gesteld op krachtig ingrijpen, hoe dan ook. Een regelmatig leven, zonder grote schok ken, is het beste. Al zijn het clan geen hoge eisen, het zijn wel zeer speciale eisen. Want om alles langs wegen van geleidelijkheid te laten verlopen is ook een hele opgave. Vooral bij bomen op type IX, want hiermee krijgt men een dubbelgevoelige combina tie. BEPERKING VAN HET RISICO. WAARSCHIJNLIJK zal de Cox's Orange ook in de nabije toekomst een grillig, vrij onbetrouw baar ras blijven. Immers, er zijn te veel omstandigheden die, men niet in de hand heeft en die oorzaak kunnen zijn dat het ras uit balans raakt. Denk maar aan de overvloedige en langdurige regenval van 1960. Wel kan men het aantal kwade kansen beperken. Om te beginnen planten op geschikte grond. Het is niet eenvoudig 0111 aan te geven welke grond dat moet zijn, maar bij bet Rijkstuiiibouw- consulentschap zjja hiervoor deskundigen die u kunnen inlichten. Snoei bij jonge, hardg'roeiende bomen niet te sterk. Neem desnoods liever een paar zware tak ken weg, dan veel in het fijne hout te knippen. Kiest bij de ziektebestrijding overwegend mid delen die weinig risico geven. Past vooral op met zwavel. Streef verder vooral naar regelmatigheid. Ver mijd alles wat de boom schokken" zou kunnen geven. Want als er maar wat gebeurt, raakt hij uit zijn evenwicht en regeert dan met sterke rul. Hoop verder op een beetje geluk, want dat komt bij de Cox's wel erg goed van pas CONCLUSIE. DE Cox's Orange is en blijft één van onze beste rassen. Men moet er echter rekening mee hou den dat het een enigszins grillig, tamelijk onbe trouwbaar ras is, onulat het overgevoelig is voor diverse ongunstige invloeden. Door alleen te planten op geschikte grond en door het geven van een juiste verzorging, kan men het risico voor teleurstellingen echter belangrijk beperken. POMOLOOG.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 8