UIT DE PRAKTIJK w 0 '119 'ZATERDAG 3 FEBRUARI 1963 /ANNEER de zon de eerste „grijze kopjes" in de akker toont dan be gint menig boerenhart weer sneller te kloppen. Nerveus begint een enkeling diverse firma's op te bellen waar het zaad of reéds lang bestelde kunstmest blijft. Een ambtelijk burger vraagt zich verbaasd af hoe de boer zich midden in de winter nu al druk over het zaaien kan maken. Toch zit er met een beetje zon de stemming al direkt in. De win tertarwe en het gras laten hun voorjaarsgroen al zien en het vee, als het wordt afgelaten, springt uitgelaten in het rond. Zaad- en kunstmes tbestel- lingen zijn in volle gang. 1TIT alle delen van Zeeland is door zeer velen aan de Landbouwwerk tuigententoonstelling te Amsterdam een bezoek gebracht. En deze bezoekers zullen, voorzover ze dit nog niet geweten zouden hebben, wel i tot de overtuiging gekomen zijn dat mechaniseren een kostbare aange legenheid is en veel geld kost (gaat kosten). En hoewel de mechanisatie in het middelpunt van de belangstelling staat, zal menigeen zich toch af moeten vragen of het lonend is zelf en/of met anderen de nodige werk tuigen aan te schaffen dan wel de loonwerker in te schakelen. Dit vraag stuk is toch wel bijzonder actueel voor het kleinere bedrijf Werd voorheen op dergelijke tentoonstellingen veel geëxposeerd met landbouwwagens, waarbij voornamelijk aandacht besteed werd aan ton nage en aan bandenmaat, twee- of vierwielig, thans blijkt de belangstelling steeds meer uit te gaan naar zelflossende of kipwagens, geschikt voor het verspreiden van stalmest. Ook bleek een goede belangstelling te bestaan voor precisiezaaimachines en bietendunmachines. OP Schouwen-l>uiveland heeft de teelt van de bieten op moderne wijze veel belangstelling. Wanneer we goed zijn ingelicht zijn er hier reeds 8 precisiezaaimachines aangekocht, voornamelijk door de loonwerkers. Het zaaien zou dan 60, per ha gaan kosten. Alleen bij een precisiezaai- machine hoort ook een rijendunner. Zonder deze machine is de arbeidsbesparing nog niet zo heel groot. Wel wanneer er een onkruidbestrijding bij het-zaaien wordt toegepast. Ook dit is echter niet goeükbop. Niettemin is het goed dat we bij deze teelttechniek ervaring gaan opdoen, omdat over enkele jaren en vooral op d.e grotere bedrijven met veel suikerbieten hét déze richting op zal gaan. Ook de maaikneuzer krijgt meer belangstelling. Het inkuilen van gras en snijmais geeft een zeer grote arbeidsbesparing bij de voederwinning. Vooral de snijmais kan een vervanger worden van onze voederbieten. Hiervoor kunnen suiker bieten worden verbouwd en in plaats van graan daaa. snijmais. Op de kleinere gemengde bedrijven zou dit een grote vooruitgang zijn, n.l. sneller en gemakke lijker werken en meer verdienen. Het loopt ech ter allemaal nog wat stroef. De loonwerker wil wél, alleen hij heeft nog niet voldoende klanten. Be boer wil ook wel, maar heeft er nog geen er varing mee opgeddan. Tegen deze weerstanden botst de Voorlichtingsdienst dan op. Deze zomer lopen er echter al een paar kneuzers in Duive- land en naar onze verwachting volgt de rest van zelf. 'Zo-verandert het werk op de boerderij van jaar tot-jaar en als boer dient men er bij het opstellen van het bouwplan rekening mee te houden. De grond is nu verreweg geploegd, alleen blijft het «at. We hopen, dat iedereen gelezen heeft wat er de vorige week geschreven is over de Structuurdag te Goes. Dat we uit de polder Schouwen 3 boeren telden, kunnen we dan ge makkelijk vergeten. OVERIGENS was dit wel één van de belang rijkste vergaderingen van deze weken. Ver schillende punten over de struktuur werden hier bij sterk naar voren gebracht. De neerslaghoe veelheden óver de periode augustus tot en met januari van de laatste jaren, alsmede de steeds meer toenemende mechanisatie zijn twee punten dié een zeer ongunstige invloed op de boöem- strüktuur hebben. Getracht moet worden de grond goed van struktuur te maken en te houden door niet onder ongunstige weersomstandigheden in de grond te werken, zorgen voor een voldoende aanvulling met organische stof door groenbemes- tingsgewassen, één- of tweejarige lucerne, gras zaadstoppel enz. en zorgen voor een goede ont watering. Voor alle bezoekers wel een dag om iets van te leren voor het eigen bedrijf; voor de thuisblijvers wel de moeite van overdenken waard om lid te worden van één van de verenigingen voor bedrijfsvoorlichting, om een volgende ver gadering over een voor uw bedrijf belangrijk on derwerp bij te kunnen wonen. ROK West Zeenws-Vlaanderen zag evenals el- ders zelden dermate veel water op de tarwe- percelen in hun gewesf staan als deze herfst en heid. Diegenen die reeds ervaring opdeden heb ben echter goede resultaten bereikt. DE prijzen van de uien op Zuid-Beveland blij ken zich de laatste weken op het zeer hoge peil te kunnen handhaven, 't Is te hopen dat ook de laatste partijen tegen deze zeer florerende prijs afgeleverd kunnen worden. Ook valt het wel op, dat de wijnpeen na een zeer laag prijspeil in het afgelopen najaar, thans tegen zeer hoge prij zen afgeleverd kunnen worden. De wintertarwe heeft van de korte vorstperiode vrijwel niet geleden, de waterschade van het af gelopen najaar is veel groter en belangrijker. Deze schade blijkt streeks- en poldersgewijze nogal uiteen te lopen; grondsoort, tijdstip van zaaien en struktuur van de grond spelen allen hierbij een grote rol. De grootste rol speelt toch mijns inziens wel de ontwatering. Goede drainage is niet alleen voor wintertarwe gewenst en nood zakelijk, maar ook voor alle andere gewassen. Bij goede drainage kan wel aangenomen worden dat de Schade minder groot geweest zou zijn als nu het geval is geweest. winter gedurende verscheidene weken het geval is geweest. En behalve de tarwepercelen is er ook nog al wat geploegd land waarop men het water herhaaldelijk tussen de ploegsneden kon zien blinken. Nu is er de laatste maanden wel veel neerslag gevallen, maar toch niet van die aard, dat hierdoor een deel van onze akkers blank mag komen te staan. Ook dit najaar en deze winter is opnieuw ge bleken, hoeveel de structuur van onze grond reeds is verminderd. Naast de gevolgen van de roofbouw, welke reeds jaren op onze grond uit geoefend wordt, beginnen ook de gevolgen van de mechanisatie steeds grotere vormen aan te nemen. Vooral nu reeds lange tijd geen strenge vorstperiode opgetreden is en het najaar 1960 uitermate veel structuurbederf heeft meege bracht, blijkt wel heel duidelijk dat het behoud van een natuurlijke structuur van onze grond alle aandacht vraagt. Getracht moet worden óm deze structuur te be houden, wil het opbrengend vermogen van het produktiemiddel grond op peil gehouden worden. De laatste tijd wordt veel aandacht aan dit pro bleem besteed, getuige de vele lezingen die op dit gebied worden georganiseerd. De oorzaken van deze momenteel ernstige vorm aannemende kwaal worden hierbij naar voren gebracht en er wordt naarstig uitgezien naar mogelijkheden om dit euvel te voorkomen. Waarbij men in theorie wel mogelijkheden ziet, door bijv. niet te werken met machines wanneer de grond niet droog ge noeg is en door de grond te voorzien van voldoen de organische stóf. Dit laatste wil in de meeste gevallen zeggen: meer in de grond stoppen door middel van stal mest of groenbemesting en er minder afhalen door stro en bietenkoppen onder te ploegen. Het niet werken op een te natte grond betekent voor het boerenbedrijf nóg meer onrendabele uren, welke zo dit nog mag gelukken, dan toch slechts met veel moeite en hoge kosten kunnen worden ingehaald. Kosten waarop onze produk- tenprijzen niet zijn gebaseerd en moeite die niet meer past in een tijd Waarin arbeidstijdverkorting en vakantieverruiming als doodgewone zaken worden beschouwd. Vanuit de praktijk ziet West Zeeuws-Vlaanderen dan ook niet niet direct een afdoend middel om de structuurmoeilijkheden te komen. En toch lijkt het in theorie vaak zo eenvoudig. De praktijk echter ondervindt nog al eens het tegendeel- Oost Zeeuws-Vlaanderen wijst er op dat het bie tenzaad wat problemen geeft omdat velen nog niet weten welk zaadtype ze zullen nemen. Ieder is zich wel bewust dal het z.g. M- en precisiezaad voordelen biedt, maar door het niet bekend zijn met zaaimethoden etc. schrikken velen er nog van terug. Nu het mechanisch rooien van de bieten een heel eind is opgelost is het wel duidelijk dat het arbeidsrovende dun- en verplegingswerk dras tisch zal moeten worden bekort. Hier en daar wordt dan ook een precisic-zaai- machine aangeschaft om de overwegend éénkie- mige biétenzaadjes op gunstige afstand te kun nen zaaien. Het zaaien is inderdaad precisiewerk, evenals het bepalen van de juiste zaadhoeveel- OK op Noord-Beveland, waar de wintertarwe op het zachte weer in januari gunstig rèageert en van de voorbije vorstperiode niets heeft geleden, vraagt men zich af hoe men met de door wateroverlast gehavende percelen straks aan moet. Om de plekken door te zaaien met zomertarwe is natuurlijk mogelijk en er zal in derdaad wel een gewas van groeien, maar de on gelijke afrijping van de winter- en zomertarwe zal bij de oogst parten spelen. We hebben immers te bedenken, dat op cle waterplekken de zomertarwe niet vroeg zal kunnen worden gezaaid en wel om de zelfde reden waarom er thans daar geen win tertarwe staat, n.l. wateroverlast. Men zal daarom straks hebben te kiezen uit slechts twee mogelijk heden: óf een aaneengesloten gedeelte van de wintertarwe, dat de verwaterde plekken omvat, uitrijden en met zomertarwe of -gerst inzaaien, óf, wanneer het niet al te grote plekken betreft, niet inzaaien en met een plaatselijke holle stand- genoegen nemen. Wel zullen de bewuste plekken gevoelig zijn voor een massale ontwikkeling van- kamille, doch met enige moeite moet het toch wel gelukken, dat niet dit lastige onkruid, maar een klaver de overhand krijgt. Trouwens, ook waar de tarwe er thans goed bij staat, zal de kamille zich straks wel vertonen en menig perceel zal over enkele weken een DNOC- bespuiting nodig hebben. Wanneer we nog even terugkeren tot de vele percelen wintertarwe, die door overtollig water plaatselijk beschadigd zijn, dan zijn we dit jaar toch wel weer heel duidelijk herinnerd aan een oude waarheid, n.l. dat het zaaibed voor winter tarwe niet gauw te grof ligt. We zullen ons in dit opzicht dan ook moeten aanpassen aan de zak- kenrooier en de aardappelpercelen, die door deze machine werden geplaveid, dieper dan gewoonlijk op zaaivoor te ploegen, Het mag dan in de herfst bij het zaaien wat hobbelen en schokken, maar de kans op wateroverlast gedurende de winter wordt er aanzienlijk mee verkleind. Bovendien is bekend dat grofliggend tarweland in het voor jaar met de eg gemakkelijker onkruidvrij is te maken dan 'n verslèmpt perceel, waar bovendien eerder meer dan minder onkruid zal ontkiemen. OP Walcheren in de algemene vergadering van de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting sprak de heer F. de Ronde over „De ontwikke ling van het gemengde bedrijf in de toekomst". Er waren een groot aantal bezoekers. Hoewel allen het beslist niet eens waren met de spreker, was het een leerzame middag. Op 8 februari zal door de zelfde vereniging de oogst en verwerking van losgestort graan aan de orde worden gesteld. Zowel een boer als een loon werker en de coöperaties en particuliere handel zullen hun visie op deze nieuwe methode weer geven. In forumverband zullen de vragen worden be handeld. Dit forum zal naast de spreker worden aangevuld met medewerkers van de R. L. V. D. en N. A. K. Het is haast wel zeker dat deze methode van dorsen en verwerking ook op Walcheren ingang zal vinden. Zowel loonwerker als handelaar gaat zich hierop instellen. De enkele boeren die in 1960 deze methode hebben toegepast zijn van mening, dat er belangrijke voordelen zijn boven gebruik van zakken. Dat er nog veel vragen zijn, b.v. hoe het trans port moet plaats hebben, is iets dat zeker is. Er varingen. in andere gebieden opgedaan, kunnen er toe bijdragen dat minder fouten behoeven te worden gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 11