Probleemstelling
r
BODEMSTRUKTUURDAG
TE GOES
92
Z. L. M.-EXCURSIE 1962
Wist U dat....?
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
DOOR DR IR C. W. C. VAN BEEKOM.
DE organisatie van een „struktuurdag" door de gezamenlijke verenigingen
voor bedrijfsvoorlichting en bedrijfsstudiegroepen op de Zeeuwse eilan
den is bepaald geen slag in de lucht geweest.
Sprekend over de bodemstruktuur merkte de heer Geuze in zijn openings
rede ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij op 18 december j.l. te Middelburg op: .,Wii hebben als bodem
bewerkers er een verzwaring van een taak bijgekregen en dat zal in de komen
de decennia bij toenemende zware mechanisatie en eventueel blijvende toe
nemende regenhoeveelheden, veel van ons vergen, te weten speciale bodem-
struktuurbewaking". Met deze uitspraak gaf de heer Geuze uiting aan de
zorg van de Zeeuwse landbouw omtrent het behoud van een goede hoedanig
heid van het belangrijkste produktiemiddel, de grond.
Er is inderdaad aanleiding tot bezorgdheid voor de Zeeuwse boer. Ieder,
die in het afgelopen najaar wintertarwe uitzaaide, heeft wel bij de daarop
volgende regen, iets van struktuurschade, mede nog een gevolg van een
falende mechanisatie in het najaar van 1960, aan den lijve ondervonden. En
dan spreken wij nog niet over hetgeen in dit opzicht Schouwen in het vorig
voorjaar heeft ervaren, omdat de oorzaak hiervan een specifiek karakter had.
VELEN wijten, en niet ten onrechte, de niet te loochenen achteruitgang van
de struktuur met een zekere gelatenheid aan de mechanisatie. Het gebruik
van allerlei zware machines op het land onder natte omstandigheden kan
niet anders dan funeste gevolgen hebben en daaraan is eigenlijk weinig
te doen, menen zij.
Hoewel dit op zichzelf niet onjuist is, zouden wij hierbij willen aantekenen,
dat het in 1960 en 1961 toch wei buitensporig veel in Zeeland geregend heeft
en daarbij vaak op momenten, dat op het land werkzaamheden verricht
moesten worden. Wij zijn daarom vooralsnog geneigd dergelijke regenhoe
veelheden als in bepaalde perioden in de beide achter ons liggende jaren
zijn gevallen een toevallig karakter toe te kennen. Overigens neemt dit niet
weg, dat een toeneming in de laatste tien jaren van de regen gedurende de
zomermaanden als een realiteit dient te worden gezien. Het K.N.M.I. heeft
mij desgevraagd medegedeeld, dat het hier geheel met vroegere jaren ver
gelijkbare metingen betreft, zodat hieraan niet behoeft te worden getwijfeld.
DE mechanisatie is evenwel een realiteit, waarbij wij er van uit moeten
gaan, dat zij zich nog in de komende jaren zal accentueren. Daar komt
dan nog bij, dat de mechanisatie eigenlijk nog hogere eisen aan de struk
tuur stelt dan voorheen het geval was.
Willen wij mét sukses éénkiemig bietenzaad gebruiken, dan moet ons
zaaibed van een perfekte hoedanigheid zijn, terwijl wanneer wij onze aard
appelen in zakken of kisten wensen te rooien, aan de struktuur van de bouw-
voor de hoogste eisen gesteld moet worden. Daartegenover konstateren wij,
dat juist door de mechanisatie, de teelt van goede groenbemestingsgewassen
als ondervrucht, doordat het hoofdgewas later het veld ruimt en door het
toepassen van chemische onkruidbestrijding, moeilijker is geworden. Voorts
zien wij een afname van de stalmest in de akkerbouw door een mindere
winstgevendheid van het mestvee, omdat het in kleine aantallen minder goed
past bij een rationele bedrijfsvoering.
Wij dreigen daardoor in een cirkelgang te geraken. Eensdeels is voor een
voortschrijdende mechanisatie het behoud van de bodemstruktuur essentieel,
anderdeels leidt deze zelfde mechanisatie tot een vermindering hiervan.
Het bespreken van de mogelijkheden om deze cirkelgang te doorbreken,
zonder daarbij uit het oog te verliezen, dat de mechanisatie door zal gaan,
dat onze bedrijfsvoering daarop gericht moet blijven, kortom dat de weg
terug er niet is, vormt het probleem, waarvoor wij ons thans gesteld zien
en waarvoor wij gezamenlijk moeten trachten wegen aan te geven.
Herfst I960
|YE Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting en Studiegroepen op de
Zeeuwse Eilanden, die gezamenlijk de studiedag, gewijd aan „De struc
tuur van de bodem" hebben georganiseerd, kunnen op een geslaagde dag
terugzien. Er was goede belangstelling, voor de hand liggend, gezien de
structuurproblemen die zich, over de gehele provincie, verspreidt, voordoen.
Deze problemen in aanmerking nemende hadden de organisatoren echter nog
grotere belangstelling verwacht Het waren veelal weer bekende gezichten,
de oude getrouwe bezoekers die aanwezig waren. Opvallend was, dat uit de
twee gebieden, die veel met structuurproblemen te kampen hebben, n.l. de
Zak van Zuid-Beveland ert Schouwen-Duiveland de belangstelling maar
matig was. Jammerdeze gemiste kans om het nodige hierover op te
steken.
X—
Teneinde alle belangstellenden en geïnteresseerden in de gelegenheid te
stellen van de gehouden inleidingen kennis te nemen, nemen wij deze in dit
nummer praktisch in het geheel op.
De Z. L. M.-excursie 1962 zal «lit jaar naar
Oostenrijk, Liechtenstein en Zwitserland
zijn. De reis wordt geheel per bus gemaakt
met Bregenz of Feldkirch als centraal uit
gangspunt voor kleinere tochten.
Het vertrek is bepaald op vrijdag 22 juni
en de terugkomst op zaterdag 30 juni.
De kosten van deze reis bedragen 295,
per persoon, waarbij dus de volledige reis
kosten, logies en alle maaltijden zijn inbe
grepen. Voor het verblijf worden le klasse
hotels gekozen.
Een uitvoerig programma wordt t.z.t. aan
alle deelnemers toegezonden.
Men kan zich voor deze reis opgeven per
briefkaart aan liet Sekretariaat der Z. L. Al.,
Landbouw huis te Goes (tel. 01100-5010) vóór
10 februari 1962.
De deelnemers aan vorige excursies, die
zich reeds voorlopig hebben opgegeven, be
hoeven zulks thans niet meer te doen.
Het aantal voorlopige aanmeldingen is
reeds zodanig, dat de reis in elk geval door
gaat.
EEN goede temperatuur in de varkensstal bevor-
dert de groei. Als de varkens in een koud, nat
hok liggen, ontstaan onherroepelijk moeilijkhe
den. Zorg dat de hokken goed vol liggen, zodat de
inhoud per varken niet te groot is. Breng in het
hok zo nodig een plafond aan van rietmatten of
iets dergelijks.
T/ELEN zich tegenwoordig afvragen op welke wijze de landbouw in de toekomst zich zal moeten hand-
haven?
Vele produkten-prijzen zijn zodanig, dat hierme<> de steeds stijgende produktiekosten niet kunnen
worden goedgemaakt. Dit is een directe bedreiging voor de rentabiliteit, maar ook voor het voortbestaan
van het bedrijf.
Geen wonder dat ernstig naar middelen wordt gezocht om een oplossing te vinden.
Intensivering xoas tot voor kort de leuze en wordt stellig nog genoemd, maar onmiddellijk komt het
vraagstuk van de arbeidsvoorziening om de hoek gluren. Intensivering heeft in zich de tendenz van meer
menselijke arbeidskracht vragen en de arbeidsmarkt is thans zeer krap.
£EN andere „kreet" is die van de mechanisatie. Inderdaad, deze kan uitkomst bieden. Allerlei
menselijke arbeid kan,door de machine worden verricht.
De werkzaamheden kunnen daardoor sneller en meermalen beter en goedkoper worden verricht.
Tot dusver kan alles nog betrekking hebben op een gelijkgebleven bouwplan.
Een volgende stap kan zijn een ivijziging van het bouwplan, b.v. andere akkerbouwgewassen die
zich nog weer beter lenen voor mechanische bewerking.
ER kan echter ook sprake zijn van een nog meer ingrijpende ivijziging, b.v. van akkerbouw naar fruit-
teelt. Dit besluit eist ernstige en degelijke voorbereiding. De moderne fruitteelt stelt eisen die niet
zonder meer door iedere „omgeschakelde" boer kunnen worden geleverd.
Verder is er het financieringsvraagstuk. Een ha modern aangeplante boomgaard vergt vanaf het
moment van de inplant tot het punt der rendabele produktie een hoog bedrag. Men dient dit van te
voren grondig te overwegen en nauwkeurig de totale kosten te berekenen.
\XITS op deze wijze aangepakt, lijkt het ons zeer wel mogelijk dat de overgang van akkerbouw naar
-t Vi fruitteelt voor velen uitkomst kan bieden. Men dient echter bij de opbrengstramingen wel de nodige
voorzichtigheid te betrachten en zich vooral niet te baseren op één of enkele topjaren. Misschien is
het niet helemaal overbodig en in alle geval schaadt het niet, om bovenstaande bekende klanken nog
weer eens te herhalen. Alleen een goed opgezet en goed gefinancierd fruitteeltbedrijf heeft in onze snel
wisselende tijd redelijke toekomstkansen. MEIJERS.
P.S. Naar aanleiding van ons artikeltje over claims kregen wij een zeer gewaardeerd en zeer uitvoerig
schrijven. Wij willen dit zo spoedig mogelijk per brief beantwoorden, daar de te behandelen stof
te zeer boven het peil dezer eenvoudige artikeltjes ligt. M.