Het principe van de afrekening op A.T.V.
De marktpositie van contractgewassen
DE
D
.91
ZATERDAG 27 JANUARI 1962
HET is wederom gebleken dat er nog tallozen zijn die fouten maken bij afrekeningen op de ..Al-
eemene Voorwaarden voor de Teelt van in Voorkoop gekochte zaaizaden". in de wandeling
ATV genoemd ondanks het feit dat in deze A.T.V. twee duidelijke voorbeelden zijn gegeven
van zo'n afrekening. Het lijkt ons daarom nuttig hieraan aandacht te besteden.
De contractteler van zaaizaad wordt uitbetaald naar droog en schoon zaad. Dat is een afspraak
die algemeen is aanvaard. Wat de teler aflevert is meestal te nat "en vaak veel te vuil en zonder meer
onbruikbaar voor de firma. Daarom moet er gedroogd en geschoond worden Het spreekt vanzelf
dat het gewicht van de partij daardoor daalt en dat dit drogen en schonen betaald moet worden. Vooi-
al het feit dat hoe langer hoe meer met maaidorsers wordt gedorst heeft tot resultaat gehad dat
het aantal zeer vuile partijen belangrijk is toegenomen. Men moet bewondering hebben voor de
wijze waarop de diverse firma's er in slagen hiervan bruikbare partijen te maken.
CORRECTIE OP VOCHT
VAN het zaad wordt het vochtgehalte bepaald.
Is dat te hoog, dan kan er een vochtkorting
plaatshebben volgens afspraak (bij teelt „over
Wageningen" betekent dat volgens de in de
A.T.V. genoemde normen).
In het verleden trok men het percentage dat er
te veel was eenvoudig af, maar pientere lieden
hebben ontdekt dat dit niet juist was. Daarom
rekent men tegenwoordig om via de droge stof.
Het bezwaar hiervan is dat velen dit niet direct
begrijpen.
De zaak zou heel wat eenvoudiger zijn als we
ons niet aangeleerd hadden met vochtgehalten te
werken maar met droge-stofgehalten. Nu kan
men het droge stofgehalte berekenen door 100
te verminderen met het vochtgehalte.
De correctie wordt dan heel eenvoudig, n.l.:
gev. droge-stofgehalte
droog z. vochtig z. x
toelaatb. droge-stofgehalte
De contractteelt breidt zich voortdurend
uit en er komen dus steeds nieuwe telers
bij. Het is daarom van belang nog eens
extra aandacht aan de afrekening te beste
den daar dit veel misverstand kan voorko
men.
Bijgaand artikel over „Het principe van
de afrekening" is geschreven door ir. B. H.
Olthoff, hoofd van de afdeling Akkerbouw
van het P. A. W.
Voorbeeld: Het zaad van een bepaalde grassoort
bevat 17 °o vocht; dus 83% droge stof. De norm
is maximaal 14 °'o vocht oftewel 86% droge stof.
Stel dat er 1000 kg boerenschoon is geleverd, dan
is er aan droog zaad volgens de norm van 14
1000 x 83/86 kg. Dat is niet hetzelfde als 1000 kg
verminderd met 3
De vochtcorrectie is dus in principe heel een
voudig als men zich maar instelt op droge-stofge
halten i.p.v. op vochtgehalten.
CORRECTIE OP AFVAL
VERVOLGENS moeten we nog berekenen hoe
veel schoon zaad er is. Het percentage afval
dat op de analyse vermeld is, heeft betrekking
op droog zaad. Is het percentage afval b.v. 25
dan is er 75 schoon (en droog) zaad. In het ge
geven voorbeeld is er dus aan droog en schoon
zaad
83 75
1000 x x kg.
86 100
ANDERE CORRECTIES
DIJ bepaalde zaden kunnen dan nog allerlei
andere correcties nodig zijn, b.v. vanwege het
vóórkomen van onkruidzaden, ontvelde zaden,
schot, aardachtige bestanddelen e.d. Hiervoor
wordt verwezen naar de A. T. V. Dit geldt ook
voor de eventuele kortingen wegens te lage kiem-
kracht of bij graszaden wegens te lage gebruiks
waarde. Bij graszaden werkt men n.l. niet met
kiemkrachtsnormen, maar met gebruikswaarde
normen.
In de Bijlage van de A. T. V. is een voorbeeld
gegeven van afrekening van graszaad met een te
lage gebruikswaarde (voorbeeld 1). In voorbeeld
2 is een afrekening gegeven van radijszaad met
een te lage kiemkracht. Als U deze voorbeelden
begrijpt kunt U ook vrijwel alle andere gevallen
berekenen.
We adviseren U een en ander eens rustig te be
kijken. U zult dan zien dat het nog wel meevalt,
al lijkt het op het eerste gezicht inderdaad erg
ingewikkeld. Maar wat is er niet ingewikkeld
tegenwoordig?
)E ontwikkeling van de Euromarkt en van de
marktordening van de groente- en fruitteelt
hier te lande brengt voor de conservenindustric
meer vrijheid mee ook met akkerbouwers teeltcon
tracten af te sluiten. Met het hoofdprodukt dop
erwten was dit reeds langer het geval en de on
gunstige marktposiie van rijp geoogste peulvruch
ten bevordert de verschuiving naar de cultuur van
groen te oogsten doperwten en sperziebonen en
ook kapucijners, zoals op de vergadering van de
Peulvruchten Studiecombinatie sterk tot uiting is
gekomen.
Uit de discussie bleek evenwel de daling van de
contractprijzen tot bv. IIV2 ct per kg peul voor dop
erwten bij een stijgend kostenpeil in de landbouw.
En de diepvries-industrie, die op basis van de z.g.
tendero-meter contracteert, voert een schaal
van 30 tot 55 cent per kg gedopt, na aanvankelijk
een minimum van 36 cent met de landbouworgani
saties in de noordelijke provincies te hebben afge
sproken.
Nu ook spinazie, sperziebonen en witbloeiende
tuinbonen buiten de tuinbouwveilingen om gecon
tracteerd mogen worden en dit voor spinazie ook
met exporteurs naar buitenlandse conservenfabrie-
ken plaats vindt, is het van groot belang voor beide
contractpartijen, dat de contractprijzen door collec
tief contracteren op een lonend peil worden gehou
den, waarbij rekening wordt gehouden met de
diverse extra teeltrisico's, die de algemene con
tract-voorwaarden en de nog onvoldoend beproef
de nieuwe en uitheemse rassen meebrengen.
Tevens moet rekening worden gehouden met het
tuinbouwkarakter van deze teelten, waardoor alleen
daarvoor geschikte akkerbouwers in aanmerking
komen en de erkende tuinbouwers geen deloyale
concurrentie wordt aangedaan.
Toen in 1959 de spinazieteelt voor landbouwers
werd vrij gegeven daalde de kg-prijs van 10 a 11
cent op 5 6 cent. Alleen daarom zijn individuele
contracten reeds ondoelmatig. Bij collectief con
tracteren via de daarvoor meest geschikte veilin
gen, waartoe, in navolging van Zeeland, ook in
Groningen de grootste tuinbouwveiling het initia
tief heeft genomen, en waardoor landelijk het
Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Ne
derland uniforme contractprijzen voor wittekool,
peen en spinazie heeft bewerkstelligd, kan de con-
servenindustrie met behulp van de gewone veiling-
aanvoeren de grondstofvoorziening voor een econo
mische campagne beter worden gewaarborgd. Ook
uien, prei, knolselderij en augurken zijn artikelen
voor conservenfabrieken, waarbij de contractteelt
van augurken via de veiling te Kapelle als voor
beeld kan worden gesteld.
Met deze ontwikkeling is een algemeen land- en
tuinbouwbelang gemoeid en de veilingen hebben
op dit terrein van ouds een concrete taak en nauwe
relatie met de conservenindustrie, terwijl ze de
contracttelers service kunnen geven, ook bij het
arbitreren in eventuele geschillen.
UOOR de contractteelt van tuinbouwzaden be-
staat op beperkte schaal wel animo bij de
deskundige grote en kleine akkerbouwers tegen
ongeveer "het zelfde contractprijsniveau als vorige
jaren. Dit, omdat de export in deze branche zware
concurrentie van landen met een droger klimaat
ondervindt, waardoor de contractfirma's in deze
sector aan nog veel meer fusie of concentratie toe
zijn om hun positie gezamenlijk te versterken en
zich bij de algemene maatschappelijke ontwikke
ling aan te passen. Voor de vruchtwisseling, en
vooral als dekvrucht voor de door de marktprijzen
van 100 en meer geanimeerde karwijzaadteelt, is
op de grote klei-akkerbouwbedrijven met weinig
'hakvruchten de spinaziezaadteelt met contractprij
zen van ƒ85 tot ƒ100, nogal in trek, hoewel
oogst 1961 door te lage kiemkracht hier en daar
een strop haalde.
DE graszadensector is behalve het éénjarige
Westerwolds raai in een beperkt aantal kweek
en handelsbedrijven van grote allure ondergebracht
en de overvoerde markt van raaigraszaden, die op
vaste prijs worden gecontracteerd, wordt wellicht
gesaneerd door inkrimping van de landrassen 11a
de overdreven uitbreiding in 1961, wegens prijs
dalingen op de exportmarkt voor Westerwolds
tot 65 per 100 kg of nog lager. Italiaans 75
en ook Engelsraai beneden 1terwijl de hoog
waardige selecties, die Nederland produceert, voor
binnenlandse graslandverbetering maar ook voor
export, van Engelsraai en beemdlangbloem met
telersprijzen van ƒ150,— tot 200,— de markt-
depressie bij een beheerster contractteelt veel
beter overbrugt.
DIJ de fijne graszaden is het participatie-karak-
y ter der teeltcontracten een stabiliserende fac
tor, waardoor het marktrisico voor de kweker/han
delaren grotendeels aan de contracttelers wordt
overgelaten, met als compensatie een aandeel in
de 'hooggeprijsde nieuwe selecties/ Zolang de pro-
duktie hiervan ten minste niet aan de vraag kan
voldoenOver 't geheel is de graszadenmarkt min.
of meer in mineur; vooral roodzwenk zit reeds
te lang in de put. Daarentegen houdt veldbeemct
de lampen brandende met vermoedelijke telers-
prijzen voor oogst 1961 van ƒ2,— per kg, en ge-
wilde selecties en prima kiemkrachten 0.0 scha
delijke onzuiverheid beloven een aanmoedigings
premie. Afwijkende kwaliteit wordt practisch niet
geweigerd maar niet lonend gehonoreerd, waar
door de uitgebreide graszaadteelt, die overigens
wat kiemkracht betreft vrij oogstzeker is en over
jarige voorraden mogelijk maakt, in ons land een
natuurlijke begrenzing vindt. Uiteraard ook door
de marktpositie op de exportmarkt, maar daarbij
zijn de extreme weersomstandigheden in de eerste
plaats doorslaggevend en dus onberekenbaar.
ziet.
(Vervolg van vorige pagina.)
,E K.I.-vereniging- Schouwen en Duiveland kocht op de bekende fokstal van T. G. v. d. Zee te Anjum
(Fr.) de nog niet 2 jaar oude stier Adson Gerrit Wouter, waarvan de afstamming er als volgt uit*
V. Jels. Gerard Woutec
47475 RPS, 88 p.
Adson Gerrit Wouter
55662 FRS
geb. 26-3-1960
De afstamming van vaderszijde voert resp. van de
VV en VM terug op de preferente stieren Anna's
Adema (via Friso Wouter) en Diamant en bevat
kampioenen van de stal Wassenaar te Jelsum die in
exterieur uitblinken. De moeders-vader is een klein
zoon van Bontje's Adema (24674), Pref. B, Dooreen
genomen overwegen goede eigenschappen/met name
wat de melkproduktie betreft, waar we de fokkwali-
teiten vooral op moeten baseren.
Bij de voorlopige inspectie in Friesland werd Adson
Gerrit Wouter volgens de normen van het F.R.J3. met
78 punten ingeschreven. Hij toonde bij aankomst een
beste ontwikkeling en diepte, is fors gebouwd met
ruime ribben, goed gespierde lendenen en ruime, ge
vulde achterhand. Zijn zware schouders passen iets
minder goed in het voorstel evenals de wat te lange
horens. Voor de te weinig gevulde en tengere Mer-
cedes-dochters lijkt deze stier goed te passen. Zijn
nafok wachten we met vertrouwen af.
fV. Jelsumer Gerard
WouteiA 13
51696 FRS, 87 p.
M. Anne D.C. 40
213751 FRS, 83 p.
Produktie:
2.1
6152
3.82
347
3.5
6628
3.93
361
5.1
7297
3.92
352
7.3
8473
3.81
319
9.4
7992
3.92
322
M. Jels. Grietje 185
278803 FRS, 86 p.
Produktie:
2.0 3428 4.54 289
3.0 4485 4.93 331
4.1 5059 4.75 330
i 5.6 5085 4.82 319
V. Deijne Ceasar
27432 FRS, 76 p.
M. Anne 36
163798 FRS, 76 p.
Produktie:
2.0
3.6
4.7
3770 4.27
6707 4.30
6623 4.12
352
334
335
DEN en ander overwegende menen wij dat met de
de nieuwe aankopen de kwaliteit van het stie-
renmateriaal op het Zeeuwse K.I.-station is verbe*
terd.
De veehouders en fokkers bevelen we gaarne aan
door bezoek aan het stierenstation tot de beste stie
renkeuze voor het eigen fokmateriaal te komen. Een
aanvulling van het stierenboekje zal binnenkort na
dere gegevens van de nieuwe stieren voor alle ledeu
van de K.I.-verenigingen verschaffen.
Ir. W. L. HARMSEN,
Rijksveeteeltconsülent.