Van akkerbouw naar groenteteelt
w
ENKELE LEERZAME PUNTEN
Sterke concurrentiepositie van goed fruit
7UIN90UW
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 2 7 JANUARI 1963
X\rrp
IAANDAG 15 januari werd in Oudelande een tuinbouwmiddag gehouden, belegd door de Streek-
verbeteringscommissie voor de Zak van Züid-Beveland. O.rrt. heeft daar de heer M. Wattel,
hoofdassistent A van het Rijkstuinbouwconsulentschap te Goes, gesproken over de mogelijkheden
voor de groenteteelt in dit gebied.
Met name heeft de heer Wattel gewezen op de behandeling van produkten welke zich lenen voor
het telen op contract voor de industrie. Hierin zag hij mogelijkheden voor heel wat grondgebruikers
in de Zak van Zuid-Beveland. In het bijzonder voor de kleinere bedrijven zag hij mogelijkheden
in de richting van het intensieve tuinbouwbedrijf. Spreker gaf de aanwezigen de raad om bij om
schakeling van landbouw naar tuinbouw niet direkt te beginnen met moeilijke teelten, maar op
eenvoudige wijze te trachten tot omschakeling te komen, daarbij verder gaande al naar gelang er
meer ervaring wordt opgedaan. Er komt dan een zekere ontwikkeling, die voor een bepaalde streek
zeer belangrijk kan zijn. In dit verband noemde spreker de ontwikkeling zoals deze valt waar te
nemen in het tuinbouwcentrum Kapelle-Biezelin ge. Het eind van de ontwikkeling in de tuinbouw
noemde de heer Wattel het telen onder glas op het bedrijf. Dat is echter geen eenvoudige zaak en
zeker wanneer men begint in de tuinbouw is men daar niet vlifg aan toe. De heer Wattel. gaf de aan
wezigen de raad om steeds bij de veiling aan te kloppen voor inlichtingen omtrent de teelten en de af
zetmogelijkheden die er zijn. terwijl hij tevens adviseerde om te streven naar specialisatie zonder
teveel rassen ineens te gaan telen. Vervolgens gaf hij voor het kleinere bedrijf een schema voor
tuinbouwteelten, gebaseerd rond de teelt van winterbloemkool, een produkt dat het zeer goed doet
in Zeeland. Dit teeltplan zag er als volgt uit:
Teeltplan voor tuinder welke winterbloenikool wil uitplanten in 1962
Vóór-cultuur 1962 1863 Na-cultuur
poten 1—15 aug. oogsten 1—20 mei
vroege aardappelen laat zaaien
aardbeien of poten
plantuien winterbloemkool bonen
erwten selderij
tuinbonen witlof
spinazie augurken
TEN aanzien van de noodzakelijke grootte van
een groenteteeltbedrijf deelde spr. mede dat
dit voor grove groenten toch wel minstens 4 ha
groot dient te zijn. Op de vraag of men de grond
soort in de Zak van Zuid-Beveland geschikt acht
te voor tuinbouwbedrijven werd geantwoord dat
er veel voor dit doel geschikte grond ligt in dit
gebied. Vooral is dat het geval in de omgeving
van Driewegen en Ovezande.
STERKERE POSITIE
VUANNEER we het betoog van dr. Kemmers
samenvatten dan moeten we in de eerste
plaats wijzen op de grote ontwikkeling van de
vraag naar appels en peren welke we rekenen tot
de zgn. „moderne" rassen, dat zijn ook de rassen
die hier een dominerende plaats innemen.
Over het algemeen kan worden gezegd dat de
markt van appels en peren in West Europa zich
in een periode van consolidatie bevindt. Een ge
lukkig verschijnsel is de snelle verbetering van
de marktpositie van het goede kwaliteitsfruit.
Er is nog zoveel rommel op fruitgebied in West-
Europa dat dr. Kemmers voor het kwaliteitsfruit
voorlopig niet bang was. Er zijn uiteraard gren
zen aan de vraag maar er zijn geen tekenen die er
op wijzen dat de grens van de vraag naar goed
fruit reeds bereikt is.
Belangrijk is daarbij ook de ontwikkeling van
de Europese handelspolitiek. Op het moment dat
dr. Kemmers zijn rede hield werd in Brussel nog
het ..gevecht" geleverd voor de tweede fase van
de E. E. G. en het was toen nog niet te voorspellen
hoe het af zou lopen. Dr. Kemmers was echter
van mening daj; de regelingen van de toekomst
zeker niet slechter zullen zijn dan die van het
heden omdat geen enkel land zich kan permitte
ren op eigen houtje zijn weg te gaan en eigen
moeilijkheden alleen op te lossen.
BELANGRIJKE AFZETORGANISATIE
IYR. Kemmers besloot zijn aandachtig aange-
hoorde rede met enkele wensen. In de eerste
plaats noemde hij het vraagstuk van de kwaliteit
van het bewaarfruit dat om een krachtige aanpak
vraagt omdat hier nog moeilijkheden liggen. In
de tweede plaats wees hij de fruitkwekers op het
belang van krachtige, goed geoutilleerde veilin
gen. Spr. zei er bij dat het hieraan in Zeeland
gelukkig niet mankeert maar hij vroeg de telers
gladiolen
spruiten
prei
wijnpeen
SPRUITEN
In zijn nabeschouwing heeft de rijkstuinbouw-*
consulent nog eens nadrukkelijk onderstreept dat
er mogelijkheden voor de tuinbouw liggen in dit
gebied. Met name noemde hij ook de teelt van
spruiten. Verder vestigde hij de aandacht op de
mogelijkheden van contractteelt en ook de rijks-
tuinbouwconsulent adviseerde om de eventuele
contracten alleen af te sluiten via de veilingen.
attent te blijven op de ontwikkeling van hun vei
ling welke van onschatbare waarde zijn voor de
afzet van de produkten.
Spreker vroeg ook om in deze veilingen zo goed
mogelijk te blijven samenwerken in het belang
WE zijn van mening dal we tekort zouden doen
aan de nagedachtenis van wijlen de heer
W. Vennik, oud-secretaris van de afdeling Tuin
bouw van het K. N. L. C., wanneer we in ons or
gaan niet enkele woorden zouden wijden aan zijn
verscheiden.
In onze kringen zal hij voer velen een onbekende
zijn geweest. Des te bekender was hij echter op
landelijk niveau. Veel heeft hij gedaan voor de
organisatie van onze tuinbouw. Talloze vergaderin
gen heeft hij bijgewoond om te komen tot een
betere positie van de tuinbouw.
Hij inoeht er toe meewerken dat een krachtige
Nederlandse tuinbouwbond werd opgericht, een
bond welke later een fusie aanging met het K. N.
L. C. Tot 1 januari 1961 was hij secretaris van de
afdeling Tuinbouw van liet K. N. L. C. Hij ver
tegenwoordigde de afdeling in verschillende orga
nisaties en commissies. Op 23 september 1961 werd
hij zeventig jaar en toen werd hij onderscheiden
met de Ridderorde van Oranje Nassau. Een kort
stondige ziekte maakte een einde aan dit drukke,
Wélbestéde leven. Zijn nagedachtenis zal in tuin-
bóuvvkringen in ere blijven.
AN WILLEKEURIG zijn we naar aanleiding
hiervan op een terrein gekomen dat voor onze.
organisatie zeer belangrijk is. We bedoelen de op
volging van ouderen in besturen. We zien zo dik
wijls dat mensen uit onze organisatie worden weg
genomen terwijl er geen vervangers voor hen zijn.
We moeten direkt toegeven dat er soms bij de
jongeren weinig animo is om zich Iwzig te hou
den met het organisatieleven. Er zitten soms in
derdaad wel bedenkelijk veel oude figuren in orga
nisaties maar het is toch niet goed ben altijd de
schuld te geven dat ze, niet weg willen. Er zijn
niet zoveel geschikte jongeren om hun plaats in
te nemen. Het is zeer juist dat het K. N. L. C. een
werkgroep kadervorming heeft ingesteld om hier
aan leiding t" geven. Er is veel voor te zeggen om
een leeftijdsgrens te stellen voor bestuurders van
organisaties. Men mag echter niet vergeten dat
men dan ook over kader moet beschikken om de
openvallende plaatsen in te nemen. Deel uitmaken
van een bestuur betekent ook dat men de materie
moet kennen en in staat moet zijn te „bestaren".
Een inwerk periode is voor een ieder onmisbaar.
Geen organisatie is gebaat met iemand in het be
stuur „die wel een aardige kerel" is. Er zijn in
deze tijd veel vergaderingen en er moeten dikwijls
verkiezingen plaats vinden. Steeds zullen wc ons
af moeten vragen hoe we de juiste man op de
juiste plaats kunnen brengen. Oudere mensen be
hoeven hens niet „oud" te zijn en jongeren ziiu
iiesllst niet altijd „volwassen" al hebben ze de.
leeftijd daarvan bereikt. Voorzichtigheid is zeker
geboden bij het kiezen van onze organisaliebestaur-
ders. Laat een ieder zijn verantwoordelijkheid in
dezen terdege beseffen.
Tot de volgende week.
van de afzet terwijl hij voorts de telers vroeg om
niet mee te doen aan administratieve verkoop van
fruit maar alles via de klok te verkopen omdat dit
ook weer in het belang van de prijsvorming en
de afzet in het algemeen is.
Tenslotte vroeg hij aandacht voor het fust-
vraagstuk omdat het moderne Nederlandse fruit
nog sterker zou staan op de buitenlandse mark
ten wanneer het daar gepresenteerd zou worden
in aantrekkelijk fust. Vele gedachten kwamen
dus naar voren die waard zijn om overdacht le
worden door een ieder die met de fruitteelt heeft
te maken.
(Vervolg van pagina 99.)
ÏTIT de veelheid van gegevens kunnen enige punten worden gedistilleerd, die toch wel de
U moeite van overwegen waard zijn.
ic Voor de zoveelste keer blijkt weer eens dat Zeeland zeer gunstig zit met zijn zomerrassen. Ook al
brengen ze niet altijd de hoogste prijzen op, dan bieden ze als groot voordeel dat men geen
risico loopt met uitval en hoge bewaarkosten, zoals bij het winterfruit. De buit is vroeg binnen.
Een strop heeft men er vrijwel nooit aan, wel houdt men er meestal een goed belegde boterham
van over. De pluk, het sorteren, enz. vallen buiten de drukste tijd.
Ondanks alle bezwaren die er aan de Cox's Orange kleven, is het een ras dat zijn plaats toch wel
waard is. Deze appel heeft een eigen markt. Het is weliswaar zelden het meest winstgevende ras,
maar wat de prijs betreft heeft men een bepaalde zekerheid, die men bij de meeste andere rassen
mist.
ie Het Zeeuwse fruit munt in 't algemeen niet uit in houdbaarheid, doch met de Golden Delicious
heeft Zeeland toch een zeer sterke troef bij de bewaarappels. Dit ras gedijt in onze provincie goed
en in de gascel zijn de vruchten uitstekend bewaarbaar.
-Ar Bij rassen als Goudreinette en Jonathan kan een te lange bewaring tot grote verliezen leiden.
Volgens de gegevens van het L. E. I. werd met bewaren het minst verdiend oftewel het meeste
verloren in de jaren met grote oogsten. Er is dan neiging wegens lage prijzen het fruit te lang
te willen bewaren. Men moet echter verkopen als het fruit nog van goede kwaliteit is. Wie reden
heeft om te denken dat zijn appels slecht houdbaar zijn moet in het najaar verkopen of zijn fruit
goed in de gaten houden en opruimen vóór hij veel uitval heeft. Vijftien cent per kg in novem
ber kan beter zijn dan veertig cent in april.
Natuurlijk moet er veel fruit bewaard worden. De koelhuizen zijn niet voor niets gebouwd*
Maar vérkoop op tijd. 'veil het fruit als het nog goed van kwaliteit is.
POMOLOOG.
U7ANNEER v/e het geheel samenvatten dan zien we dat do vooruitzichten voor de afzet van
yykwaliteitsfruit in de toekomst niet ongunstig zijn. Er blijven wel wensen voor de toekomst
maar de situatie biedt zeker geen aanleiding om pessimistisch te zijn. De moderne fruitteelt in ons
land heeft goede kansen." Met deze woorden besloot dr. W. H. Kemmers van het Centraal Bureau
van de tuinbouwveilingen zijn rede over de recente ontwikkelingen in de afzet van hard fruit
op de vorige week in Goes gehouden ontwikkelingsdag voor de fruitteelt. In een uitstekend betoog gaf
ar. Kemmers een overzicht van de marktpositie van de belangrijkste appel- en pererassen zulks
naar aanleiding van onderzoekingen welke door het Centraal Bureau van veilingen op dit punt zijn
verricht. Belangrijk vonden we dat het onderzoek duidelijk heeft aangetoond dat zowel op de binnen-
als buitenlandse markt de positie van de Cox's Orange Pippin in de laatste jaren sterker is gewor
den. Ook de Golden Delicious, thans in Zeeland verreweg het belangrijkste appelras. ontmoet een toe
nemende waardering op de West Europese markten en met name in West Duitsland Bij de peren
zien we een sterke opmars van Conference en Beurré Hardy op vrijwel alle belangrijke afzetmarkten