Welke appelrassen zijn voor Zeeland de beste? 99 I IN ONEVEN JAREN DUBBELE PRIJS. ZATERDAG 2 7 JANUARI 196 3 IN het Kerstnummer van „De Fruitteelt" was een artikel opgenomen van de heren Spoor en Kersbergen dat extra aandacht verdient. De schrijvers zijn verbonden aan het L. E. I. en daar door beschikken ze over zeer veel gegevens. Hun artikel had o.a. betrekking op de prijzen, en gelde lijke uitkomsten van appels op goede bedrijven in Zeeland en de Betuwe. IN de eerste plaats werd ingegaan op de grote verschillen in produktie en prijs in de even I en oneven jaren. De cijfers hadden betrekking op I het tijdvak 1952—1960. In de even jaren bedroeg de landelijke produk- tie gemiddeld 336 miljoen kg, tegenover gemid deld 226 miljoen kg in de oneven jaren. Daarentegen was de geldelijke opbrengst in de „draagjaren" slechts 62 miljoen gulden, terwijl I die in de „beurtjaren" 83 miljoen gulden bedroeg. Financieel waren de oneven jaren dus verreweg het beste. Dat kwam doordat de middenprijs per kg gemiddeld precies twee maal zo hoog was in de oneven jaren, namelijk bijna 37 cent per kg tegenover 18',2 cent per kg! Overigens stemmen deze gegevens in grote lij nen overeen met het artikel van de heer Van Oos ten, dat kortgeleden in dit blad werd opgenomen en betrekking had op hetzelfde onderwerp. PRIJS PER RAS. MEER aanleiding tot commentaar geven de cij fers over de prijzen van dc diverse rassen. Dat vooral omdat de schommelingen voor het nc ras veel groter zijn dan voor het andere. Wat ijn de oorzaken van deze verschillen? We geven de Zeeuwse prijzen voor een aantal rassen hieronder weer. Het zijn de middenprij- zen van 1958/59 en 1959/60. 1958/59 1959/60 1958/59 1959/60 Yellow Transparent 39 Vb ct 44 Ct Cox's Orange 34 Va 53 Stark Earliest 60 Vb 72 Glorie van Holland 17 Va 39 Perzikrode Zomerappel 28 Vb 48 Va Lombartscalville 30 51 Early Victoria 20 29Va Goudreinette 18 Vb 38 Zigeunerin 20 Va 26 Jonathan 24 Vb 56 Va James Grieve 30Va 32 Winston 42' 2 60Va Ellison's Orange 26 Vb 40 Va Golden Delicious 42 Va 68''2 RASSEN MET EIGEN MARKT. CPECIAAL de prijzen in 1958/59 (dus het fruit van oogst 1958) moet men in de gaten houden. De rassen die 30 of meer per kg opbrachten in dat jaar, staan blijkbaar extra stevig in de schoe nen. Dat zijn in de eerste plaats de Yellow en Stark Earliest. Deze rassen hebben weinig concurren tie. Een grote oogst van late appels laat hen grotendeels onberoerd. Ze hebben hun eigen markt. Vandaar dat de prijs in de twee betrokken jaren niet veel verschilt. De Perzikrode Zomerappel valt hier wat tegen, hoewel we later zullen zien dat dit ras toch nog wel goed rendabel is. Dat de Cox's Orange, Golden Delicious en Winston tot de rassen behoren die elk jaar aan de goede kant zitten, zal niemand verwonderen. Daarbij moet men wel bedenken dat de Winston overwegend laat geveild wordt en de koelkosten dus vrij hoog zijn. De Golden Delicious ziet men al in grote partijen op de kerstveilingen, maar een Winston is voor maart eigenlijk niet eetbaar. Houdt men rekening met de koelkosten dan is de 28 cent voor de Perzikrode Zomerappel niet zoveel lager dan de 42 cent voor Winston. v De James Grieve komt opvallend gelijkmatig voor de dag, met beide jaren ruim 30 cent per kg. Volgens uw en mijn gevoel moet men normaal met grote verschillen rekenen. We zouden dan vooral in het „beurtjaar" een hogere prijs verwachten dan 32 cent. De Lombartscalville komt waarschijn lijk iets geflatteerd voor de dag. Al met al zien we in hoofdzaak de Yellow, Stark, Cox's en Golden als rassen die elk jaar aan de goede kant zitten met de prijs. Ook de Winston kan daar nog bij worden genoemd. Wat betreft de James Grieve en Lombartscalville menen we voorbehoud te moeten maken. ZWAKKERE RASSEN. DIJ de rassen met een groot prijsverschil in de u twee betrokken jaren valt allereerst de Goudreinette op. Ook de Jonathan kwam trou wens in 1958/59 maar pover voor de dag. Dat vooral als men bedenkt dat van de gegeven mid denprijs nog bewaarkosten moeten worden afge trokken. Als je dan beneden het kwartje per kg komt, is het beslist niet best! De Goudreinette en Jonathan moeten vaak tegen wil en dank in januari-maart worden ver kocht, omdat ze niet langer kunnen worden be waard. In seizoenen met een grote oogst (ook in het buitenland) komt men in die maanden veelal op een lusteloze markt terecht. Met gevolg ma tige tot slechte prijzen. Later trekt de prijs in april-mei vaak weer flink aan, maar daarvan kun nen in hoofdzaak de Golden Delicious en Win ston profiteren. Voor veel telers zijn Goudreinette en in min dere mate ook Jonathan daarom vrij „zwakke" rassen. Hoewel de Jonathan in „beurtjaren" weer veel goed kan maken. In de oneven jaren gaat het goed met de prijs. Menigeen wrijft zich in de handen en beziet de toekomst rooskleurig. Maar de even jaren bren gen dikwijls weer teleurstellende uitkomsten. Kijk ook naar de Glorie van Holland. Dat ras maakte in Zeeland een sprong van 17 naar 39 cent per kg en deed dus al heel wild. In de Betuwe was het met dit ras nog mooier, daar ging het van 12 naar 37 cent per kg. Bij zo'n ras maakt niet alleen de prijs grote sprongen. De teler springt zelf ook, namelijk het ene jaar een gat in de lucht en het andere jaar uit zijn vel! GELDELIJKE UITKOMSTEN PER HA. I\E prijsverschillen komen het duidelijkst tot uiting als men de geldelijke uitkomsten per ha ziet voor enkele rassen op Zeeuwse bedrijven. 1958 1959 winst winst gem. of verlies of verlies Golden Del. 4.500 10.200 7.350 P. Zomerappel 2.200 5.700 f 3.950 Cox's Orange ƒ2.300 3.400 3.400 Yellow Transp. ƒ2.200 2.300 2.250 Jonathan 1.800 5.600 f 1.900 James Grieve f 1.800 1.800 ƒ1.800 Goudreinette ƒ3.100 3.300 j 100 De cijfers zijn voor een deel verrassend. Dat de Golden Delicious met grote voorsprong aan de top zou staan, wist ieder al bij voorbaat. Maar de zeer goede tweede plaats van de Per zikrode Zomerappel zal niet ieder voorspeld hebben. Het ras is jaarlijks goed voor een flinke oogst, men brengt de appels direct naai de veiling en heeft zodoende niet veel kosten. Vooral door de hoge kg-opbrengst maakt het ras een prima beurt. Het is trouwens toch een zeer sterk punt voor de vroege rassen dat er geen bewaarkosten op drukken. Zelfs al valt de prijs dan wat tegen, dan heeft men er toch nooit een grote strop aan. Dat kan men wèl hebben met bewaarappels. Een verlies van 1800 per ha en zelfs 3100 bij de Goudreinette komt fors aan! STROPPEN DOOR TE LANG BEWAREN? JT weet hoe dat gaat. In het najaar is de prijs U vrij laag, dus men stopt zoveel mogelijk in het koelhuis. In februari komt er al vrij veel ver val. In sommige partijen veel „zacht" in de Jo nathan en bruinverkleuring van de schil (scald) bij de Goudreinette. Maar de prijs is nog te laag, dus langer bewaren. In maart moet verkocht worden, omdat er anders niets goeds overblijft. De prijs is nog niet best. En de kwaliteit is zó achteruit gelopen dat de middenprijs teleurstel lend laag is. In het oneven jaar 1959 kwam de Jonathan zeer goed uit de bus. Beziet men de kosten, ƒ9900 per ha in 1958 tegenover ƒ6500 in 1959), dan is dat waarschijnlijk vooral omdat vroeger verkocht werd. Het zeer grote verschil in kosten is slechts ten dele toe te schrijven aan de kleinere oogst. De prijs was in het najaar en de voorwin- ter zo goed, dat men vrij vroeg verkocht. Daar door had. men minder bewaarkosten, minder uit val en beter kwaliteit. Bij de Goudreinette ziet men ongeveer hetzelf de beeld. Gezien de lengte van het artikel gaan we op de resultaten in de Betuwe slechts terloops in. De uitkomsten zijn in dat gebied minder gunstig dan in Zeeland. Dat komt vooral door lagere pro duktie per ha. De middenprijzen zijn in de draag- jaren lager, doch in de beurtjaren hoger. Opmerkelijk is echter dat de beroemde Betuw- se Goudreinette, over 1958 en 1959 gerekend, met een verlies van 750 per ha het ras was mei de ongunstigste uitkomsten. Waarbij we direct op moeten merken dat het niet juist is om de appels van 5070-jarige Goudreinette-bomen te vergelij ken met die van 56-jarige Golden Delicious. (Zie verder pagina 103.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 15