Dr. MANSHOLT ZEGEVIERDE
De opbrengst van akkerbouwgewassen
71
NIEUWE STAP VOORWAARTS
BELANGRIJK VOOR HOUDERS
VAN VOEDERBIETEN
VLASCERTIFICATEN NA 1 MAART
1962 ONGELDIG
Laatste mogelijkheid tot inlevering
Oogst 1961
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
Een reeks besluiten op landbouwgebied heeft
het mogelijk gemaakt de Europese Economi
sche Gemeenschap zijn tweede étappe te laten in
gaan. (In totaal is voorzien in drie étappes, elk
van vier jaar).
Op 1 juli van dit jaar treden reglementen in
werking voor een reeks belangrijke landbouw-
produkten, waarmee een overgangsperiode voor
de landbouw begint van zeven en een half jaar.
De aanpassing van de nationale wetgeving in onze
zes landen betekent dat er een grote vereenvou
diging komt vergeleken bij de bestaande toestand.
De Europese Gemeenschap is op landbouwgebied
aangekomen op het punt waar wij vier jaar ge
leden waren met de industrie. De nu genomen
besluiten zijn gebaseerd op wat in juni 1960 werd
gepresenteerd als het „plan-Mansholt", zo ge
noemd naar de vroegere Nederlandse minister van
Landbouw die in 1958 vice-voorzitter werd van de
Oommissie van de Europese Economische Gemeen
schap.
Voor de moeilijkste landbouwpunten zijn oplos
singen gevonden in de volgende richting:
FINANCIERING (eerste drie jaar)In afnemen
de mate volgens de in het E. E. G.-verdrag opge
nomen verdeelsleutel die geldt voor de algemene
begroting; in toenemende mate uit de opbrengst
van de heffingen, een en ander met een plafond
(dat voor Nederland is bepaald op 13%).
PRIJSTOENADERING: Eerste nieuwe prijzen
vast te stellen vóór 1 april 1963, geldig voor de
periode vanaf 1 juli. Vervolgens elk jaar prijs
vaststelling vóór 1 september, geldig voor het vol
gende jaar.
ONTSNAPPINGSCLAUSULE. Bij ernstige moei
lijkheden zijn beschermende maatregelen toege
staan. Binnen vier dagen volgt een beslissing van
de E. E. G.-Commissie met mogelijkheid van be
roep op de Raad. Het beroep heeft geen opschor
tende werking op het Commissiebesluit, behalve
voor granen (voor een periode van tien dagen).
Voor groenten en fruit kan men alleen de Com
missie om toestemming vragen voor het nemen
van beschermende maatregelen, met een mogelijk
heid van beroep op het Hof van de Europese Ge
meenschappen.
Wij komen op een en ander in ons volgend num
mer uitvoeriger terug.
DE vergelingsziekte kan in de suikerbietenteelt
ernstige opbrengstdepressies veroorzaken en
heeft in het verleden veelal grote, schade berok
kend.
In verband hiermee Is er sinds 1961 in bepaalde
delen van Nederland, ook in de provincie Zeeland,
een vergelingszïekte-verordening van kracht, op
grond waarvan het verboden is n& 1 april bieten
of restanten Aan bieten in voorraad te hebben,
waarop blad of spruiten voorkomen.
Dit verbod heeft in de eerste plaats betrekking
op bieten in kuilen of schuren, maar geldt even
eens voor restanten, zoals bietenkoppen in wei
landen, op erven, op mestvaalten enz.
Het is gewenst om in het voederplan nu reeds
rekening te houden met het bestaan van deze ver
ordening door er naar te streven de voederbieten
vóór 1 april te vervoederen. Wanneer men na deze
datum nog bieten wil aan houden, zal men ervoor
moeten zorg dragen dat deze steeds geheel spruit-
vry zijn. Er zij nog op gewezen, dat men niet aan
de eisen voldoet, wanneer men gesproten bieten
opslaat in schuur of koelcel.
Het vorige jaar is als gevolg van verschillende
omstandigheden de controle laat uitgevoerd, maar
men dient er ernstig rekening mee te houden, dat
de controlerende instantie dit jaar volledig de hand
zal houden aan de gestelde datum.
UET blijkt, aldus deelt het Ministerie van Land-
bouw en Visserij mee, dat nog niet alle in
omloop gebrachte certificaten, welke ten doel
hadden financiële steun te verlenen bij de binnen
landse verwerking van vlas van de oogst 1958 en
1959, bij het Voedselvoorzienings- en verkoop
bureau zijn ingeleverd.
Het Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau
Rooftkade 1, Den Haag, is gemachtigd tot uiterlijk
1 maart 1962 de vlascertificaten in ontvangst te
nemen. Na die datum verliezen de niet ingeleverde
vlascertificaten hun geldigheid en kunnen ze niet
meer worden geaccepteerd en uitbetaald.
Door het beëindigen van Üe regeling zullen met
onmiddellijke ingang bij de uitvoer van vlas geen
certificaten meer behoeven te worden overgelegd.
DE slag van Brussel is ten einde. Beslissingen zijn door de Ministers genomen. Dc Euromarkt Is
gered en kan verder. Vele hoogwaardigheidsbekleders in de zes landen van de E. E. G. spraken
bun voldoening uit over het bereikte resultaat, dat na moeizaam overleg tot stand is gekomen. Wij
kunnen deze voldoening van harte delen, want ongetwijfeld zal de overeenstemming om een begin to
maken met een gemeenschappelijk landbouwbeleid belangrijke stap zijn om de eenwording Aan West-,
Europa te verwezenlijken.
Dat de besprekingen zo lang geduurd hebben heeft misschien op de buitemvereld een indruk ge
maakt van zAvakte. Maar wie weet hoe ingeAvikkeld het is om het landbouAvbeleid, dat in de zes landen
sterk van elkander verschilt, tot een eenheid te smeden, kan slechts beAvondering opbrengen, dat OA_er-<
eenstenuning mogelijk bleek. Wij hopen uitvoeriger op de genomen besluiten terug te komen en dan
de invloed ervan op het eigen landbouwbeleid na te gaan. De officiële tekst van alle beslissingen wordt
op het ogenblik in Brussel uitgeAverkt en deze dient eerst ter beschikking te zijn. Vast staat, dat do
Nederlandse delegatie zeker positieAre resultaten heeft bereikt al heeft zü natuurlijk concessies moeten
doen.
In ieder geval mag het Nederlandse lid van de Europese Commissie, Dr. Mansliolt, gelukgewenst
worden, Avant men kan hem gerust de geestelijke vader van het aanvaarde beleid noemen. Met grote
deskundigheid en vasthoudendheid heeft hy de voorstellen verdedigd en hii zas dit in crotp. liinen met
succes bekroond;
UET Centraal Bureau voor de Statistiek heeft thans uitkomsten bekendgemaakt van de definitieve
oogstraming 1961. Er wordt daarbij wederom gewezen op het feit, dat de cijfers alleen op de
hoeveelheden betrekking hebben en derhalve geen aanwijzingen geven omtrent de kwaliteit van de
geoogste produkten.
_De totale tarweproduktie daalde tot ruim 482000 ton; een vermindering t.o.v. 1960 met 18%, welke
werd veroorzaakt door een teruggang in het areaal (3 maar ook door een lager rendement.
Belangrijk is hier zeker de verschuiving welke zich voordeed van winter- naar zomertarwe als gevolg
van de sléchte weersomstandigheden omstreeks de jaarwisseling 1960/'61.
Overeenkomstige verschuivingen deden zich bij gerst voor. Door de sterke uitbreiding van de opper-,
vlakte zomergerst met 36700 ha, steeg de totale gerstopbrengst tot 385100 ton (stijging 32%).
Een stijging van 12 in de totale opbrengst (431280 ton) van haver valt waar te nemen, waartoe
zowel een uitbreiding van het areaal 8 als een verhoging van het rendement bijdroeg.
De rogge-opbrengst (301100 ton) was zeer teleurstellend; de eerdergenoemde weersomstandigheden
deed het areaal in vergelijking met vorig jaar met 32400 ha dalen, terwijl ook het rendement met 17 +j
terugliep.
Voor de oliehoudende gewassen kan gewezen worden op een stijging in de opbrengst van karwijzaad
(+173%) en kanariezaad (+541%), welke voornamelijk zijn toe te schrijven aan de buitengewoon
sterke stijgingen in de geoogste oppervlakten.
De totale opbrengst van consumptie-aardappelen (exclusief uitval) verminderde tot 1888200 ton, een
daling van 6% t.o.v. 1960. Enerzijds verminderde dé geoogste oppervlakte met 14300 ha (—15%),
anderzijds steeg het rendement met 11%.
Van fabrieksaardappelen daalde, ondanks een uitbreiding van de teelt met 2000 ha, de totale opbrengst
tot 1259790 ton (—1%).
De oppervlakte suikerbieten verminderde met ca. 7700 ha 8 hetgeen mede de totale opbrengst
(3854400 ton) in vergelijking met I960 met 18 deed dalen.
De totale opbrengst van zaai-uien bedroeg 156600 ton, hetgeen in vergelijking met 1960 een toeneming
van 1 betekent, hoewel het areaal met 721 ha 14 verminderde.
De gemiddelde cstro-opbrengsten waren over het algemeen lager dan in 1960_
UITKOMSTEN DEFINITIEVE OOGSTRAMING
1961')
Geoogste Totale opbrengst
opper
1961
vlakte
(1960
1961
1960
1961
100)
GRANEN
lia
ton
Tarwe
122827
589687
482130
82
waarvan
wintertarwe
39453
434088
155809
36
zomertarwe
83374
155598
326321
210
Rogge
119419
460419
301069
65
Gerst
102515
291012
385077
132
waarvan:
wintergerst
7378
44361
25531
58
zomergerst
95137
246652
359546
146
Haver
122948
386591
431280
112
Mengsels van granen
52725
135153
161719
120
PEULVRUCHTEN
Groene erwten
17754
81576
64636
79
Schokkers
4315
29548
15237
52
Kapucijners en
grauwe erwten
1840
5285
5922
112
Bruine en witte bonen 4232
9031
8620
95
Veldbonen
1263
3511
3491
99
OLIEHOUDENDE EN
VEZELGEWASSEN
Koolzaad
3924
7870
9834
125
Blauwmaanzaad
449
2296
462
20
Karwijzaad
4144
2205
6011
273
Mosterdzaad
166
261
223
85
Vlas
21663
ongerepeld
202775
172641
85
gerepeld
142122
124063
87
lijnzaad
22754
19161
84
Kanariezaad
1078
359
2301
641
KNOL-, BOL- EN
WORTELGEWASSEN
Consumptie-aardapp.
(incl. poot- en
voederaardappelen)
incl. uitval
excl. uitval
w.v. op kleigrond
incl. uitval
excl uitval
op zand- en
veengrond
incl. uitval
excl. uitval
Suikerbieten
Suikerbietenkoppen
en -blad'
Voederbieten
Zaai-uien
80872
2705195
2291920
85
1998451
1888211
94
48798
1579213
1437649
91
1147980
1218600
106
32074
1125982
854271
76
850-471
669611
79
84791
4675957
3854430
82
60793
2108606
1970131
93
34092
3316093
2588160
78
4438
155104
156640
101
STRO van:
Tarwe
waarvan
wintertarwe
zomertarwe
Rogge
Gerst
waarvan
wintergerst
zomergerst
Haver
Mengsels van granen 52273
Groene erwten 17519
Schokkers 4245
Kapucijners en
grauwe erwten 1838
Bruine en witte bonen 4115
Veldbonen 1237
Kanariezaad 1078
122041 551410 536220 97
3900O
83041
117891
100429
7221
93208
121847
376021 162052 43
175389 374168 213
664881 519266 78
168752 264235 157
38081 24801 65
130671 239435 183
403647 459939 114
127505 165466 130
43083 38136 89
17565 9436 54
3432 4499 131
5373 5803 108
3782 3336 88
755 5126 679
Geoogste oppervlakte en opbrengst per ha
gemeten maat.