De consequenties
LANDBOUWWERKTUIGEN-^
TENTOONSTELLINGS-
NUMMER
J
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
:-,::ma 22 ifm
1882
HET LANDBOUWWERKTUIG
Frankering bij abonnement: Terneuzea
50e Jaargaijg No. 2614
iblad
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland1
DE tijd waarin we thans leven gunt
echter noch de boer noch de in-
ustrieel voldoende gelegenheid tot
aanpassing aan de veranderingen, die
als een continue-stroom het econo
misch leven binnendringen en het
anzien ervan voortdurend verande
ren. Het leven is gedynamiseerd en de
rustpauze is een abnormaal verschijn
sel een revolutie geworden.
In de Westerse samenleving neemt
de landbouw geen geïsoleerde plaats
meer in, maar is zo zeer ingevlochten
in het gehele economische netwerk,
dat gebeurtenissen in een andere be
drijfstak of in een ander werelddeel
ook doortrillen in het economisch han
delen van boer en tuinder.
Maar ook op het engere terrein van
de landbouwkunde en van de land
bouwkundige toepassing van de tech
niek zelf is de ontwikkeling zó snel
dat geen enkele nieuwe vinding de
gelegenheid krijgt voldoende door te
dringen, maar reeds lang vóór dat
moment doorkruist wordt door weer
andere ideeën, machines en technie
ken.
Aan de mens van vandaag wordt
niet meer gevraagd „zich aan te pas-
~en aan gewijzigde omstandigheden",
aar zich vertrouwd te maken met
e gedachte „wat vandaag wordt ver-
"euvvd, is morgen weer verouderd",
et lijkt wel of alleen de verandering
og blijvend is.
Dit alles vraagt een mens en ze
er een ondernemerstype ook in de
andbouw dat op veranderingen is
ngesteld en zelfs zoekt naar steeds
-eer andere mogelijkheden en steeds
weer nieuwe kansen overweegt. Dy
namische boeren en tuinders dus ter-
wille van blijvende bestaansmogelijk
heden in de landbouw.
|\E dynamiek verhoogt de risico's
van het ondernemen. De techni
sche ontwikkeling mondt uit in steeds
ogere investeringen, terwijl de snel-
eid van de ontwikkeling de kansen
p te vroeg of te laat verrichte in
vesteringen of op verkeerd gerichte
investeringen verhoogd. Deze toene
mende onzekerheden noodzaken tot
een zó snel mogelijk terugverdienen
van het vermogen, dat in het bedrijf
en in de diverse bedrijfsonderdelen is
gestoken.
Deze spanning zoekt een uitweg in
drie richtingen
le." Beperking der investeringen tot
het hoogst noodzakelijke.
2e. Verbetering van de rentabiliteit
door rationalisatie van bedrijf en
bedrijfsvoering tot het uiterste.
3e. Vermindering van de risico's.
IN de praktijk kunnen we deze uit
wegen verschillende concrete
vormen zien aannemén;
A. BEPERKING VAN HET
AANTAL PRODUCTIE -
RIC HTINGEN TOT DE MEEST
RENDABELE
Hei machinepark kan hierdoor be
perkt blijven, terwijl het risico van
DE ontwikkeling van het economisch leven heeft zich in
het verleden lange tijd gekenmerkt door een betrek
kelijke rust, zo mi en dan echter onderbroken door schoks
gewijze veranderingen, zoals de ontdekking van nieuwe
werelddelen, goud- en zilver vondsten, oorlogen en epide
mieën. Ook de ontwikkeling van de techniek vond aanvan
kelijk schoksgewijs plaats. Hieraan herinneren begrippen
als industriële revolutie en agrarische revolutie.
Het kenmerkende hiervan is, dat elke verandering in de
situatie meestal in een hierop volgende periode kon uit
werken en alle deelnemers aan het economisch leven de tijd
kregen zich voldoende aan de wijzigingen aan te passen.
Tussen de landbouw en de andere delen van het econo
misch proces bestaan in dit opzicht geen principiële ver
schillen, hoogstens in tempo. Bleven de effecten van de
ontdekking van nieuwe landen van goud- en zilvervond
sten en van epidemieën grotendeels tot de steden beperkt,
de oorlogen met plunderende huurlegers troffen vooral de
bewoners van het land. En cok al zijn de toepassingen van
de ploeg en van de kunstmest niet zo spectaculair en de
fantasie prikkelend als die van de stoommachine of de
elecfriciteit, ze zijn in hun betekenis hieraan niet onder
geschikt.
de investeringen in de machines
wordt verminderd door de grotere
eenheden van de overblijvende pro-
ductietakken. De deskundigheid en
de arbeidsvaardigheid kunnen wor
den verbeterd of op zijn minst wor
den gehandhaafd, terwijl de belang
stelling door de geringere noodzaak
tot spreiding kan worden gestimu
leerd.
Hoewel een ontwikkeling in deze
richting kan worden waargenomen,
wordt ook veelvuldig het bezwaar
van „te weinig ijzers in het vuur"
gehoord, waardoor de risico's van
ziekte onder vee of gewas, weer-
risico's en ook markt-risico's te wei
nig gespreid' zijn. Tegenover de kan
sen van tegenvallers staan dan te
weinig waarschijnlijkheden van mee
vallers. In die sectoren, waar be
paalde risico's minimaal zijn, zoals
het marktrisico bij produkten waar
van de prijzen van overheidswege
worden gegarandeerd of op de een
of andere wijze worden beïnvloed, is
specialisatie van de bedrijven in die
richting voor de hand liggend.
Voor het overige ontstaat het pro
bleem van het zoeken naar wegen om
het risico over te dragen, dan wel
om deze op de een of andere wijze te
spreiden zonder het voordeel van
specialisatie te verliezen.
Een mogelijkheid tot risico-over
dracht zien we in de zogenaamde
„verticale integratie", die vooral in
de pluimveéhouderij en in de var
kenshouderij opgeld doet. De risico
overdracht is hier gekoppeld aan de
financiering. Afhankelijk van de in
houd der contracten is een vergaan
de uitholling van de ondernemers-
functie tot die van bedrijfsleider niet
denkbeeldig.
Spreiding van het risico kan wor
den bereikt door nauwe vormen van
samenwerking met andere boeren,
waardoor meerdere produktietakken
kunnen worden gehandhaafd doch
ieder van grotere omvang. Daar dit
een aanmerkelijke vermindering van
de zeggenschap der individuele boe
ren terwille van de samenwerkings
vorm inhoudt, is van een ontwikke
ling in deze richting nog weinig te
bespeuren.
Niettemin moet deze consequentie
van de noodzaak tot verdere ver
laging der produktiekosten niet wor
den verwaarloosd
Het zelf blijven' dragen van de ri
sico's is uiteraard ook mogelijk mits
de rentabiliteit voldoende is. Zolang
een beperkte groep tot dergelijke
rationalisatie-maatregelen overgaat
kan dit inderdaad het geval zijn. Zo
dra echter de verlaging van de pro
duktiekosten op een dergelijke wijze
tot stand gebracht algemener in de
landbouw plaats vindt, komen de
baten ervan ten goede aan de con
sument door een lager prijsniveau.
B. HANDHAVING VAN HET
BOUWPLAN
DIT is mogelijk op de zeer grote
bedrijven, waar de afzonderlijke
eenheden voldoende groot zijn om
verantwoord te mechaniseren, De
kleine en grote bedrijven kunnen de
investeringen voor de mechanisatie
verminderen en de risico's overdra
gen of spreiden door voor verschil
lende werkzaamheden een loondor-
ser te hulp te roepen, dan wel lid te
worden van een werktuigencoöpe
ratie of samen met een aantal boe
ren gemeenschappelijk werktuigen
aan le schaffen en te gebruiken.
(Zie verder volgende pagina.).