Toekomstverwachting of niet?
De E. E. G.-besprekingen rond
de Landbouw
Frankering bij abonnement: Terneuzen
ZATERDAG 6 JANUARI 1962
50e Jaargang No. 2613
..Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland"
VERSTMIS, Oudjaar en Nieuwjaar zijn voorbij
en we beginnen ons zelfs al niet meer te ver
gissen en schrijven 1962 in plaats van 1961, zoals
dit de eerste januaridagen nog wel eens gebeurde.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zond ons een zilveren mededelingenblad
met allemaal Kerstafbeeldingcn. Één van onze
kleine jongens, die het doorkeek, merkte op, dat
ze allemaal zo rijk getekend waren.
Wat bedoel je daarmee, moest ik weten, want
ik had die opmerking zo maar niet door.
Jozef en Maria waren toch arm, zei hij De
eenvoud van Kerstmis en de welvaart der wereld
hebben blijkbaar altijd gecontrasteerd.
Er is ditmaal tijd geweest om na te denken, zoals dat rond de jaarwisseling
hoort. Doch velen, zelfs op ons platteland, dat rustig heet te zijn, ontbreekt
de tijd ertoe. Zelfs kleine kinderen vertellen ons al dat ze geen tijd hebben,
'tis dan net als met het geld somtijds, het geld heeft ons Of nu in dit geval:
de tijd heeft ons Neem toch nog maar de tijd om een stukje als dit te lezen;
't is geen lange preek als overdenking van een geheel jaar.
Den jaar waarin het kwade het goe
de wel overheerste; waarin namen
als Berlijn, Finland, Algerije, Laos,
Kongo, Katanga, Koeweit en Goa ons
voorkomen als pikzwarte felle vlek
ken in een donker geheel en waar om
Ixi dit nummer
ouder nieter
Zeeuwse agenda en mede-
Nieuw-Guinca zelfs een oorlog dreigt.
Een jaar, waarin leiders beloften
schonden, het hoe en waarom in de
wereldpolitiek ons overweldigt, de leu
zen en halve waarheden ons blind
schreeuwen en de afstomping voor
dit alles steeds groter dreigt te wor
den. Konden we ons nog maar con
centreren op de kleine kring van het
eigen bedrijf. Doch deze beslotenheid
hebben we verloren; door verkeer,
telefoon, radio en televisie zijn we, al
wonen we achter in de polder, opge
nomen in de jacht en de problema
tiek van deze vaak bezeten tijd. We
hebben mee te worstelen in een ar
beidsmarkt, mee te strijden om me
chanisatie- en financieringsproblemen.
DUST zal ons hebben doen beden-
ken dat het verlopen jaar 1961 een
verademing heeft betekend voor me
nige boer na de droogte van '59 en
de waterovermaat van '60, zij het dat
deze laatste helaas dit voorjaar het
Noorden van onze provincie nog teis
terde. Want dit jaar moge dan weer
zeer veel regen opgeleverd hebben, de
verdeling ervan over het jaar heeft
in het algemeen een redelijk verloop
der werkzaamheden mogelijk gemaakt
en menige oogst is behoorlijk terecht
gekomen.
Het feit van het jaar was het slui
ten van het Veerse Gat en daardoor
de totstandkoming van het Drie-eilan-
denplan. De manifestaties van de
Kling Noord-Beveland te Wissenker-
ke werden erdoor mogelijk en zij
slaagden.
Wanneer U dit leest, zult U mis
schien iets meer weten over de voor
uitzichten in de E. E. G. Nu rond de
jaarwisseling is er maar weinig per
spectief. De gewone man zai uit al
deze verwarring een weinig gunstige
indruk verkrijgen. Misschien dat het
momenteel gestrande schip een baken
in zee kan zijn voor een betere vaart.
MET Kerstmis hebben de machtheb-
bers der aarde de mond vol ge
had met het woord „vrede"' en de
wereldbevolking snakt naar wereld
vrede. Het wonder van Kerstmis
wacht ieder jaar weer op zijn toe
passing. Tevergeefs dan? Neen. Het
veertiende couplet van ons Wilhel
mus, dat wij als derde plegen te zin
gen, zegt ons:
Tot God wilt U begeven,
Zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome Christen leven;
't zal hier haast zijn gedaan
De wereldvrede is echter niet het
zelfde als de Godsvrede, die ons men
sen geschonken kan worden. Het
Kind in de kribbe wildé
onder mensen wonen
der mensen broeder zijn
Met God wilt G' ons verzoenen,
tot God heft G' ons omhoog,
en onder millioenen
hebt Gij ook mij in 't oog.
G.
dolingen op
pag 2 en 4
Commentaar op de garan
tieprijzen 1962 pag. 5
I Op de twee tuinbouwpagi-
na's gegevens over de eon-
tractteelt van erwten en
bonen voor de conserven-
industrie on enige voorlo
pige indrukken over nieu
we appelrassen pag 6 en 7
9
„Loopstallen voor uw
rundvee", het vervolg van
liet artikel over de vraag
wat gaat U bouwen voor
uw rundvee? pag. 8 en 9
i Het Zeeuwse,Landbouw
bedrijf in januari pag. 10 en 11
I We zijn achter gekomen
met de verslagen van de
paardenkeuringen. Deze
week het verslag over de
keuring te Steenbergen
Pag. 12
I Wist U dat? en Zaadteelt-
f lit sen pag. 13
Gegevens over aardappe
len, granen, zaden en peul
vruchten op pag. 15
JJITDAGEN
Boekhoudbureau
der Z. L. M. pag. 2
BIJ het uiterst complexe verschijnsel van de Europese eenheid in wording,
kan men een opsomming geven van gemaakte vorderingen, maar even
goed een register aanleggen van gemiste kansen. In ieder geval valt niet te
ontkennqi, dat het proces van de Europese samenwerking ten achter blijft en
steeds meer ten achter dreigt te blijven bij de dynamiek van het huidige
wereldgebeuren.
Dit achter lopen bij de gebeurtenissen kan niet aan een gebrek aan poten
tiële kracht worden toegeschreven. Waarschijnlijk moet de oorzaak ervan
vooral in geestelijk falen worden gezocht."
Aan deze zinnen, die Prof. Dr. P. J. Bouman in zijn boek „Vijf stromenland"
schreef, moesten wij denken, toen wij van het geharrewar lazen en hoorden
van de E. E. G.-Ministers, die rond de jaarwisseling te Brussel in een laatste
konferentie bijeen waren, teneinde regels vast te stellen voor een gemeen
schappelijk landbouwbeleid.
Een geharrewar, waar de delegaties van de zes landen niet uit konden
komen, zodat het besluit om van de eerste naar de tweede étappe over te
gaan niet vóór 1 januari 1962 genomen kon worden. En het treurige is, dat
wij werkelijk dit oneens zijn moesten wijten aan een geestelijk falen. Want
wanneer men werkelijk een Europese eenheid wil, dan kan het niet anders
of er zullen in het ekonomische vlak door allen offers gebracht moeten wor
den en men zal bovendien gemeenschappelijke regelingen moeten willen prefe-
behoudenVen u^s*u^enc* ze^ doen en zelf de volledige zeggenschap willen
In dit opzicht komt ons de Duitse houding het meest teleurstellend voor,
daar het duidelijk blijkt, dat de Duitsers het liefst aan hun eigen landbouw-
en voedselverzorgingsplan met een eigen marktverordening willen vasthou
den, waarbij dan de partnerlanden van de E. E. G. in het kader van dit ver
zorgingsplan de aanvullingen mogen leveren, mits tegen prijzen, die do eigen
markt niet verstoren.
Het is duidelijk, dat wanneer deze mentaliteit hoogtij blijft vieren, er van
een werkelijk gemeenschappelijk landbouwbeleid niets terecht komt en wij
dan hoogstens in een vergrote uitgave van de Benelux verzeild raken.
Uit dit verwijt aan do Duitse delegatie, mag niet de konklusie getrokken
worden, dat de andere delegaties allen van gemeenschapszin blaken en hun
eigen belangen op. de achtergrond schuiven.
Voor Frankrijk is kennelijk een re
geling van het graanprobleem het
belangrijkste punt. voor Italië een
vrij handelsverkeer voor groente en
fruit, terwijl de belangen van expor
terend Nederland parallel lopen met
een zo spoedig mogelijk vrijhandels-
verkeer op het terrein van de ver
edelde produkten, de zuivel en de
groente en het fruit.
KEIHARDE STRIJD.
DE vraag, voor onze Nederlandse
Landbouw van belang, is, in hoe
verre de eigen Ministers in de kei
harde strijd, waarin compromisvoor
stellen van de zijde van de Europese
Kommissie niet van de lucht zijn, het
hoofd koel houden. Niet toe te geven
waar het vitale belangen en oplossin
gen betreft, die volkomen ingaan
tegen de geest van het Verdrag, het
welk immers het stichten van een Ge
meenschap tot doel heeft.
Een gemeenschap, waarin wij uit
eindelijk voor elkanders produktie
verantwoordelijk zullen moeten zijn
en waarin wij ons aan gemeenschap
pelijke maatregelen zullen moeten on
derwerpen, die in het belang van
allen en van het geheel getroffen zul
len moeten worden.
Een dergelijke houding houdt in,
dat men natuurlijk met tijdelijke na
delen rekening zal moeten houden,
maar waarin deze nadelen ook voor
gemeenschappelijke rekening dienen
te worden gebracht en deze niet mo
gen leiden tot onherstelbaar verlies.
De hardheid van de strijd, waarbij
wij op dit moment van schrijven be
wondering hebben voor het volhou
den van onze Ministers Marijnen en
De Pous, die reeds heel wat nachturen
Zie verder pagina 3