Aardappel wetenswaardigheden
15
GRANEN, ZADEN EN PEULVRUCHTEN
ZATERDAG 6 JANUARI 1963
UIT de mededelingen behorende bij de agenda van de op 3 januari j.l. gehouden openbare be
stuursvergadering van het Produktschap voor Aardappelen, blijkt onder meer dat zowel de
noteringen als omzetten op de termijnmarkt in aardappelen de laatste maand een sterk wisselend
beeld heeft vertoond.
De gemiddelde weeknoteringen voor gedane
zaken op april 1962 in guldens per 100 kg en de
weekomzetten laten de volgende cijfers zien:
prijs in guld. omzet in tot.
Ie week sept. 14,75 5.000
2e okt. 15,40 1.000
le nov. 14,70 7.000
4e nov. 14,45 7.500
5e nov. 13,61.000
le dec. 11,55 30.000
2e dec. 12,55 15.000
De prijsschommelingen zijn niet gevolgd op de
effectieve markt. De geringe prijsdaling die zich
daar heeft voorgedaan (circa ƒ0,50 per 100 kg)
is waarschijnlijk ontstaan door de ongerustheid
die de termijnmarkt veroorzaakte, waardoor het
aanbod op de effectieve markt toenam. De prijs
beweging op de termijnmarkt wordt door het be
drijfsleven algemeen toegeschreven aan specula
tieve manipulaties die met de werkelijke markt
situatie weinig verband houden.
WAT de exportkansen betreft zijn de vooruit-
zichten voor het komende voorjaar, aldus
de mededelingen, nog onzeker. De indruk bestaat
thans dat de kans dat Engeland import zal toe
staan nog kleiner is geworden.
In Zweden is enige vraag naar Nederlandse
klei Bintje ontstaan en de eerste coasters zijn in
middels reeds verladen.
West-Duitsland zal vermoedelijk ook in de ko
mende wintermaanden de grootste afnemer blij
ven. De laatste tijd konden naar dit land weer
wat meer kleiaardappelen worden uitgevoerd;
het aandeel van de kleiaardappelen was in decem
ber 40 a 50 tegen 25 een maand daarvoor. Dit
land heeft dit seizoen de meeste invloed op ons
prijspeil uitgeoefend en zal dit vermoedelijk ook
in de komende maanden doen.
In de Amerikaanse landen wordt nogal concur
rentie ondervonden, vooral van de Noordameri-
kaanse landen. Onze afzet naar dit werelddeel
loopt de laatste jaren geleidelijk terug. De uit
voer naar de Aziatische landen verloopt naar
wens.
Het is niet uitgesloten dat de aanvoeren van
vroege aardappelen uit het Middellandse Zee
gebied en de eilanden in de warme golfstroom,
die binnen enkele maanden begint, in 1962 weer
groter zal zijn dan voorgaande jaren. In dit ver
band wordt gewezen op Egypte, dat in 1957 nog
maar 40.000 ton uitvoerde tegen 90.000 ton in 1959
en 130.000 ton in 1960. Ook andere landen leggen
zich, zij het in mindere mate, meer op de export
van vroege aardappelen naar West-Europa toe.
Een en ander geeft geen aanleiding te veronder
stellen dat de marktsituatie in de komende maan
de grote veranderingen te zien zal geven.
RASSEN VERSCHUIVING
„NIET VROEGE AARDAPPELEN"
Zeekleigebied. In het zuid-westelijk kleigebied
(prov. Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant)
is in totaal 22.000 ha kleiconsumptie-aardappelen
in 1961 geteeld, ofwel rond 60 'o van het totale
areaal in het gehele land. De rassenverschuiving
in procenten gedurende de laatste 3 jaren laat
onderstaand staatje zien.
Oppervlakte per ras niet vroege consumptie
aardappelen in het zuid-westelijk kleigebied in
procenten.
1961 1960 1959
Bintje 53 50 41
Eigenheimer 25 24 28
Furore 10 11 13
Meerlander 4' L> 4 4
Alpha 2 4 6l/a
Kleinere rassen 5', b 7 71.
100
100
100
Hieruit blijkt dus dat in het zeekleigebied de
Bintje nog steeds terrein wint. Het ras Alpha is
sterk teruggelopen, terwijl dit met Furore enigs
zins het geval is. Na de aanvankelijke teruggang
van het ras Eigenheimer is er het laatste jaar
weer een lichte stijging.
De aardappelen in liet bouwplan. De aardappe
len nemen onder de akkerbouwgewassen een
vooraanstaande plaats in en zijn als zodanig van
grote betekenis voor de bedrijfsvoering en het
inkomen van de telers evenals voor het instand
houden van het produktievermogen van de ak
kerbouwgronden.
In 1961 is 14,3 van de met akkerbouwgewas
sen beteelde grond met aardappelen beplant. De
vroege aardappelen die goeddeels op tuinbouw
bedrijven worden geteeld, zijn hierbij niet inbe
grepen. In 1958 was dit percentage 14,9 To, in 1948
23,3 en de vóór-oorlogse jaren 13Vb To
Sinds 1938 zijn er belangrijke verschuivingen.
Zo is in Groningen de teelt toegenomen, terwijl
in Friesland de teruggang meer dan circa 30
bedraagt. In Noord-Holland neemt de aardappel
teelt nog steeds toe maar in Zuid-Holland zien
wij een geleidelijke teruggang evenals in Zeeland,
terwijl de oppervlakte in Noord-Brabant en Lim
burg thans ongeveer weer op het vóór-oorlogse
peil staat. Opmerkelijk is tenslotte dat in de N. O.-
polder bijna een kwart van de akkerbouwgrond
met aardappelen wordt beteeld. Van de kleigebie
den is alleen in Friesland de aardappelteelt van
nog meer betekenis.
De ontwikkeling van de aardappelteelt wordt:
de laatste jaren in sterke mate beïnvloed door de
mogelijkheden van mechanisatie. De toename in
de N. O.-polder, Groningen en Noord-Holland
geven hiervoor duidelijke aanwijzingen. In deze
gebieden zijn relatief de meeste bedrijven die
zich goed lenen voor mechanisatie van de teelt,
het oogsten en de verwerking. Daarnaast spelen
ook andere factoren een rol, zoals de geschikt
heid voor de poterteelt, die geleidelijk aan steeds
meer in de Noordelijke provincies wordt uitge
oefend. Ook de structuur van de grond, die in de
zuidelijke klei-provincies soms minder goed is
(voormechanisatie), is van betekenis, terwijl bo
vendien nog moet worden gewezen op de afzet
mogelijkheden die voor zand-consumptie-aardap-
pelen kleiner zijn en daardoor een kleiner finan
cieel resultaat geven.
JN een nota, behorende bij de agenda van de openbare bestuursvergadering van het Produktschap
voor Granen, Zaden en Peulvruchten worden een aantal mededelingen gedaan betrekking hebbende
op deze produkten. Wij ontlenen aan deze mededelingen het volgende:
peulvrijchten.
In het prijsverloop van groene erwten, dat zich
reeds geruime tijd om de 37 per 100 kg blijft bewe
gen, komt nog maar steeds geen verandering. Welis
waar is de uitvoer niet onbelangrijk, doch de beschik
bare hoeveelheden zijn ruim voldoende om aan de
vraag te kunnen voldoen. Dit geldt in nog sterkere
mate voor de schokkers. De prijs van de handelspar
tijen schokkers benadert dan ook steeds meer de
prijs van voererwten. Een regelmatige aanvoer van
bruine bonen, over het algemeen van goede kwali
teit, kon steeds worden geplaatst voor prijzen rond
de 70 per 100 kg. De laatste weken "liep de vraag
iets terug, waardoor toen een prijs van 65 per 100
kg moest worden aanvaard. Kapucijners zijn iets
teruggelopen, doch kunnen in het algemeen nog wel
voor 36,50 per 100 kg worden afgezet.
termijnm arkten
in peulvruchten te rotterdam.
Gedurende de maanden oktober en november 1961
werden op de termijnmarkt de navolgende contrac
ten van 10.000 kg groene erwten en schokkers af
gesloten
Groene erwten Schokkers
Oktober 1961 29 94
November 1961 24 88
Totale omzet: 530 ton groene erwten;
1.820 ton schokkers.
aankoop van inlandse tarwe
door iïet v. i. b.
De handel werd in de periode 18 tot en met 22 dec.
j.l. in de gelegenheid gesteld inlandse trawe ten ver
koop aan te bieden aan het Voedselvoorzieningsin- en
verkoopbureau (V. I. B.) te 's-Gravenhage.
Voor tarwe van gezonde doorsneekwaliteit met een
vochtgehalte van 17 wordt door het V. I. B. bij af
lading van 1 tot en met. 7 jan. 1962 een prijs geboden
van 31,84 per 100 kg bij levering boordvrij binnen
land, welke prijs overeenkomt met ca 32,25 per 100
kg franco aan te wijzen pand. Aangezien bh* verkoop
rechtstreeks aan de meelfabrieken een hogere prijs
kon worden gemaakt, werd van de gelegenheid tot
verkoop aan het V. I. B. door de handel geen ge-
bruik gemaakt.
vergoeding voor inlandse tarwe,
welke boven de verplichte
bijmening wordt verwerkt.
De vergoedingen, welke op grond van de Heffings-
en vergoedingsverordening maalbedfijven 1958 wer
den vastgesteld, zijn:
per 100 kg.
15 oktober 4 november 1961 ƒ6,65
5 november 16 december "1961" „7,20
17 december 23 december 1961 7.50
24 december tot nader order 7,85
toeslag voor inlandse tarwe,
welke voor veevoeder doeleinden
wordt bestemd.
De toeslagen, welke op grond van de Heffings- en
vergoecflngsverordening maalbedrijven 1958 voor in
landse tarwe, welke na denaturatie voor veevoeder
wordt bestemd, bedroegen:
per 100 kg.
22 oktober 28 oktober 1961 ƒ4,95
29 oktober 4 november 1961 5,60
5 november 11 november 1961 5,85
12 november 25 november 1961 6,25
26 november 23 december 1961 7,25
24 december tot nader order 7,80
telerspr1jzen tarwe in
oktober en november 1961.
Blijkens een voorlopige berekening hebben de te
lers in oktober en november 1961 voor inlandse tarwe
van gezonde doorsneekwaliteit met een vochtgehalte
van 17 bij levering af boerderij gemiddeld de na
volgende prijzen kunnen maken. Ter vergelijking zijn
daarbij tevens de prijzen vermeld, welke voor die
maanden in uitzicht zijn gesteld.
gemiddeld gemaakte prijs, basis
in
maand
17
vocht
uitzicht
week
week
maand
gestelde
van
prijs
prijs
prijs
oktober
2— 7
29,65
9—14
29,85
29,80
29,80
16—21
29,85
23—28
29,85
november
30/10—4/11
29,95
6-11
30,10
13—18
30,25
30,30
30,15
20—25
30,45
27/11—2/12
30,70
Uit dit overzicht blijkt, dat de telers in oktober 1961
gemiddeld ongeveer de in uitzicht gestelde prijs heb
ben kunnen maken, terwijl in november 1961 deze
prijs met ƒ0,15 per 100 kg werd overschreden. De
situatie op de binnenlandse tarwemarkt heeft zich in
de loop van deze maanden zodanig ontwikkeld, dat de
vraag liet aanbod overtreft. Door de meelfabrieken
wordt momenteel een prijs betaald welke hoger is dan
de aankoopprijs van het V. I. B., met het gevolg dat
de telersprijzen voor inlandse tarwe regelmatig oplo
pen en de in uitzicht gestelde prijs nu ruimschoots
door de telers kan worden gemaakt. Verwacht mag
worden, dat het aanbod van inlandse tarwe in janua
ri 1962 wederom zal toenemen.
telersprijzen
brouwgerst in oktober 1961.
Volgens een voorlopige berekening werden door de
telers in de maand oktober 1961 voor boerenscbone
brouwgerst van gemiddelde kwaliteit, basis "17
vocht, bij levering af boerderij gemiddeld de navol
gende prijzen gemaakt. (in gld per 100 kg)
gemiddeld gemaakte prijzen,
maand basis 1.7 vocht
week van weekprijs maandprijs
oktober 30,05
27 29,90
9—14 30,00
16—21 30,10
23—28 30,20
In de maand oktober 1961 werden voor de inlandse
brouwgerst aan de telers belangrijk hogere prijzen
betaald dan in de vorige maanden, dit tengevolge
van dekkingsaankopen voor export. Tengevolge van
de exportmogelijkheden heeft afzet van brouwgerst
door de telers in een dermate hoog tempo plaats ge
vonden, dat na oktober 1961 praktisch geen brouw
gerst meer op de telersbedrijven beschikbaar was.
Hieronder volgt nog een overzicht van de pry zen,
welke in de belangrijkste brouwgerstgebieden in de
maanden augustus t/m oktober 1961 aan de telers
gemiddeld werden betaald.
(In gld. per 100 kg.)
augustus september oktober
Zuid-Holland 27,— 28.40 29,95
Zeeland 27.65 28.95 .30,
Noord-Brabant 28, 29,35 31,
aflevering door de telers van inland
se tarwe, oogst 1961, t/m november 1961.
Tot en met de maand november 1961 was door de
telers in totaal 295.300 ton inlandse tarwe aan de
graan- en zaaizaadhandel afgeleverd. Deze hoeveelheid
komt overeen met 65 van de totaal te verwachten
levering. Het vorig jaar was omstreeks hetzelfde
tijdstip ca 55 van de tarwe door de tèlers afge
leverd.
De laatste maanden is het tempo van aflevering
sterk vertraagd door de bietencampagne, alsmede
door het ploegen en het zaaien van wintergewassen.
Zie verder pagina 18