ENTHOUSIASME
EN IDEALISME....
"TfAN redactiewege kreeg ik voor dit Boerenjeugd-
nummer, waarin ter afwisseling deze keer het
Zeeuws Landbouwblad is opgenomen, een omlijnde
opdracht voor wat betreft mqn aandeel in het
„stukjes schrijven".
Ik had dus geen seconde tijd te besteden aan
het bedenken van de hierboven gedrukte kop. Be
nadering en uitwerking van het onderwerp bleek
echter des te moeilijker. Niet moeilijk zou het
geweest zijn wanneer ik me er met één zin van af
had mogen maken: „Tot bloei van de L. J. G. dient
ieder lid met enthousiasme en idealisme bezield
te zijn Puntuit
Omdat dit artikel echter aan een minimum aan
tal woorden gebonden was, kwam ik er zo ook niet
uit. Daarom stel ik U nu dus voor om samen
over dit onderwerp te gaan filosoferen. Met behulp
van (of „Ondanks" zo u wilt) enkele feiten, ge
gevens en persoonlijke meningen hieronder, verzoek
ik U üw eigen gedachtengang te volgen en uw
conclusie te toetsen aan myn voorbarige gevolg-»
trekking, zoals gesteld in de eerste alinea.
ENTHOUSIASME en idealisme...., me dunkt dat
*-• het nuttig is om eerst eens na te gaan wat deze
woorden precies betekenen. In het woordenboek
vinden we vlug dat „geestdrift" en „bezieling"
synoniem zijn met „enthousiasme". Met „idealisme"
ligt het iets moeilijker, het is namelijk niet met
één woord te verklaren. De omschrijving luidt als
volgt: „Het geloof aan een ideaal (modelbeeld, ge-
dachtenvoorstelling van iets dat de volkomenheid
nabij komt) en het leven overeenkomstig dat ideaal.
Wat hebben deze twee woorden nu met de
L. J. G. te maken
Velen van ons zullen zich niet meer de op
richtingsperiode van onze vereniging herinneren
1945; vijf donkere jaren van bezetting waren voor
bij; vijf jaren van geweld en ontbering, maar vooral
ook van verdrukking en vernietiging van persoon
lijke en gezamenlijke idealen; iedere soort van
enthousiasme dat de vijand niet aanstond werd op
brute wijze de kop ingedrukt. Een periode van ge
dwongen passiviteit op allerlei gebied was afge
sloten.
Logisch en begrijpelijk dat de geestdrift en de
behoefte van de landbouwjongeren om te trachten
nieuwe idealen te verwezenlijken resulteerden in
de oprichting van de Landbouw Jongeren Gemeen
schap in Zeeland. Men werd lid uit een persoonlijke
behoefte. Er werd gehoor gegeven aan de innerlijke
drang om gezamenlijk de gemeenschap te dienen,
in de ruimste betekenis van het woord. Alle leden
werkten met een gezond enthousiasme om te trach
ten de idealen, zoals ze stonden omschreven in de
doelstelling der vereniging, zover mogelijk te be
naderen. Naarmate echter de oorlogsjaren verder
achter ons kwamen te liggen, bekoelde het enthou
siasme en verbleekten de idealen.
Sommige lieden zeggen dat deze bekoeling en
verbleking de laatste jaren zélfs zover is gegaan
dat ze zijn gaan twijfelen aan het bestaansrecht
van de L. J. G. Persoonlijk zou ik het niet zo scherp
willen stellen. Maar toch wil ik U wel de vraag
voorleggen of onze idealen en het daarmee gepaard
gaande enthousiasme tegenwoordig niet te veel in
het persoonlijke, en daarmee ook materiële vlak
liggen. Zijn we niet te zeer begaan met onze eigen
individuele toekomst, om ook nog tijd en enthou
siasme te kunnen offeren aan het algemene belang
Zien we de L. J. G. niet te veel als een hulpmiddel
en steun om tot oplossing van onze eigen persoon
lijke problemen te komen Vergeten we dan dus
niet dat de L. J. G. (in tegenstelling tot een zakelijke
vereniging als bijvoorbeeld een coöperatie) een or
ganisatie is waarbij het naast het belang van de
vereniging op zich ook en vooral gaat om het dienen
van de maatschappij buiten het eigen verenigings
verband
Ook al zijn we het ons niet altijd bewust, we
hebben ook nog wel degelijk, zoals in 1945, ge
zamenlijke idealen. We hebben ook gezamenlijke
verantwoordelijkheden omdat we ook gezamenlijk
met een heleboel dingen te maken hebben, dat
moeten we ons ook bewust zijn. (Denk aan de
krantekoppen van alle dag: Communisme West
contra Oost Honger en voedseloverschotten
Rassendiscriminatie enzovoort.) Die bewustwording
kunèn we krijgen door het „actief" en „bewust"
deelnemen aan het L. J. G.-verenigingsleven. Als
we dat eerst en vooral doen kunnen we ook eens na
gaan denken over de opmerking zoals ik die vorige
week van een „oudere" te verwerken kreeg:
„Jullie hebben nog 10 vjjftig-megatonners nodig,
voor je es wakker wordt in die L. J. G.
T ATEN wij, zonder een „stimulans van vijf jaar
oorlog of van vijftig-megatonbommen de moed
en het enthousiasme opbrengen om idealen té stel
len en die trachten waar te maken. Hoe bescheiden
onze bijdrage ook in vele gevallen maar zal kunnen
zijn. Met genoeg geestdrift en daaruit voortvloeiend
doorzettingsvermogen zal er een L. J. G. ontstaan
waarop onderstaande anekdóte nooit betrekking zal
kunnen hebben;
„Een L. J. G.-'afdeling met 40 leden had volgens
bestuur, leden en deskundigen een prima gepland
programma. Het bestuur was volledig voor z'n taak
berekend. Men betaalde zonder morren contributie
en was tevreden met de gang van zaken. Kortom:
alle uiterlijke omstandigheden waren ideaal. Toch
nam maar 20% van de leden deel aan de bijeen
komsten en vergaderingen. Er was dus geen werke
lijke belangstelling. De geringe opkomst had tot
gevolg dat de activiteiten meestal niet slaagden. Dit
werkte een toenemende passiviteit van de leden en
een erger wordende negativiteit van het bestuur in
de hand. Naar aanleiding van een bestuursvoorstel
besloot men dan ook unaniem de afdeling op te
heffen."
En aldus geschieddeJammer, want het enige
wat deze op het eerste gezicht bloeiende afdeling
miste was enthousiasme en doorzettingsvermogen.
Wanneer bestuur en leden niet hadden geleden aan
de bekende „laksigheid", maar „gewerkt" hadden,
dan zou dit nooit gebeurd zijn.
Lezers, meerdere en andere aspecten He*-
treffende dit onderwerp zouden nog verdie
nen nader belicht te worden. Dat zou echter;
het verhaal nog maar verwarder maken.
Ik verzoek u daarom naar aanleiding van
het lezen van bovenstaande
eventuele hiaten aan te vullen,
uw gedachten te concentreren op de vraag
of enthousiasme en idealisme belangrijk
zijn in onze L. J. G.,
uw conclusie te toetsen aan die van mij,
gesteld in de aanvang van dit artikel
Houd daarbij echter in gedachten:
„WIE ENTHOUSIASME HEEFT
KAN ALLES DOEN
H. C. .VAN DER MAAS.
De provinciale voorzitter L. J. G. Zeeland H. C. van der Maas enthousiast bezig.