Enkele flitsen
van de Algemene Vergadering der Z.L.M.
HET kerstnummer van het Zeeuws Landbouwblad verschijnt, om er zeker van te zijn dat ons blad vóór
de kerstdagen al onze lezers zal bereiken, een dag eerder dan gewoonlijk en wordt deze keer reeds
donderdag ter post voor verzending afgegeven.
95*
Vervolg rede Voorzitter
LANDBOUWINDEXCIJFERS
OKTOBER 1961
WÊÊÊKÊÊm
WvümmmmtÊGm
ZATERDAG 23 DECEMBER 1961
ARBEIDSVOORZIENING
PR resten ons nog twee punten, arbeidsvoorzie-
ning en bodemstruktuur. Arbeidsvoorziening is
er nauwelijks meer; de arbeidsmarkt is als een
grabbelton en wie de grootste grijpvingers heeft,
klauwt het hardst. Elk nuchter mens, werkgever
of werknemer, vraagt zich af: „kan dit zo voort
duren?" De eerste tekenen van een weersverande
ring zijn waarneembaar, maar hoe snel naderen
de fronten, zal de invloed toenemen of zullen ze
afbuigen, over of dicht of ver langs ons heen
trekken. In dit klimaat dreigt een gegroeid en
waardevol iets, het officieel overleg van werk
gevers en werknemers aan kracht in te boeten; de
leden gaan twijfelen aan de waarde nog. Doch
laten beide partijen goed beseffen dat het kort kan
duren of men heeft elkaar weer nodig en laat men
er intussen voor zorgen dat de verhoudingen ver
troebeld noch verdaan worden.
STRUKTUURSCHADE EN
STRUKTUURDAG
HET is in ons werk steeds meer de gewoonte
geworden het beleid centraal te stellen; voor
de techniek reserveren we aparte bijeenkomsten.
Het is dan ook zeer goed gezien van een aantal be
drijfsverenigingen en studiegroepen komend voor
jaar een struktuurdag te organiseren. De bodem
struktuur dreigt de laatste jaren steeds meer een
knelpunt te gaan vormen op de bedrijven. Eens
deels is 't opvallend dat de gemiddelde regenval de
laatste 10 zomers met 25 is toegenomen en de
laatste 5 jaren totaal ook met een dergelijke hoe
veelheid. Anderzijds betekent de opgedreven zware
motorisatie en mechanisatie onder deze omstandig
heden, dat wij al onze percelen als wendakkers
gaan behandelen en we weten wat er wèl of liever
niet op een wendakker pleegt te groeien. Wat
struktuurschade betekent, heeft in het bijzonder
Sdhouwen het laatste voorjaar ondervonden. We
wachten nog steeds op voldoende hulp voor Schou
wen. Het fondsje, dat we hebben gesticht en dat
nog groeiende is, heeft hier en elders enkele nood
gevallen voorlopig wat kunnen opvangen en dat
is dan van onze zijde iets.
Wat in het algemeen struktuurschade is, heeft
de gehele provincie trouwens ondervonden na de
uitzaai van de wintertarwe dit najaar. Veel per
celen kampen met ondoorlatende plekken, mede
naweeën van 1960. Wy hebben als bodembewer-
kers er een verzwaring van een taak bijgekregen
en dat zal in de komende decennia bij toenemende
zware mechanisatie en eventueel blyvende toe
nemende regenhoeveelheden, veel van ons vergen,
t.w. speciale bodemstruktuurbewaking.
CEACHTE VERGADERING, 1900 jaren geleden
zéi Seneca dat de ganse eenheid van de wereld
bestond uit tweedrachten.
De mensheid heeft er in de 1900 jaren, welk
geloof of ongeloof men aanhangt niets anders
van gemaakt. We behoeven slechts om ons heen
tfe zien naar België, Algerije, Cuba, Laos, Kongo,
Goa, of waar ook, deze waarheid springt ons in
Het gezicht. Doch we weten tevens uit Markus 3
dat een huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, niet
kan bestaan.
Onze Prinses Beatrix heeft op 30 september jJ.
een toespraak gehouden te Toulouse voor Europese
jongeren en daarbij de jonge Europeanen voorge
houden dat zij menen dat de Internationale politiek
een zöak is tussen de Amerikanen en de Russen
en dat zjj daaraan niets kunnen doen. Doch zeide
zij: „wij hebben allen de neiging ons af te wenden
van die huidige vraagstukken, die enorm en over
weldigend zijn, en ons te verschansen achter een
muur van afzijdigheid en passiviteit. Passiviteit is
echter een vergrijp, zy is handlangster van het
verval en zou uiteindelijk onze toekomst vernieti
gen".
Deze woorden van onze Kroonprinses dienen ons
allen te raken. Wy hebben ieder een taak op de
plaats waar wy gesteld zyn en dan gaat het niet
in de eerste plaats om minder werken en meer
geld te verdienen we hebben trouwens niet ver
waarloosd daarover te spreken vandaag doch
om dienen. Dienen is moeilyk, het is niet onze aard.
Daarbij komt, zoals Franz Werfel het uitgedrukt
heeft, dat de wereld zich steeds meer op de begrip
pen rechts en links vastlegt en daarbij dreigt te
vergeten, dat er ook een boven en beneden geldt.
Daarom, wij hebben een taak, een grondslag, een
toekomst. Arbeidt daaraan voort, daarby: doe wèl
en zie niet om.
Dit legt aan de redakiie uiteraard beperkingen op ten aanzien van de mogelijkheid om nog veel copy,
over de algemene vergadering te kunnen opnemen. Het drukken en gereedmaken van dit nummer met een
oplaag van tenminste 8700 exemplaren vergt reeds van onze drukker, de Fa. P. J. v. d. Sande, de uiterste
inspanning.
Vandaar dat wij moeten volstaan met een kort overzicht van deze zeer druk bezochte ochtend- en
middagvergadering.
CONTINGENTERING SUIKERBIETEN
jWTA de opening deelde de algemeen voorzitter, de
heer M. A. Geuze, onder meer mede, dat het
dagelijks bestuur in de vóór de algemene ver
gadering gehouden vergadering van het dagelijks
bestuur zich beraden had over de wenselijkheid of
het komende jaar reeds tot contingentering van
suikerbieten zou moeten worden overgegaan. Dit
vraagstuk is door de Groninger Maatschappij voor
Landbouw in het K. N. L. C. aan de orde gesteld.
De record-oogst van het vorige jaar in ons land
van ca. 650.000 ton gaf een overproduktie van ca.
170.000 ton. Hiervan resteren momenteel nog ca.
70.000 ton. De oogst van dit jaar zal zeker niet
tegenvallen en een overschot van ca. 35 a 40.000 ton
wordt dan ookgeraamd. Met als gevolg een over
schot in totaal van ca. 110.000 ton dat boven de
markt „blijft hangen".
NIETTEGENSTAANDE deze grote overproduktie,
zo zeide de heer Geuze, heeft het dagelijks
bestuur gemeend het tot stand komen van een
suikerkcontingentering momenteel als te ingrijpend
af te moeten wijzen met als argumenten onder meer
de moeilijke administratieve voorbereiding en de
nogal .aanzienlijke kosten die hieraan verbonden
zouden zijn.
Als belangrijkste punt achtte het dagelijks be
stuur echter de omstandigheid, dat er nog on
voldoende inzicht bestaat in de toekomstige ont
wikkelingen in de E. E. G. en de eventuele gevolgen
hiervan voor de suikerbietenteelt in de „Zes". Het
bestuur achtte het niet raadzaam nu reeds maat
regelen te nemen.
Dit standpunt van de Z. L. M. zal aan het
K. N. L. C. ter kennis worden gebracht. Eerst in
K. N. L. C.-verband en later in het Landbouwschap
zal de uiteindelijke beslissing aangaande wel of niet
contingentering moeten vallen. Wel achtte het be
stuur het gewenst, dat de akkerbouwcommissie der
Z. L. M. nagaat hoe de met de contingentering
samenhangende verschillende problemen in de toe
komst het beste opgelost zouden kunnen worden.
Z. L. M.-BEGROTING 1962
TNE aan de Algemene Vergadering voorgelegde en
reeds in het dagelijks en hoofdbestuur bespro
ken Z. L. M.-begroting 1962 gaf geen aanleiding tot
het stellen van vragen. Ir. Geuze wees op de steeds
stijgende kosten, zowel provinciaal als landelijk en
deelde mede dat in de nabije toekomst tot contri
butieverhoging zal moeten worden overgegaan.
Met algemene stemmen werd deze begroting en
"de contributievaststelling 1962 door de vergadering
aanvaard.
AKKERBOUWAANGELEGENHEDEN
TR. SMEENK, secretaris van de Hoofdafdeling AÜ-
kerbouw van het Landbouwschap, wees in zijn
inleiding onder meer op de van nature kerngezonde
en sterke positie van de Nederlandse landbouw. De
produktiefactofen voor de Nederlandse landbouw
liggen gunstig. Hoge opbrengsten tegen lage kost
prijzen in verhouding tot andere landen, goedé
kwaliteit kunnen door de vakbekwaamheid van de
Nederlandse boer voortgebracht worden.
Er wordt echter aanpassing en omschakeling ge
vraagd. Aanpassing aan de zich steeds wijzigende'
omstandigheden, zoals vijfdaagse wèrkweek, me
chanisatie, afzet van de produkten, verschuiving in
de consumptiegewoonten, hogere eisen van de con
sument aan produkt, bewerking en verpakking enz.
ênz. De rentabiliteit in het algemeen en die van de
vrije produkten in het bijzonder laat veel te wensen
over. De huidige prijzen op de wereldmarkt zijn
lager dan de akkerbouwer ze kan voortbrengen.
Het vertrouwen ontbreekt of de gedane investe
ringen hun rendement zullen opleveren. De gevol
gen van de komende E. E. G. zijn nog vraagtekens.
Alle redenen, zo meende Ir. Smeenk, voor het ge
voel van onrust en onbehagen dat in de boerenstand
leeft.
fEN aanzien van het prijsbeleid wees Ir. Smeenk
op de gewijzigde procedure die dit jaar inzake
het overleg tussen overheid en bedrijfsleven ge
voerd wordt. De gegarandeerde produkten brengen
door de gegarandeerde prijzen echter ca. 350 mil
joen meer op, hetgeen per bedrijf op ca. f 15.000,
neerkomt. Zonder deze hulp zou een landbouw-
veelteeltbedrijf niet meer rendabel te voeren zijn
De heer Smeenk ging uitvoerig in op het door
het Produktschap voor granen en peulvruchten
gevoerde beleid over het bijmengingspercentagé
inlandse tarwe dat wederom op 35% bepaald werd.
Aan de hand van enige „Haagse" boterhammen
vroeg Ir. Smeenk zich af of dit percentage inder
daad van zodanig belang was als betrokkenen dit
doen voorkomen.
£"WER de nieuwe garantieprijzen kon ïr. Smeenk"
ter vergadering nog geen mededeling doen. Wel
vroeg hij aandacht voor de garantieprijs suiker, die
zou gelden voor 465.000 ton of zoveel meer als de
Nederlandse Suikerindustrie op de binnenlandse
markt kan afzetten. In tegenstelling met voorgaande
jaren betreft dit dus niet een gegarandeerde hoe
veelheid voor de binnenlandse consumptie. Daarna
ging hij in het kort in op het vlas, koolzaad, con
sumptieaardappelen en erwten, waarover later meer
in de notulen.
Ir. Smeenk zag voor de akkerbouwsector wel
enig perspectief in de E. E. G. en meende dat zonder
de E. E. G. de situatie nog moeilijker zou komen
te liggen. Omschakeling is echter nodig. De boer
dient zich als ondernemer te bezinnen op de toe
komst en individueel zelf beslissingen te nemen.
(1949/50—1952/53 100)
UOLGENS mededeling van het Centraal Bu*
reau voor de Statistiek bedroeg het algemeen
landbouwprijsindexcijfer in oktober 104, dat is 4
punten hoger dan vorige maand. Ten opzichte
van oktober 1960 bleef het onveranderd.
Het groepsindexcijfer voor akkerbouwproduk-
ten steeg met 1 punt tot 112, hetgeen 7 punten
hoger is dan verleden jaar.
Het groepsindexcijfer voor veehouderijproduk-
ten bedroeg 102. De stijging ten opzichte van sep
tember (97) werd voornamelijk veroorzaakt door
de hogere prijzen voor melk en eieren. In oktober
1960 bedroeg het indexcijfer 103.
Het indexcijfer voor de kostenfactoren bleef on
veranderd op 149, dat is evenals in september 5
punten hoger dan in de overeenkomstige maand
van het vorige jaar.
Ir. H. H. Smeenk, Secretaris van de Hoofdafdeling
Akkerbouw van het Landbouwseliap sprak over
„Akkerbouwaangelegenheden"