BOEREN]EUGD
„Nieuwe pijlen op de boog"
L J G
JONGEREN AKTIV1TE1TEN
De spreekbuis
,Wageningen"
mechanisatie
van
ZAT E,lt DAG 1.6 DECE MBER 1961
929
onder redaktie van G. VAN VLIET
Welke visie mensen buiten onze provincie op de
jongerenorganisatie hebben, interesseert onge
twijfeld vele ambitieuze L. J. G.-Ieden. Wij drukken
daarom hier graag, bijna onverkort, de rede af,
die de heer R. Hoiting, secretaris van de Noord -
Brabantse Jongerenorganisatie, op 20 november j.l.
voor de radio heeft uitgesproken.
IL lange ja,ren is het vormingswerk binnen de algemene plattelandsorganisaties, eên begrip, w.aar-
van iedereen overtuigd is, dat er veel aandacht aan moet worden besteed. Medé geïnspireerd door
de ouderen hebben de jongerenorganisaties door de jaren heen hun best gedaan voor 'n goede vorming
van hun leden, die in het begin voorzag in de behoefte aan landbouwtechnische en huishoudelijke
scholing in aansluiting op landbouw-, tuinbouw- of landbouwhuishoudschool. De activiteiten richtten
zich op een gevarieerdheid binnen eigen kring en waren typisch „besloten'' verenigingen.
Na de oorlog veranderde dé situatie grondig; een snelle ontsluiting van hét ptatteland, mechanisatie,
industrialisatie, hier verstedelijking en daar ontvolking. Midden daarin stbnd de steeds kleiner in aan
tal wordende boerenbevolking: een niet industriële groep tussen een industrieel denkende bevolking,
die rechtlijnig en rationeel redenerend moeilijk begrip opbracht voor de aan de natuur gebonden boer,
wiens prestaties niet spectaculair lijken en. die na de oorlogsjaren van de overige bevolking als „on
dankbaar" ondergaat.
De noodzaak van vorming doet zich in deze situatie dubbel gevoelen. Om te beginnen zal de land
bouw niet een achtergebleven groep willen zijn in de Nederlandse samenleving, maar ook dwingen
moderne landbouwmethoden tot een grotere mate van ontwikkeling, die zich verder uitstrekt dan al
leen landbouwwetenschap. Het boerenbedrijf is immers niet meer een gesloten bedrijf, dat als eenheid
self-supporting is, maar het is met handen en voeten gebonden aan diensten verlenende bedrijven
buiten zijn directe invloedssfeer. Deze wetenschap zal de boer er toe noodzaken zijn blik en zijn in
vloed buiten de grenzen van zijn bedrijf te vergroten. Dit. heeft tot gevolg, dat hij in contact komt
met groepen buiten de landbouw, met wie hij zich als gelijkwaardige moet'kunnen meten.
DINNEN het kader van de'jongerenorganisaties
zijn de vormingsprogramma's dan ook aange
past aan de zich wijzigende omstandigheden. Het
landbouw-technische element is niet verdwenen,
maar overheerst niet meer. Met veel meer nadruk
wordt tegenwoordig gesproken over sociaal-maat
schappelijke vraagstukken en cultürèle uitingen
van het: platteland. Deze zullen de levenshouding-
van de jonge plattelander mede bepalen en de
jongeren voorbereiden op contacten met andere
bevolkingsgroepen.
Het jongerenwerk is vormingswerk geworden,
wat wil zeggen: zelfstandigheid leren, ook buiten
het boerenbedrijf.
Het ligt voor de hand, dat er bij de huidige
maatschappelijke ontwikkeling aan de bestuurs
leden van diverse organisaties en coöperaties hoge
eisen worden gesteld. Inzichten in het ingewikkel
der wordende apparaat, de zich steeds uitbreiden
de regelingen, de buitenlandse politiek en de
wereldmarkt vragen meer dan goed boer zijn. Zij
vragen veel tijd en veel moeite van de mensen.
Moeite om zich de zaak eigen: te maken, moeite
om zich de mogelijkhèden te scheppen z|ch de
zaak eigen te kunnen maken. Het is gelukkig al
bij velen een overwonnen standpunt, dat: de boer
na de lagere school meer moet volgen dan alleen
maar landbouwonderwijs, maar velen gaan helaas
verder in de sleur van alle dag en verwonderen
zich over deze vreemde wereld, die zij niet begrij
pen.
MAAR hiermee zijn we niet klaar, want al ko-
men we ver met de bereidheid van de jon
geren, ook de medewerking van thuis zullen we
nodig, hebben. Ook daar moeten ze inzien, dat ge
geven tijd en moeite voor deze vorming en ont
wikkeling geen weggegooid geld betekent. Heiaas
is de bereidheid om mee te werken niet altijd aan
wezig al moet ik hierbij direct opmerken, dat. het
niet altijd gemakkelijk is een zoon of dochter er
een bepaalde tijd tussen uit te laten trekken en
zelfs is het hier en daar onmogelijk, eenvoudig
omdat het bedrijf dit niet toelaat. Toch ben ik er
van overtuigd, dat het argument „geen tijd" of „te
druk" Wordt misbruikt om zich te kunnen ont
trekken aan een verantwoordelijkheid, die tijd en
moeite vraagt. Daarom is het ook bij de ouders
nodig en gewenst meer inzicht en doorzicht te
geven in de belangrijke vragen van deze tijd, waar
door zij ook op het terrein van opvoeding, vor
ming en studie van hun kinderen een lijn kunnen
volgen, die leidt naar een juiste keuze voor deze
tijd.
Op dit gebied is nog veel te doen. Vaak zijn de
inzichten bekrompen, niet verder reikend dan het
zien van eigen belang op korte termijn en daar
mee schietén zij vaak tekort als het gaat om be
langrijke beslissingen.
Hoewel nog niet aangepast aan dit algemeen ge
bruik hebben veel standsqrganisatips üq.Q^i d^i&öd-
zaak van sociaabMaaischappeTijke ëh'- cuTtOrreie
vorming voor de ouderen ingezien. In de meeste
streekverbeteringen kent men dit vormingsinsti
tuut als agrarisch-sociale voorlichting; vaak ver
taald als mentaliteitsbeïnvloeding. Misschien is het
duidelijker als gezegd wordt, dat de agrarisch-
sociale voorlichting als doel heeft het aankweken
van dë'bewustwording: van hedendaagse vraag
stukken en de mensen zodanig hierbij te helpen,
dat ze zichzelf leren helpen bij de oplossing ervan.
Het gaat hier vooral om zich bewust te worden
van de veranderde maatschappelijke situaties en
verhoudingen op het platteland. Dat is dan de ba
sis voor een hernieuwde oriëntatie en voor het
bekijken hoe de agrarische bevolking zich kan
handhaven in deze snel veranderende samenleving.
Ook dat is vormingswerk.
De agrarisch-sociale voorlichting richt zich in
principe op de totale agrarische bevolking, maar
wendt zich met name tot de oudere groepering.
Het is daarbij merkwaardig, dat de aan de orde
komende vraagstukken vrijwel gelijk zijn aan die
van de jongerenorganisatie, omdat beide zich rich
ten op een bewuste levenswijze op het veranderde
platteland, passende bij de tijd. Het is ook dit
vlak, dat de vorming van agrarisch-sociale voor
lichting en die van d§ jongerenorganisaties elkaar
kunnen treffen. Er is een aantal raakvlakken, dat
een gecoördineerde aanpak wenselijk maakt:
le. Organisatorisch, omdat de diensten vaak in
hetzelfde gebouw van de standsorganisatie
zijn ondergebracht, waardoor een regelmatig
contact voor de hand ligt tussen agrarisch-
sociale voorlichter en vormingsleider. Ook
buiten het secretariaat vinden regelmatig con
tacten plaats in organen, waar over platte
landswelzijn wordt gesproken.
2e. Raakvlakken naar de inhoudelijke kant, aan
gezien zowel de jongerenorganisaties als de
agrarisch-sociale voorlichting de plattelands
bevolking in de huidige taak en plaats van de.
Nederlandse samenleving willen geven.
3e. Naar de methodische kant werken beide dien
sten bij voorkeur met kleine groepen, er wordt
een beroep gedaan op veel vrijwilligers en
over en weer kunnen de vele contacten voor
elkaar een ondersteuning zijn.
4e. Beide richten zich voornamelijk tot: dé agra
rische bevolkingsgroep en samen benaderen ze
het gehele gezin.
Vergelijking ti^sen agrarisch-sociale voorlich
ting en jongerenwerk kan nieuwe perspectieven
openen. Een nauwkeuriger bestudering lijkt zeer
nuttig en kan op praktische mogelijkheden wor
den getest. Als op deze manier rationeler kan
worden gewerkt, resulterend in een groter effect
van het vormingswerk, dan rechtvaardigt dit een
serieuze aanpak. Het zou een aantal perspectieven
kunnen openen, waaruit nieuwe initiatieven kun
nen groeien, die evenzovele nieuwe pijlen op de
boog van het vormingswerk betekenen ter bevor
dering van het welzijn ten plattelande, want dat is
uiteindelijk ons gezamenlijk doel.
SPECIAAL VOOR LEDEN
HIT jaar worden voor het eerst voor leden de
U L. J. G.-dagen van 18 t/m 21 december op
„Hedenesse" georganiseerd. Het is een proef en
het hangt dus van de leden af of deze akUviteit
slaagt. Waarom we dit doen? Wel omdat wij ons
steeds meer bewust worden, dat we met elkaar
over bepaalde zaken nodig eens moeten praten en
om van elkaar te leren.' Maar ook om wat van des
kundigen te leren. Daarom is het zo prettig dat
ds* Stëenbeek en dr. C. de Galan hun medewer
king; zullen geven. Het wordt dus interessant.
Maar ook gezellig. Want het is fijn om als L. J. G.-
ers van de verschillende eilanden bij elkaar te zijn.
Op het moment.dat wij dit schrijven weten we,
eerlijk gezegd, hebben wij er nog geen idee van
hoe groot de belangstelling zal zijn.
Wel is het Hoofdbestuur optimistisch gestemd
gezien de gebleken belangstelling voor deze leden-
dagen. Graag willen we hier een beroep op de
ouders doen. Wij hopen dat vooral zij het belang
van deze dagen inzien. Daarom wordt op de mede
werking van de ouders gerekend. Wilt U deze to
nen door uw zoon of dochter enkele dagen vrijaf
te geven?
„BOVEN JAN"-KOMPLIMENTEN
HAT is de naam van de aktie voor het P.J.G.N.-
maandblad. De bedoeling is dat elke L. J G -
er het blad van onze landelijke organisatie gaat
lezen. Het is immers zo de moeite waard. Dat
weten de besturen van alle jongeren-afdelingen in
Nederland. Daarom worden overal in het land de
armen uit de mouwen gestoken. De L. J. G. blijft
niet achter. Regelmatig ontvangen we opgaven
van nieuwe lezers, al gaat dat nu nog niet direkt
met stromen tegelijk. Deze week rolde de opgave-
lijst van de Z. P. M.-afdeling IJzendijke in onze
brievenbus. Deze afdeling heeft 15 leden, waarvan
tot nu toe slechts 2 leden het maandblad lezen.
De opgavelijst vermeldt nu echter 12 nieuwe abon
nees. Dat betekent dat 14 van de 15 leden (twee
leden zijn zusjes van elkaar) voortaan het maand
blad zullen lezen, dus bijna 100 °/o. Het aktieve
bestuur van deze afdeling doet een zeer goede
gooi naar de hoofdprijs van deze aktieAlle lezers
krijgen het maandblad een jaar gratis. De af-
delingskas wordt gespekt met een bedrag van 50.
We hopen met het afdelingsbestuur van IJzen
dijke dat zij inderdaad de hoofdprijs zullen krij
gen. Is het niet plezierig als een Zeeuwse afdeling
winnaar wordt? Welke afdeling overtreft deze
prestatie van IJzendijke?
PLATTELANDSJONGEREN EN
LANDBOUWBELEID
DEZE week werd op de V.H.S. „Bergen" een
kursus met bovenstaand onderwerp gehou
den. Ook uit onze L. J. G.-kring hebben drie deel
nemers hieraan meegedaan. Het zijn: J. A. van
Dijke, Zuidzande; A. van Nieuwenhuizen, Tholen
en B. J. van Westen, Oud-Vossemeer.
We vertellen U dit vast omdat U binnenkort
een verslag hiervan in de Boerenjeugd zult kun
nen aantreffen.
VOORLICHTING FLEVOLAND
TATERDAG j.l. werd door de L. J. G. een voor-
lichtings- en oriënt atiemiddag over de mo
gelijkheden in de nieuwe polders georganiseerd.
Hiervoor bestond een geweldige belangstelling. Do
foyer van de „Prins van Oranje" was werkelijk
tot de laatste plaats bezet. De vicé-voorzitter do
heer T. H. C. van Arenthals heette de vele aan
wezigen welkom.
Hierna voerden mevrouw Kostense ert de heren
J. Buteijn en 'C. A. Adam se het woord.
Na de pauze werd uitvoerig gebruik gemaakt
van de gelegenheid tot vragenstellen. Ook kwam
de suggestie naar voren om een excursie naar de
nieuwe polder te organiseren. Mede in verband met
de grote belangstelling die hiervoor bleek te be
staan, werd toegezegd dat bet voorstel overwogen
zal worden. Op dit laatste punt, alsook op het
geen op deze middag werd besproken, hopen wij
t.z.t. uitvoerig terug te komen
Adverteni
Abonnement f. 7,- per jaar
Vraagt gratis proefnummer aan:
Landboiwmechanisatie-Wageningen-tel. (08370) 3041
Het enige Nederlandse maandblad voor mechanisatie in de landbouw