Het Hoofdbestuur van het K.N.L.C, besprak Openbare Vergadering Landbouwschap Daar komen de Denen, daar komen ze aan 885 ZATERDAG 2 DECEMBER 1961 IN zijn openbare vergadering van woensdag 22 november heeft het bestuur besloten een brief te zenden aan de staatssecretaris van Algemene Zaken om aan te dringen op wijziging van de Wet op de Bedrijfsorganisatie. Deze wijziging heeft met name betrekking op invordering van de niet- betaalde heffingen. Thans geschiedt deze invordering overeenkomstig de voorschriften in het Wet boek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze procedure is voor de betrokken weigerachtige bedrijf s- genoten vaak zeer duur. T|E minister van Landbouw heeft aan het Land- bouwschap advies gevraagd inzake het ont werp van een beschikking Graantoeslag oogst 1961. Ten opzichte van vorige jaren is de beschik king enigszins gewijzigd. De minimumoppervlakte voedergranen is verhoogd van 10 are tot 25 are. Verder wordt de toeslag niet meer precies per are berekend doch gemiddeld per groep van 5 are. In overeenstemming met de hoofdafdeling Akker bouw heeft het bestuur ziel. met deze wijzigingen verenigd. IIET bestuur van het Landbouwschap heeft be ll sloten de beslissing omtrent de bijmenging van inlandse tarwe in het brood bij de minister ter sprake te brengen. Het bestuur van het Pro- duktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten heeft de bijmenging ongewijzigd vastgesteld op 35%. Het Landbouwschap is van mening, dat de bijmenging 40 kan bedragen. Op advies van de hoofdafdeling Akkerbouw heeft het bestuur van het Landbouwschap zijn standpunt gewijzigd ten aanzien van de subsi diëring van Engels raaigras hooitype, omdat door de Nederlandse Kwekersbond enige nieuwe argu menten zijn aangevoerd. Het is n.l. gebleken dat de Nederlandse Kwekersbond een subsidie heeft aangevraagd voor de oogst 1961 in verband met de moeilijke situatie in dit jaar. Deze situatie vloeit voort uit het vrijgeven van de Deense selec tie voor opname in de mengsels. Aangezien de Nederlandse selectie voor ons land beter is dan de Deense, is het van belang de Nederlandse selec tie in stand te houden. Het bestuur heeft besloten aan het Produkt- schap voor Landbouwzaaizaden voor te stellen voor het jaar 1961 een subsidie te verlenen, waar bij het evenwel vasthoudt aan het beginsel dat de produktie van graszaad op de duur niet met behulp van subsidies in stand moet worden ge houden. NU de telers van suikerbietenzaden een tege moetkoming zullen ontvangen van het Bie- tenzaadfonds is er geen reden om de telers van voederbietenzaden ook niet zulk een tegemoet koming te geven. De omstandigheden van beide categorieën zijn immers gelijk. Met de hoofdaf deling Akkerbouw is het bestuur van het Land bouwschap van mening, dat de telers van voeder bietenzaad een uitkering kunnen ontvangen van 90,per ha. Het bestuur zal in deze geest ant woorden aan het Produktschap voor Landbouw zaaizaden, dat hieromtrent advies heeft gevraagd. AP advies van de hoofdafdeling Akkerbouw heeft het bestuur besloten nog voor eenmaal een renteloos voorschot van ƒ150.000 beschik baar te stellen ten behoeve van het „Kweekinsti- tuut van Aardappelrassen van de Nederlandse Aardappelindustrie" (K.A.R.N.A.). Op advies van de hoofdafdeling Akkerbouw heeft het bestuur van het Landbouwschap zich verenigd met de garantieprijzen voor pootaard- appelen oogst 1962. De sedert oogst 1961 geldende garantieprijzen kunnen onveranderd blijven. HET bestuur van het Landbouwschap kan zich evenals de hoofdafdeling Akkerbouw vereni gen met het advies van de Pootgoedcommissie ten aanzien van de pootgoedkeuring 1962. Dit ad vies heeft vooral betrekking op drie punten, en wel het afkapsysteem, de nacontrole en de ver houding van oude en nieuwe classificatie. Het af kapsysteem houdt in het algemeen in dat men bij de nateelt van pootaardappelen het eerst komende jaar hoogstens weer dezelfde klasse of maximaal een klasse lager kan verkrijgen. Als ge volg van de zeer ongunstige Y-virussituatie in het jaar 1959 heeft de Nederlandse Algemene Keu ringsdienst besloten het afkapsysteem voor het teeltjaar 1960 met globaal een jaar te verruimen. De Pootgoedcommissie acht dit systeem verant woord voor grotere rassen, voor de kleinere en nieuwe rassen echter niet. Met betrekking tot de nacontrole meent de Pootgoedcommissie dat de huidige vporschriften in grote lijnen kunnen worden gehandhaafd. Een voorstel tot verzwaring van de nacontrole op S en SE in de vorm van veel grotere monsters, acht de Pootgoedcommissie niet nodig. Het punt van de verhouding van oude en nieu we classificatie heeft betrekking op een apart classificatiesysteem voor enkele landen waar een te grote concurrentie van de Angelsaksische lan den werd ondervonden. Dit aparte classificatie systeem is in 1958 ingevoerd. De Pootgoedcom missie is van mening dat de normen van deze classificatie ongewijzigd kunnen blijven bestaan. l|ET bestuur van -het Landbouwschap heeft op advies van de commissie Grondgebruik be sloten een brief te zenden aan de leden van de Tweede Kamer inzake het ontwerp van wet Uit keringen Wegen. Het heeft hierbij vooral de niet- primaire wegen op het oog. In deze brief verzoekt het Landbouwschap het basisbedrag hoger te stellen dan ƒ80 miljoen. Dit bedrag immers houdt voor de secundaire en tertiaire wegen geen verruiming in. Ten aanzien van de hoogte van het basisbedrag en van de verdeelsleutel verzoekt het Landbouw schap in de wet vast te leggen dat deze telkens na tien jaren opnieuw worden bezien. Ook verzoekt het Landbouwschap in de wet vast te leggen dat de Algemene Maatregel van Bestuur, waarbij eisen worden gesteld aan de quartaire wegen, niet zal worden vastgesteld of gewijzigd dan nadat de provinciale besturen zijn gehoord. IIET bestuur van het Landbouwschap heeft be ll sloten in te stellen een werkgroep van des kundigen, die de algemene opdracht zal krijgen na te gaan op welke wijze de gewenste ontwikke ling van de landbouwbedrijfsgebouwen kan wor den bevorderd, vooral in verband met de rentabi liteit van de investeringen in de bedrijven. DE LOONPOLITIEK TJET hoofdbestuur nam kennis van de tussen de Regering en de Stichting van den Arbeid be reikte overeenstemming over het voor 1962 te vol gen loonbeleid. Het meende zijn ernstige twijfel er voor te moeten uitspreken of de nu opgestelde formule ter bepaling van de mogelijkheden van loonstijging in verband met de produktiviteitsont- wikkeling in de huidige omstandigheden v/el vol doende matiging in de te verwachten toonbeweging kan brengen. Met het van landbouwzijde bij het overleg gevoerde beleid kon worden ingestemd. Omdat de .winst" in het landbouwbedrijf voor een belangrijk deel door het garantiebeleid wordt be paald, kan van landbouwzijde geen toezegging wor den gedaan ten aanzien van het voor rekening van de werkgever nemen van de looncompensatie voor de komende huurverhoging. HET PRIJSBELEID VOOR AKKERBOUW- PRODUKTEN OOGST 1962 T\E door de akkerbouw-organen gedane voorstel- len werden door het hoofdbestuur vooral beoor deeld in het licht van de uitgesproken ongunstige positie, waarin het Nederlandse akkerbouwbedrijf door de weersomstandigheden van het afgelopen oogstjaar en door de prijsontwikkeling van de z.g. vrije produkten is terechtgekomen. Het hoofd bestuur heeft de noodzaak van een verhoging van de uitkomsten van het akkerbouwbedrijf duidelijk onderstreept; de door hantering van genormali seerde opbrengstprijzen wat geflatteerde voorcal culaties inzake het bedrijfsresultaat mogen niet tot onjuiste gevolgtrekkingen leiden. Voor een deel is een verhoging van de geldende garantieprijzen trouwens te verantwoorden door het mede inbe- rekenen van alle beschikbare L.È.I.-kostprijscijfers (dus inclusief de Friese Bouwstreek, die wel een speciaal, maar geen uitzonderlijk type akkerbouw bedrijf heeft) en het aanbrengen van een correctie vanwege het in werkelijkheid nogal van de stan daard afwijkende vochtgehaltes bij de granen. Het hoofdbestuur acht de door het Landbouw schap gedane prijsvoorstellen het minimale, dat ten aanzien van het bestaande garantiebeleid voor ak- kerbouwprodukten moet gebeuren. Daarnaast is het thans geboden het aantal onder een of andere ga rantie vallende produkten uit te breiden; voor oogst 1962 zal in elk geval voor het vlas een regeling kunnen en moeten worden getroffen. DE TARWEREGELING OOGST 1961 ■jyri'.T grote teleurstelling en ontstemming nam het hoofdbestuur kennis van het besluit van het bestuur van het produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten om het percentage van de ver plichte bijmenging van inlandse tarwe te hand haven op 35. Op deze wijze zal in Nederland geen deugdelijk tarwebeleid meer kunnen worden ge voerd. Het is noodzakelijk, dat de overheid en de georganiseerde landbouw zich ernstig gaan be zinnen op mogelijke maatregelen om een dergelijk beleid wel tot stand, te brengen. HET MELKPRIJSBELEID 1961/1962 TJOEWEL het hoofdbestuur enerzijds zijn vol- doening erover kon uitspreken, dat overeen stemming over het voor het komende melkprijsjaar te voeren garantiebeleid tussen de overheid en het DE DENEN STAAN TE DRINGEN HET jaarkwantum van 15.000 stuks van het vorig jaar hadden de Denen medio oktober j.l. al afgeleverd. Ze hebben veel moeite gedaan om in mindering van het nieuwe jaar, dat 1 december begint, vast wat vooruit te leveren. Gelukkig is dit niet doorgegaan, wat maar goed is ook, want de prijzen van de 2de soort slacht koeien hebben in die tijd toch al nauwelijks het peil van vorig jaar kunnen handhaven. De Deense markt ligt intussen op 1,70 Deense Kroon. Volgens het Pro duktschap komen deze koeien, inclusief slachtloon, de vracht en verdere kosten, franco een Nederlands slacht huis op f2,45—f2,50. Wij zitten met onze tweede soort op f 2,75—f 2,90. De Denen zitten dik in hun slachtvee. De Deense markten ondervinden enorme aanvoeren, zodat er dus wel enkele Deense slachtkoeien over zullen komen voor de kerstdagen. Houd je maar vast Landbouwschap mogelijk was, kon het echter ander zijds niet verhelen teleurgesteld te zijn over het in principe niet vergroten van de gegarandeerde hoeveelheid en over het niet op directe wijze tege moet komen in de slechte positie vaa de" duurst - producerende gebieden. HET VARKENSBELEID XJET hoofdbestuur acht het gewenst, dat ten aan- zien van het varkensbeleid voor het komende jaar in vergelijking tot het huidige beleid in elk geval in deze zin een verbetering komt, dat tijdig bij het marktordenend beleid de nodige middelen ingezet kunnen worden, als de prijsontwikkeling daartoe aanleiding geeft. Het huidige criterium voor de besteding „geruime tijd aanmerkelijk be neden de kostprijs" dient hiermee in overeenstem ming te worden gebracht. GEEN GOED BELEID ER is in ons land allerminst behoefte aan de invoer van deze Deense koeien zonder dat er uitvoerver- plichtingen tegenover staan. Dit is ook te merken. De grossiers en anderen rekenen op de invoer na 1 decem ber, zodat de marktstemming al flauw geworden is. Het P.V.V. staat hier ook machteloos tegenover. Als we het goed beluisterd hebben, ziet men het nu als een experiment? Men wil nu eens zien hoeveel last de Nederlandse markt heeft wanneer de schuif voor Dene marken weer open gaat. Dit is geen beleid meer met de bedoeling de valori satie van de veehouderijprodukten te bevorderen, maar het ondernemen van voor de veehouders ongezonde ex perimenten. Het gerucht van de dreigende Deense in voer deed de markt al verzwakken. Wanneer de kudde voorbij marcheert zal er nog wel meer staan te schud den op de slacht veemarkt, waarvan de fundamenten voor een belangrijk deel niet onderheid zijn. D. VEE EN VLEES december begint de invoer van "Deense slachtkoeien weer te lopen. Ze staan te dringen en we houden dan ook ons hart vast. Een paar weken geleden schreven we in ons artikel „melk of vlees" reeds uitvoerig over het handelscontract dat onze regering met de Denen sluit, waarvan de invoer tot 15.000 stuks uit Denemarken het gevolg is. Op de keper beschouwd is en blijft het een absurde zaak deze vrije invoer zonder her-export verplichtingen. In ons land dat overstroomt van melk geeft dit een extra stimulans tot toename van de melkproduktie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 5