Tuinbouwkommissie Z. L. M. vergaderde VERSCHIL VAN INZICHT 869 RESULTATEN, OOGST 1961 KWALITEITSONDERZOEK VAN ERWTENRASSEN MELK EN ZUIVEL Z AT E R DA G 2 5 NOVEMBER 1961 KORT VERSLAG van de vergadering van de Tuinbouwkommissie der Z. L. M.. gehouden op 16 november 1961 te Goes. DE voorzitter, de heer P. J. J. Dekker, wijst er in zijn openingswoord op, dat de tuinbouw over het algemeen een gunstig jaar heeft meege maakt- De glastuinbouwprodukten konden tegen redelijke prijzen worden afgezet, hetgeen zich o.m. manifesteert in de hogere omzetcijfers op de veilingen. Bij de koudegrondstuinbouw liggen de uitkomsten zeer verschillend. Over de uitkomsten van de winterprodukten als diverse koolsoorten valt nog niets te zeggen. De fruittelers zien dit jaar hun produkten goed betaald. Behalve een grote vraag naar fruit voor de binnenlandse markt was er een flinke export o.m. naar Duitsland en België. Omdat het industriefruit ook een behoorlijke prijs opbracht,ligt de ge middelde kg-prijs van het hard fruit op een vrij hoog niveau. IN dit verband wordt nog eens met nadruk gewezen op de grote bete kenis van het veilingwezen voor de tuinbouw. Alleen bij een gekon- centreerd aanbod zullen de telers de hoogst mogelijke prijs van hun pro- dukt kunnen maken. Dit jaar is duidelijk gebleken welke financiële ge volgen de verkoop van fruit op het hout kan hebben. Speciaal in de gebieden waar veilingen gevestigd zijn moet verkoop uit de hand sterk ontraden worden. Verder blijkt de algemene belangstelling voor diverse takken van tuin bouw, speciaal voor de fruitteelt, zienderogen toe te nemen. De boomkwe kerijen zijn reeds uitverkocht. Het aanplanten van nieuwe boomgaarden wordt derhalve afgeremd door het ontbreken van voldoende plantmate- riaal. De kontraktteelt voor de industrie neemt eveneens toe. Hoewel de kontraktteelt thans vrij is en de telers dus individueel kon trakten kunnen afsluiten meent de vergadering dit ten sterkste te moeten ontraden. De telers doen in hun eigen belang verstandig uitsluitend kon trakten te sluiten door tussenkomst van hun veilingsorganisatie. In het algemeen blijkt de produktiviteit niet zo danig te zijn gestegen als verwacht werd. Dit heeft tot gevolg, dat de Regering wat huiverig is voor al te drastische loonsverhogingen voor het komen de kontraktjaar. In de agrarische sektor lopen de produktiviteitsstijgingen enigszins uiteen. Verwacht wordt, dat de produktiviteitsstijging in de fruit- teeltsektor iets hoger zal liggen dan die in de landbouw. De vergadering geeft als haar mening te ken nen, dat er naar gestreefd dient te worden de ionen en arbeidsvoorwaarden voor de agrarische bedrijfs tak op een zodanig niveau vast te stellen, dat er van een achterstand bij andere bedrijfstakken geen sprake kan zijn. DE TUINBOUWBELANGEN VAN DE Z. L. M. EEN uitvoerige gedachtenwisseling vindt plaats over de nota „De Z.L. M. en de tuinbouwbe- langen in Zeeland," opgesteld door de Algemeen Sekretaris der Z. L. M. Zoals reeds opgemerkt, neemt de belangstelling voQr verschillende vormen van tuinbouw sterk toe. Op de grotere landbouw bedrijven worden grotere of kleinere oppervlakten met fruitbomen aangeplant. De kleinere bedrijven schakelen over op de grove tuinbouw en de kiein- fruitteelt. Zij, die dit reeds vroeger deden, gaan thans over op de intensieve tuinbouw. De Z. L. M'. heeft tot taak ook belangen van de leden zo goed mogelijk te behartigen. Vandaar, dat in de kringen reeds tot instelling van tuinbouw- kommissies wordt overgegaan eft de centrale tuin bouwkommissie wordt gereorganiseerd. Bovendien is door het Dagelijks Bestuur der Z. L. M. in principe besloten tot aanstelling van een tuinbouwmedewerker over te gaan daar de huidige secretaris van de tuinbouwkommissie reeds over bezet is. De vergadering komt tot de conclusie, dat tie tuinbouwrubriek van het Zeeuws Landbouwblad dient te worden uitgebreid. En verder wordt be sloten te streven naar nauwe samenwerking met tie technische en economische tuinbouworganisa ties. In een volgende vergadering zullen de reorga nisatieplannen nader worden uitgewerkt. ONDERWIJS MEDEGEDEELD wordt, dat de tuinbouwschool der Z. L. M. te Kapeile zich in een goede be langstelling mag verheugen. Dit is eveneens het geval bij de fruitteeltvakscholen te Wilhelminadorp en Philippine. Uit een rapport van de onderwijskommissie van het K. N. L. C. blijkt o.m., dat in het gfthele land de belangstelling voor tuinbouwonderwijs is toegenomen. TEELTREGELING DE vergadering stelt met voldoening vast, dat er omtrent de teelt van diverse tuinbouwproduk- ten, o.a. fruit en glaskultures meer vrijheid gaat komen. Uiteraard zullen wel de erkenningseisen gehand haafd blijven. Het soepeler hanteren van de teelt- regeling past ook volkomen in het verband van de E. E. G. en is voor Zeeland van bijzondere be tekenis. REGELMATIG worden monsters peulvruchten van de rassenproeven van de Rijkslandbouw- consulenten op het Kwaliteitslaboratorium voor Peulvruchten van het Proefstation voor de Ak ker- en Weidebouw onderzocht op consumptie- waarde en uiterlijke kwaliteit. Over de resultaten met de ronde groene erwtenrassen van de proeven oogst 1958 en 1960 is thans het verslag „Resul taten kwaliteitsonderzoek ronde groene en gele erwtenrassen oogst 1958 en 1960". door mej. A. Veenbaas, gepubliceerd. Uiteindelijk kwamen van de beproefde rassen alléén Rondo en het nieuwe ras Mansholt's 2008 werkelijk gunstig naar voren, althans wat betreft de consumtpie-eigenschappen en de uiterlijke kwaliteit na schonen. Rovar benaderde een goede kwaliteit. In verband met de export na:r Duitsland en Engeland werd oriënterend onderzoek verricht bij een aantal buitenlandse groene en gele erw tenrassen en enige droog geoogste rondzadige dop erwtenrassen. Deze rassen waren op P.A.W.-proef- velden verbouwd. Zij werden beoordeeld op ge schiktheid voor soep- en pureebereiding en voor verwerking tot processed peas voorgeweekte, ingeblikte droge doperwten - zoals deze vooral in Engeland worden geconsumeerd. Wat betreft de samenhang van het P2O.-,-gehalte in de erwten en de kookkwaliteit, bleek het P2O5- gehalte, evenals bij vroeger onderzoek, doorslag gevend voor de kook. Bij 0,75 P2O5 in de droge stof was de kookkwaliteit zeer slecht; de erwten waren na 3*/a uur koken nog onbruikbaar; bij 0,84 P2O5 was de kook slecht, bij 0,91 gemid deld, bij 0,99 goed en bij 1,13 P2O5 zeer goed kooktijd 1 tot 1uur. De mededeling nr. 56 van het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw te Wageningen is ver krijgbaar door storting van 0,75 op giro 966643. LONEN EN ARBEIDSVOORWAARDEN KENNISGENOMEN wordt van de lopende onder handelingen met betrekking tot het afsluiten van een nieuwe C. A. O.-Tuinbouw, kontraktjaar 1962/'63. DE DENEN DENKEN ER ANDERS OVER AP hetzelfde moment dat medio oktober ons P. Z. de maximale prijs van 31 cent instelde (even hoog als het jaar er voor), beklom de voor zitter van de Deense zuivelorganisatie op de jaar vergadering te Kopenhagen het spreekgestoelte om daar enkele belangrijke dingen te zeggen. Eén van de belangrijke punten die hij besprak was het verschil tussen de winter- en zomerproduktie in Denemarken. De ontwikkeling in Denemarken ver vult de nationale Deense Zuivelraad met zorg. Tussen 1954 en 1959 was de melkproduktie in juni 66 hoger dan in december, terwijl vóór de oor log het maar 60 hoger lag. In de laatste jaren is dit verschil verder gestegen en bedroeg in het jaar 1960/61 75 De Deense zuivelindustrie ziet met lede ogen deze ontwikkeling aan. De verwer kingskosten van de Deense industrie nemen n.l. toe naarmate de zomerproduktie ten opzichte van de winterproduktie stijgt. Een juict vergelijk tus sen de zuivelverwerking en het produktiepatroon in Denemarken en ons land is hierbij natuurlijk ook belangrijk. Wij willen hier niet dieper op ingaan, alleen nog dit te vermelden dat de omzet van melk voor de consumptiemelkvoorziening in ons land een veel groter hoeveelheid melk per dag vraagt dan in Denemarken/Deze hoeveelheid wis selt niet sterk tussen zomer en winter. Dit be tekent dat, alleen hier op afgaande, wij nog meer dan de Denen belang zouden hebben bij een ge lijkmatiger produktie. DE WINTER- EN ZOMERMELKPRODUKTIE IN ONS LAND DE voorzitter van de Deense zuivelorganisatie vergeleek de melkproduktie in juni en december. In Denemarken blijkbaar de maanden BENOEMINGEN. MET algemene stemmen wordt besloten de heren P. J. J. Dekker en V. Geluk voor te dragen voor herbenoeming als lid van het Hoofdbestuur der Z. L. M. met de hoogste en de laagste melkproduktie. De hoogste melkproduktie noteert men in ons lancl in de 5e of 6e periode. De data van deze perioden wisselen van jaar tot jaar doch lopen van onge veer half mei tot ongeveer half juni. De laagste melkproduktie in ons land noteert men in januari of februari. Uit de cijfers blijkt dat onze zomer, t.o.v. de wintertarwe, belangrijk ongunstiger ligt dan de Deense. Onze hoogste aanvoer ligt 120 tot 130 hoger dan onze aanvoer in januari. Dit maakt t.o.v. de Deense cijfers van 74 k 75 nogal een opvallend verschil. Het verschil krijgt des te meer accent wanneer de opperste zuivelman in Dene marken het percentage van 75 reeds te hoog vindt (onder de Deense omstandigheden) en de Nederlanders doen hun best het percentage van 120 tot 130 niet te verlagen. De Deense zuivel industrie zal nog geen maatregelen nemen de win- termelkproduktie op te voeren, zei de Deense voorzitter. Men zal zich voorlopig nog beperken tot een aanmaning gericht aan de producenten om vrijwillig het verschil te verkleinen. Wij hebben het bovenstaande alleen willen signaleren daar hieruit naar het ons voorkomt, een verschil van inzicht blijkt tussen de Deense en Hollandse zuiveldeskundigen. Bij ons is een tendens waarneembaar die de winterproduktie wil afremmen. Bij de Denen denkt men duide lijk in een tegengestelde richting. Natuurlijk spelen verschil in produktie en handelspatroon een rol, wat van invloed is op het zuivelbeleid. Hel verschil tussen de hoogste en laagste pro duktie in ons land in vergelijking tot Denemar ken is zó opvallend dat men zich afvraagt wie liet bij het rechte eind zal hebben in deze zeer belangrijke kwestie. D. EEN paar weken geleden werd in het P. Z. besloten ook dit jaar weer de maximum prijs voor de boerenmelk, inclusief toeslagen, op 31 cent per kg melk te stellen. Dit stellen van een maxi male uitbetalingsprijs in de winter is het gevolg geweest van het interim-rapport van de Commissie Zuivel 1960, in de wandeling genoemd Commissie Vondeling. Deze commissie stelt in haar rapport dat een beperking van de wintermelkprijs een bescheiden mogelijkheid biedt om een verdere uitbreiding van de melkproduktie tegen te gaan. De commissie meent dat de mate waarin de wintermelkproduktie kan worden beïnvloed (bedoeld wordt afgeremd) voor de zuivelfabrieken geen overwegende bezwaren mee zal brengen. Men wijst op de verbeterde conserveringstechniek die het verschil tussen naar verhouding lage wintermelkproduktie t.o.v. de zo- mermelkproduktie, minder schadelijk maakt dan vroeger. Ook binnen de E. E. G. voorziet men slechts beperkte prijsverschillen tussen zomer- en winterprijs. Gewezen werd op de situatie in het najaar en winter van 1959 toen bij 3.7 vet inclusief de toeslagen, de veehouder 37 k 38 cent voor de melk ontving. De commissie stelde dat deze prijs de veehouders stimuleerde in sterke mate kracht voeder aan te wenden voor een verhoging van de produktie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 5