BOERENJEUGD
Onderling gesprek
LEDENDAGEN VAN DE L. J. G.
875
„Is er plaats voor jongeren
in de nieuwe polders
J ongerenactiviteitcn
18 tot en niet 21 december op „Hedenesse"
„Mens, waar ben je
Waar is je broer
ZATE R D AG i 'N V E M B Élï 1901
<r-- ::j
NATUURLIJ E over de L. J. G.-ledendagen ga je
niet elkaar praten. Als dat niet liet geval was
zou je geen echte L. J. G.-er zijn. Je wilt immers
niet alleen komen, maar het liefst met vrienden en
vriendinnen. Zou dat gesprek en het besluit als
volgt verlopen?
Jan Jansen: Zeg, Piet, heb je in „Boerenjeugd" ge
lezen van die ledendagen van de L. J. G. in
Zeeuws-Vlaanderen
Piet Pietersen: Ja, k geloof wel. dat ik iets gezien
heb. Is dat niet in december eigens?
J. JJuist, in december, van 18 tot 21. 't Lijkt mé
wel leuk om daar eens naar toe te gaan.
P. P: Wat je maar leuk noemt; midden in de win
ter; door de slik en de regen en waarom
eigenlijk?
J. J: Nou, ik vind, dat je er maar weinig enthou
siast over bent... Als ik> het programma eens
inkijk. Zeg, herinner je je onze grote vergade
ring nog van het begin van dit jaar?
P. P: Ja, 't was er nogal druk vond ik; veel te veel
mensen bij elkaar.
J. J: Weet je nog, dat er een dominee sprak; hij
heette Steenman geloof ik, nee... ik bedoel...
Steenbeek.
P. P: Ja, dat is me bijgebleven; dat heeft toen wel
een diepe indruk op nie gemaakt, me ergens
geraakt
P. P: De wereld, wat heb ik daar op de boerderij
nou mee te maken?
J. J: Weet je nog, wat deze man zei? We leven in
Zeeland midden in de grote wereld, of we het
weten of willen weten of niet.
P.P: Ik merk er eigenlijk op 't dorp nog niet zo
veel van, wat jij zégt.
J. J: Daarom is het des te nodiger dat je komt. Dat
je leert (ik moet er ook veel meer van weten),
dat Afrika en Azië nu vlak bij ons liggen, dat
Europa bezig is één te-worden: kijk naar de
industrie, de handel, de kernenergie, en ga
maar door.
P.P: Jij althans lijkt me van de noodzaak van die
lédendagen wel overtuigd, je maakt me ge
woon een beetje jaloers.
J. J: Nou, dat is gauw verholpen; je geef je op om
die dagen mee te maken en daarna geef je pas
ie oordeel. Je moet er eerst geweest zjjn om te
kunnen meepraten
P. P: Nou goed dan, 't is toch rustig op de hof, dus
Onderling gesprek op „Hedenesse"
J. J.: Nou, joh, die komt wéér op Hedenesse in.
Cadzand, waar we bij elkaar komen. Wat zeg
je daarvan?
P.P: Wat doen ze er nog méér?
J. J: Nou, gesprekken over ons eigen leven, onze
medemensen, onze provincie, de wereld; met
discussies, films, en weet ik allemaal wat.
ik kan er best een paar daagjes tussenuit. Geef
me maar op
J. J: Fijn, Piet, dat je het inziet; ik ga ons allebei
meteen maar laten inschrijven
Boerenjeugd, doe als Jan en Piet en kom op de
ledendagen van de L. J. G. op „Hedenesse" te Cad
zand (Zeeuws Vlaanderen) van maandag 18 dèc.
tot en met donderdag 21 dec. 1961.
ORIËNTATIE- en VOORLICHTINGS
BIJEENKOMST
over de mogelijkheden in de nieuwe polders,
op zaterdag 9 december 1961, 's middags 2 uur,
in de „Prins van Oranje" te Goes.
0 Duidelijke uiteenzetting van de „kansen".
Eerlijke en objecte vóórlichting.
PROGRAMMA:
1. Welke eisen worden aan de „w erkers" gesteld?
door de heer Sj. de Haan te Emmeloord,
voorlichter K.N.L.C. inzake de vestiging
in nieuwe polders.
2. Wat zijn de ervaringen van een jongere in
Oosteiyk Flevoland?
door de heer C. A. Adamse te Kampen,
oud-voorzitter der L. J. G. Zeeland.
3. Het leven en werken van de jonge vrouw in
de nieuwe polders?
Mevr. Fr. KostenseKraak te Marknesse,
oud-presidente van de Afdeling Zeeland
van de Bond van Plattelandsvrouwen.
4. Welke toekomstmogelijkheden liggen er voor
de „werkers"?
door de heer J. Buteijn te Emmeloord,
Voorzitter Landbouw Mij. IJselmeerpoI-
ders.
5. Open diskussie en vragenstelling.
Verwacht worden:
Jongens die interesse hebben voor de kansen
en mogelijkheden in de nieuwe polders;
hun meisjes, verloofden en vrouwen;
hun ouders.
Steek uw licht op laat U nader informeren!
Deze middag wordt U aangeboden door de
LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND,
met medewerking van de Zeeuwse Landbouw Mij.
L. J. G. SCHOUWEN-DUFVELAND
f~\OK dit jaar wordt door de afd. Schouwen-
Duiveland weer een kalverppfokwedstrijd
gehouden. Gezien de goede praktische ervaring dia
men hier mee opdoet, kan deze wedstrijd bijzon da-
worden aanbevolen. Zij die zich nog niet hebben
opgegeven door middel van de door de zuivel
fabriek rondgestuurde circulaire, moeten dit haastig
doen bij dhr. G. Moelker, Slikiveg, Duivendijke,
telefoon 01117-335.
E L.J.G. Schouw en-Duiveland houdt op vrij-
dag 1 december a.s. haar jaarlijkse toneel
avond. Opgevoerd zal worden het toneelstuk ..On
weer" van L. de Groof.
Er is wederom enthousiast en onder deskundige
leiding gerepeteerd en het enige wat de spelers van
u verlangen is, te zorgen voor een volle zaal.
I ATEN de bestuursleden, die dit voorjaar de
kaderdagen bezochten, daaraan nog eens.even
terugdenken. Wat een belangstelling en wat wa
ren we enthousiast over het programma, de lei
ding en de sfeer op „Hedenesse". Maar het pret
tigst van alles vonden we misschien wel het als
L. J. G. bij elkaar ziin. Zomaar als L. J. G.-ers van
de verschillende eilanden met elkaar praten over
zaken die ons interesseren. Daarom: In verband
met de koers van de Kaderdagen heeft het Hoofd
bestuur besloten dergelijke dagen ook voor leden
te organiseren. Dit worden dus dagen waarbij elk
L. J. G.-lid aanwezig mag zijn, waaraan elke
L. J. G.-er mag meedoen. Laten we u gauw vertel
len wat we gaan doen.
DEZE woorden sprak ds. N. O. Steenbeek op de
Algemene Vergadering van 14 januari j.l. te
Middelburg. Na deze vergadering hoorden we van
vele kanten dat men over de rede van Ds. Steen
beek nog wel eens wilde praten. Naar aanleiding
van bovengenoemd thema, zullen we dat nu gaan
doen op de volgende wijze:
Maandag 18 december 1961.
morgen We komen om 10 uur v.m. aan en maken
met elkaar kennis onder een gezellig kop
je koffie; we bekijken het programma en
horen de indeling van corvees, slaapplaat
sen over onze hoofden gaan.
middag Inleiding door Wika W. K. de Haan vor
mingsleider op „Hedenesse" en gastheer
van onze dagen) over: „Wie ben ik in
1961?" Na de thee gaan we hierover pra
ten, rapporteren we onze bevindingen- en
begeven we ons als groepen in een alge
meen gesprek.
avond We werken het middagonderwerp uit in
rollenspelen en luisteren naar litteratuur
over deze vraag. Tot slot van de dag:
spel
Dinsdag 19 december 1961.
morgen We kijken vanmorgen naar een prachtige,
film: „De vallende ster" van de Duitse
regisseur Harald Braun als inleiding op
dagthema: „Wie zijn onze naasten in
1961?"
middag We praten door over deze film en zien
haar (misschien) nog eens.
avond We doen aan vrije expressie n.a.v. ons
dagthema. Voor de rest van de avond:
dans en volksdans
Woensdag 20 december 1961.
morgen We luisteren naar "een lezing: „Wat ver
andert er in Zeeland en wat in Nederland
en hoe moet je dat zien?", door dr. C. de
Galan (medewerker aan het Economisch
Technogolisch Instituut voor Zeeland te
Middelburg) en praten met dr. De Galen
hierover door.
middag Een strandwandeling in de winter: wat
is er mooier? In de late middag bereiden
we onze slotavond voor.
avond Slotavond, ingeleid door de film van Bert
Haanstra„En de zee was niet meer"
(n.a.v. de morgenlezing) en verder: de
avond gevuld door pnszèlf
Donderdag 21 december 1961.
morgen Herinnert u zich ds. N. O. Steenbeek nog
van de Algemene Ledenvergadering van
14 januari van dit jaar? Hij is voorzitter
van de Ned. Jeugdgemeenschap en praat
met ons verder over: „Leven in Zeeland
in wereldwijd verband."
middag De laatste warme maaltijd; handen schud
den en weer naar huis