'853 Raad voor de landbouw voorlichting in Zeeland Van cl* imtf-VA OOGSTEN EN BEWAREN VAN VOEDERBIETEN Wist U dat Korte wenken ZATERDAG 18 NOVEMBER 1961 Op de laatstgehouden vergadering van de Raad voor de Landbouwvoorlichting in Zeeland op 8 no vember j.l. werden o.m. de volgende zaken bespro ken: Het provinciaal voorlichtingsprogramma voor '62. DE Raad bleek van oordeel dat het destijds met zorg samengestelde provinciaal voorlichtings programma voor 1961 ook voor de eerstvolgende jaren zijn aktualiteit onverminderd behoudt. Wel dient jaarlijks te worden onderzocht in hoeverre de accenten dienen te worden verlegd of aanvullingen wenselijk zijn. Integratie van het huidige hoofdzakelijk tech- nisch-ekonomische programma met de agrarisch- sociale en huishoudelijke voorlichting achtte de Raad wenselijk. Jaarprogramma's met bijbehorende begrotingen voor 1962 van de streekverbeteringsgebieden. DE grondig voorbereide jaarprogramma's en begrotingen voor 1962 van de streekverbete ringsgebieden de „Zak van Zuid-Beveland", „Tho- len" en „Koewacht en Omstreken" werden onge wijzigd vastgesteld. Voor deze streekverbeterings gebieden is voor 1962 een totaal bedrag toegekend van 127.500, Svommissie ad hoe voor de pluimveeteeltvoorlich ting. DE Raad besloot geen kommissie ad hoe voor de pluimveeteeltvoorlichting in te stellen. Tegen de achtergrond van de beperkte gegevens van de pluimveeteelt in Zeeland acht de Raad zich goed in staat met bijstand van deskundigen van overheid en bedrijfsleven de belangen van de pluimveeteeltvoorlichting te behartigen. In dit verband kan nog opgemerkt worden dat na plaats gevonden overleg de direkteur van het Landbouw onderwijs in beginsel bereid is gevonden om een vakleerkracht voor de veeteelt in Zeeuws-Vl&an- deren te werk te stellen, die tevens bevoegd ge acht wordt de pluimveeteeltvoorlichting te verzor gen. Hierdoor zou aan de gerechtvaardigde wen sen van Zeeuws-Vlaanderen om meer voorlichting op het gebied van de pluimveeteelt kunnen wor den voldaan. Voorlichting met betrekking tot liet kleinere ge mengde landbouwbedrijf. DE desbetreffende nota die door de Landelijke Raad ter beoordeling werd toegezonden, blijkt zich te beperken tot de zandstreken en is zonder meer niet van toepassing op het kleinere gemengde bedrijf in de kleigebieden. Onder deze restriktie kon de Raad zich goed met de inhoud verenigen. Aanbeveling zou het zijns inziens nog verdienen aandacht te vestigen op de hulpverleningsdiensten omdat het aantal eenmansbedrijven toeneemt. Verslag van de werkzaamheden van de Raad over 1960. UET verslag over 1960 van de werkzaamheden van de Raad werd goedgekeurd. VOORKOM LETSEL BIJ BIETENLOSSEN HET is nog op diverse losplaatsen gebruikelijk, dat de traktorchauffeur of de paardeknecht tijdens het lossen van de bieten, de bietennetten aan de hijsinrichting pikt of hierbij behulpzaam is. Dat aan deze werkzaamheden gevaren verbonden zijn, blijkt herhaaldelijk, zoals kort geleden uit een ongeval, waarmee de B. V. A. B. werd gekonfron- teerd. Wat was namelijk hierbij het geval? Een traktorchauffeur bracht een vracht bieten naar de haven om deze te doen lossen in het schip. Het lossen vond plaats door middel van een op de wal staande ronddraaiende kraan, voorzien van een hefarm. Deze kraan was zodanig naast een meerpaal ge plaatst, dat het kraanhuis nog juist langs de meer paal heen kon draaien zonder deze te raken. Tij dens het draaien was de afstand tussen de kraan en de meerpaal dus dermate klein, dat het levens gevaarlijk was om zich daartussen te begeven. Nadat de chauffeur een bietennet had aangepikt, begaf hij zich buiten het bereik van de hefarm en ging hij tussen het kraanhuis en de meerpaal staan. Het gevolg hiervan was, dat hij door het kraanhuis tijdens het draaien tegen de meerpaal werd ge drukt, waarbij hij aan zijn borst vrij ernstig werd verwond. Doordat de meerpaal gelukkig enigszins meegaf, is erger of het ergste letsel voorkomen. Hieruit blijkt dus wel, dat het steeds zaak is, al vorens ergens te gaan staan in de buurt van zich bewegende machines, zich te overtuigen, of men buiten het bereik van de draaiende delen staat. HET komt verder ook nog herhaalde malen voor dat men, staande op de wagen, wat losliggende bieten op het eerstvolgende te lossen bietennet schept. Men realiseert zich dikwijls niet voldoende, dat de hefarm na het ledigen van het voorgaande- net, weer terugdraait naar de wagen en het lege net mee terug brengt. Meerdere werknemers (en vermoedelijk ook werkgevers) hebben reeds een klap van het aan de hefarm bevestigde dwarsijzer moeten inkasseren, doordat zij te dicht in de buurt hiervan bleven staan. Ook hier is het begrijpelijke gevolg meestal meer of minder ernstig letsel met alle daaraan verbon den onaangenaamheden voor werknemer en werk gever. Zorg zover mogelijk buiten het bereik van de hijsinstallatie te blijven en kyk uit! 1. Laat rooien is voor de bewaarbaarheid gun stig, doch de kans op nachtvorstschade neemt hier door toe. Het is daarom gewenst niet te veel tege lijk te rooien, zodat de bieten nog dezelfde dag aan de hoop kunnen worden gereden. Is dit niet moge lijk, dan worden ze op het veld met loof afgedekt. 2. Voederbieten moeten zo licht mogelijk wor den gekopt en bij het rooien en het transport zo weinig mogelijk worden beschadigd. 3. Zodra de bieten aan de kuil zijn gebracht, dienen ze ter voorkoming Aan bevriezen en uit drogen licht te worden afgedekt met stro of ruigte en eventueel een dun laagje grond. Als de vorst- kans groter wordt kan de grondlaag worden ver zwaard. De kop van de kuil behoeft alleen bij strenge vorst met grond, stro of mest te worden afgedekt. TI/E in Nederland weer bijna in een kabinetscrisis verzeild zijn geraakt De belastingontwerpen van yy onze Minister van Financiën riepen felle weerstand op in onze Tweede Kamer. Dr. Lucas zat Prof. Zijlstra danig in de haren. Het betrof een drietal onderwerpen, n.l.: a. een verlaging van de Loon- en Inkomstenbelasting per 1 juli 1962; b. een heffing op minerale oliën; c. een verhoging van de vennootschapsbelasting. Het geschilpunt liep vooral over de punten onder b. en c. genoemd. De Minister meende de hier ge noemde belastingverhogingen te moeten invoeren, omdat de dollarstroom uit de Verenigde Staten is op gedroogd. We moeten nu onze defensielasten zelf geheel betalen. Nu vond dit weliswaar ook begrip bij die leden van de Tweede Kamer die zich tegenover de plan nen van de minister stelden, maar zij meenden dat onze Staatskas zodanig gevuld was en in de naaste toekomst gevuld worden zal, dat ondanks verhoogde defensieuitgaven het toch luel zonder de omstreden belastingverhogingen kon. J~\E minister antwoordde hier weer op, dat de gelden die we in deze periode van welvaart extra als belasting in de Staatskas krijgen, daarin moeten blijven als reserve voor minder ivnstige perioden. Nuheeft een boekhouder wel enig verstand van reserves, maar een eenvoudig boekhoxider kan niet be oordelen, of het hier op de weg van de regering lag om bestemmingsreserves te vormen. Daarvoor is meer technische kennis van de Rijksbegroting en wat daarmee samenhangt nodig. Hoe dit nu verder zijn moge, het bedrijfsleven moet weer de tol betalen. De olie wordt weer duur der en van de winst der ondernemingen die aan de Vennootschapsbelasting onderhevig zijn, gaat weer een groter portie naar de fiscus. 7^OG kort geleden, toen de belastingverlaging voor de werkende gehuwde vrouw onderwerp van ons 1 schrijven was, voegde ons een werkende ongehuwde vrouwelijke kantoorbediende toe: „wanneer doen ze nu eens wat voor ons Wel-nu, zij trekke uit het kamerdebat lering. Vermoedelijk duurt dit nog wel even. De reserveringspolitiek van de Minister van Financiën zou hiervoor wel eens een „sta in de wegkunnen zijn, maar schrijver "dezer weet dat niet. MEIJERS. JDUIM, nadat het vee de weide heeft verlaten, ■*V resterende bietenkoppen op. Na een zachte winter lopen de bietenkoppen uit en zijn dan een prachtige smetstofbron voor het overbrengen van de vergelingsziekte. Nog beter is het om niet méér bietenloof in de weide te brengen dan het vee op eet. Dan valt er later ook niets meer op te ruimen. TT\E verhouding boer-arbeider is de laatste jaren drastisch veranderd. Vooral voor oudere boe ren is het soms moeilijk zich daarbij aan te passen. Bedenk echter, dat in geval van meningsverschillen de arbeider vrij gauw om een ontslagbewijs vraagt. Wanneer daarna een nieuwe arbeider komt, blijkt dat meestal geen verbetering te zijn. Een goede vakbekwame arbeidskracht is moeilijk te vervan gen. IS EUREN van bedrijfsgebouwen kan men in geopende toestand tegen dichtwaaien behoe den door er een bezem tegen te plaatsen. Maar. bij een flinke windstoot valt de bezem en waait de deur kapot. Een grendel aan de onderkant van de deur, die vanzelf in de grond valt, doet het beter. XjjTET de staltijd van het vee breekt ook de ■tVi periode weer aan, dat de boer dikwijls op zolders moet klimmen om hooi of stro te halen. Maak daarbij geen acrobatische toeren om ladders te beklimmen, waarin een aantal sporten ontbreekt. Voorkom ongevallen. Repareer de ladder en beves tig deze met haken aan de zolder, zodat ze niet wegglijdt als U erop staat. J^\E bedrijfsvoering wordt steeds ingewikkelder Dit plaatst de boer soms voor vragen waarop hij snel een antwoord wil hebben. Het is dan pret tig terug te kunnen grijpen op zo'n naslagwerk als de Landbouwgids. De uitgave 1962 verschijnt bin nenkort. Bestel vlug want in voorgaande jaren was de Landbouwgids spoedig uitverkocht. RONDER goede verlichting is geen goed werk mogelijk. Zorg voor voldoende licht in de bedrijfsgebouwen en prul niet met gloeilampjes van 25 Watt. Breng zo nodig nieuwe lichtpunten aan op plaatsen waar U dikwijls werkt. Knoei zelf nooit met draden en stopcontacten. Het is geen prettige ervaring als in de krant vermeld ivordt, dat Uw bedrijf is afgebrand door kortsluiting. EES voorzichtig met het vervoederen van erwtenstro, afkomstig van percelen ivaarop vlak voor de oogst nog een chemische onkruidbe- strijding is toegepast. Bij onderzoek van enkele monsters, genomen 6 weken na de oogst, bleek het stro nog zoveel D.N.B.P. te bevatten, dat het als veevoer onbruikbaar was. /N de zomer stuurt U de knecht met kapitale machines het veld in, waarbij U hoopt, dat hij niet teveel brokken maakt. Stuur hem van de winter eens naar een werktuigencursus, zodat hij meer inzicht krijgt in de werking van de machines. U krijgt de gemaakte kosten ruimschoots terug door. beter werk en lagere reparatiekosten. T\OORDAT aardappelen als pootgoed afgeleverd U worden, is er veel zorg aan het produkt be steed. Laat de kwaliteit na aankoop niet achteruit gaan door een slechte bewaring in de kuil. Voor kom vooral het optreden van broei in de pootaard- appelen. Verbroeid pootgoed is ongeschikt als uit gangsmateriaal. EES er als de kippen bij om de ventilatie in het kippenhok te regelen naar de buiten temperatuur. Ook bij koud weer produceert een flinke kippenstapel veel warmte en waterdamp. Zelfs bij vorst mag het hok nooit geheel gesloten zijn. In een bedompt en warm hok is de eier- produktie altijd lager dan in goed geventileerde hokken. ANNEER het ploegen op onbegroeid land niet meer gaat, kunt U meestal nog wel terecht op percelen waarop een groenbemestings- gewas staat. Het ploegen vindt dan wel doorgang, maar van de structuurverbeterende werking van het groenbemestings gewas zal weinig meer over blijven. Ook dit land moet zo mogelijk onder droge omstandigheden geploegd worden. A FPLOEGEN van dé kanten van de percelen gaat met de trekker niet zo gemakkelijk. Een goede oplossing van deze moeilijkheid geeft het bevestigen van de kantploeg aan het werk tuig enr aam, zodat de ploeg naast het wiel van de trekker loopt. De trekker komt dan niet meer zo kort op de kant en de kanten worden toch goed afgeploegd. heeft wel eens iets gelezen ovee stalventilatie, maar er misschien niet verder over nage dacht. De temperatuur en luchtvochtigheid in rundveestallen is zeer goed te regelen met een stalventilator. Plaats de ventilator aan de luw- zijde van het gebouw, dus aan de noord- of oost kant, zodat de luchtafvoer zo weinig mogelijk tegendruk van de wind ondervindt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 9