Reorganisatie afdeling tuinbouw K. N. L. C.
Hv9
Beregeningsproef met frambozen (Malling Promise) in 1961
ov
oo
vv
Uitbreiding van de West-Duitse voorziening tuinbouwproducten geadviseerd
DINGEN VAN DE WEEK
Algehele ontheffing voor de teelt van
aardappelen in het Herverkavelingsgebied
Zak van Zuid-Beveland voor het jaar 1962
IJ
ZATERDAG 4 NOV E"M BER*' 1961
EEN voor de afdeling Tuinbouw van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité belangrijke interne
aangelegenheid heeft op de laatst gehouden bestuursvergadering van 23 oktober j.l. welke weer
onder leiding stond van de inmiddels herstelde voorzitter, de heer G. W. Bos voorlopig zijn beslag
gekregen. Na een zorgvuldige en breedvoerige behandeling zal thans aan het hoofdbestuur van het
K.N.L.C. een plan tot reorganisatie van de afdeling worden voorgelegd.
Met de reorganisatie wordt beoogd de afdeling Tuinbouw aan te passen aan de huidige constellatie
van de Nederlandse tuinbouw en de ruimere plaats die de belangenbehartiging van de gehele tuinbouw
sector binnen de standsorganisatie geleidelijk is in gaan nemen.
DE belangrijkste onderdelen van het plan zijn de instelling van een commissie Groenteteelt in na
volging van de reeds eerder ingestelde commissies voor de sectoren fruitteelt, bloembollenteelt,
bloemkwekerij en boomkwekerij en een verbreding van de samenstelling van het dagelijks bestuur
van de afdeling. Met de reorganisatie worden in hoofdzaak 3 doeleinden nagestreefd:
HET op evenwichtige wijze gestalte geven aan de 5 belangrijkste tuinbouwsectoren binnen het ver
band van de afdeling. Door te kunnen beschikken over een voor iedere sector gespecialiseerd or
gaan kan een zo efficiënt mogelijk sectorbeleid worden gevoerd, terwijl op deze wijze het voeren van
een integraal tuinbouwbeleid kan worden bevorderd.
HET tot stand brengen van een nauwere binding tussen de organisatie en de vertegenwoordigers in
p.b.o.-organen en andere organisaties en instanties. Voor het tot uitvoering brengen van het door
de organisatie uitgestippelde beleid is een zo nauw mogelijke band vereist met degenen, die namens
deze op dé gezaghebbende plaatseri zijn aangewezen.
VERBREDING en verdieping van' de belangenbehartiging voor de groenteteelt en de groenteteler door
middel' van de kanalen, vam de standsorggnisatie. Een gespecialiseerd orgaan zal beter dan de tot
nu toe gevolgde organisatorische werkwijze iri Staat zijn deze belangenbehartiging volgens de eisen des
tijds op zich te nemen en datgene tot uitvoering te brengen waarvan men in deze sector verstoken is ge-
bleven. De resultaten, die konden worden geboekt met de reeds bestaande sectorcommissies betekenen
een richtlijn voor de mogelijkheden ook voor de groenteteelt.
Vorming en kadervorming
IN een voorgaande bestuursvergadering is reeds aandacht geschonken aan het. onderwerp vorming en
kadervorming in de tuinbouw. Een nadere oriëntering heeft inmiddels plaats gevonden. Deze heeft
geleid tot, voorlegging vah een voorstel vari'ftet 'dagelijks bestuur aan het bestuur tot instelling van een
werkgroep ter nadere bestudering van deze belangrijke aangelegenheid. Na de ruime aandacht, die het
bestuur reeds aan het punt' heeft gewijd/ werd''dit voorstel met instemming begroet en zal het als zo
danig worden voorgelegd aan het hoofdbestuur van het K.N.L.C.
Taak provinciale raden voor de landbouwvoorlichting
ALS uitvloeisel van de behandeling van het punt streekverbeteringen in een van de vorige bestuurs
vergaderingen is de taak van de provinciale raden voor dé landbouwvoorlichting onder de loupe
genomen voorzover de tuinbouw betreffende. In deze raden, overkoepeld door de Landelijke Raad voor
de Landbouwvoorlichting, wordt vorm gegeven aan het veelomvattende terrein van de landbouwvoor
lichting.
Hieronder ressorteren ook de vele vormen van voorlichting die aan tuinbouwers worden gegeven d.m.v. de
diverse overheidsorganen, die op dit gebied werkzaam zijn.
De vergadering acht het nuttig en bovendien noodzakelijk, dat de tuinbouworganen van de gewestelijke land-
bouwmaatschappijen zich meer gaan oriënteren op dit terrein. Hiertoe is besloten intern de nodige stappen te
nemen. i
Concentratie van veilingen
rjrOALS enige tijd geleden is besloten, is een rapport voorgelegd aan het bestuur over dit onderwerp,
dat steeds meer gemoederen bezig houdt. Besp rekingen door het dagelijks bestuur van de afdeling
Tuinbouw en de commissie Fruitteelt van het K.N.L.C., nader uitgewerkt door het secretariaat, hebben
tot de samenstelling van dit rapport geleid- Het bestuur kon zijn goedkeuring aan het rapport hechten,
waardoor voorlegging aan het hoofdbestuur yan het K.N.L.C. zal plaatsvinden. Na eventuele aanvaar
ding door het hoofdbestuur zal op het rappórt worden teruggekomen. C. G. T.
(7} E beregeningsproef met frambozen op de kleinfruitpr oef tuin in Kapelle werd in 1961 wederom voort-
gezet. Voor de vierde maal werden van deze in het voorjaar van 1957 geplante frambozen gegevens
verkregen over het effect van beregenen tijdens de bloei en de pluk.
Tot aan de pluk werd tussen 19 mei en 9 juni viermaal beregend, waarbij in totaal 75 mm werd ge
geven. Tijdens de pluk werd tussen 23 juni en 7 juli driemaal beregend met totaal 60 mm.
De opbrengsten zijn in de volgende tabel weergegeven.
Behandeling
VO
Opbrengst kg/ha
le soort 2e soort
11000 1400
10400 1200
9500 1300
10300 1300
VO beregend tijdens de bloei;
OV beregend tijdens de pluk;
totaal
12400
11600
10800
11600
OO niet beregend;
VV beregend tijdens bloei en pluk.
Opbrengst in 'U v. onbeh.
le soort 2e soort - totaal
116 108 115
109 92 167
100 100 100
108 100 107
HIERUIT blijkt dat beregenen in beide perioden een vrij duidelijk gunstig effect heeft gehad. Dit
effect is vooral bereikt bij de le soort, zodat de conclusie voor de hand ligt, dat beregenen naast
een hogere produktie ook de kwaliteit van het produkt bevordert. Dit wordt bevestigd door proef -
resultaten van vorige jaren. Uit de resultaten van 1961 en 1959 valt af te leiden dat vooral de berègening
vóór de pluk het duidelijkste voordeel lijkt op te leveren. Dit is doorgaans ook de droogste periode.
Tijdens de pluk in de maanden juni en juli wordt de vochtvoorziening vaak nog wel door natuurlijke
neerslag aangevuld.
7)AT bij frambozen extra vochtvoorziening vooral in de periode voorafgaande aan de pluk belang-
■*-' rijk lijkt te zijn, kan mede verklaard worden uit de invloed op de vegetatieve ontwikkeling. Een
goede vochtvoorziening in de droge periode voor de pluk bevordert n.l. de groei van gezonde, krachtige
scheuten en hiervan hangt de opbrengst van het volgende jaar af. Wanneer de grond voor het begin
van de pluk reeds op een goed vochtgehalte is gebracht, zal dit bovendien tijdens de pluk nog gunstig
nawerken. De invloed van beregenen op de opbrengst van frambozen is dus tweeërlei. Zoals uit ge
gevens van neerslag en vochtgehalte van de grond bleek, was 1961 geen abnormaal droog jaar. De daling
van de vochtgehalten in de onberegende veldjes was niet bijzonder sterk, zodat de resultaten van 1961
aantonen dat ook in normale jaren op een redelijk vochthoudende grond, goede resultaten met be
regenen zijn te behalen.
IIET Westduitse ministerie van Landbouw heeft er in een persbulletin op gewezen dat de Duitse
tuinbouw in de toekomst betere afzetmogelijkheden zal hebben. Uit een marktonderzoek is geble
ken dat bij voorbeeld sla, komkommers en tomaten gedurende het gehele jaar kunnen worden verkocht.
Op grond van de huidige invoer kan worden aangenomen dat de Bondsrepubliek ca. 15.000 ton meer
sla zou kunnen produceren en op de markt brengen. Dit is een produktie van 375 ha onder glas.
Het verbruik van komkommers bedroeg in de afgelopen drie jaren gemiddeld ca. 95.000 ton, waarvan
slechts 30.000 ton uit de binnenlandse produktie. Indien men de oppervlakte kassen voor de teelt van
komkommers met 300 ha zou uitbreiden, zou hier mede een extra produktie van 30.000 ton worden
verkregen.
Bij de teelt van tomaten spreken de cijfers nog duidelijker. Zo is het verbruik van tomaten gestegen
van 135.000 ton in 1953 tot 225.000 ton in 1958. De binnenlandse produktie is daarentegen over de
zelfde periode gedaald van 41.000 ton tot 38.000 ton. In Nederland bedroeg in 1959 de oppervlakte toma-
tenkassen 2350 ha, terwijl in de Bondsrepubliek voor deze teelt slechts 190 ha ter beschikking stonden.
Men adviseert dan ook de glasoppervlakte voor de tomatenteelt met 800 ha uit te breiden.
Voor de teelt van alle groenten onder glas zou men de oppervlakte met 1500 ha willen uitbreiden. De
produkten kunnen echter alleen dan een goede afzet vinden, indien het binnenlandse produkt van góede
kwaliteit is en in een gesloten teeltgebied wordt verbouwd. Aldus Landbouw Wereldnieuws
Thans is het zover dat de oogst uit onze boom*
gaarden geborgen is. De rust is er weergekeerd. De
wintertijd is aangebroken. Nu wil wintertijd niet zeg.
gen „vakanti'etijd". Met het korter worden van de
werkdagen en de langer wordende avonden hebben we
tijd om „bij" te blijven in deze jachtende tijd.
In de eerste plaats denken we dan aan de ontwikke-
ling wat ons vak betreft. Op verschillende manieren
kan dit gebeuren.
Wie met zijn tijd meegaat, zal zijn kennis willen
vergroten door aan de verschillende cursussen deel te
nemen. Als men reeds in het bezit is van vele diploma's
zal men toch behoefte gevoelen om van gedachten te
wisselen over de verschillende tuinbouwproblemen.
Studieboeken, studiegroepen, praatavonden, het zijn al
lemaal middelen die aangegrepen kunnen worden. De
discussies, vooral soms onder jongeren zo levendig,
kunnen zeer opbouwend zijn. Ze zijn ook noodzakelijk
wil men niet de eigenwijze betweterige man worden diè
alles weet en niets meer te leren heeft. Deze zomer
zijn weer tal van problemen aan, de orde gekomen die
een uitgangspunt van discussie kunnen dienen. Dat
geldt niet alleen voor de jongeren, maar ook voor de
ouderen, de mannen met ervaring die dikwijls denken
dat ze' allés al weten. Zij- vergeten - namelijk wel eens
dat de tijd niet stil staat en deze ook aan onze bedrij
ven en henzelf niet voorbij gaat.- Zién we niet dikwijls
dat mooie bedrijven van 10-20 jaar oud thans de toets
van „modern" bedrijf niet meer kunnen doorstaan
Dat is dan dikwijls enkel maar gekomen door het feit
dat vader zich niet heeft aangepast' en zijn zoons geen
kans hebben gekregen om zich te ontplooien.
Daarom is de wintertijd een nuttige tijd om zich te
bekwamen, om te studeren en zich bezig te houden mei
zijn bedrijf.
MOET men dan altijd maar praten" over bomen en
over ziektebestrijding en over geld verdienen
Gelukkig niet. Er zijn ook geestelijke en culturele be
langen waar we juist in de wintertijd tijd voor kunnen
vinden. Het is een arm mens die enkel maar kan praten
over zijn bedrijf en over winst en verlies. Kan het niet
zinvol zijn wanneer we eens in het verleden zien en
kijken naar de geestelijke achtergrond van ons bestaan
Uitwisseling van gedachten op geestelijk en cultureel
gebied maakt ons rijke mensen, die de geestelijke en
culturele schatten leren waarderen.
Het leidt tot verdraagzaamheid en het elkaar waar
deren ondanks geestelijke verschillen. Ook op cultureel
gebied is tegenwoordig veel te genieten en de wonderen
der techniek stellen ons hierdoor in staat. Laat ons
deze grootse mogelijkheden gebruiken om 'ons geestelijk
en cultureel bij te doen blijven.
VERDER willen we nog op iets wijzen wat in deze
tijd noodzakelijk is en wel het meeleven met de
organisatie. De vergaderingen vah onze organisatie
werden toch al niet druk bezocht, maar nu de T.V. zich
midden in ons leven heeft gezet, schijnt het nog moei
lijker om 's avonds pit de huiskamer te komen en de
vergaderingen te bezoeken.
Toch is het ook nodig dat de onderlinge band tussen
de bedrijfsgenoten verstevigd wordt. Dan denken we
ook niet alleen aan onze eigen organisatie, maar ook
aan de bijeenkomsten die ons geestelijk en cultureel
rijker maken. Als we dat alles zien, dan behoeft de
winter zeker geen droge, saaie tijd te worden, geen tijd
waarvan we verlangen dat ze maar zo gauw mogelijk
om is. In werkelijkheid leeft de mens langer dan
vroeger, maar het lijkt korter, omdat het zo gejaagd is
en zo angstig gevuld.
Juist in deze wintermaanden kunnen we misschien
weer wat op adem komen om straks toegerust te zijn
voor de strijd om het bestaan. Dikwijls wordt er op
ons een beroep gedaan om ook eens wat te doen, waar
niets aan te verdienen is, maar waar de wintertijd zich
voor leent. We denken aan de medemens die in ellen
dige omstandigheden verkeerd.
Deze tijd met zijn verregaande sociale voorzieningen
heeft tot nadeel dat men alles van zich afschuift op de
gemeenschap die er maar voor moet zorgen. We be
talen er toch belasting voor! En toch zijn er nog veel
eenzame mensen en arme mensen die soms vlak naast
ons leven. De wintertijd kan een gezellige tijd zijn,
mede door ons zelf. Ook ons gezinsleven heeft dikwijls
behoefte aan een winterperiode. Wanneer men voor het
een of ander een beroep op iemand doet, dan krijgt
men meestal te horen dat hij of zij het al zo bijzonder
druk heeft. Ondanks de kortere werkweek lijkt dat
steeds meer het geval te worden. Of is het misschien
maar een gelegenheid zoeken om er vanaf te raken
Doen we misschien niets liever dan eten, slapen en
drinken en in rust de tijd doorbrengen Mocht dit zo
zijn, laten we dan proberen het deze winter eens anders
te doen en er een nuttige tjjd van te maken.
Tot de volgende week.
TYE Gewestelijke Raad voor Zeeland van het
M Landbouwschap deelt hierbij mede, dat voor
het Herverkavelingsgebied Zak van Zuid-Beveland
algehele ontheffing is verleend van de voorschrif
ten vervat in het Besluit Bestrijding Aardappel
moeheid voor het jaar 1962.
Deze ontheffing heeft geen betrekking op de
teelt van aardappelen in particuliere tuinen en
volkstuincomplexen, zodat daar alleen teelt mag
plaatsvinden overeenkomstig de daarvoor gelden
de schetsen
1 - I