Bramen in de winter
De afzetmogelijkheden van
appels en peren
STAND GROENTEGEWASSEN
AANTAL WERKKRAGIITEN
IN DE LANDBOUW IN DE U. S. A.
SIS
IEE15WS l.*\nBOl)WEt*D
TN zeer uitvoerige beschouwingen heeft het Centraal Bureau van de Tuin-
bouwveilingen dezer dagen haar mening gegeven over de afzetmogelijk
heden van appels en peren in de komende maanden. Dit werd opgenomen
in haar officieel orgaan „Groenten en Fruit".
Gezien het feit dat er ook in onze provincie nog heel wat fruit is op
geslagen in koelhuizen en bewaarplaatsen, lijkt het ons nuttig de con
clusies van deze beschouwingen hier op te nemen.
Van de peren wordt gezegd dat het aanbod van Nederlandse peren in de
periode na 1 oktober heel wat groter kan worden dan in 1959-60. De export-
vraag en de binnenlandse vraag kan samen ook vrij wat groter worden,
terwijl de vraag van de industrie geen rol zal spelen.
Een heel wat groter aanbod zal dus vergeleken met 1959-;60 een vrij wat
grotere vraag ontmoeten en hierdoor kan het gemiddelde veilingprijspeil in
de periode van begin oktober 1961 tot eind maart 1962 dicht in de buurt
van dat van 1859- 60 komen te liggen en uiteraard heel wat hoger dan in
1960- 61.
Van afzetmoeilijkheden bij peren zal dus geen sprake zijn. Een andere,
vraag is of de prijzen van de laatste weken zich boven het niveau van
1959-1960 zullen kunnen handhaven.
De huidige prijzen zijn zeer hoog, met name van enkele rassen waar
van Nederland dit jaar een zeer goede oogst heeft (Legipont en Conference).
In dit verband wordt er op gewezen dat vooral bij de opslagperen de hoge
prijzen van de laatste weken gedeeltelijk tot stand zijn gekomen door grote
aankopen voor opslag. Afgaande op de huidige prijzen vergeleken met die
in 1959-'60 en ook afgaande op de oogsten in binnen- en buitenland, is
het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen geneigd te geloven, dat een
verdere stijging van betekenis van de Nederlandse perenprijzen in de rest
van het seizoen niet erg waarschijnlijk is en dat er zelfs een kans bestaat,
dat de prijzen van enkele rassen waarvan de oogst zeer goed is, tijdelijk
beneden het huidige peil komen te liggen.
TPfcE conclusie welke kan worden getrokken aan de hand van de beschouwing van de afzetmogelijk-
heden van appelen is dat het aanbod van Nederlandse appelen in de periode begin oktober tot
eind december vrij wat kleiner zal blijven dan in 1959-60. De totale vraag naar appelen kan zelfs
nog groter worden dan in 1959-'60, met name doo. een grotere binnenlandse vraag. Er is dus alle
kans op, dat het gemiddelde prijspeil van Nederlandse appelen nog betekenend boven het peil van
'J959-'60 zal komen te liggen. In 1959-60 was in deze periode de gemiddelde veilingprijs 37 cent per
kg; in 1958-59 16 cent per kg en in 1960-'61 18j-j cent.
Een gemiddeld prijspeil van 40 cent per kg lijkt voor het laatste kwartaal van 1961 zeer goed mo
gelijk. Het woord afzetmoeilijkheden is dus bepaald niet nodig in dit kwartaal.
Verder wordt er nog op gewezen dat de prijzen met name van Goudreinette en Sterappelen, twee
rassen met een tegenvallende oogst, relatief nog hoger kunnen komen te liggen.
OF de prijzen nog verder boven het huidige peil zullen stijgen, valt niet te zeggen, aldus het Centraal
Bureau van veilingen, maar wel gelooft men dat de kans dat er nog een tijdelijke inzinking in
de prijzen zal optreden, veel kleiner is dan bij peren.
Tot zover de conclusies van de beschouwingen over de afzetmogelijkheden van appels erl peren zo
als de deskundigen van het Centraal Bureau van veilingen deze hebben opgesteld.
Ondertussen zijn deze weer al een maand oud en staan we dus weer al voor een deel achter de
feiten. Daarbij moeten we dan toch opmerken dat het er op het ogenblik de schijn van heeft dat de
appelprijzen iets teruglopen terwijl.de prijzen van de bewaarperen (Conference en Legipont) de neiging
hebben om op te lopen.
Het is echter nog ie vroeg om een definitief oordeel over de afzet van appels en peren uit te spreken. Ook
hetgeen het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen hierover zegt, is gebaseerd op veronderstellingen, maar
daarbij houdt men rekening met de situatie in binnen- en buitenland en liet verloop in voorgaande jaren en
over het algemeen hechten we dan ook wel waarde aan deze deskundige overzichten en daarom hebben we ze
ook weergegeven.
FRLTTAANVGER GAAT MINDEREN
MET de aanvoer van fruit op de Zeeuwse veilingen
gaat het nu zichtbaar minder worden. In de af
gelopen periode zijn de meeste veilingen over gegaan
tot het inkrimpen van het aantal veilingdagen voor
fruit.
Op het ogenblik is de situatie bij de Zuid-Bevclandse
veilingen zo, dat in Goes nog wordt geveild op dinsdag
en donderdag, evenals in Krabbendijke. In Kapelle-
Biezelinge wordt enkel nog geveild op woensdag en
vrijdag.
Toch zien wc op deze dagen nog steeds een flink
aanbod. De peren zijn nu vrijwel uit het vcilingbecld
verdwenen, maar daar staat tegenover dat er veel appels
worden aangevoerd en dan in hoofdzaak Jonathan. In
Goes was op sommige dagen in de afgelopen periode
een aanbod van 100 ton export-kwaliteit Jonathan. Dat
wil dus nog al wat zeggen. De prijs is geleidelijk aan
iets teruggelopen en kwam op ongeveer 60 cent per kg
voor de middenmaten van de eerste kwaliteit en 50-58
cent per kg voor de tweede kwaliteit.
We vernamen ook dat de handel steeds bereid was
om enkele centen per kg meer te betalen voor het fruit
indien de veiling koelruimte beschikbaar kon stellen.
We geloven dat dit een zaak is die de aandacht verdient
van de veilingbesturen.
HET is niet voldoende dat de veiling koelruimte heeft
om te voldoen aan de aanvragen van de telers, het is
ook nodig dat er een zekere hoeveelheid beschikbaar
gesteld kan worden voor de handel, want die is ook
aangewezen op het bewaren van het winterfruït. Gok
dit jaar zien we dat er eigenlijk een tekort aan koel
ruimte is bij enkele Zeeuwse veilingen o..t daar zal toch
iets aan gedaan moeten worden. Er wordt wel eens
gezegd dat er landelijk gezien koelruimte voor fruit
voldoende is. We kunnen dit niet beoordelen, maar
willen aannemen dat dit zo is. In onze provincie ge
loven we echter dat er nog wel wat bij kan komen,
zeker wanneer we zien wat ons in de toekomst staat
tc wachten aan winterfruit. De aanvoeren hiervan zullen
jaarlijks nog toenemen en dat zal de nodige voorzie
ningen vragen van de veilingen. We mogen echter ook
aannemen dat de velingsbesturcn in dezen zullen doen
wat nodig is. In het verleden hebben zij steeds getoond
hun taak goed te begrijpen en dat is niet anders ge
worden. Toch meenden wij er goed aan tc doen hierop
nog eens de aandacht te vestigen omdat het een zaak
is, die waard is om aangepakt te worden.
De vraag of het verstandig is het fruit tc bewaren,
is hierbij niet van betekenis, het gaat er om dat we
steeds meer winterfruit krijgen op onze veilingen en
dat moet worden opgeslagen in koelhuizen en gas-
ccllen.
Oogstraming appelen en peren in Italië
DE Italiaanse appelcnoogst wordt geraamd op
2,1 min. ton, ter waaruc van (omgerekend)
660 min., hetgeen een stijging van 16#/« betekent
tegenover 1960. Men denkt hiervan 800.000 ton te
kunnen experteren, d.w.z. circa 150.000 ton meer
dan van oogst 1959.
De perenoogst wordt geschat op 800.000 ton.
SINT NICOLAASVEILING IN KRABBENDIJKE
TLJET bestuur van de veilingsvereniging „Krabben-
dijke en Omstreken" te Krabbendijke heeft be
sloten op donderdag 23 november a.s. de traditio
nele Sint Nicolaas fruitveiling te houden.
Toen we hierover dezer dagen een gesprek had
den met veilingdirecteur A. Dommisse van de vei
ling in Krabbendijke, kon deze ons uiteraard nóg
niet vertellen omtrent de grootte van de aanvoer
op deze bijzondere veiling, maar het mag toch wel
als zeker worden aangenomen, dat er op die dag
■weer een keur van kwaliteitsfruit uit de moderne
fruitbedrijven van Krabbendijke en omgeving te
koop zal zijn en het lijdt geen twijfel dat de han
del er graag voor zal komen om te trachten daar
van wat te pakken te krijgen, want de Sint Nico-
ïaasveiling van de K.E.O. in Krabbendijke heeft een
goede naam in het gehele land. In voorgaande
jaren werd het steeds een succes en van harte wen
sen we bestuur en directie van de veiling K.E.O.
toe dat het ook dit jaar weer zo mag worden.
Ï|E stand van de herfstbloemkool is verbeterd.
M Ten opzichte van het veeljarig gemiddelde js
dit jaar de stand van veel soorten wintergroenten
gunstig. Alleen de winterpeen valt iets tegen. De
bewaarprodukten rijpen snel hetgeen de bevvaar-
baarheid waarschijnlijk niet ten goede komt. Aldus
een mededeling van de stand por 20 oktober 1961
van het Ministerie van Landbouw.
„Landbouwwereldnieuws" meldt dat,, blijkens
gegevens van het Amerikaanse Ministerie van
Landbouw in augustus j.l. 8,3 miljoen personen
werkzaam waren in de Amerikaanse landbouw,
d.w.z. evenveel als in 1960. Het aantal boeren en
hun gezinsleden bedroeg circa 5,5 miljoen, hetgeen
2 minder is dan vorig jaar, terwijl van de arbei
ders in loondienst (2,8 miljoen) vergeleken met
augustus 1960 daarentegen met 4 is loege-
HET bramenseizoen 1961 is vorige week afgesloten. Tot de derde week in oktober was cr op de
veiling in Kapclle-Biezelingc nog regelmatig een aanbod van dit produkt, maar toen kwam er
regen, hagel en storm en toen was het gebeurd.
Het bramenseizoen 1961 is voor de telers niet geworden wat zij er van hadden verwacht. De ge
middelde prijs zal wel ongeveer 5 cent per kg lager liggen dan het vorig jaar, toen deze rond 84 cent
per kg lag. De kilo-opbrengst zal niet veel verschil te zien geven met die van 1960. Dat ivil dan zeggen
dat cr in Zeeland meer dan 600.000 kg bramen zijn gegroeid. Dat is een flinke hoeveelheid en er moet
heel wat gebeuren alvorens deze allemaal op hun plaats van bestemming zijn. Toch is de bramenteelt
nog altijd een prachtige teelt voor de kleinfruitteler met een klein bedrijf. De pluk begint wanneer die
van de frambozen is afgelopen en tijdelijk kunnen de bonen die een dergelijke teler ook meestal heeft,
wel iaat in de weg zitten, maar al gauw is de braam het enige produkt dat nog wat geld in het laatje
van de kleinfruitkweker brengt en als dat dan voortduurt tot eind oktober, dan wil dat toch zeggen dat
het van flinke betekenis is.
Cy7U de pluk is afgelopen, kan de teler aandacht gaan besteden aan de verzorging van het gewas, want
dat is iets, wat zeker niet mag worden verwaarloosd. We mogen aannemen dat in de loop van
de zomermaanden de jonge scheuten door middel van haken zodanig zijn weggelegd, dat ze niet in de
weg lagen en netjes op de rij.
Nu de pluk voorbij is, gaan we eerst het oude, afgedragen hout verwijderen. Dat is geen eenvoudig
werk. Het moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren en het vraagt heel wat arbeidsuren.
Het verdient aanbeveling daar vroeg mee te beginnen, want het oude hout moet uit de aanplant zijn
wanneer de wintervorst invalt. Die kan helemaal achterwege blijven, maar het is ook best mogelijk
dat er in december reeds dermate lage temperaturen worden gemeten dat de bramenstengels die het
volgend jaar een oogst moeten geven, afgedekt moeten worden.
Op dat moment moet het oude hout weg zijn en daarom kunnen we er niet te vroeg mee beginnen.
De oude stengels kunnen roe m,aar het beste direct verbranden. Het is dan geen bron van infectie meer
voor de jonge stengels. Ten aanzien van dat verbranden mogen we wel de aandacht vestigen op het
feit dat we dat niet te dicht bij de aanplant moeten doen, want het zou niet de eerste keer zijn dat eén
perceel schade opliep bij dergelijke stookpartijen.
OP het afdekken van de stengels bij ivintervorst zouden we graag nog eens extra de aandacht ves
tigen. De laatste jaren gebeurt dat op vrij grote schaal en dat is een gelukkig feit, want als het
in de winter kouder wordt dan 7 graden onder het vriespunt, dan kan er schade ontstaan aan de stengels
en dat kan worden voorkomen door ze af te dekken met stro.
Dat stro moeten we echter niet meer op dienen te zoeken wanneer we 's middags horen dat het
's nachts wel eens zo hard kan vriezen. Dat dient gereed te liggen om zodra het nodig is op de stengels
te worden gebracht. We mogen dat ook niet te vroeg doen, want dan ontstaat er broei en dan kan het
middel wel eens erger zijn dan de kwaal.
ET is echter wel nodig om paraat te zijn en daarom hopen we dat elke bramenteler tijdig de nodige
maatregelen zal nemen, want het valt niet vooruit te zeggen hoe de weersomstandigheden in de
winter zullen zijn en wat het kan betekenen indien de bramen niet worden afgedekt, herinneren de
meeste telers zich nog maar al te goed van enkele jaren geleden toen in de ivinter van 1955 op 1956
zeer vele aanplantingen verloren gingen door wintervorst.
De braam is een produkt, dat we niet graag zouden missen op het kleinfruitbedrijf, maar dan is het
ook nodig dat er de nodige zorg aan wordt besteed en daarom moet nu zo gauw mogelijk het oude hout
er uit en gaan 'we ook het materiaal om eventueel in de winter af te dekken, gereed leggen.