BOERENJEUGD
do
Alle hens aan dek
De Voorzitter
825
L J G
kW
ZATERDAG 4 NOVEMBER 19 6 1
CTIJGT de spanning ten top? Dat zou best eens kunnen zijn. Wij weten
het eigenlijk niet goed. Zo hier en daar en te hooi en te gras hoor je
reakties. O ja natuurlijk, zowel positieve als negatieve. Maar de zaak geniet
kennelijk een zekere belangstelling. Je merkt dat er over wordt gesproken
en gedacht, dat er wordt gewikt en gewogen, maar ook beslist.
Toegegeven, op deze wijze vallen we wel een beetje met de deur in huis
en stellen we de zaak waarover het moet gaan wel een beetje achterstevoren
aan de orde. Wij willen ons namelijk bepalen bij de kursus „Plattelands
jongeren zoeken nieuwe wegen", die van 8 januari t/m 3 februari op drie
Volkshogescholen gaat draaien. Geen origineel onderwerp maar wel belang
rijk- Enkele punten die hiermee verband houden willen wij dan ook graag
nader aanstippen.
MET ESSENTIËLE
U7AT tijdens de Vierweekse wordt gedaan is
welbekend. Veertien dagen geleden hebben
wij tenminste in deze kolommen enkele punten
genoemd. Met als motto „Is er nog toekomst voor
het platteland?" zal een uiterst fris programma
worden opgediend, dat bovendien ook nog zeer ge
varieerd is- Vele aktuele onderwerpen zullen aan
de orde gesteld worden. Bovendien, uit deze pun
ten hebt U het wezenlijke kunnen destileren, dus
dat waar het hierbij om draait. Het gaat namelijk
om verruiming van uw blik, verbreding van uw
visie en om verdere ontwikkeling van uw per
soonlijkheid. Laten we proberen eens over de
muurtjes heen te kijken. Proberen ook ons voor
te stellen hoe men in andere hokjes en blokjes
denkt en werkt. Dat alles zal het mogelijk maken
de situaties om ons heen beter te kunnen beoor
delen en doorzien, gemakkelijker en met meer
kennis de verhoudingen aan te voelen.
Het lijkt allemaal nogal vaag en hoogdravend.
Maar het leven bestaat gelukkig niet alleen uit
werken en geld verdienen. Werken is een onder
deel van ons levende rest is ontzettend be
langrijk, deze rest kan het leven enorm rijk
maken.
Wat verder allemaal gedaan wordt? We willen
met dit artikel geen beroemde stuurlui aan wal
maken. U moet het zelf in hoogst eigen persoon
ervaren, anders kun je er eigenlijk geen verstan
dig woord over zeggen.
BEZWAREN
JA. vier weken is natuurlijk een hele tijd. Oud-
kursisten weten echter dat het helemaal niet
lang is. Vier weken vliegen om en wij hebben dan
ook meerdere malen horen verzuchten: „Eigen
lijk moest deze kursus twee weken langer zijn!"
Maar ook dit moet je weer zelf meegemaakt heb
ben om het te weten. Natuurlijk, wij weten hoe
onze leden door het werk opgeëist worden, hoe
op hun als arbeidskracht moet worden gerekend.
Hopelijk gaat dit echter niet zover, dat men ook
in de rustige tijd niet gemist kan worden. Hope
lijk kunnen er maatregelen genomen worden die
het mogelijk maken om er vier weken uit te
breken. Deze kursus is echt niet zomaar een kur
sus, maar een volkshogescTiooZkursus. Voor een
school kan men meestal wel tijd uittrekken.
Welnu, ook deze cursus moet U als een school be
schouwen, ook al is dit dan een bijzondere school.
(Noem het b.v. levensschool). Geen bezwaar kun
nen de financiën zijn, dachten wij. Voor vier
weken is 145,een zeer laag bedrag. Trouwens,
hoe zou je de waarde van deze kursus in geld
kunnen berekenen?
MEDEWERKING
ALS we het over medewerking bij het werven
van deelnemers hebben, denken wij in de
eerste plaats aan de aktiviteiten van de Bond van
Plattelandsvrouwen voor de Vierweekse. Daar
naast is er de Z. L. M., die niet alleen morele,
maar ook financiële steun verleent. Denk aan het
besluit van het Dagelijks Bestuur van de Z. L. M.
om de deelnemers een volledige vergoeding van
reiskosten aan te bieden. Dit zijn echt punten die
naar ons gevoel de belangrijkheid van deze kur
sus zwaar onderstrepen. Punten ook die ons er
extra van overtuigen dat wijzelf veel aandacht
aan de Vierweekse moeten besteden. Hiernaast
willen wij echter ook graag appelleren aan het
adres van de ouders zelf. Wij weten en merken
hoe belangrijk de houding van de ouders is. Hope
lijk zijn juist de ouders ervan overtuigd dat het
volgen van deze „school" voor hun zoons en doch
ters noodzakelijk is. Hopelijk zijn ook met name
de ouders bereid een en ander zo te regelen dat
hun zoon of dochter deze Vierweekse kan volgen.
HET WORDT SPANNEND
HE komende weken zal een enorme aktiviteit
zich rondom de Vierweekse moeten ontwik
kelen. In onze vergaderingen zal dit punt uitvoe
rig aan de orde moeten komen. Ook de Z. L. M.-
afdelingen en de afdelingen van de Bond van
Plattelandsvrouwen vragen wij om in de vergade
ringen aandacht aan de kursus te willen besteden.
Vorig jaar hebben elf Zeeuwse jongeren deze kur
sus gevolgd. Naar onze mening moet dit aantal
ook nu zeker zo groot zijn. Ergens is de grootte
van het aantal deelnemers voor ons als organisa
ties namelijk een prestige-aangelegenheid. Na
tuurlijk dit is een bijkomend punt. Het gaat om
het belang van deze kursus en daarvan zijn wij
meer dan overtuigd. Overigens, er is wel haast
bij een en ander. Er is slechts plaats voor 110
deelnemers. Vorig jaar moesten 20 kandidaten
afgewezen worden en het ziet ernaar uit dat dit
aantal dit jaar nog groter zal zijn. Veelzeggend is
dat reeds 65 mensen zich definitief opgegeven
hebben. Het wordt dus rennen en dringen om
erbij te komen. Beslis daarom zo spoedig moge
lijk. En als er vragen zijn van welke zijde dan
ook, als-u-blieft stel ons die. Vraag om een fol
der en om inlichtingen. Wij willen en moeten
ook in ons Zeeland duidelijk demonstreren
„Plattelandsjongeren zoeken nieuwe we zn'."
G- v. V.
WE vorige week werd er in het eerste gedeelte van dit artikel op gewézen
hoe belangrijk het is dat „een voorzitter" het vertrouwen van allen
geniet. Daarnaast dient hij over de nodige tact te beschikken. En ten
laatste moet hij een goede „.spelverdeler" zijn.
De schrijver van deze bijdrage ir. F. van Putte meent dat op dit laatste
het verwijt naar voren zou kunnen worden gebracht; „Dat is zuivere
theorie, U heeft gemakkelijk praten, maar als de anderen het wel geloven
en de zaak maar laten sloffen, dan moet je er zelf wel aan gaan staan."
Inderdaad is dit vaak de practijk. Als je het zelf niet doet dan gebeurt
er helemaal niets. Een ander krijg je er niet voor.
Hoe moet onze conclusie nu luiden? Dat het in theorie wel aardig is, dat
de voorzitter de spelverdeler is die de anderen met passes bedient, maar
dat hij in werkelijkheid overal zelf moet zijn, wil er wat gebeuren
Dat geloof ik toch niet. In bepaalde gevallen zal dit wel zo zijn. Maar ik
ben ervan overtuigd, dat het in vele andere gevallen louter op verbeelding
en inbeelding berust. Een voorzitter die het tactisch aanlegt en die ook
vertrouwen toont in anderen, die voorzitter hoeft heus niet alles zelf te doen
Natuurlijk, als ik de pretentie heb dat ik alles zelf het beste kan en dit
achteloos laat merken, ja, dan durft niemand mij werk uit handen te
nemen. Maar zou daar echt niet wat zelfoverschatting aan ten grondslag
liggen? Of onderschatting van onze collega's d.w.z. onvoldoende vertrouwen
in hun capaciteiten?
Tegenwoordig kun je moeilijk loopjongens krijgen. Niemand voelt er
voor. om andermans opdrachten letterlijk uit te voeren, terwijl hij er per
soonlijk helemaal niet bij is betrokken.
Maai- als iemand naar mij toekomt en zegt: Jó, dat en dat staat voor de
deur. Kunnen wij samen niet iets versieren om tot een leuke avond te
komen of tot een leuke activiteit? Als men mij zo benadert en als
gelijke met mij overlegt, dan voel ik het plan als een deel van myzeif. En
dan ben ik ook bereid om me daarvoor in te zetten. Dat is het geheim
van de spelverdeler.
Wie in volle vrijheid met anderen samen iets vvii bereiken, moet zijn
collega's ten volle vertrouwen, ook hun goede wil en hun eapaciteiten. Wie
eerst zelf alles bedisselt en uitmaakt, vindt later geen helpers meer om
het uit te voeren.
GÉÉN EENMANSZAAK
NATUURLIJK moet een voorzitter ideeën hebben, liefst de meeste.
Maar het is de kunst om deze gedachten onopvallend in bespreking
te geven. Ruwe denkbeelden, waaraan nog gepolijst en veranderd kan
worden. Het moet hem plezier doen, als anderen een wijziging voorstellen.
Wel is het een hele toer om van je eigen dierbare ideeën afstand te doen.
Maar daartegenover staat als grote winst, dat het uiteindelijk plan een
gemeenschappelijk plan wordt, waar ieder een eigen stukje persoonlijk
gedachte in heeft zitten.
Zo ontstaat een team, dat op de duur betere resulaten bereikt dan een
éénmanszaak. Ook werkt dit prettiger ende toekomst is verzekerd.
Als de voorzitter ermee uitscheidt, valt de hele boel niet in elkaar, maar
'wordt het team gewoon aangevuld.
Nu komt het voor dat de voorzitter vooraf weet, dat hij een bepaald
iets het beste zelf kan opknappen. Die belangrijke brief bijv. kan hij beter
zelf schrijven. Toch moet hij dit niet doen. Hij moet vertrouwen tonen in
een ander, waardoor deze gestimuleerd zal worden er het beste van te
maken. Mogelijk zal de bewuste brief nog lang niet volmaakt of ideaal
zijn, maar al doende leert men. Door iemand het werk uit handen te nemen
leert de man niets. Integendeel, zijn zelfvertrouwen en enthousiasme slin
ken en die moeten juist groeien
Als ik een bepaald werk aan een ander overlaat, dan kunnen er twee
dingen gebeuren. Hij doet het slechter dan ik of beter. In ieder geval
anders. Ieder heeft zijn eigen methoden en inzichten. Laat waardering
blijken, boor niemand in de grond met critiek. Tenslotte moeten wij draaien
op mepsen die geleerd hebben en de kans hebben gehad om naar eigen
idee te werk te gaan. Zo, komen er zelfstandige figuren, zo kweken we
kader.
AMBASSADEUR
DEN ander aspect van het voorzitterswerk is, dat hij tijd heeft voor
iedereen. Ideaal is het, als hij met alle leden af en toe eens een
praatje kan maken. Voor de vergadering, tijdens of na de bijeenkomst of
bij andere gelegenheden.
Hiervoor is het nodig, dat de voorzitter de persoonlijke omstandigheden
goed kent. Dit brengt mee, dat hij tevens een soort vraagbaak kan worden.
Hij moet van vele dingen iets afweten.
AM de zaak geheel rond te maken, staan we nog even stil bij één zijde
van het voorzitterschap. Hij is immers de man, die de vereniging ver
tegenwoordigt, representeert. Heeft een andere vereniging feest dan gaat
de voorzitter daar naar toe. In andere besturen, in overleg-colleges en in
grotere verbanden behartigt de voorzitter de belangen van zijn leden.
Het mooiste zou natuurlijk zijn als hij daarvoor een representatieve
figuur is, die vlot kan spreken. Maar daarop mogen we ons niet blindsta
ren, dit is goeddeels de buitenkant. Er zijn vele voorbeelden van uitstekende
en graag geziene vertegenwoordigers, die helemaal niet zo vlot 'waren.
Ook kennen we allen de voorbeelden van vlotte figuren, die men liever zag
gaan dan komen. Een beetje zelfvertrouwen is ruim voldoende. En als we
het dan toch benauwd krijgen bij de gedachte, dat we moeten opdraven
zometeen, dan is het goed te bedenken, dat we hef er toch nog beter van
af gaan brengen, dan waartoe het overgrote deel der aanwezigen zelf in
staat zou zijn.
VOORBEELD?
MOET de voorzitter een voorbeeld zijn voor de leden, zo wordt weieen»
gevraagd. In alles een voorbeeld, 's Jonge, jonge, dan hielden we wei-
.(Zie verder pag. 827.)