De teelt van groenbemesters voor hei b< 804 ZEEUWS LANDBOUWBLAD 1. BE gewassen in de groep vlinderbloemige groenbemesters die voor groenbemesting in aanmerking komen zijn: a. rode en witte klaver, b. hopperups klaver, c. alexandrijnse klaver, <3. wikken. Voor de minder gunstige ervaringen bij cïe teelt van klavers onder dekvrueht, zijn enkele oorzaken te noemen die hiertoe aanleiding hebben gegeven. Bi |YE gewijzigde mechanisatie van de graanoogst heeft geleid tot oogsten in een later tijdstip wat voor ondergezaaide klaver veelal funest is. De maaidorser en de opraappers zijn zware werktuigen die vrij vaste en soms ook diepe sporen in de grond achterlaten waarop de jonge klavers afsterven. Vooral rode klaver en hopperups klaver verdragen het berijden met zware werktuigen zeer slecht. Witte klaver verdraagt berijden en beweiden beter dan rode klaver en hopperups. Het oogsten met de maaidorser laat zwaardere gewassen toe dan oogsten met de graanmaaier-zelfbinder. De stikstofgiften zijn dientengevolge op de granen hoger dan vroeger, met als gevolg zware gewassen die weinig lucht en licht voor de ondergezaaide klaver overlaten. Ook deze zware graangewassen als dekvrueht worden door de klavers zeer slecht verdragen. 0 jVE chemische onkruidbestrijding in de granen heeft z'n tol geëist van de ontwikkeling van stop- pelklavers. Vooral het werken met groeistoffen in een vrij laat ontwikkelingsstadium van het graan wordt door ondergezaaide klavers zeer slecht verdragen. Een uitzondering hierop maakt rode klaver die een bespuiting van het graangewas met M. C. P. A. bij zeer vroege zaai van de klaver gemiddeld wat beter verdraagt. 0 |1ITBREIDING van de erwteteelt van de laatste 10 jaren heeft ook een uitbreiding te zien gege- ven van het aantal bladrandkevers. In 't voorjaar ondervinden de jonge klavers hier over het algemeen weinig hinder van, doch zodra de erwten geoogst zijn, gaan vrij grote aantallen kevers «Ie jonge klaver in de graanpercelen opzoeken. Ook na de oogst van het graan blijkt dat plotseling de klaver aan het verdwijnen is als gevolg van de vraatzucht van de bladrandkever. In dergelijke gevallen is een bespuiting met D. D. T. zeer zeker op z'n plaats. nE struktuur van de grond speelt bij de opkomst van uitgezaaide klaver een belangrijke rol Ligt de grond erg grof of platig dan kan het zaad gemakkelijk droog komen te liggen. Bij slem- pige gronden kan de uitgezaaide klaver verstikken na regens en dichtslempen van de grond. Een vaste ondergrond met minder goede verhouding lucht/grond/water geeft een slecht ontwik keld klavergewas te zien. Een gewas waarin de klaver vrijwel altijd gelukt is, is vlas, doch een goed gewas rode klaver kan belangrijke schade toebrengen aan de lintkwaliteit van het vlas. Bij gebruik van hopperups en witte klaver kan dit bezwaar echter ondervangen worden. De hierboven opgesomde bezwaren zijn oorzaak geweest dat deze zomer een vrij groot areaal Alexandrijnse klaver in de stoppel is uit gezaaid. De resultaten hiermede zijn wisselend van zeer zware tot slecht ontwikkelde gewassen met veel onkruid. TIJDSTIP EN WIJZE VAN ZAAIEN IJET zaaien van klaver in het voorjaar onder zomergerst kan het beste plaatsvinden wan neer de gerst zich in het 2-blad stadium bevindt. Op dit tijdstip verdraagt zomergerst heel goed een mechanische bewerking, zodat gezaaid kan worden met de zaaimachine en ingeëgd met een lichte eg. Zaaien met opgetrokken zaaischaren aan de zaai machine gaf bij proeven op Noord-Beveland beter resultaat dan zaaien met door de grond lopende zaaischaren. Klaverzaad wordt in vele gevallen te diep gezaaid waardoor een slechte opkomst en/of zwakke plan ten ontstaan. In 4 jaren van onderzoek is gebleken dat klaver gelijktijdig gezaaid met zomergerst, wat de kla vers betreft, de beste resultaten gaf. De praktijk heeft echter geleerd dat als de zomergerst aan de lichte kant blijft, of niet tijdig gemaaid kan worden de klaver te snel groeit e;i bij het oogsten veel hinder veroorzaakt. Vooral Het maaien met een combine wil niet zeggen dat ie zware ge wassen een hogere korrelopbrengst geven. Het ingezaaide groen- bemest er ge was lijdt echter wel veel van een te zwaar graangewas. witte klaver moet zeer licht gezaaid worden. Breedwerpige zaai in vlas zonder ineggen geeft het beste resultaat, mits ook dit vroeg gebeurt. Ook de minder goede resultaten met Alexan drijnse klavers kunnen veroorzaakt zijn door te diepe zaai. Het onderploegen, zoals dat met wikken ook wel gebeurt (doch ook is af te raden), gaf deze zomer een zeer slechte opkomst te zien. Breedwerpige zaai en daarna ineggen lijkt beter resultaat op te leveren dan machinaal zaaien. In de praktijk kon men vaak beluisteren dat Alexan drijnse klaver wel later gezaaid zou' kunnen wor den dan wikken, daar dit gewas zeer snel opkomt. Deze late zaai, plaatselijk zelfs na half augustus, heeft in het algemeen teleurstellende resultaten opgeleverd. ï\E rassenlijst geeft de volgende zaaitijden aan: Alexandrijnse klaver in juli en voederwikken in de maand juli tot 5 augustus. Naar gege vens van ir. W. Scheij- grond en ir. H. de Vos van het I. V. R. O. te Wageningen, die deze klaversoort sinds 1957 voor Nederlandse om standigheden onderzoe ken en beproeven, moet voor een goed geslaagd gewas Alexandrijnse vóór augustus uitge zaaid worden. Latere uitzaai is in het zuiden en zuidwesten van Ne derland nog wel moge lijk als men genoegen neemt met redelijke tot matige gewassen. Uit deze gegevens blijkt dus dat Alexan drijnse klaver zich spe ciaal leent voor inzaai in de stoppels van erw ten, diverse koolzaden, vroege aardappelen, graszaad en vroege gerstpercelen. Bij tijdige zaai kunnen vooral wanneer er onvoldoende zaaizaad gebruikt wordt, op percelen waar veel muur, kamille en tuin tjesgras groeit, deze on kruiden nog tot zaad vorming komen. ers one te gehi vaak na de lal oni Iste j* kelde. geven Mechanisatie staat de ont\v bemestingsgewassen, uitgi vrucht, in de weg, doch de nisatie noodzaakt tot ui areaal groenbemestingsgevi Zal in de toekomst de zijn hoge opbrengsten v eventueel verhogen, dan zal nemen van steeds zwaai grootst mogelijke aandacht worden aan de organische de bouwvoor. Op het zuivere akkerboi teelt van groenbemestingsg enige mogelijkheid om te hoefte. Bleek vroeger inzaai van als dekvrueht vrijwel all laatste jaren vormt het resu van teleurstelling. Kon vn de dekvrueht de klaver zich tot een gesloten gewas, «ie we steecis meer slecht gewassen die veelal aanlcii vuiling van de grond met- o Inzaai in een goed bewerkte graszaadstoppel heeft tot gevolg dat de C/N verhouding van het onder te brengen organische materiaal gunstiger komt te liggen dan bij het onderploegen van uit sluitend graszaadstoppel. Een goede C/N verhouding bevordert de verte ring van de graszaadstoppel en vraagt het daarop volgende jaar geen extra stikstofgift. Voor deze vroege stoppelzaai lenen zich speciaal de meersnedige rassen, daar deze bij afmaaien in september/oktober nog een goede nagroei te zien geven. Eénsnedige rassen geven bij latere uitzaai een hogere opbrengst dan de meersnedige. Tot de éénsnedige rassen behoren het Egyptische ras Fahl en het Israëlische ras Tabor. Tot de meer snedige kunnen gerekend worden de rassen: Mis- cawi, Saïdi, Khadrawi en Carmel. Voor een vlotte groei hebben al deze rassen, die spéciale verbreiding gevonden hebben in het Mid dellandse Zeegebied, voldoende vocht en vrij hoge temperaturen nodig. Vooral de lage temperaturen in de afgelopen augustusmaand zijn mede oorzaak geweest van de minder vlotte groei in die maand. Bij gebruik van minder dan 25 kg zaaizaad per ha geeft Alexandrijnse klaver veelal een te dunne stand te zien. Daartegenover staat dat de kosten van deze klaver, vergeleken met 120 kg zaai- wikken per ha, lager blijken te liggen. II. EEXZAADLOBBIGE ALS GBOENBEMESTINGSGEWASSEN IN deze groep onderscheidt men de volgende soorten die voor uitzaai als groenbemester in aanmerking komen: a. Westerwolds- en Italiaans raaigras, b. kanariezaad. Deze gewassen lenen zich speciaal voor die be drijven die te kampen hebben met het kïavercys- tenaaltje en het erwtecystenaaltje. Westerwolds raaigras kan vroeg in het voorjaar in een hoeveelheid van 4—6 kg per ha uitgezaaid worden. Dit gras rijpt in het zomergraan en zaait zichzelf weer uit. Deze methode vraagt wéinig zaaizaad en is dan ook zeer goedkoop. Italiaans raaigras wordt wel in kleine hoeveel heden (3 a 5 kg) in de herfst gelijk met de winter tarwe uitgezaaid. Dan zaait het zichzelf weer uit en dikwijls meer dan lief is. Italiaans en Westerwolds raaigras kunnen ook in een graangewas en erwten tegen dat deze ge-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 8