EEN RAMP DREIGT
tuinbouw Bewaring van winterpeen
78$
Loofresten, bewaring en rotting
Uitvoer van vette kalveren naar Italië lam gelegd
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 21 OKTOBER 1 9 G l
IN de mededelingen van het Rijkstuinbouwconsulentschap Hoorn van oktober schrijft de heer
M. Kok over de vraag of het noodzakelijk is, dat het loof van de peenkoppen wordt verwijderd.
De vragenstellers hopen dan dat neen gezegd zal worden. Eveneens willen zij dat gegarandeerd
wordt dat door de aanwezigheid van loofresten tijdens de bewaring geen rotting van de peen zal ont
staan. Ook dit laatste kan jammer genoeg niet toegezegd worden. Het min of meer afstervende loof
kan namelijk op het veld door verschillende schimmels aangetast worden, waardoor het in de kuil of
bewaarplaats gemakkelijk gaat rotten. Vooral als de omstandigheden voor de ontwikkeling van
schimmels gunstig zijn. En meestal zijn ze dit. Geadviseerd wordt dan ook om van peen die in de
kuil of bewaarplaats bewaard moeten worden, het loof zeer goed te verwijderen.
SOORT EX RASSENKEUZE BIJ NIEUWE
AANPLANT
(Vervolg van vorige pagina.)
Tenslotte zouden we nog de aandacht willen
vestigen op de teelt van peren voor de fabriek
waarin zeker goede mogelijkheden schuilen. De
vraag naar peren voor verwerking op sap in blik
of glas is de laatste jaren zeer belangrijk toege
nomen. Hiervoor komen vooral Beurré Lebrun en
Bon Chretien William in aanmerking.
We zijn ons er van bewust niet volledig te
zijn geweest bij deze beschrijving van de ver
schillende rassen. Het doel is echter deze aan
gelegenheid in haar algemeenheid aan de orde
te stellen.
Wanneer we het geheel samenvatten dan zou
den we voorop willen stellen dat er aanleiding
toe bestaat zich meer toe te gaan leggen op de
teelt van peren in Zeeland.
Een nadeel van de perenteelt is echter de
lange wachttijd tussen aanplant en in produktie
konten, terwijl voorts het nachtvorstgevaar een
rol speelt, maar dat is voor Zeeland minder
groot.
Tal van goede perenrassen staan de teler ter
beschikking. Op verschillende bedrijven kan er
voorts aanleiding toe bestaan wat meer aan
dacht te besteden aan de teelt van pruimen.
Voorlopig zal het echter wel zo blijven dat de
meeste belangstelling uit gaat naar de appels.
Daarbij zullen we moeten komen tot een goede
verhouding tussen zomer-, herfst- en winter -
rassen, waarbij er aanleiding toe kan bestaan
het verbroken evenwicht tussen zomer- en win-
terrassen te herstellen, ten gunste van de teelt
van zomer rassen.
TEVENS schrijft in hetzelfde nummer de heer
J. F. Dekker over de verschillende bewaar
methodes. Vooraf dient opgemerkt te worden dat
de peen niet geheel schoon moet zijn. Een weinig
gronddeeltjes aan de peen zal een beter product
geven. Vanzelfsprekend moet men peen met rot
tingsverschijnselen niet bewaren.
Luchtgekoelde bewaarplaats. Streef naar een
temperatuur van 2' C. Een betrekkelijk hoge rela
tieve luchtvochtigheid, b.v. 95 is belangrijk.
Het gebruik van veel lucht is niet aan te raden.
Koelhuisbewaring. Streef naar een temperatuur
van 2° C. De inbrengtemperatuur van de verdam
pers op een zodanige hoogte afstellen dat er wei
nig condensatie op de verdampers komt. Hier
door is het mogelijk de luchtvochtigheid hoog te
houden. Het continu laten draaien van de ventila
toren achter de verdampers is niet aan te raden.
Op geregelde tijden verse buitenlucht inbrengen
is noodzakelijk.
Kuilbewaring. De kuilen maakt men over het
algemeen smal, een onderbreedte van 1.25 tot 1,50
meter is voldoende. Een behoorlijke laag stro als
vorstwering om de peen om een gelijkmatige tem
peratuur te houden is aan te bevelen. In de begin
tijd moet men de kuilen van boven niet geheel
afsluiten, peen geeft tijdens bewaring 'n eterische
stof af. Een bosje stro op de kop of een draineer-
pot biedt de mogelijkheid dat de dampen afge
voerd kunnen worden. Controleer tijdens de be
waring de peen op kwaliteit. Waarschijnlijk is de
houdbaarheid dit jaar matig.
Peen moet, ook tijdens de bewaring, een weinig
uitlopen (spruiten); dit is dan het bewijs dat de
peen leeft en voldoende hard is.
EEN enorme dreiging is er opgedoemd voor de kalverenmesterij. In dagbladen en persberichten werd
er reeds melding van gemaakt dat de Italiaanse regering de invoer van jong slachtvee en bevro
ren vlees wil verbieden. Als dit verbod van het jonge slachtvee, dat speciaal onze vette kalveren be
treft, niet wordt opgeheven dreigt een ramp!
Bijna 80 °/o van de produktie van onze vet kalfsvlees-industrie"heeft in het buitenland een bestem
ming. Het is een speciaal produkt voor de restaurants. Van 1 januari af tot 1 oktober, dit jaar. ging
er 11.500 ton kalfsvlees en 115.500 stuks levende vette kalveren de grens over. Wat deze aantallen
betreft over 9 maanden van dit jaar, kan dus met recht van een „industrie" gesproken worden. Van
de levende kalveren gingen er alleen al meer dan 101.000 naar Italië. De laatste weken 3300 a 3500
per week.
WAAROM
DE invoer van vers vlees en volwassen slachtrunderen was in Italië reeds geruime tijd verboden.
Toegestaan was de invoer van jong slachtvee en bevroren vlees. De invoer van dit bevroren
vlees is het begin van de narigheid geweest. Dit vlees mocht alleen door de vleeswarenindustrie
worden verwerkt. De regeling op papier was wel mooi maar in Italië beschikt men blijkbaar niet
over een apparaat dat de naleving van deze bepaling kon realiseren. Het gevolg is geweest dat dit
bevroren vlees in de kanalen van de handel in vers vlees is gekomen met gevolg dat het in de directe
consumptie terecht kwam. De vleesprijzen in Italië hebben van deze ontwikkeling danig concurrentie
ondervonden en ze betekenen een slag voor de eigen rundvleesproduktie. Het kon niet uitblijven dat
de invoer van bevroren vlees werd gestopt maar ook, en daar draait het nu om, de invoer van jong-
slachtvee werd opgeschort. Hoewel het jonge slachtvee geen directe concurrentie betekent voor de Ita-
liaanse boeren want vet kalfsvlees is immers uitsluitend bestemd voor de restaurants.
Dit Italiaanse gebeuren is een zeer illustratief voorbeeld wat een gevaar de import van bevroren
vlees kan betekenen voor een stat.ele marktontwikkeling indien er geen ..waterdichte" regeling voor
geldt. Is een dergelijke regeling voor ons produktschap van Vee en Vlees al een zaak die niet eenvou
dig is en nogal wat hoofdbrekens kost, laat staan dat die voor de Italianen niet eenvoudig ligt.
Het enige waar men wat marktordening betreft toe in staat is was blijkbaar voor alle vee en vlees
de grens te sluiten en dan maar wachten op markt verbetering. Al heeft het jong slachtvee part noch
deel aan deze Italiaanse marktontwrichting, treft deze importstop ons toch wel zeer ernstig.
EEN DUBBELE RAMP DREIGT
ONS werd medegedeeld dat het Ministerie van Landbouw de ontwikkeling met grote aandacht
volgt, regeringsfunctionarissen zijn in Rome reeds poolshoogte gaan nemen. Zoals men weet zit
aan de gehele kalverenmesterij nog veel meer vast. Er werd op deze plaats reeds eerde? op gewezen.
Het is een hele industrie geworden. Niet alleen de kalverenmester, die zijn bestaan zwaar bedreigd
ziet is de dupe, maar ook de veevoederindustrie die de kunstkalverenmelk produceert en niet in het
minst de zuivelindustrieën worden er ernstig door getroffen. Kunstkalverenmelk bestaat in hoofdzaak
uit mager melkpoeder waarvan de Nederlandse zuivelindustrie de voornaamste leverancier is. Naar
onze taxatie werd er in de afgelopen 12 maanden alleen van Nederlandse herkomst ca. 50.000.000 kg
mager poeder verwerkt waarvoor ca. 575 miljoen kg magere melk nodig was. Dit nog ongeacht de
belangrijke hoeveelheid buitenlands melkpoeder die hiernaast nog geïmporteerd werd. De Italiaanse
maatregel kan. wanneer deze van kracht blijft zowel voor de mesters, voederproducenten als voor
zuivelindustrie en melkveehouderij ernstige gevolgen hebben en een dubbele vlees- en zuivelramp
betekenen.
D.
ALS we dit overzicht schrijven is hel nog' stra-
lend zomerweer en kan men zich niet inden
ken dat we in de tweede helft van oktober zijn.
Ook de natuur doet hierin mee, want de bloemen
die we allang hadden afgeschreven, zijn weer o|h
nieuw in bloei gekomen. Nog steeds worden er
aardbeien en pruimen aangevoerd op de veilingen.
Dat geen enkel jaar gelijk is weten we al lang,
maar dat er nu zo'n hemelsbreed verschil is niet
het voorgaande, treft wel bijzonder. Toen was
het onmogelijk om ons hard fruit behoorlijk in de
kist te krijgen. Dit bleek later toen het uit de
bewaarplaats-koelhuis kwam. Nu gaat alles van
zelf en wie nu geen succes heeft kan het niet op
de natuur schuiven. Het fruit kan behoorlijk uit
groeien en bijkleuren en men is in de gelegenheid
om in meerdere mate door te plukken. Door het
goede weer zijn er weinig arbeidsmoeilijkheden en
behoeft er niets geforceerd te worden. Hoewel
de natuur ons de gelegenheid geeft om de oogst
prima binnen te halen, toch ziet men dat menigeen
er nog danig zondigt. Zonder één enkele keer door
te plukken worden de vruchten hier en daar nog
grasgroen afgehaald om toch maar „binnen" te
zijn.
Nu doet men twee dingen fout. Men bedriegt
eerst zichzelf omdat men niet aan de kilo opbrengst
komt van uitgegroeid fruit. Dat dit verschil niet
gering is, is bewezen door metingen die verricht
zijn, waaruit bleek dat juist in de laatste periode
de groei van het fruit het hardst is.
Dan de kwaliteit! Te vroeg geplukt fruit gaat
rimpelen bij bewaring en heeft geen kleur zodat
het er smakeloos uitziet. Dat dit smakeloos uit
zicht niet alleen aan de buitenkant zit, kunt U
proeven wanneer U het eet.
Door het te vroeg plukken gooit men een sma
keloos produkt op de markt, waardoor het fruit
eten niet bevorderd wordt en men zich op iets an
ders in de fruitsector gaat richten, b.v. zuid
vruchten.
In een jaar als dit met veel vraag gaat de afzet
toch nog wel, maar In een „truitjaar" is dit funest
en wanneer de industrie haar behoefte heeft ge
dekt, ziet men deze kwaliteit dan ook „door
draaien". Geen wonder, want in deze tijd van
welvaart, wil de consument behoorlijk fruit voor
zijn geld.
Elke fruitteler die de praktijk toepast om alles
voor de tijd te plukken werkt hieraan mee en be
driegt zichzelf. Al is het zo dat 2e rangs fruit van
daag de dag nog een behoorlijke prijsopbr engst
geeft, het verschil met prima kwaliteit toch is w»
enorm groot, dat enig risico volkomen is gerecht
vaardigd. In het hijzonder voor de echte fruit
teler, die niet in de allereerste plaats denkt aan
geld, maar zijn produkt zo mooi mogelijk wil
oogsten. Daar heeft hij een geheel jaar voor ge
werkt en de beloning komt vanzelf.
Deze methode van oogsten kan alleen de fruit
teler, wiens bedrijf in orde is. Hij kan het uit
laten groeien en laten kleuren en ook risico nemen.
Wie spint en bloedluis in zijn boomgaard heeft,
hoeft dit niet te doen. Kleuren doet het nooit en
uitgroeien evenmin. Het fruit moet vroeg en on
tijdig geplukt worden, anders wordt het valgoed.
Dat dit in vele slecht verzorgde boomgaarden zo
is, kan men konstateren, als men eens rondrijdt.
Toch kunnen misschien de eigenaars in dit „bij
zondere jaar" nog van een „rendabele" opbrengst
spreken. In een „gewoon" jaar zit alles fout. Het
«is ook niet nodig dat de aanplant vol spint en
bloedluis zit. We hebben moderne machines en
prima spuitmiddelen. Veelal neemt men het te ge
makkelijk op en onderschat de verschillende plagen
en ziekten. Ook te weinig volharding om vol te
houden tot het einde. En dat einde is pas, als ze
in de kist liggen. En dan moet men de Delicious
een paar dagen voordien nog een extra beurt geven
voor Gloeosporium. Zo nadert dan het einde van de
pluktijd en is de oogsttijd weer voorbij.
Het is een hele toer geweest van bloem tot
vrucht en vele zorgen zijn er aan besteed. Het is
dan een gehele geruststelling als alles geborgen is.
Het risico van een fruitteler is enorm groot en als
hij er heelhuids doorkomt dan mag hij wel dank
baar zijn. Want daar zijn ook ricico's die hij
moet nemen, denk alleen maar aan nachtvorst,
storm en hagel. Wat zijn dat geen factoren, waar
hij mee te maken heeft en die al zijn zorg en toe
wijding opeens teniet doen? We denken b.v. aan
de laatste hagelbuien, toen we dit niet meer ver
wachtten. Al is men dan ook verzekerd tegen
hagelseliade (elke verstandige fruitteler is dit),
men lijdt toch schade.
Afgezien van de verschillende uitkomsten in
elk bedrijf zal men straks weer kunnen konsta
teren dat de best verzorgde bedrijven toch weer
de goedkoopst producerende zullen blijken te zijn.
Dit geldt niet alleen in een „duur" jaar, maar ook
in een „goedkoop" jaar. Vooral in een goedkoop
jaar zal men het moeten hebben van kwaliteit»-
fruit.
Een ieder kan zich spiegelen aan de ander hoe
het moet en k a n en hoe het niet moet. Daar
is geen rapport voor de tuinbouw voor nodig, nog
minder een artikel in de rubriek Tuinbouw,
Tot de volgende week.