UIT DE PRAKTIJK van de verplichte vrucht- Ontheffingsmogelijkheden wisseling van aardappelen voor het teeltjaar 1962 HE, Nog teveel afwijkende bemestingstoestanden ZATERDAG 21 OKTOBER 19GI Wij ontlenen aan het PD bericht no. 1461 het volgende: OVEREENKOMSTIG het Besluit bestrijding- Aardappelmoeheid mogen geen aardappelen of tomaten worden verbouwd op grond waarop zich in de twee voorafgaande jaren ook aardappelen of tomaten hebben bevonden. Dit wil dus zeggen dat in 1962 de teelt van aardappelen of tomaten slechts daar is toegestaan waar in 1960 of 1961 geen aardappelen of tomaten hebben ge staan Het is echter mogelijk voor het teeltjaar 1962 in bepaalde gevallen ontheffing te verkrijgen van deze vruchtwisselingsbepalingen. Het is ge wenst de hiervoor bestemde aanvraagformulieren vóór 1 maart 1962 in te dienen. Bij inlevering na 1 maart kan geen garantie worden gegeven voor een tijdige afwerking. Na 15 april worden geen ontheffingsaanvragen meer In behandeling ge nomen. Nimmer wordt een ontheffing verleend als de aardappelen reeds gepoot blijken te zijn. Het telen zonder ontheffing, ook al had men deze bij tijdig aan vragen wel kunnen verkrijgen, wordt als overtreding beschouwd en wordt als zodanig vervolgd. ONTHEFFINGSMOGELIJKHEDEN 1. Nieuw ontgonnen grond. Met nadruk wordt erop gewezen, dat onder het begrip „nieuwe grond'' niet vallen: gescheurd grasland, herontgonnen, verwaarloosde of opgehoogde grond, in cultuur gebrachte vuilstortplaatsen of baggergrond e.d. Op nieuwe grond kunnen volgens een bepaald schema in de eerste vijf jaren vaker aardappelen worden geteeld dan volgens de verplichte vruchtwisselingsbepalingen mogelijk zou zijn. 2. Verbetering blijvend grasland. Indien men de verbetering van blijvend grasland wil bereiken door na het scheuren 2 jaren achtereen aardappelen te telen, kan hiervoor ontheffing worden verleend. Dit is echter alleen mogelijk onder voorwaarde dat men weer zo spoedig mogelijk tot inzaai van blijvend grasland overgaat (eventueel onder dekvrucht). Als „blijvend" worden die graslanden aangemerkt die tenminste 8 jaar achtereen in gras hebben gelegen. 3. Jonge boomgaarden. Voor een zich sluitende jonge boomgaard kan één maal een ontheffing van de vruchtwisselingsvoorschriften worden aan gevraagd. 4. Ruilverkaveling. Indien een ruilverkavelingsobject zover is gevorderd, dat de gronden met zekerheid aan de landbouwers kunnen worden toege wezen, is het mogelijk ontheffing aan te vragen. 5. Herindeling gehele bedrijf met een totale wijziging in de perceelsligging door dempen of graven van sloten, drainage enz., waardoor het de teler niet meer mogelijk is rekening te houden met de aardappelteelt van de twee voorafgaande jaren. De Plantenziektenkundige Dienst behoudt zich het recht voor een onthef fing pas te verlenen als uit de uitslag van een voorafgaand grondmonster- onderzoek blijkt dat het verlenen van een ontheffing mogelijk is. Tenslotte wordt er nog op gewezen, dat voor terreinen, die In 1962 of daaropvolgende jaren aan de agrarische bestemming worden onttrokken, in het algemeen géén ontheffing kan worden verleend. Kosten. Ter dekking van de kosten van onderzoek, o.a. van te nemen grondmonsters, is de aanvrager voor iedere aanvrage een bedrag verschul digd. De grootte hiervan is afhankelijk van de oppervlakte aardappelen, waar voor ontheffing wordt gevraagd, n.l. ƒ2,75 per 10 are of gedeelte daarvan, met een maximum van ƒ10,— per aanvraag. Formulieren voor hel aan vragen van een ontheffing zijn verkrijgbaar bij het gewestelijke secretariaat van het Landbouwschap te Goes. Woensdag 18 oktober '61 DOOR het gunstige weer in de afgelopen week (dit in tegenstelling met dat van de laatste dagen, toen verschillende keren ons de hagel om de oren kletterde) was het mogelijk veel werk op de akker te verzetten. Leest U „Onze Bram" er maar eens op na, die de oogst tijdens het vorige najaar met die van dit najaar vergelijkt. Waarschijnlijk is dit mooie weer ook de reden geweest, dat verschil lende van onze medewerkers aan deze rubriek verstek lieten gaan. Het wisselvallige van ons klimaat, brengt ook voor de redaktie moeilijkheden met zich mee. Het gun stige oogstweer van de vorige week heeft plaats moeten maken voor regen en storm, waardoor de werkzaamheden die zo vlot verliepen plotseling tot stilstand zijn gekomen. HET bietenrooien vorderde overal gestadig en zonder moeilijkheden. Bij onbeperkte levering aan de fabrieken zou zeker de helft van de bieten al gerooid en afgevoerd zijn geweest. De gespreide levering, een noodzaak voor de fabrieken, heeft echter als voordeel dat onder gunstige omstandig heden de bieten nog flink doorgegroeid zijn en daardoor van de later gerooide percelen de op brengst zeker niet zal tegenvallen. OVERAL wordt veel wintertarwe gezaaid. Het gunstige weer heeft dit in de hand gewerkt. Een uitnemend zaaibed, buitengewone zaaiomstandigheden en verder voldoende tijd. Uitbreiding van het areaal, uitgaande van het gemiddelde van de laatste jaren, wordt dan ook verwacht. Op Noord-Beveland neemt Stella het leeuwenaandeel als uitgezaaid ras voor haar rekening. Tholen noemt als meest uitgezaaide rassen Flamingo en Felix met in mindere mate ook Apollo. Van bepaal de rassen is het moeilijk om hiervan zaaizaad te krijgen. OP THOLEN EN ST. PHILIPS LAND is de aardappeloogst volledig aan de kant. De aard appelen zijn vrijwel vrij van ziekte en grond in koelcel of kuil gekomen. De prijs op een dubbel tje de kg is vrij stabiel en spoedige verandering hiervan lijkt niet waarschijnlijk. De bietenoogst zal hier zeker niet tegenvallen. Er komen heel mooie bieten op de leveringsplaatsen en het sui kergehalte is bepaald hoger dan in het afgelopen jaar. Van een belangrijk Thools produkt, de ui, schijnt de kwaliteit niet zo best te zijn. De prijs daarentegen is goed en heeft nog steeds de ten dens om te stijgen. Hier en daar is er begonnen met het winter- voor ploegen. Op de zwaardere gronden kon dit reeds goed, vooral toen het nog droog was. Op de lichtere gronden is het nog wel wat vroeg, in verband met de kans op opslag van onkruid. T suikergehalte van de bieten op WALCHE- VOOR NOORD-BEVELAND staat reeds vast dat het volgend jaar de graszaadteelt een verdere uitbreiding zal ondergaan. Werd er dit jaar omstreeks 250 ha geoogst, volgend jaar zal dit wel ongeveer 400 ha zijn, wat betekent dat in het gemiddeld Noord-Bevelandse bouwplan onge veer 7 graszaad is opgenomen. Een ander gewas lucerne is door zijn diep tepunt heen. De stelselmatige daling van de op pervlakte lucerne is een halt toegeroepen. Het vol gend jaar zal zelfs een niet onbeduidende stijging te zien geven. Het oorlogskind koolzaad zal zich naar opper vlakte het volgend jaar op Noord-Beveland oók uitbreiden. Enkele tientallen ha's werden uitge zaaid op de vroegere schorren. En dan het laatste gewas, dat zich in opper vlakte gaat uitbreiden, of beter gezegd: uit het niet is verrezen, is het gewas rogge. De droogge vallen plaatgronden in het Veerse meer zijn n.l. ingezaaid met rogge, deels gemengd met kropaar. In eerste instantie ingezaaid om verstuivingsge vaar te bezweren het betreft hier zanderige pla ten is het niet onmogelijk, dat er volgend jaar van een zij het bescheiden rogge-opbrengst sprake is. Doch dat hebben wc maar af te wach ten, er kan nog zoveel gebeuren! VOOR THOLEN brengt het gunstige weer ook nog enkele konsekwentie's met zich mee en wel de werkgelegenheid in de landbouw. Dit geldt van zelfsprekend ook in meer of mindere mate voor de andere gebieden in Zeeland. Machinaal is thans praktisch alles mogelijk. Dat betekent dat de losse arbeidskrachten die de Thoolse boer in de zomer toch graag aantrekt, thans zoveel moge lijk worden afgestoten. De industrie heeft voor deze arbeidskrachten plaatsingsmogelijkheden in overvloed. De periode dat er voor deze categorie van arbeiders plaats is in de landbouw wordt steeds korter, en daardoor voor deze mensen steeds minder aantrekkelijk. Vele boeren leven o.i. nog veel te veel in de dag waarin ze zijn en met de toekomst wordt wel eens te weinig rekening gehouden. Wij kunnen en moe ten wel met minder arbeidskrachten op onze be drijven rondkomen, maar zonder zal het zeker niet gaan. De uittocht gaat veel te snel en zal in de toekomst zeker problemen geven. Het vasthouden van een verantwoorde kern i» een geboden eis. Tevens zal aan de opleiding van onze arbeidskrachten de nodige aandacht moeien worden besteed, de scholing van de huidige land arbeider behoort zeker niet minder te zijn dan die van zijn collega in de industrie! REN is iets gedaald en ligt thans rond 16 Naar verwacht wordt zal de kg-opbrengst daar de 50.000 kg per ha kunnen benaderen. Met het rooien en bijeenbrengen van de voe derbieten is een begin gemaakt. Zij die stoppelklaver hebben gemaaid voor hooi- winning hebben het weer mee gehad. Intussen zijn verschillende percelen klaver ingekuild, waar bij soms gebruik gemaakt is van de maaikneuzer. Ook bij het inkuilen van koppen-blad is deze machine op enkele bedrijven ingeschakeld. Wan neer de bieten zijn gerooid met een machine die het loof en kop op dwarszwaden brengt kan goed werk worden geleverd. Een te fijn gehakseld pro dukt kan een bezwaar zijn, vooral als daarin veel grond voorkomt. Wanneer men overgaat tot het maaien van stoppelgewassen mag niet worden vergeten dat het bovengrondse deel een belangrijk gedeelte van de organische stof uitmaakt dat doormiddel van een stoppelgewas aan de grond wordt toegevoegd. Verkoop b.v. aan een drogerij blijkt, gezien de prijs die men ontvangt, niet in overeenstemming te zijn met de waarde dat het gewas als bemes ting heeft. ÖIJ het samenstellen can vruchtbaarheidsoverzichten door de afdeling mechanische administratie van het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gevjasonderzoek blijkt steeds weer dat de kalk- fosfaat en kalitoestand van veel percelen dikwijls te wensen overlaat. Dit geldt zowel voor grasland als voor bouwland. De onderzochte graslandper celen hebben voor tweederde deel en meer een te noge kalktoestand, wat aanleiding kan geven tot een minder goede samenstelling van de grasmat. Bovendien is deze kalk- toestand voor grasland ongewenst omdat het gewas dan een tekort aan bepaalde mineralen kan krijgen waadoor gebreksverschijnselen bij h-.t vee kunnen optreden. DE fosfaat- en vooral ook de kalitoestand is vaak voor meer dan de helft van het aantal onderzochte percelen lan de te hoge kart. Vooral in verband met het kopziektegevaar bij het vee is een te hoge kalitoestand ongewenst. De bouwlandpercelen op zandgrond zijn in tegenstelling tot de graslandpercelen over het algemeen:, aan de zure kant. Aangenomen mag worden dat op deze percelen een opbrengstdepressie is te ver wachten die wel kan variëren van 1 tot 10 °!o. Bovendien is men op deze percelen niet vrij in de keuze van te telen gewassen en is min gebonden aan de teelt van gewassen die nog met een lage pH genoegen nemen. Dit is over het algemeen niet bekend waardoor de teeltresultaten dikwijls tegenvallen. DE fosfaattoestand is veelal rij hoog ivat uel is waar geen nadelige invloed heeft, maar het op» peil houden van een dergelijke hoge fosfaattoestand is economisch gezien niet verantwoord. De oeer- zichten geven uiteraard een globaal beeld. De werkelijke bemfstingstoestand van de percelen kan alleen door middel van het grondonderzoek worden vastgesteld.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 5