Begroting Landbouwschap 1962 Openbare vergaderingLandbouwschap o< 1 Wist U dat B' r. ZATERDAG 21 OKTOBER 1961 i l J l\F nnfivprn-hAPTAHup' va» Siof Taiullioinvsehan *- JYE ontwerp-begroting' van hel Landbouwschap U voor liet jaar 1962, die in de vergadering van het Landbouwschap behandeld is, sluit voor de gewone dienst met een bedrag aan inkomsten en uitgaven van 7.567.025, Het leeuwendeel van de inkomsten wordt ge vormd door de opbrengst van de algemene heffin gen. Voor de leden van een aantal organisaties past het Landbouwschap een aftrek toe op de heffingsaanslag. Een deel van de contributie die deze leden aan hun eigen organisatie betalen, wordt van de heffing afgetrokken. Zoals bekend wordt de heffing berekend naar de oppervlakte grond die bij de ondernemers in gebruik is. Naar gelang van de intensiteit van het grondgebruik is de heffing verdeeld in verschillende groepen. Zij loopt van 3,50 tot 42,per ha. Deze algemene heffing kan ook betrekking hebben op de veebe zetting. Zij wordt ook opgelegd aan loonwerkers en werktuigencoöperaties, benevens op de turf- produktie. Na deze verrekeningen van heffingen en aftrekposten bedraagt liet nettobedrag van de algemene heffingen 5.975.000, Behalve de algemene heffing legt het Landbouw schap ook een aantal heffingen op met een spe ciale bestemming, bijv. de melkproduktieeontröle, de dierziekten bestrijding, de bestrijding van de aardappelmoeheid e.d. De inkomsten hiervan be dragen 47S.290,terwijl voor diensten aan derden en uitvoering van de regelingen van de beren- boude rij en hengstenhouderij de opbrengsten ge raamd worden op resp. ƒ473.290,en ƒ53.750, Met een bedrag van 84.575,aan overige inkom sten en een bedrag van ƒ914.560,uit de alge mene reserve, bedraagt het totaal der inkomsten 7.567.025. DEHALVE de publiekrechtelijke taken die het Landbouwschap zijn toegewezen bij zijn in stelling in 1954, heeft het ook de werkzaamheden van de Stichting voor de Landbouw overgenomen. Dit betekent dat het Landbouwschap door de boe ren, tuinders en landarbeiders ook gezien wordt als het orgaan dat hun technische, economische en sociale belangen behartigt en bepleit bij de overheid en bij andere instanties. Deze zogenaamde belangenbehartigende taak maakte niet alleen de instelling van een aantal hoofdafdelingen, afde lingen en commissies nodig, maar noopte deze ook tot een vrij veelvuldig vergaderen om het contact met de bedrijfsgenoten over het gehele land zo nauw mogelijk te maken. Om deze taak goed te kunnen verrichten heeft het Landbouwschap cok een uitgebreide staf van deskundige mensen nodig, terwijl het tevens noodzakelijk is dat hel bestuur en het dagelijks bestuur regelmatig hij elkaar ko men. Dit alles verklaart waarom de bestuurs- en eommïssiekosten voor 1962 geraamd worden op ƒ794.100,en de kosten van het secretariaat op 3.335.600,-zowel landelijk als gewestelijk. Voor diensten door derden, aan het Landbouw schap bewezen, zoals P. V. C.'s, agrarisch radio bulletin, bedrijfsuitkomstenstatistiek, en accoun tant wordt een uitgave geraamd van ƒ549.700, Overige uitgaven zoals bijdrage aan de S. E. R. aardappelmoeheidsbestrijding enz. vergen een be drag van ƒ432.700, Aan overige uitgaven is een bedrag geraamd van ƒ432.700,Hieronder vallen o.a. de bijdrage die het Landbouwschap op grond van de Wet op de Bedrijfsorganisatie moet geven aan de Sociaal- Economische Raad, de bijdrage aan de dienst aard appelmoeheidsbestrijding, representatiekosten, e.d. Een zeer belangrijk bedrag van de gewone dienst komt direct ten goede aan boer en tuinder. Dit be drag, dat o.a. uitgegeven wordt aan subsidies en bijdragen, wordt geraamd op 2.454.925,Een zeer belangrijke subsidie wordt gegeven aan het Landbouw-Economiscli Instituut. Daarnaast wor den ook subsidies verleend aan natuurwetenschap - pelijk onderzoek. Verder komen op de begroting bijdragen voor voor de mechanisatie van de land bouw, machinaal melken, enquête over voort plan tingsstoornissen bij het paard, e.d. Behalve de gewone dienst kent de begroting van tiet Landbouwschap ook bijzondere diensten. De inkomsten hiervoor worden verkregen uit zgn. be stemmingsheffingen. Dit zijn heffingen waarvan de opbrengst bestemd is voor bepaalde, nauwkeurig' omschreven werkzaamheden. Zij worden daarom alleen opgelegd aan die ondernemers voor wie dat werk gebeurt. Wij willen hiervan in het kort noe men: dierenziektenbestrijding, bestrijding abortus bang, financiering van de garantieregeling en exportbevordering van aardappelen, fondsen ver goedingen kwekers, in het vlasonderzoek en linnen- propaganda. Indien men de totale begroting van het Land bouwschap voor 1962 voor de gew one dienst en de bijzondere diensten overziet, blijkt deze uit te ko men op een bedrag van 37.903.525, Uit de gewone dienst en uit de bijzondere diens ten wordt in totaal direct ten behoeve van boei en tuinder uitgegeven 32.791.425,dit is 86 a 87 van de totale begroting van het Landbouw schap. Indirect en algemeen ten behoeve van boeren, tuinders en landarbeiders, dus voor de zogenaamde belangenbehartigende taaie, wordt uitgegeven een bedrag van 5.112.100.ofwel 13 a 14 van de totale begroting van het Landbouwschap. gij de aanvang van de openbare vergadering van het Landbouwschap op woensdag 18 oktober j.l. heeft de voorzitter, de heer A. W. Biewenga, met enkele woorden herdacht het overlijden van het bestuurslid de heer A. A. Pannebakker. De heer Pannebakker is van het begin af lid van het hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw geweest, en ook vanaf de instelling bestuurslid van het Landbouwschap. De voorzitter prees in hem zijn helder oordeel, zijn grote werkkracht, en zijn hulpvaardigheid. De bestuursleden herdachten zijn overlijden enige ogenblikken in stilte. JN zijn openingswoord herinnerde de voorzitter voorts aan de gebeurtenissen van de laatste weken die het Landbouwschap in het licht van de publiciteit hebben gesteld. De voorzitter doelde hier met name op de ongeregeldheden op de Veluwe en op de verkoop van enige boerderijen voor de recht- bank in Assen. De voorzitter herinnerde er aan dat het Landbouwschap op een volkomen wettige manier tot stand gekomen is. Ook uit een groot aantal rechtelijke uitspraken is de wettigheid van het Landbouwschap bevestigd. Voorts herinnerde de voorzitter er aan dat het Landbouwschap gedwongen was tot deze harde maatregelen in Drenthe over te gaan, omdat de zachtere en voor de betrokkenen goedkopere maatregelen door henzelf onmogelijk waren gemaakt. Verkopingen van roerende goede ren hadden zij aangegrepen als een aanleiding tot het houden van betogingen tegen het Landbouw schap. Ook hadden zij deze verkopingen gesaboteerd. Het leggen van beslag onder derden was door hen eveneens doelbewust onmogelijk gemaakt. Tegenover de meer dan 250.000 bedrijfsgenoten die wel hun heffing betalen, zou het niet rechtvaardig zijn geweest als het Landbouwschap in de gevallen in Drenthe had gecapituleerd. De consequentie hiervan zou wellicht hebben kunnen zijn, dat in de komende jaren niet alleen de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in de landbouw, maar ook de pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie in andere bedrijfstakken onmogelijk zou zijn geworden. Omwille van de consequenties voor het algemeen belang, was het Landbouwschap gedwongen in Drenthe deze uiterste maatregelen te nemen. De voorzitter spoorde de bestuursleden aan door hun ernstig werk voor het algemene landbouwbelang te laten zien, dat het Landbouwschap het vertrouwen van alle bedrijfsgenoten waardig is. IIET bestuur heeft besloten een antwoord- schrijven te richten aan het bestuur van het Produktschap voor Groenten en Fruit inzake de teeltregelingen in de tuinbouw. In deze brief stelt het bestuur van het Landbouwschap, dat de teelt- regeling als middel tot marktordening thans niet meer aan haar doel beantwoordt. Zij geldt thans immers voor een aantal teelten, waarvoor een dergelijke vorm van marktordening niet meer nodig is. Daarenboven is in de loop van de jaren zoveel gewijzigd in de bestaande teeltregelingen, dat dit tot een algehele ontwrichting van de rege ling heeft geleid. Het bestuur van het Landbouwschap komt tot de conclusie dat het geen zin heeft de thans bestaande teeltregeling op dezelfde voet te handhaven. Voorts is het bestuur van mening, dat een teeltregeling voor de vollegrondsgewassen niet te missen is. De marktordenetide werking van de komende wet op de erkenningen in de tuin bouw is niet voldoende. Ongelimiteerde teelt mogelijkheden zouden een deel van de produk- tenfondsen tot zeer ernstige moeilijkheden kunnen brengen. In overeenstemming met het advies van de af deling Groenteteelt en de hoofdafdeling Tuin bouw stelt het bestuur van het Landbouwschap aan het bestuur van het Produktschap voor Groenten en Fruit voor de bestaande teeltrege lingen op te heffen op een nader te bepalen tijd stip. Daarnaast kan in het toekomstige markt- ordenende beleid een teeltregeling voor de volle- grondsgroenten niet worden gemist. In nader overleg tussen het Produktschap en het Land bouwschap kan deze regeling worden uitgewerkt, zodat in de loop van 1962 kan worden besloten, tot opheffing van de bestaande regëling en tot ge lijktijdige invoering van een nieuwe regeling. Het bestuur van het Landbouwschap heeft na uitvoerige discussie vastgesteld de begroting voor het jaar 1962. zoals deze in het begin van deze maand aan het bestuur is aangeboden. }IJ de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp fiscale voorzieningen ten gunste van de wer kende gehuwde vrouw Ik heb mij hierover helemaal niet verwonderd. De minister en staats secretaris van financiën weten heus beide toel wat werken is, zijn beide echtgenoot en vader en weten dus ook de arbeid van de werkende gehuwde vrouw wel te waarderen. Ook de positie van de werkende gehuwde vrouw kon, zo bezien, moeilijk in beter handen zijn gesteld. Natuurlijk zal ook dit wetsontwerp niet onverbeterlijk zijn en kritiek ontmoeten, maar vjij stellen met genoegen vast, dat het toch aanzienlijke verbeteringen brengt. T TF.T wetsontwerp heeft een viertal hoofdpunten: 1. een derde gedeelte van de arbeidsinkomsten van de werkende gehuwde vrouw wordt belasting vrij tot een maximum van f2.000, 2. er komt een minimum belastingvrij bedrag van f500—, waardoor de eerste f500,— arbeids inkomsten van de werkende gehuwde vrouw in het geheel niet door Inkomstenbelasting wordt getroffen; 3. voor de in bedrijf of zelfstandig uitgeoefend beroep van haar man meewerkende gehuwds vrouw is een aanvullende regeling getroffen welke in normale gevallen leidt tot een vrijstelling van f 750,per jaar; 4. voor de loonbelasting worden verbeteringen voorgesteld teneinde te voorkomen dat na afloop van het jaar hoge nabetalingen in de vorm van inkomstenbelasting nodig zijn. \/OORAL de punten 2 en 3 komen ons voor de agrarische sector als zeer belangrijk voor. De vrouw van de landarbeider kan nu in elk geval f500,— voor haar gezin belastingvrij gaan verdienen De vrouw van boer en tuinder bewerken nu voor haar man een aftrek van f 750,—, loaardoor ze in alle geval een vergoeding in de vorm van belastingbesparing verkrijgen door koeien te melken of aardbeien te plukken, om maar een paar voorbeelden te noemen. lOK de wijziging in de heffing van de loonbelasting kan van veel belang zijn, daar het veelal zeer bezwaarlijk is om na afloop van hel jaar nog een flink bedrag aan inkomstenbelasting te moeten betalen, wat onder de nu geldende regeling zeer dikwijls het geval is U tv eet dan dat wij het ingediende wetsontwerp toejuichen, terwyl wij de stellige overtuiging heb* ben dat onze volksvertegenwoordiging dit wetsontwerp, wellicht na nog enige wijzigingen en aanvullingen, met grote meerderheid zal goedkeuren. Een stimulans voor werken en trouwen. JnktLJ i', i\o,.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 3