744 IE Rooien en afvoeren van suikerbieten EEG Zaaien van wintertarwe Grondbewerking DE MAAND OKTOBER OP HET struk^ doo^ ^het ZEEUWS LANDBOUWBLAD DEZE maand is voor de landbouw zeer belang rijk. De laatste aardappelen moeten nog ge rooid worden. Het bewaren hiervan verdient ook de volle aandacht. Het rooien en afvoeren van suiker- en voederbieten heeft voor een belangrijk gedeelte in deze maand plaats. Oktober is de gunstigste maand voor uitzaai van wintertarwe. Voor het verkrijgen van een goede struktuur vraagt de najaarsgrondbewerking extra aandacht. Ook.de verzorging van grasland vraagt speciaal onze aandacht. aardappelen. WE aardappelen zijn op een enkel perceel na gerooid. Bij het produkt dat gerooid is met niet goed afgestelde machines komt veel rooibeschadi- ging aan de aardappelen voor. Dergelijke partijen zijn moeilijk houdbaar, en niet geschikt voor export. Hl) 1LBEW AR1NG. DAAR tegenwoordig praktisch al het graan gemaaidorst wordt, is er wei nig of geen goed dekstro meer. De meeste kuilen zijn dan ook afgedekt met combinestro. Om inregenen te vermijden dient er extra zorg aan de kuilen te worden besteed. Velen overwegen dan ook om ze af te dekken met plastiek. Er dient dan voor gezorgd te worden dat de warme lucht uit de kuil kan ontwijken. bewaren in de sc huur zonder ventilatie. HIER en daar zien wij wel eens aardappelen opgeslagen liggen in een schuur zonder ventilatiesysteem. Met deze methode is grote voorzichtig heid geboden. 3. Er mag geen broei optreden. Zo nodig afdekken om daggroen te voorkomen. Zorgen voor materiaal voor beveiliging tegen vorst. Rijdt met de ploeg niet uit als de grond feitelijk te nat is 0111 te ploegen 2. 3. 'blad. ;Een gedetailleerd artikel hierover verschijnt in dit graszaad. ZEEUWSE DE vroeg gespoten graszaadpercelen waarop op- A1MTYPGI1TWR1?UkRlllT nieuw een onkruidvegetatie tot ontwikkeling LAINIJriUU W ULdJlxlJr .komt, kunnen nog tot ongeveer half oktober bij l 'gunstig weer gespoten worden. Tegen jonge zaad- 'onkruiden kan gespoten worden met D.N.C. -f- Na- arseniet en als er nog veel muur voorkomt met 1M: liter 2, 4, 5-TP. g De tweedejaarspercelen moeten kort de winter ingaan. Zijn zij nog niet gemaaid, dan dient dit zo vlug mogelijk te gebeuren. Het gemaaide gras moet verwijderd worden. Om de zaadstengel- vorming te bevorderen is direkt na het maaien 200- 300 kg kalksalpeter per ha noodzakelijk Voor een gunstige ontwikkeling van de laat gezaaide percelen Engels raaigras is een bemesting met 200 kg kalksalpeter per ha op zijn plaats. Eenmaal in de bewaarplaats dienen de aardappelen regelmatig gecontroleerd te worden. bewaren in een bewaarplaats met ventilatie. ELKE koude nacht dient benut te worden om te ventileren. Kontroleer de juistheid van ther mometers en thermostaat, opdat u straks bij nacht vorst niet voor verrassingen komt te staan. v suikerbieten. UET rooien van suikerbieten kan op verschil- lende manieren plaats hebben, t.w.: a. machis*al met bietenrooimaehines, b. met bietelichter, met kopschoffel en bieterooitang, d. met bietespa en mes. Welke metode toegepast kan worden, hangt van verschillende faktoren af. Goed afstellen van de machines is een eerste eis om goed werk te leveren. Voor het bestuderen van de verschillende meto des is het nu de juiste tijd. voederbieten. DOEDERBIETEN mogen niet te vroeg gerooid worden in verband met de houdbaarheid. De meest geschikte tijd is eind oktober tot begin no vember. Om inrotten van de kop te voorkomen moeten de bieten zo ondiep mogelijk gekopt wor den. De houdbaarheid wordt ook bevorderd door flink wat aanhangende grond mee in te kuilen. Beschadigde bieten, schieters en bieten die aan getast zijn door stengelaaltjes, kunnen aanleiding geven tot rotting. Deze bieten kunnen beter apart gehouden en eerst vervoederd worden. Voederbie ten kunnen zowel in de kuil als in de schuur be waard worden. In verband met broei dient de kuil niet zwaar der te zijn dan 3 ton bieten per strekkende meter. Voordeel van schuui bewaring is, dat in de winter de bieten dicht bij het vee liggen, en er minder kans op bevriezing is. Ingevolge de verordening op bestrijding van de vergeïingsziekte mogen er na 1 april geen voeder bieten met spruiten meer op het bedrijf voorkomen. wintertarwe. DEZE maand is de gunstigste voor het zaaien van wintertarwe. Vooral de wintervaste- en tame lijk wintérvaste rassen vragen een vroege zaai.Daar de laatste jaren de verbouw van graan stok uitgebreid is, wordt de kans op voetziekte groter. Op percelen waar deze aantasting verwacht kan worden, verdient het aanbeveling niet vóór half oktober te zaaien. Een goede struktuur is in dit ver band belangrijk. Vorig jaar is er door de slechte weersomstandigheden veel ontsmet zaaizaad blijven liggen. Met deze zaaitarwe dient u uiterst voorzichtig te zijn. Laat vóór het zaaien daarvan eerst een kiemproef nemen. Is de kiemkracht te gering, dan is het verstandig nieuw zaaizaad aan te kopen. Wanneer zaaizaad van eigen teelt wordt gebruikt, is het van belang dit extra te schonen om zo weinig mogelijk zwakke planten te krijgen. Het oogstrisiko wordt groter naarmate minder goed zaai zaad wordt gebruikt. Zaai daarom zoveel mogelijk goedgekeurd en ontsmet zaad. Er kan ontsmet worden met een kwik- bevattend middel in een dosering van 2 gram of 2 cc per kg zaad. De beste tijd daarvoor is kort voor het zaaien. Wordt een aantasting door ritnaalden (koperwörmen) verwacht, dan kan een gekom- bineerd middel worden gebruikt. Deze middelen bestaan uit kwik aldrin of dieldrin. De resultaten van de tarweproefvelden werden reeds in het Zeeuws Landbouwblad van 23 septem ber 1.1. beschreven. grondbewerking. i DENUT de droge dagen zo- D veel mogelijk Om het land op wintervoor te ploegen. Dit j is de eerste fase om een goede struktuur te krijgen. Zit er w I een vaste laag in de grond, dan verdient het aanbeveling j deze te breken door te woe- v .V i len, mits de grond goed droog I i is. Men ziet in de praktijk nog rende de wintermaanden de doorlatendheid van de bo\ en- Benut de werkbare perioden, ook al kunnen de bleten niet direct geleverd worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 8