743
DINGEN VAN DE WEEK
„ONRENDABELE GEBIEDEN"
Het drogen van Gladiolenbollen
L. E. I.-TUINBOUWKOSTPRIJSBEDRIJVEN
ZURINGBLADWESP
ZATERDAG 7 OKTOBER 1961
ER blykt aanleiding toe te bestaan, dat wij nog
een keer terugkomen op he' rapport over de
onrendabele fruitteelt in ons land van de Directie
voor de Tuinbouw van het Ministerie van Land
bouw en Visserij.
Enkele weken geleden zijn hierover reeds ge
dachten weergegeven, maar er blijkt toch nog een
misverstand over deze aangelegenheid te bestaan.
Wie een bezoek brengt aan Kapelle-Biezelinge cn
daar het bruisende leven ziet, zal zeker schromen
om ten aanzien van dit gebied het woord „onren
dabel" in de mond te nemen. De huizen zijn er mooi
en goed onderhouden met fraaie bloementuinen
er voor. Het meubilair is modern en geriefelijk. De
beeldbuizen van de T. V. verlichten 's avonds
menige huiskamer en er zijn zeer vele auto's in
deze gemeente. Dit alles vindt zijn oorzaak in de
bron van het bestaan van Kapclle, de fruitteelt.
De bijzonder gunstige ligging van de veiling heeft
er voor gezorgd dat hier alles geteeld kan worden
en op uitstekende wijze kan worden afgezet. Van
stilstand of achteruitgang is in Kapelle nog geen
sprake. Grote blokken huizen worden er nog steeds
gebouwd en er zijn er nog altijd te kort. Vele hec
taren goede tuingrond zijn reeds geofferd aan deze
huizenbouw.
In het kort gezegd; Wanneer men terugkomt
van een bezoek aan Kapelle, zoals dat bij ons het
geval is, dan krijgt men zeker niet de indruk dat
men uit een onrendabel fruitgebied komt.
Zit er dan helemaal niets in die opmerking in
dat rapport? Als we eens afstappen van het uiter
lijke dat ons tegenkomt in Kapelle en ons bezig
houden met de bedrijven op zichzelf en daar ob
jectief de zaak bekijken, dan kunnen we toch wel
iets begrijpen van de gemaakte opmerking.
Nu is het in 1961 wel heel moeilijk om vast te
stellen wat rendabel is en wat niet rendabel. Ver
schillende rassen, die al lang ryp waren voor de
bijl, zijn dit jaar weer „rendabel'' geworden. Ze
brengen prijzen op. welke we nooit hadden ver-
waeht. De Zigeunerin en de Keswick, de Manks
Codlin, de Jack Lebel en de Maagdepeer doen het
weer best dit seizoen. De teler, die ze nog op zijn
bedrijf heeft, wrijft zich in de handen. Stiekem
lacht hij om zijn collega, die ze gerooid heeft en
nu op zijn oude boomgaavdgrond zit te tobben met
bomen die maar niet aan de gang willen gaan.
Ze laten die oude rassen weer staan in de hoop
dat er weer wel eens een jaar zal komen waarop
deze rassen weer veel geld zullen opbrengen.
Dat Is het wat o.i. het rapport bedoelt niet „ver
ouderd". Dit verouderen gaat heel snel. In de
N. O. Polder gaat men ook al omenten om „bij"
te blijven. Kapelle moet waakzaam zijn voor de
toekomst. Het kan niet teren op oude roem en
maar zeer kort op oude welvaart. In de toekomst
zal het nodig zijn fruit te kweken tegen etui lage
kostprijs en dat zal alleen gaan wanneer de hoogste
eisen worden gesteld aan de cultuurzorgen en uien
op tijd durft rooien. Nog veel te weinig gaat men
kijken naar wat anderen doen, gaat men op excur
sie naar andere fruitgebieden.
Wanneer men dat doet valt er veel weg van ons
eigen kunnen en zal men niet zo verontwaardigd
zijn, wanneer het woord „verouderd" wordt ge
bruikt.
Wie in de herfst door de Kapelse boomgaarden
rijdt en daar het vele spint ziet, zal geen al te beste
indruk krijgen van de fruitteelt op die bedrijven.
De vele kleine bedrijven in Kapelle hebben een
buitengewoon groot aanpassingsvermogen. Men
schakelt gemakkelijk over op een andere teelt. De
uren, die men dan over heeft, worden in loondienst
doorgebracht op een ander bedrijf. Men kan dan
echter niet spreken van een „rendabele" teelt, hoe
wel men wel een flink inkomen heeft.
Wanneer de afzet normaal is en we moeten con
curreren met de jonge, moderne bedrijven, dan zou
wel eens kunnen blijken dat het „onrendabele"
dichter bij is dan men had gedacht.
Dat alles moet men los zien van het jaar 1961
waarvan waarschijnlijk de fiscus wel het meeste
profijt zal trekken.
Een modern bedrijf met rassen voor heden en
toekomst is de beste waarborg voor een rendabele
teelt. Een ieder zal zelf moeten beoordelen of zijn
bedrijf aan deze eis voldoet.
De moderne fruitkweker weet dat er geen toe
komst zit in de teelt van Manks Codlin en Maagde-
peren. Hij zal geen spint accepteren. Ook in een
jaar met weinig fruit zullen we de consument goed
fruit moeten aanbieden. Ook in 1961 zullen we ons
bezig moeten houden met onze „rendabele" be
drijven. Laten we nuchter en waakzaam zijn. Een
goede vakman is niet gauw tevreden. Het vol
maakte is niet te bereiken, maar we kunnen wel
trachten het zo goed mogelijk te doen.
De gezondheidstoestand van de gladiolen is over liet alge
meen zeer matig. De kans op zieke knollen, vooral van
botrytis, is daardoor zeer groot. Op tijd rooien is dit jaar
dan ook meer dan ooit noodzakelijk om dt oogst zo gezond
mogelijk in de schuur te krijgen, aldus de heer P. C. de
Ruijter van de Tuinbouwvoorlichtingsdionst N. O. P. De
rooitijd van de knollen ligt gemiddeld begin oktober maar is
afhankelijk van het ras en het gewas.
Een min of meer ziek gewas rooit men als regel niet gauw
te vroeg. De diktegroei van de knollen valt in de laatste
weken van de groeiperiode tegen. De kans op besmetting
door botrytis, hartrot en fttsarium neemt evenwel sterk toe.
IN een proef met het ras Bloemfontein bleek dat
laat rooien een belangrijke toename gaf van
het aantal zieke knollen terwijl de groei maar wei
nig toenam. Aantal
Aantal 4 zieke
Rooitijd: en op knollen
half september2120 112
half oktober 2248 448
Een groen gewas gladiolen kan echter ook te
vroeg worden gerooid. De knollen worden tijdens
het drogen dan slap en hebben daardoor belangrijk
minder handelswaarde.
Na 1 oktober is de kans op slap worden van de
knollen zo gering dat vanaf die datum alle rassen
wel gerooid kunnen worden.
SNEL DROGEN
MA het rooien dienen de knollen zo snel moge-
lijk gedroogd te worden om een botrytisaan-
tasting te voorkomen. Daarnaast gaat men de uit
breiding van fusarium sterk tegen. Snel drogen wil
in het algemeen zeggen dat de knollen in 3 a 4 da
gen droog zijn. Duurt het drogen langer dan 4 da
gen dan is de kans op botrytisaantasting aanwezig.
Het drogen kan in een afdeling van de schuur
waar voldoende verwarming, maai- vooral voldoen
de ventilatie aanwezig is, zeer goed gebeuren. De
capaciteit van de kachel moet zo groot zijn dat de
temperatuur in de schuur, bij voldoende ventilatie
op 18 a 20 gr. C. gehouden kan worden. De capa
citeit van de ventilator moet zo groot zijn, dat de
droogschuur per uur 20 a 25 keer van verse buiten
lucht kan worden voorzien. Naast de kachel en de
ventilator, die de verversingslucht inbrengt, is een
plafondventilator voor het snel en regelmatig dro
gen noodzakelijk. Per 1620 m2 vloeroppervlak
van de droogschuur is ten minste één plafond
ventilator nodig.
Het inbrengen van de verversingslucht kan op
zeer veel manieren gebeuren. Wordt een „losse
kachel" en een „losse ventilator" gebruikt, dan
moet de ventilator achter do kachel geplaatst wor
den. Worden buizen, al of niet met gaaties ge
bruikt. dan wordt de lucht via de kachel door de
buizen in de droogruimte geblazen. De buis met
gaaties komt meestal boven het midden van de
breedte van de droogschuur. Een dichte buis (of
koker) voert de lucht tot boven de plafondven
tilator.
Luchtafvoer. Het drogen verloopt het beste ift
gaasbakken. Maak de bakken echter nooit voor
meer dan vol. De droogeapaciteit van de schuur
neemt, als men de bakken voller gaat maken, af.
De luchtafvoer dient onbelemmerd te kunnen
geschieden. Dit houdt in dat de af te voeren lucht
als regel naar buiten moet worden afgevoerd. De
lucht kan ook in het resterende gedeelte van de
schuur worden afgevoerd, mits deze niet te klein
is of gebruikt wordt als Juchtreservoirvoor de
aanzuigventilator.
Nadrogen. Na ongeveer oen week zijn de knol
len droog genoeg om gepeid te worden. Na het pel
len moeten de knollen echter nog nagedroogd wor
den. De wond. die ontstaan is als gevolg van het
afbreken van de oude knol is nog vochtig en als
deze niet goed is opgedroogd, is de kans op botry
tisaantasting groot.
Het nadrogen moet in een aparte droogruimte
geschieden. Nadrogen in dezelfde ruimte als waar
in de natte pasgerooide gladiolen staan moet wof-
den afgeraden. De gepelde knollen drogen in deze
ruimte niet snel genoeg. De kans op botrytis is
dan weer aanwezig.
DROOGVLOER
IDEAAL voor het drogen vóór het pellen is de
droogvloer. Het grote voordeel van de droog-
vloer is dat op een kleine plaats zeer veel gladiolen
goed gedroogd kunnen worden. Het drogen ge
beurt in kratten met een gaasbodem of in grof-
mazige zakken. De knollen zijn als regel in twee
dagen droog. Hierna moeten ze r.og 24 dagen in
een nadroogruimte worden bewaard, eer ze ge
peld kunnen worden.
De gunstigste plaats voor de droogvloer is bij
voorbeeld onder een afdak; hij kan echter ook wel
binnen worden gebruikt.
De droogvloer bestaat uit een gaasvloer van
pl.m. 1,5 meter breedte. De lengte is afhankelijk
van de capaciteit. Door deze vloer (pl.m. 50 cm
hoog) wordt'door middel van eer. ventilator 1000-
1500 m3 lucht per m2 vloeroppen lakte per uur ge
blazen. Door middel van een oliekachel is de lucht
eerst enige (meestal 2-3 graden» Celsius opge
warmd. De knollen mogen niet hoger dan pl.m,
60 cm worden opgestapeld. Meestal zijn ze in twee
dagen droog. De resultaten met de droogvloer zijn
in de praktijk onverdeeld gunstig.
AP aandringen van de vertegenwoordigers van
het K. N. L. C. heeft het Landbouwschap zich
indertijd uitgesproken voor inschakeling van het
bedrijfsleven bij aan wijziging van L. E. I.-kostprijs-
bedrijven in de tuinbouw, evenals dit gebruikelijk
is in de sektoren akkerbouw en veehouderij. Dit
onderwerp werd o.m. behandeld op de laatst ge
houden Bestuursvergadering van de afdeling
Tuinbouw K.N.L.C.
Het bestuur van de afdeling Tuinbouw acht liet
schrijven van het L. E. I. aan het landbouwschap
met de begeleidende nota „Opmerkingen naar aan
leiding van het verzoek van het Landbouwschap
Keuzecommissies voor tuinbouwbedrijven In te
stellen", een omzeiling van de wensen van het
Landbouwschap inzake deze materie. Bovenge
noemde nota biedt onvoldoende aanknopingspun
ten, daar slechts over de methoden van kostprijs
berekening wordt gesproken.
Een van de bestuursleden sprak o.i. terecht het
vermoeden uit, dat van deze reeds zo lang slepen
de zaak blijkbaar een prestigekwestie wordt ge
maakt, gezien de toch alleszins gerechtvaardigde
wens van het bedrijfsleven. Wij vragen ons daarbij
nog af, of wellicht in het feit dat slechts één zuil
zich over deze aangelegenheid positief heeft uit
gesproken, de oorzaak van deze stroeve gang van
zaken dient te worden gezocht, aldus het verslag
van deze vergadering.
PEREBLAD VLO
diverse bedrijven komt aantasting van de
perebladvlo voor. Deze scheiden een kleverig
vocht af, waarop roetdauwschimmels tot ontwikke
ling kunnen komen, met gevolg bevuiling vati
vruchten en bladeren.
Bestrijding kan geschieden met een organische
fosforverbinding. Indien nog vóór de oogst gespo
ten moet worden, kan met goed gevolg tot vier
dagen vóór de pluk van het fruit gebruik worden
gemaakt van malathion of phosdrin.
BLOEDLU IS
Plaatselijk breidt de bloedluis zich (te erg> uit.
Goede bestrijding kan na de pluk van het fruit ge
schieden door gebruik te maken van een organische
fosforverbinding, gemengd met Lindaan.
Is bestrijding vóór de oogst nog noodzakelijk, dan
gebruike men een der bekende middelen zonder,
toevoeging van Lindaan.
In ons nummer van 23 september noemden we enige middelen ter bestrijding van de
zuringbladwespzoals D.D.T., diazinon en derris.
De N.V. Agro Chemie wees ons er op dat het weinig giftige insekticide DIPTEREX-
SPUITPOEDER voor de bestrijding van deze wesp bijzondere voordelen biedt, mede omdat het
tevens werkt op de zo gevreesde tweede generatie van de vruchtbladrollers. Gezien de geringe
giftigheid van Dipterex-spuitpoeder is bij gebruik hiervan slechts een veiligheidstermijn van
10 dagen vastgesteld.
Tevens deelt de Agro Chemie betreffende de bloedluisaantastingen mede dat deze radicaal
met Folidol E 605 geconc. bestreden kunnen worden, indien men met veel water werkt en met
krachtige straal spuit. Red.