Het landbouwonderzoek
in België
751
GOEDE VORDERINGEN
ZATERDAG *3 OKTOBER 1961
Belgische
Landboutvnieuwsbrief
W" hebben het reeds eerder in onze correspondenties" gezegd, dat in de E. E. G. de positie van de
Belgische landbouw nogal bevredigend is. Op gebied van de rendementen per ha voor granen en
de melkgifte per koe komen Nederland en België vooraan en wanneer, gelijk de E. C. het wenst, naar
een gemiddeld prijspeil moet worden gestreefd, zal dat peil ongeveer het Belgische prijsniveau zijn. Er
moet echter een grote inspanning in dit land worden gedaan om de kwaliteit, verpakking en com-
mercialisatie van onze produkten te verbeteren. De kwaliteitscontrole moet nog worden verscherpt,
ofschoon contröle de inspanning van de producenten zelf kan vervangen.
Wij hebben ook reeds aandacht besteed aan de structurele problemen. In deze sector en er zijn
er nog andere! heeft België een achterstand op de grote landbouwnaties Denemarken en Neder
land, maar staat echter ten opzichte van andere landen in een gunstiger positie.
I\E coöperatieve samenwerking en de industria-
lisatie van de landbouwproduktie is, vooral in
Vlaanderen, in volle expansie. Het is de enige weg
om de structuur van de land- en tuinbouw te ver
beteren en de boeren, die boer willen blijven, een
behoorlijke levensstandaard te geven. Zo is de
industrie van de condens sterk gemoderniseerd,
maar de diversificatie van de produktie van zuivel-
derivaten is door de coöperatieve bedrijven onvol
doende doorgevoerd, het blijft voorlopig een
aparte industriële tak van bedrijf. Door gebrek
aan coöperatieve samenwerking ontstonden grote
kippenfokkerijen die de boeren als loonarbeiders
willen gebruiken. De Belgische Boerenbond weert
dit gevaar af door initiatieven als de kippenslach
terij van Hulshout, die 700 boeren van de Zuider
kempen (prov. Antwerpen) op coöperatieve basis
een inkomen zal bezorgen. In dezelfde geest werd
in West-Vlaanderen een mooi resultaat, bereikt in
zake de kwaliteitsnormen voor brouwerijgerst.
Allemaal positieve resultaten die vermeldens
waardig zijn.
En hoe staat het in dit land van Maas en Schel
de met het landbouwonderzoek? Uit een vraagge
sprek dat een redacteur van een-krant uit de
hoofdstad, de heer Samoy, korte tijd geleden voer
de en dat wij hierna weergeven valt op te maken
dat het landbouwonderzoek in België goede vorde
ringen maakt. Het gesprek werd gevoerd met de
oud-rector van de Gentse Landbouwhogeschool,
prof. dr. A. G. Baptist, die op het gebied van de
landbouw-economische research een vooraanstaan
de positie heeft en met zijn medewerkers een
grote bijdrage levert tot de verbetering van onze
landbouwmethoden. Op het vlak van dit onder
zoek heeft men in dit land ingezien, dat het orga
niseren van de landarbeid en de doelmatige be
drijfsleiding sterk moeten worden bevorderd.
Gelukkig, aldus prof. Baptist, is men thans van
wal gestoken. Een groep deskundigen van de
Rijkstation voor Boerderijbouwkunde te Lember-
ge (Gent) werkt op het vraagstuk van de arbeids
organisatie in de landbouw en een tweede werk
groep arbeidt te Gembloers (Wallonië) onder de
leiding van prof. Dricot op het probleem van de
doelmatige bedrijfsleiding. Het probleem van de
arbeidsnormen in de landbouw kan slechts door
een zorgvuldig bijgehouden enquête worden bestu
deerd. Op 36 Vlaamse boerenbedrijven wordt al
dus geëxperimenteerd. Het werk wordt genoteerd
op ca. 250.000 ponskaarten om de resultaten met
snelwerkende rekenmachines te kunnen samenvat
ten. De proeven konden worden uitgebreid tot 102
bedrijven. Deze studie werd beperkt tot de graan-
teelt, daar over veeteelt reeds zeer veel bekend is
als gevolg van jarenlange studies.
HET PRACTISCH NUT
TR moeten in dc Belgische landbouw dringend
•k betere teeltplannen komen en verder moeten,
als overal elders, de z.g. spitsen worden uitgescha
keld. In dit opzicht werden dit jaar reeds op ver
schillende bedrijven interessante successen ge
boekt.
Een tijd geleden gaf in de Landbouwhogeschool
te Gent een Deens ingenieur een voordracht
waaruit bleek dat er op het gebied van de land-
bouwprestaties fantastische plannen worden be
studeerd. De Deen Erik UldallEkman beweert
dat de individuële produktie zeer sterk kan wor
den opgevoerd. Hij gewaagt van één man voor 80
koeien, terwijl het maximum thans wel schijnt te
liggen rond 35 koeien. Maar die koeien zouden
niet meer op de weide grazen, maar gewoon in een
loopstal silo voeder krijgen samengesteld uit hoofd
zakelijk gras. Met die methode slaagt hij erin in
sommige Deense hoeven melk te produceren
tegen 20 Deense öre of 1,50 B fr. per liter! Deze
Deense ingenieur is daarna als raadsman gaan op
treden bij een grote boer te Poppel (een plaatsje
dichtbij de Nederlandse grens in de provincie Ant
werpen). Prof. Baptist is eerder sceptisch gestemd
tegenover een zo voortvarende methode. Toege
past op grote schaal zou de landbouw inderdaad
in dat geval bijna geheel zonder mensen werken.
DISTRIBUTIE
IIET is eigenaardig hoe weinig de Belgische
landbouweconomen afweten van de prijsme
chanismen in de landbouw, met uitzondering van
de varkenscyclus en dan nog. De Belgische boer,
aldus de professor, is de contröle van de distribu
tie kwijt geraakt. De locale markt is vervangen
door het gespecialiseerd distributiebedrijf, maar
niets belet dat de Belgische landbouwers opnieuw
door coöperatieve samenwerking een betere prijs
krijgen voor hun werk. Met het opkomen van de
grote kippenfokkerijen zijn defégen van de boe
ren open gegaan
Maar de studie van de wensen van de verbrui
kers, de prospectie van de buitenlandse markten,
de commercialisatie van de produkten is eveneens
een tak van de toegepaste landbouwwetenschap.
Wij hebben in België op dat gebied een achter
stand in te halenDie commercialisatie van de
produkten door een coöperatieve samenwerking
wordt onvermijdelijk wanneer de produkten op
lange afstand moeten worden verkocht. In de ge
meenschappelijke markt zal dat voor de Belgische
land- en tuinbouw noodzakelijk worden. De stij
gende produktie zal België dwingen tot een ster
ke uitbreiding van de export.
ZUIVER WETENSCHAPPELIJKE RESEARCH
pVEN belangrijk is de wetenschappelijke ver-
werking van de landbouwprodukten. De
(Belgische) Hoge Raad voor het Wetenschapsbe
leid is er mede accoord dat een inspanning moet
worden gedaan in de takken van de zuivere we
tenschap die de landbouw kunnen helpen, voorna
melijk de biochemie, de bacteriologie, de virologie
en de enzymologie. In zijn rede voor het interna
tionaal congres der landbouworganisaties te Brus
sel citeerde prof. Baptist enkele cijfers over de
bedragen die door Nederland en België worden
uitgegeven voor landbouwonderzoek.
Om maar een voorbeeld te citeren: voor de be
waring en de verwerking van land- en tuinbouw-
produkten geeft Nederland 26 miljoen B. fr uit
België 3 miljoen voor landbouwchemie, biologisch
onderzoek en landbouwfysica geeft Nederland bij
de 28 miljoen B. fr. uit België 5,3 miljoen. In
totaal geeft Nederland voor landbouwonderzoek
meer dan 400 miljoen B. fr. uit. België 160,3 mil
joen fr.
De IRSIAIWONL (parastataal organisme)
zal zijn inspanning vergroten en steunt thans
reeds belangrijke researchwerken, o.m. wordt ook
dit jaar 21 miljoen fr besteed voor de bodemkaart,
9 miljoen fr voor de studie van de aanwending
van radioisotopen in de landbouw (kerncentrum
van Mol), de verbetering van de hop, de fytofar-
macie (centrum van Gorsem) e.a. Een volledige
lijst van de onderzoekingen vindt men in het jaar
verslag van voornoemde semi-officiële instelling.
Nieuw is echter de samenwerking die tussen Ne
derland en België is ontstaan.
BENELUX
IN Beneluxverband wordt inderdaad ingezien
dat een aantal onderzoekingen gemeenschap
pelijk kunnen worden gedaan. Er is door een groep
van landbouwexperts aan de regeringen reeds een
eerste rapport overhandigd over de eenvormige
methoden van de berekening van kostprijzen in
de Belgische en Nederlandse landbouw. Nieuwe
kredieten werden ter beschikking gesteld voor de
studie en het onderzoek van kopziekten bij het
vee, de onkruidbestrijding en de boerderijbouw en
arbeidskrachten.
In het station te Heverle werkt prof. Dumon op
de erfelijkheidsleer of genetica, een tak van de
wetenschap die in Europa sterk moet worden ont
wikkeld.
De algemene conclusie van deze „nieuwsbrief"
kan wellicht luiden dat de Belgische boeren en
tuinders, vooral sedert 1950, betrokken zijn in een
grote expansie van de produktie die voor vele pro
dukten verdubbeld of nog meer is gestegen.
DE GEITEN OP DE
VEETENTOONSTELLING TE OOSTBURG
ONDANKS het feit dat de geitenfokkerij
in West Zeeuws-Vlaanderen niet om
vangrijk is, werden 19 geiten en lammeren
van totaal 7 inzenders voorgebracht.
In vergelijking met de kwaliteit van de
geitenstapel elders in Zeeland is deze in dit
gewest vrij mati'g. Waar de geitenfokkers het
fokken van de Nederlandse witte kortharige
en ongehorende geit nastreven, is het eigen
lijk niet juist dat op deze tentoonstelling ge
kleurde en gehorende dieren werden voor
gebracht.
De heer F. B. van Hulle te Zuidzande, die
alleen ruim de helft van de aangevoerde
geiten voorbracht, heeft verschillende goed-
soortige typische melkgeiten, die ook elders
een goed figuur zouden slaan. We noemen de
eenjarige Mina, de 2-jarige Arma, die kam
pioene werd, en de 3-jarige Ida's Mona, die
reserve-kampioene werd. De oud-kampioene
Marianne 1450 S, die ditmaal niet mocht mee
dingen naar de hoogste titel, was echter wel
de beste geit van deze keuring.
De heer J. C. Faas te Groede verwierf in
de rubriek niet-volbloed lammeren een le
prijs met Hannie, die vooral een beste beenr
stand en goed type vertoont.
De iritenders van geiten en lammeren, die
geen le prijzen konden verwerven, raden we
aan te trachten beter fokmateriaal vast te
krijgen.
C. DEN ENGELSEN.
SCHAPEN OP 24e VEETENTOONSTELLING
TE OOSTBURG
JT\E veetentoonstelling voor West Zeeuws-Vlaan- -
deren vond dit jaar plaats op 22 september.
De schapen waren kwalitatief zeer goed. Al het
aangevoerde materiaal vertoonde een beste ontwik
keling en goed type. De vachten waren gesloten en
van goede kwaliteit.
Het aantal aangevoerde dieren stelde echter
teleur. Vergeleken bij vorig jaar was zowel het
aantal inzenders als het aantal schapen Va minder.
Bovendien was slechts de helft van het aantal inge
schreven dieren aangevoerd. Dit deed aan het ge
heel van de keuring afbreuk.
De kwaliteit van de aangevoerde dieren was
%eer goed. Dieren van min'der goed gehalte waren
er niet aanwezig. De aanvoer van schapen kan op
deze jaarlijkse tentoonstelling, gezien het aantal en
de kwaliteit ervan in dit gewest gemakkelijk ver
drievoudigd worden, zonder afbreuk te doen aan de
kwaliteit.
De keuring zou erdoor in belangrijke mate aan
waarde winnen. Het volgende jaar hoopt men de
25e tentoonstelling te houden. We spreken de wens
uit, dat de schapen in een belangrijk groter aantal
aanwezig mogenzijn.
Fraai zonnig weer zette een stempel op deze ten
toonstelling. Er was voor deze fokdag een goede
publieke belangstelling. Goede kwaliteit, fraai weer
en een aangename sfeer maakte, dat het prettig
toeven was in Oostburg.
KIEMPLANTENTABEL VAN AKKERONKRUDEN
/N de „Kiemplantentabel van akker-onkruiden"
verschenen bij de Plantenziektenkundige
Dienst te Wageningen van de hand van D. C. van
Dord en P. Zonderwijk, zijn van 76 onkruiden, dus
ook grassen, de eerste echte blaadjes van de kiem-
plantjes in beeld gebracht en beschreven en naar
de uiterlijke kenmerken zodanig gegroepeerd, dat
het determineren door iedereen kan plaats hebben.
In een duidelijke korte toelichting wordt daarbij
de weg gewezen. Bovendien zijn de op elkaar ge
lijkende onkruiden zoveel mogelijk op één pagina
naast elkaar afgebeeld.
T-T ET boekje (f2,25 in linnen bandje) beoogt,' alle
belanghebbenden bij de bestrijding met che
mische middelen van onkruiden op bewerkte grond
het mogelijk te maken, reeds in het stadium van
kiem/plantje zélf vast te stellen, met welk onkruid
men te maken heeft. In dit jeugdige groeistadium
kan vaststelling voor het nemen van de juiste be
strijdingsmaatregelen alleen maar ten goede komen.
Als zodanig is het boekje dan ook uitgegeven als
bijlage bij het handboek „Onkruidbestrijding met
chemische middelen" door P. Zonderwijk (f2,75),
verschenen onder no. Ill van de serie Verslagen en
Mededelingen van de Plantenziektenkundige Dienst
SLIPGEVAAR is iets, waar iedere automobilist
terdege rekening mee moet houden, vooral bij
druilerig herfstweer. Naarmate meer slik van het
bietenoogsten op de weg komt, neemt het gevaar
toe. Maak de wielen van uw transportmiddelen
schoon. U voorkomt niet alleen een proces-verbaal,
maar ook onnodig ongelukken.