mi uw
CULTUUR EN RASSENPROEVEN RODE BESSEN
CjmLïl)DRPROBF (Vergelijking struiken
teelt en draaöteelt).
DE rassen zijn: Jonkheer van Tets en
Fay's Prolific. Plantafstand: Jonk
heer van Tets aan draad 2 x 1 m en
struik 2 x 2 m. Fay's Prolific draad en
struik beide 2 x 1 m. Planttijd: voorjaar
3950.
De opbrengst was in 1961:
Jonkheer van Tets struiken 201 kg/are
Idem hagen 254 kg/are
Fay's Prolific struiken 132 kg/are
Idem hagen 136 kg/are
Evenals voorgaande jaren lag de pro-
duktie van Jonkheer van Tets aan hagen
weer hoger dan van de struiken. In rijp-
tijd was er geen verschil. De regenge
voeligheid van de vruchten van Jonkheer
van Tets bleek ook dit jaar aan struiken
weer groter te zijn dan bij draadbeplan
ting.
RASSENPROEF RODE BESSEN
DEZE werd geplant in het voorjaar van
1956 in 3-voud. Plantafstand: 2,25 x
1,75 m.
De opbrengst van de voorkomende
rassen was in 1961:
FRAMBOZEN HADDEN OOK DE AANDACHT
Rijenleelt en pollenteelt.
In deze proef wordt een vergelijking gemaakt tussen polienteelt en rijenleelt. De pollen worden door schof
felen op plm. 60 cm afstand in de rij gehouden.
Plantafstand rijenteelt: 170 x 30 cm
pollenteelt: 170 x 60 cm.
Geplant voorjaar 1958.
De opbrengst over de drie produktie ja ren bedroeg:
1959 I960 1961
Rijenteelt 135 kg/are 137 kg/are 100 kg/are
Pollenteelt 109 kg/are 140 kg/are 112 kg/are
Door de natte winter van 1960/'61 kwamen er in de voorste helft van de proef veel dode stengels voor. De
geoogste oppervlakte der veldjes is daarom in 1961 de helft van de oppervlakte in de voorgaande jaren.
"RASSENPROEF FRAMBOZEN
OOK deze proef heeft door de weersomstandigheden van de afgelopen, winter veel geleden. De opbrengst, van
alle rassen was daardoor dit seizoen abnormaal laag. Toch heeft deze proef over een aantal jaren duide
lijk aangegeven, welke de beste rassen zijn op de Zeeuwse gronden. Deze proef werd nu afgesloten.
Geplant januari 1956. Plantafstand 200 x 40 cm.
Ras
Opbrengsten
in kg/are
Totaal in
1957
1958
1959
1960
1961
5 jaar
Malling Promise
64
170
182
170
70
656 kg/are
Malling Exploit
61
147
- 173
110
102
503
Geneva 17861
48
160
164
328
68
568
Malling Landmark
55
Ï44
149
100
61
509
Oregon 564
38
113
144
111
96
502
Lloyd George NZ.
37
128
116
86
88
455
Mailing Jewel
29
130
110
63
51
383
Schönemann
49
122
131
55
357
Rote Wadenswiler
28
104
89
87
31
339
W.K.7"
42
87
96
28
253
Preussen
22
83
49
75
22
251
Malling Enterprise
15
64
41
75
29
224
Deze rassen werden één jaar later geplant, n.l. voorjaar 1957.
In het kort samengevat kunnen we uit bovenstaande cijfers concluderen dat Malling Promise en Malling Ex
ploit de meest produktieve rassen zijn, met vruchten van goede kwaliteit. De vruchtgrootte en kleur zijn goed.
Geschikt voor verwerking.
Naast de gebruikelijke rassen komt alleen het ras Schönemann voor beproeving in aanmerking.
Schönemann. Een laat ras, dat in deze proef een goede indruk heeft gemaakt. De vruchten zijn stevig en van
goede kwaliteit. Hoewel de kg-opbrengst lager is dan van Malling Promise en Exploit, biedt dit ras de mogelijk
heid om de plukperiode te verlengen.
1. Rote Spatlese 273 kg, are
2. Rondom 254 kg/are
3. Jonkheer van Tets 190 kg are
4. Maarses Prominent 184 kg/a re
5. Erstling aus Vierlanden 169 kg/are
6. Red Lake 148 kg/are
7. Vers. Rouge 136 kg/are
8. Victoria 100 kg/are
9. Fay's Prolific 87 kg/are
10. Vroege Hollandse 75 kg/are
11. Rote Kritzendorfer 68 kg are
12. Prince Albert 19 kg are
In voorgaande jaren gaf Jonkheer van
Tets in deze proef de hoogste opbrengst.
Dit jaar kwam geen rui voor bij de bes
sen. De krachtig groeiende rassen Rote
Spatlese en Rondom gaven een belangrijk
hogere opbrengst.
De plantafstand voor de rassen Maar
ses Prominent en Fay's Prolific is in deze
proef te ruim gebleken. Bij een nauwere
plantafstand zou de produktie per opper
vlakte-eenheid aanmerkelijk hoger kun
nen zijn.
PROEVEN
RODE BESSEN AAN DRAAD
Snceiproef
DAAR er in de praktijk veel uiteen
lopende meningen zijn ontstaan
over de snoei van bessen aan draad, zijn
in deze proef verschillende snoeimetho-
den toegepast. Het ras is Jonkheer van
Tets (4e groei jaar). De resultaten waren
het eerste jaar na de verschillende snoei
als volgt:
A korte snoei,
toegepast eind aug. 1960 114 kg/are
B lange snoei,
toegepast eind aug. 1960 177 kg/are
C korte snoei in de winter 127 kg/are
D lange snoei in de winter 194 kg/are
Deze snoeiproef zal in de kómende
jaren op dezelfde wijze worden voort
gezet.
PLANTENAFSTANDENPROEF
RASSEN: Rondom en Rote
Pluktijd: voorjaar 1957.
brengst per are was:
Ras
Rondom
Rote Spatlese
Plantafstand
200 x 60 cm
200 x 80 cm
200 x 100 cm
200 x 60 cm
200 x 80 cm
200 x 100 cm
Spatlese.
De op-
kg/ar®
215
234
217
276
249
226
De opbrengst was:
A 2,45 kg per raam
B 2,8 kg per raam
C 3,17 kg per raam
Om het grote verschil in opbrengst tussen A en C wordt deze proef in 1962
herhaald.
Glasa
Verder werd het nieuwe ras Glasa beproefd. De opbrengst was 2,54 kg/raam.
Glasa was enkele dagen vroeger rijp dan Deutsch Evern.
De kg-opbrengst en financiële resultaten van de glasaardbeien waren het afge
lopen seizoen gunstig. Het totaal aantal ramen op de proeftuin bedroeg 80 stuks.
De totale bruto-opbrengst was f 648,—. Gemiddeld per raam dus f 8,10.
ZWARTE BESSEN
PLANTAFSTANDENPROEF
tN deze proef werden de rassen Baldwin Hilltop en Wellington XXX bij twee ver-
schillende plantafstanden, n.l. 2 x 1 m en 2 x 1,50 m, op hun ontwikkeling en
produktie nagegaan. Planttijd voorjaar 1956. Door virusaantasting is deze proef
nu opgeruimd.
Hieronder volgen de opbrengstcijfers van 1958 t/m 1961.
Opbrengst ,in kg/are
Ras
Baldwin Hilltop
idem
Wellington XXX
idem
plant
afstand
2x1 2 m
2x1 m
2x1 y, m
2x1 m
Hoewel de cijfers van
opbr. '58
61 kg/are
98 kg/are
72 kg/are
75 kg/are
deze proef
opbr. '59
47 kg/are
64 kg/are
89 kg/are
i05 kg/are
niet alle
opbr. '60
30 kg/are
47 'kg/are
30 kg/are
36 kg/are
betrouwbaar
opbr. '61
99 kg/are
117 kg/are
95 kg/are
87 kg/are
totaal opbr.
1958 t/m'61
237 kg/are
326 kg/are
295 kg/are
303 kg/are
zijn, tengevolge van
nachtvorstbeschadiging in 1959 en 1960, geven zij toch aanwijzingen dat de 2 x 1 m
beplanting bij Baldwin Hilltop een hogere kg opbrengst geeft. Het is dus mogelijk
dit zwakgroeiende ras een nauwere plantafstand te geven dan Wellington XXX,
omdat het opbrengstverschil bij laatstgenoemd ras over dezelfde periode gering is
Aardbeien onder plastickappen. Deze teeltmethode leverde als proef voor het
*a-s Mach. Frühernte een financieel voordeel op en biedt, in het bijzonder voor
kleine bedrijven, door werkverdeling tijdens de pluk, mogelijkheden.
(Foto I. V. T. Wageningen.)
Ee opbrengsten per raam zijn:
Kortedag van/tot. kg, raam
15 sept. 30 nov. 2,4 kg
30 sept, 30 nov. 2,7 kg
15 okt, 30 nov. 2,5 kg
30 okt. 30 nov. 2,7 kg
15 nov. 30 nov. 2,9 kg
onbehandeld 2,8 kg
De meeropbrengst van de behandelde objecten t.o.v. onbehandeld van vorig iaa'r
<0,4 kg) komt dit jaar niet tot uitdrukking.
JPianttijdenproef Deutsch Evern
Geplant werd A 28 juli met 10 planten per raam
B 5 aug. met 12 planten per raam (controle)
C 25 aug. met 21 planten per raam
GRONDBEDEKKINGSPROEF ZWARTE BESSEN
IN deze proef wordt nagegaan in hoeverre grasbedekking invloed heeft op de ont
wikkeling en produktie bij zwarte bessen. Ras: Wellington XXX. Plantafstand
2,25 x 1,50 m. Planttijd: voorjaar 1959. Gras ingezaaid: herfst ÏP59.
De opbrengst in het eerste produktiejaar was:
zwart gehouden: 61,2 kg/are
grasstroken: 41 kg/are
De grasstroken kregen geen extra stikstof-gift, zodat de bemesting van beide
objecten gelijk bleef. De groei van de struiken in gras was geringt-r.
BESTRIJDING VAN BLADVALZIEKTE BIJ ZWARTE BES
BIJ zwarte bessen, Wellington XXX, werd driemaal tegen bladvalziekte gespoten.
Naast onbehandeld werden de middelen captan, zineb en mengcarbamaat ver
geleken. De spuitdata waren 28/4, 17/5 en 27/7. Ernstige bladval trad op in het
object onbehandeld, terwijl de bestrijding bij het object mengcarbamaat absoluut
onvoldoende was. Tussen captan en zineb was weinig verschil. De bestrijding was
bij deze beide objecten bevredigend. De op het naast het proefveld liggende perceel
uitgevoerde bestrijding van éénmaal spuiten met zineb na de oogst was ook on
voldoende. Het ligt in de bedoeling deze proef voort te zetten en volgend jaar .ook
een oogstbepaling te verrichten. Gezien de grote verschillen in bladval tussen de
objecten, lijkt het waarschijnlijk dat er dan verschillen in opbrengst te constateren
zullen zijn.