UIT DE LANDBOUWBEGROTING Stijgende productie Dalend inkomen W' /^\NZE collega Ir, Tuynmaii schrijft in „De Landbode" in een bespreking van cle inhoud van de Memorie van Toelichting op de Landbouwbegroting, dat een dergelijk stuk meer dient te zijn, dan een interessante kroniek, waarin feiten over Land- en Tuinbouw geboekstaafd zijn Hij is teleurge steld, omdat er dit jaar zo weinig in staat over het in de naaste toekomst te volgen beleid. Wij kunnen dit standpunt wel delen. Overigens hebben wij niet veel anders verwacht en vinden ook hier Ir. Tuvnman aaa onze zijde, want ook voor hem kwam deze teleurstelling niet bij verrassing. Toch zijn wij aan de andere zijde dankbaar voor het cijfer materiaal, dat in deze M. v. T. te vinden is, want het brengt onzes inziens de Kamerleden, voor wie dit stuk toch in de eerste plaats bestemd is, duidelijk onder ogen, dat de situatie in onze Nederlandse Landbouw verre van rooskleurig is. De Memorie van Toelichting bevat nog enkele andere onderwerpen. Zo wordt veel aandacht besteed aan de internationale aangelegenheden zoals Benelux en Europese Economische Ge meenschap, aan de Voorlichting het onderwijs enz. Om dit overzicht niet te lang te maken en daardoor onleesbaar, bewaren wij een en ander tot de volgende keer. s. HULPFONDS AGRARISCHE NOODGEVALLEN No. 2599 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1961 49e Jaargang Zeeuws lANÓBOUWBLAÖ zien namelijk een gestaag stijgende produktie, hetgeen over het algemeen gunstig lijkt. Maar daar tegenover staan dalende prijzen en stijgende kosten. Hierdoor vertoont het inkomen van de boer een beeld, dat geen gelijke tred houdt met dat, wat wij in andere sectoren van het bedrijfs leven zien en wat wij ook ten aanzien van de Inkomenspositie van grote delen van ons volk zien. Terwijl velen meer loon, salaris of ander Inkomen genieten bij een vrij aaridig gelijkblijvend prij zen niveau, waardoor hun welvaart metterdaad stijgt, zien wij het inkomen van de gemiddelde hoe.- niet stijgen. In I960 trad er, mede door de zeer slechte weersomstandigheden en door de zeer lage prezen van een aantal vrije produkten, in de akker bouwsector zelfs een aanzienlijke daling in. Wat de kostenfactoren betreft zien wij sterk en constant stijgende lonen, stijgende pachten, iets dalende prijzen van kunstmeststoffen, gelijkblijvende kosten voor zaaizaden en werktuigen, al schieten de zaaizaden in 1960 '61 er boven uit. En dan zijn de verwerkte lonen lang niet altijd de werkelijk betaalde Terwijl de arbeidsproduktiviteit per man door mechanisatie en rationalisatie aanzienlijk gestegen is en nog door stijgt, zijn de baten, hierdoor verkregen, niet voldoende om de andere stij gende kostenfactoren geheel op te vangen. Met andere woorden: de boer heeft van al zijn inspanningen niet geprofiteerd. Zijn inkomen is niet beter geworden. Zijn welvaart is niet gestegen. Daar komt dan nog bij. dat zijn arbeidstijd niet verkort is, maar eerder verlengd. De baten van de gestegen arbeids produktiviteit zijn aan consument en werknemer ten goede gekomen. Het is dit beeld, dat duidelijk uit de cijfers naar voren springt en liet moet in de allereerste plaats teleurstellend worden geacht, dat de bewindsman slechts deze feiten constateert, zonder op enigerlei wijze aan tc geven, wat hij denkt te doen om aan deze gang van zaken een wending ten goede te geven. Ook geven deze cijfers een duidelijk ant» woord op de commentaren in sommige dag en weekbladen, waarin men hoe langer ho-* meer in twijfel trekt of die Nederlandse land bouw nog wel mee kan. De vooruitgang in onze bedrijfstak is voor hen, die de feiten en de cijfers bestudeert, ver bazingwekkend en de betekenis voor ons indu strialiserend land nog altijd zeer groot. Ook: en juist voor die vele industrieën die de land- bouwprodukten verwerken. En tevens voor d« im- en exporteurs met hun hele stelsel van. groot- en kleinhandel, voor de vervoermaat schappijen enz. Men kan rustig stellen, dat minstens van alle S>edrijvigheid in ons land uit en door do landbouwsector komt GEG ARAN DEERDE PRODU KTRN CEN ander belangwekkend staatje is in da Memorie van Toelichting te vinden. Het be- betreft het areaal gegarandeerde produkten (tar we, voedergranen en suikerbieten) in procenten van de totale oppervlakte bouwland in de laatste vijf jaren. Dit staatje, dat wij hieronder afdrukken, is daarom leerzaam, omdat er wel de vrees is geuit, dat de akkerbouwboer zijn bouwplan hoe langer hoe meer gaat instellen op de door de Overheid gegarandeerde produkten. Minister Marijnen heeft zelf enige jaren geleden die vrees uitgesproken in een rede, die hij te Sas van Gent hield. Welnu, hier zijn de cijfers Areaal gegarandeerde produk ten (tarwe, voedergranen, sui kerbieten) in van de totale oppervlakte bouwland. 1956 1957 1958 1959 1960 Noord-Groningen 59 65 68 74 73 IJsselmeerpolders 47 49 60 59 56 Z. W. zeekleigebied 54 54 59 56 57 Zoals men ziet vertoont het bouwplan in het; Zuid-Westelijk Zeekleigebied, this ons eigen gebied, liet maést constante beeld. EXPORT TOCH blijkt uit andere tabellen, wat de be drijfstak landbouw voor onze vaderlandse economie betekent. In 1960 bedroeg de bruto-pro- duktiewaarde van de gehele land- en tuinbouw meer dan 6 miljard gulden. Hiervan werd voor bijna 2700 miljoen uitgevoerd, tegenover een in voer van agrarische produkten van ruim 1400 mil joen. De waarde van de gehele agrarische export, waarbij dus ook de verwerkte landbouwproduk- ten, bedroeg 26 van de totale Nederlandse uit voer. Wij menen, dat ons kleine land met zijn gebrek aan bodemrijkdommen en andere grondstoffen, de hoog opgevoerde bedrijvigheid van land- en tuinbouw onmogelijk kan missen. De cijfers wij zen dit wel uit. Opmerkelijk is voorts de steeds gróter wordende rol, die de tuinbouw gaat spelen. Van een bruto-produktiewaarde van 1137 miljoen werd meer dan de helft, namelijk 685 miljoen, ge ëxporteerd. De stijging van de tuinbouwproduk- tië en de daarmede gelijkhoudende tred van de uitvoer zijn een bewijs voor de activiteit, maar ook voor het Nederlandse vakmanschap in onze tuinbouw. - Juist wanneer wij al deze cijfers bezien, waar van wij er een .aantal elders in dit blad over nemen. zodat de geïnteresseerden on$er onze lezers deze eens kunnen bestuderen, is het des te schrijnender, dat de inkomenspositie in land- en tuinbouw niet verbetert. Op de centrale storting'srekening Hulp fonds Agrarische Noodgevallen" bij de Coop. Boerenleenbank te Goes is nu gestort een bedrag van 17.271, Voor de goede orde vermelden wij nog maals voor degenen, die alsnog een bedrage voor dit fonds willen over maken het giro- iiuiiflr.'?r van de Coöp. Boerenleenbank te Goes no. 61539. Bij de storting te vermelden t.g.v. Hulpfonds Agrarische Noodgevallen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 1