701 Vervolg LANDBOUWBEGROTING 1962 LANDBOUWSCHAP Meer geld voor landbouwkundig onderzoek en (hoger) landbouwonderwijs DENK OM DE RODE VLAG EN AAN HET SLIK ONTHEFFING VOOR GEDUPEERDE FRUITTELERS OP SCHOUWEN- DUIVELAND VAN DE HEFFING 1961 ZATERDAG 23 SEPTEMBER 19 6 1 Tengevolge van de noodzakelijke aanpassing en de hierdoor optredende veranderingen zijn er meer dere onderwerpen, die opnieuw aandacht verdienen. Genoemd kunnen b.v. worden de blijvende instand houding van een doelmatig functionerende produktie van de bedrijven; risico's bij het produktproces; onderlinge samenwerking en een verdergaande afstoting van werkzaamheden; transport; conservering en opslag. Ook onderzoek en voorlichting staan voor een moeilijke taak. Zij moeten immers proberen de uit de praktijk te verwachten vragen vóór te blijven en in staat zijn een zo verantwoord mogelijk ant woord te geven. Door de snelle ontwikkeling kan niet altijd op een uitvoerig onderzoek worden ge wacht en mede door de onderlinge samenhang van vele problemen moet vooral ook grote waarde wor den gehecht aan het nemen van goed opgezette, direct op de praktische toepassing gerichte proeven, waardoor vfij snel onder verschillende praktijkomstandigheden een oordeel over bepaalde mogelijk heden kan worden verkregen. Dit cordeel is mede gewenst, omdat het aanbrengen van veranderingen dikwijls niet alleen met grote investeringen gepaard gaat, maar ook de toekomstige ontwikkelings mogelijkheden van het bedrijf in sterke mate vastlegt. MINISTER Marijnen verheugt zich er over. dat het Landbouwschap met een discussie-rapport het initiatief heeft genomen voor een bezinning op de ontwikkeling van de landr- en tuinbouw op langere termijn. Hij bevestigt zijn voornemen ook zijnerzijds aan deze discussie een bijdrage te ver lenen. Intussen zal het landbouwbeleid ten aanzien van onderwijs, onderzoek en voorlichting en de bevor dering en de verbetering van de externe produktie-omstandigheden worden voortgezet, teneinde de landbouw in staat te stellen zijn taak zo goed mogelijk te vervullen Overeenkomstig het advies van de Gewestelijk* Raad voor Zeeland iieeft het D. IJ. van hel Land bouwschap besloten dil jaar de heffing op fruit te laten vervallen voor die fruitteeltbedrijven op Schouwen-Duiveland, die volgens een rapport van het rijkstuinbouwconsulentschap door waterover last een blijvende schade van 40 of meer hebben opgelopen. Dit betreft die in het getroffen gebied gelegen boomgaarden, welke in net najaar geheel of gedeeltelijk zullen moeten worden gerooid. Hefc D. B. motiveert deze beslissing door aan te nemen dat de desbetreffende gronden in 1961 niet in kui tuur zijn geweest voor de teelt van fruit en niet als kultuurgrond kan worden aangemerkt. Het betreft hier twintig fruittelers met een totale op pervlakte fruit van 48.02 ha. Bij de over enige tijd uit te zenden aanslagbiljetten heffingen 1961 zal met gecorrigeerde invenarisatiegegevens rekening worden gehouden. Ook voor de volgende jaren zullen de doodgegane boomgaarden, mits niet her- beplant. buiten de heffing op fruit vallen. Of deze grond al dan niet in een andere heffingsgroep zal worden belast hangt vanzelfsprekend geheel af van de bestemming die er aan zal worden gegeven. MARKT- EN PRIJSBELEID IIET markt- en prijsbeleid zal er mede op ge- richt zijn een economisch klimaat tot stand te brengen, waarbinnen de landbouw zich zal kun nen ontwikkelen, welk beleid gebaseerd zal zijn op de opzet, waarover het vorig jaar met het geor ganiseerde bedrijfsleven in beginsel overeenstem ming is bereikt. Bij de praktische uitwerking zijn met name een drietal punten van betekenis: Teneinde meer inhoud te kunnen geven aan het overleg, dat jaarlijks door de minister met het Landbouwschap terzake wordt gevoerd, is overeengekomen een zekere spreiding in de tijd toe te passen bij de vaststelling van de ver schillende garantieregelingen. Er zal naar wor den gestreefd het melkprijsbeleid 1961-1962 om streeks 1 november 1961 vast te stellen en ver volgens de overige regelingen vóór 1 januari 1962. 0 Het feit, dat de nog steeds toenemende, ont wrichting van de internationale zuivelmarkt tot een uiteraard kunstmatig zeer laag in ternationaal prijsniveau heeft geleid, maakt het naar de mening van de minister noodzakelijk een marktordenend beleid te voeren, dat doelbewust gericht wordt op redelijke prijzen voor de ver schillende zuivelprodukten bij afzet in het bui tenland. 9 Rekening dient te worden gehouden met ie mogelijkheid, dat in E. E. G.-verband bepaalde beslissingen zullen worden genomen terzake van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die gevolgen zullen hebben voor het nationale markt- en prijsbeleid. PRIORITEIT VOOR ONDERWIJS T|E vernieuwing van het lager en middelbaar land- en tuinbouwonderwijs zal worden voort gezet. In 1962 zal daarnaast het hoger landbouw onderwijs bijzondere aandacht krijgen, mede nodig door de verwachting, dat het aantal studenten aan de Landbouwhogeschool sterk zal toenemen. Voor het landbouwkundig onderzoek zal volstaan moeten OOOFDST UK Landbouw en Visserij van de Rijksbegroting 1962 raamt de uitgaven op ciroa 275 miljoen voor de gewone dienst, waarbij dan nog gerekend moet worden op het tekort van het Landbouw Egalisatie-Fonds, afgerond ƒ321 miljoen. In het bedrag aan uitgaven van 275 miljoen is vergeleken met 1961 verwerkt een stijging van 44.5 miljoen tot 51 miljoen voor het landbouwonderwijs, waarin een toe neming van de uitgaven voor het hoger landbouwonderwijs van 10,5 miljoen tot 13,4 mil joen. Voor het landbouwkundig onderzoek is in totaal circa 37 miljoen uitgetrokken, hetgeen neerkomt op een stijging van circa 6 miljoen vergeleken bij 1961 en in hoofdzaak bestemd is voor instituten van landbouwkundig onderzoek, die zich in een stadium van opbouw be vinden. Voor cultuurtechnische werken is het voor 1961 op circa 118 miljoen gefixeerde bedrag, voor 1962 nader geraamd op 120 miljoen, waarmede het het vorige jaar bepaalde uitgaven niveau voor dit doel is aangehouden. T|E ingediende begroting van het Landbouw-Egalisatiefonds 1962 sluit met een nadelig saldo van 320,8 miljoen. De begroting aldus minister Marijnen in zijn toelichting is gebaseerd op het, ten tijde van de samenstelling, verwachte verloop van de produktie en de verwachtingen omtrent de via de binnenlandse en buitenlandse markten te realiseren opbrengstprijzen. Er bestaat evenwel nog een groot aantal onzekere factoren met betrekking tot de feitelijke beleidsmaatregelen, die de werkelijke uitkomsten zullen bepalen. De minister vertrouwt erop deze beleidsmaatregelen vóór het begin van 1962 te kunnen vaststellen. Ten behoeve van de garantieregeling voor binnenlandse granen (toeslag aan telers van rogge, haver, gerst en gemengd gewas op de lichte gronden) en de daaraan gekoppelde ga rantieregeling voor fabrieksaardappelen, geteeld op de veenkoloniale gronden, is. ook thans een bedrag ad ƒ60 miljoen uitgetrokken. In de akkerbouwsector is voorts onder de inkom sten een bedrag van 10 miljoen opgenomen, dat vermoedelijk in 1962 -aan het saldo van de egalisatieheffingen op ingevoerde granen c.a. kan worden onttrokken, met inachtneming van een verantwoorde reserve met het oog op toekomstige restitutieverplichtingen. VEEHOUDERI J EN ZUIVEL AANGENOMEN wordt dat ten behoeve van het marktordenend beleid voor de varkens- houderij weer 10 miljoen nodig zal zijn. Op grond van een nader vast te stellen garantieprijs voor melk en de op basis van de verwachte marktsituatie geraamde opbrengst, wordt voor de melkprijstoeslag ƒ258 miljoen uitgetrokken. (Vorig jaar ƒ230 miljoen, laatste raming voor 1961: ƒ316 miljoen.) Door memorie-posten wordt de mogelijkheid tot het nemen van bijzondere maatregelen in de akkerbouw-, zuivel-, margarine-, tuinbouw en sierteelt-, visserij- en pluimveesectoren opengehouden. Tenslotte is 2 miljoen opgenomen voor onvoorziene uitgaven. De walvisvaart komt door beëindiging van de garantieregeling niet meer in de begroting voor. MU zeer veel tractoren op de openbare weg rijden met aanlHmwwerktuigen, welke een bepaald» lengte en uitstekemie delen hebben vestigen wij me de aandacht op om het volgende wetsartikel In acht te nemen. „Het is de bestuurder van een werktuig ver boden daarmede te rijden indien bet voertuig of de lading scherp uitstekende delen heeft, ten zij aan deze delen een rode vlag is aangebracht en bij dag wordt gereden". - Tevens lijkt het ons nuttig, in verband met d« naderende bietencampagne, er op te wijzen dat het bietentransport risico's met zich mee kan bren gen n.l. de door slik bevuilde openbare wegen. Deze kunnen voor het openbare verkeer gevaar opleveren en aanleiding geven tot ongevallen. De» vervoerder, die hiervoor aansprakelijk gesteld kam worden, dienl dan ook zodanige maatregelen t« nemen dat hierdoor geen ongelukken kunnen ont staan. Het grondig schoonmaken van «Ie weg is vanzelfsprekend één van de eerste mi'atregelen die genomen moeten worden. Zolang dit nog niet gebeurd is, is het zaak de weggebruikers door bor- den. rode vlaggen enz. voor dit slibgevaar te waar schuwen. Wel moet men bij het plaatsen van deze waarschuwingstekens rekening houden met de plaatselijke bepalingen van overheidswege. In be paalde gemeenten is het zelf plaatsen van waar schuwingsborden n.l. niet toegestaan. Informeert dus tijdig bij de plaatselijke politie hoe de zakeu staan en neemt uw maatregelen! Tot Nationaal Kampioen 1961 werd Bruno van 't Hof K 2501 uitgeroepen. Op pagina 710 een verslag van dil agrarische evenement. (Zie verder volgende pagina.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 3