KLEINE TREKKERS
en WERKTUIGEN
Demonstratie te St.Annaland en Tholen
voor het
gemengde land- en
tuinbouwbedrijf
U dat
ZATERDAG 2 6 AUGUSTUS 1 9 tt
OP 21 juli werd te St. Annaland «n Tholen een demonstratie gehouden met enkele kleine trekkers
en bijpassende werktuigen. Het initiatief daartoe werd genomen door de streekverbeteringskom-
missie Tholen, Het geheel kwam tot stand in samenwerking met de Rijks- en Tuinbouw voorlichtings
dienst de Zeeuwse Groentetelers-Vereniging en de Bedrijfssludiegroep Tholen en St. Philipsland.
BOEG
IVEZE demonstratie was in feite een voortzet-
ting van hetgeen vorig jaar op mechanisatie-
gebied werd getoond. Thans ging het in hoofd
zaak om het demonstreren van twee systemen,
namelijk:
a. een 4-wielige trekker met bijpassende werk
tuigen;
b. een 2-wielige trekker met bijbehorende
werktuigen.
Voor deze demonstratie werd ais vierwielige
trekker een 16 pK Porsche dieseltrekker gebruikt,
terwijl als 2-wielige trekker een Agria, met een
7 pK dieselmotor werd gebezigd.
Met beide typen trekkers werd een vrij groot
sortiment werktuigen en hulpmiddelen getoond,
zodat de bezoeker s een indruk konden krijgen van
de veelzijdige mogelijkheden van mechanisatie.
Dit was overeenkomstig het doel dat de organisa
toren zich hadden gesteld. Nog te veel denkt men
in de praktijk dat er niets boven handwerk gaat.
Maar bij een doelmatige mechanisatie, die dus
aangepast is aan de aard van het bedrijf, bleek
ook op deze demonstratie dat de machine veelal
met sukses het handwerk geheel of gedeeltelijk
kan vervangen. Daardoor is het mogelijk om een
belangrijke arbeidsbesparing te realiseren, zodat
vaak mogelijkheden aanwezig zijn om goedkoper
te produceren. Anderzijds geeft een verkregen
arbeidsbesparing de mogelijkheid ©m meer inten
sieve teelten te beoefenen die dikwijls een hogere
geldopbrengst opleveren.
KEUZE VAN DE TREKKER
DE keuze van een vierwielige of een tweewie
lige trekker zal voor de Thoolse omstandig
heden vooral afhangen van de aard en het type
bedrijf.
In principe leent een vierwielige trekker van
1418 pK met bijbehorende werktuigen zich voor
het verrichten van alle voorkomende werkzaam
heden op het kleinere bedrijf. Tevens zitten hierin
mogelijkheden voor een kombinatie van enkele
bedrijven. Indien inderdaad alle werk met een
trekker verricht kan worden heeft men geen kos
ten meer van loonwerk en is men geheel eigen
baas. Vanzelfsprekend vraagt een en ander vrij
hoge investeringskosten. Het gaat er echter om
wat de kosten per jaar zijn van eigen mechanisa
tie of van loonwerk. Daarnaast speelt ook het
aantal arbeidskrachten een belangrijke rol
Een tussenvorm is mogelijk door middel van
een beperkte eigen mechanisatie en aanvullend
loonwerk. Heeft men eenmaal een trekker aange
schaft die voor alle werk geschikt is, dan is het
als regel het voordeligste om daar ook zoveel mo
gelijk mee te doen.
Een tweewielige trekker van 7a 8 pK is vooral
geschikt voor vele wat ondiepere grondbewerkin
gen zoals frezen en zaaiklaar maken van de grond,
maar ook voor zaaien, poten, planten en diverse
Naast voornoemde tweewielige trekker zal het
veelal nodig zijn om aanvullend loonwerk te laten
verrichten, zoals wintervoor ploegen en zwaar
transportwerk.
Op deze demonstratie is echter wederom ge
toond dat deze kléine trekkers enorm veel ge
bruiksmogelijkheden hebben, op voorwaarde dat
er passende werktuigen bij worden gebruikt. Wat
dit laatste betreft is het verheugend te kunnen
vaststellen dat er steeds meer goede werktuigen
voor kleine trekkers aan de markt komen.
Verschillende werktuigen die hier werden ge
toond zullen thans in het kort worden beschreven.
ZAAI- EN PLANTMACHINES
OP deze demonstratie werd er met een Thïlot
zaaimachine van 3 rijen achter de 2-wielige
trekker gedemonstreerd. Alle bezoekers vonden de
kombinatie 7 pK trekker met deze zaaimachine
zeer goed. Ook de besturing en de wendbaarheid
op de kopeinden was gemakkelijk.
De prijs van deze machine is 300 a 320.
Op vrij eenvoudige wijze kan deze zaaimachine
voorzien worden van meerdere zaaielementen.
De plantmaehines maken steeds meer opgang.
De werking van de machine die op de demonstra
tie te zien was ging alle verwachtingen te boven.
De kool die er mee geplant werd stond goed recht,
vast en ook de afstand onderling liet niets te wen
sen over. Op eenvoudige wijze is de plantafstand
door middel van een tandwieloverbrenging te
regelen. Met deze plantmaehines kunnen naast
het planten ook aardappelen gepoot worden.
Een der gedemonteerde zaai machines.
AARDAPPELEN LICHTEN EN ROOIEN
MEESTAL geeft men er voorkeur aan om
vroege aardappelen met de riek of met een
lichter te rooien. Het lichten wordt veel met een
trekker of een paard gedaan. Ook voor 2-wielige
trekkers zijn lichters verkrijgbaar. Op deze demon
stratie waren er twee verschillende modellen te-
zien. Wil men met een lichter aan een 2-wielige
trekker goed werk leveren, dan moet de trekker
op grote wielen staan, anders raakt motor en
aandrijving de bovenkant van het bed. De lichter
waarmee werd gedemonstreerd, heeft achter de
wielen schijfkouters waarmee het loof wordt afge
sneden. Hierdoor komt stropen van het loof niet
voor. De lichter van smederij Van Beek te Sint
Annaland leverde hier ook uitstekend werk. De
lichter bestaat uit een ploegschaar die bovenaan
voorzien is van enkele schuin oplopende strippen.
Vraagt weinig trekkracht en geeft geen beschadi
ging.
Naast de lichters werden twee kettingvoor-
raadrooiers gedemonstreerd. Deze beide Romas -
rooiers leverden bij een goede afstelling ook goede
resultaten op. Voor vroege en groen te rooien
aardappelen heeft men steeds spoedig last van
ontvellingen. Ook bij lichters kan dit voorkomen.
Juist onder deze omstandigheden is een nauw
keurige afstelling een eerste vereiste. Aanpassing
van rijsnelheid en kluiten vrije grond zijn even
eens van grote betekenis.
Getoond werden hier de meer bekende getrok
ken voorraad rooier en de voor deze streek nieuwst
aangebouwde rooier. Laatstgenoemde is over het
geheel iets kleiner van afmetingen doch kan niet
temin goed werk leveren, vooral op de lichtere
gronden.
GRONDBEWERKING
|YE 4-wielige trekker werkte met een 1-scha-
rige tweewegploeg. Hiermede werd keurig
ploegwerk geleverd. Mede doordat het bevesti
gingspunt vóór de achterwielen was gelegen, trad
praktisch geen wielslip op. Een voorbeeld van
een goede kombinatie waardoor ook een 16 pK
trekker heel wat kan presteren.
De 7 pK 2-wielige trekker werkte met een kan-
teiploeg. De instelmogelijkheden van de ploeg én
de snelle wendbaarheid van de trekker waren
goed. Voor stoppelen tot een diepte van 18 cm is
deze ploeg geschikt.
Vooral bij 2-wielige trekkers zijn frezen zeer
goed bruikbare werktuigen. In het voorjaar kan
men er op geploegde grond in één bewerking een
mooi zaai- of plantbed mee maken. Als er later
een gewas geoogst is dan kan men door een paar
maal te frezen de grond weer opnieuw zaaiklaar
maken. Het frezen heeft echter het gevaar dat
de grond te fijn geslagen wordt, waardoor deze
bij regen dicht slaat met struktuurbederf als ge
volg. Met de 2-wielige trekkers van de laatste
jaren heeft men dit echter beter in de hand.
Op de demonstratie kwam het mooi tot uiting
dat men bij het kiezen van een hogere of lagere
versnelling de grond meer ©f minder kan verkruis
melen.
Ook het kultivateren en eggen ging met de 2-
wielige trekker goed. Voor deze bewerking moe
ten bij voorkeur de banden niet te klein zijn. Op
grote banden rijdt de trekker rustiger en de wiel-
druk is geringer.
Eggen en kultivateren ging ook met de 4-wie
lige trekker zeer goed. Vooral de tweevelds-egge
leverde mooi werk. Om aardappelbedden te rijden
worden de aanaarders in het kultivaterraam ge
plaatst. Voor het aardappelbedden rijden zijn twee
aanaarders voor een 7 a 8 pK trekker voldoende.
Wil men voren trekken voor plantuien, gladiolen
en bonen, dan kan er met 4 a 5 kleine aanaarders
gewerkt worden.
VERZORGING VAN GEWASSEN
MET 4-wielige trekkers ondervindt de verzor
ging van de gewassen ©ver het algemeen
geen moeilijkheden; als de trekker smalle ban
den heeft kan men met een wledraam, dat vóór
of achter de trekker zit, praktisch alle gewassen
bewerken. Bij 2-wielïge trekkers is het wieden
over het algemeen nog niet helemaal naar wens
opgelost. Is het wiedraam achter de trekker ge
monteerd, dan is er een grote vaardigheid van de
bestuurder vereist. Het wiedraam, dat op de
demonstratie te zien was, werd voorop de trek
ker gemonteerd. Het voordeel hiervan is een goed
zicht op het werk en een nauwkeurige besturing.
Als nadeel zouden we kunnen noemen dat de trek
ker wielsporen in de pas bewerkte grond achter
laat.
Verder waren op de demonstratieterreinen nog
diverse andere werktuigen en hulpmiddelen te
zien.
Vooral te Sint Annaland was er veel belang
stelling. Voor de in totaal 150 bezoekers was er
dan ook heel wat te zien. Zoals vaker voorkomt
hebben de thuisblijvers veel gemist.
A. v. d. VRIE.
J. T. ANDRINGA.
R.T.V.D.RL.V.D_ Goes.
IN de nieuwe encycliek van Paus Johannes de XXIII ook de belastingen voor het boerenbedrijf
worden behandeld. De Paus merkt op
„Bij het bepalen van de belasting moet rekening worden gehouden met het feit, dat de inkomsten
„in de landbouw trager binnenkomen en dat grotere risico's gedragen worden bij de inkomensvor
ming. Op grond van het algemeen welzijn, dient een aparte credietpolitiek te worden ontwikkeld en
„dienen bijzondere credietinstellingen in het leven te worden geroepen".
Nu kan in artikeltjes als deze vanzelf geen Pauselijke encycliek worden behandeld, maar het doet
de boer goed dat de hoogste Katholieke autoriteit een open oog blijkt te hebben voor de bijzondere
positie van de landbouw.
Wy wijzen hier speciaal op de grotere risico's voor de landbouw. Het is nu eenmaal een bedrijf
in de openlucht Coogstrisicoen me1 zeer speciale marktverhoudingen voor zijn produkten (prijs-
risico).
De Paus spreekt over trager binnenkomen van de inkomsten voor de landbouw. Hiermede zal wel
bedoeld zijn dat in het algemeen maar eenmaal per jaar een oogst te halen is. Wij zouden dit willen
aanvullen met onregelmatig binnenkomen, daar de jaarlijkse oogstresuitaten zowel in hoeveelheid als
in geld zeer sterk schommelen.
Onze niet geheel ondeskundige lezers zien hier ons streven naar het middelen van het agrarisch
inkomen over meerdere jaren om de hoek gluren.
Bijzonder goed is de opmerking dat het algemeen welzijn een speciale landbouwcredietpolitiek vor
dert.
Onze lezers, die kennis hebben genomen van het rapport van de Commissie Landbouwcrediet
alsook van de recente studie van het Landbouwschap, inzake de landbouwpolitiek op lange termijn,
horen hier bekende klanken.
Of voor Nederlandse omstandigheden bijzondere credietinstellingen naast de reeds bestaande nodig
zullen zijn is een vraag, die wij momenteel niet kunnen of willen beoordelen. De beide centrale boe
renleenbanken (Utrecht en Eindhoven) maken van dit vraagstuk zeer ernstige studie, waarvan wij de
resultaten zullen afwachten.
In hoeverre hier ook de algemene banken nog weer verder de helpende hand kunnen bieden is
een vraag, waarop het antwoord de capaciteiten van schrijver dezes te boven gaat.
MEIJERS.