De oogstmaand v DE MAAND AUGUSTUS OP HET ZEEUWSE LANDBOUWBEDRIJF Wat nu te doen aan de graszaad percelen? 610 De graanoogst Aardappelen Uien r Grondbewerking Grasland ZEEUWS LANDBOUWBLAD I1ET mSikkels blinken, sikkels klinken" in de oogstmaand augustus van weleer is thans overgenomen door motorgeronk van maaidorsers en trekkers. Niettemin heeft de boer ondanks de wisselende omstandigheden steeds weer zijn oogst binnengehaald. Stonden hem eertijds vele handen ter beschik king, thans zien wij hem zijn oogst vergaren, hetzij alléén of met behulp van één of enkele arbeids krachten met gebruikmaking van diverse hem ter beschikking staande werktuigen en machines. De boer op het éénmans- of gezinsbedrijf maakt daarbij, evenals velen van zijn grotere kollega's, dank baar gebruik van de diensten van de loonwerker. Deze blijkt voor bepaalde oogstwerkzaamheden een deskundige specialist te zijn die voor diverse oogstmethoden werktuigen en personeel ter beschikking heeft. vraagt in deze maand de volle aandacht. Het maaidorsen neemt hand over hand toe en daar mede ook de problemen van afvoer, drogen en op slaan van het gedorste graan. De maaidorser met graantank heeft in vele delen van onze provincie zijn intrede gedaan en heeft in het jongste ver leden bewezen een bijdrage te kunnen leveren in het tekort aan arbeidskrachten. De ontvangst- en ©pslagkapaciteit bij koöperatie en handel van dit losse graan, heeft zich al vrij goed aan de huidige behoefte aangepast, terwijl het op talrijke bedrij ven mogelijk is om met vrij eenvoudige voor zieningen luchtgekoelde aardappelbewaarplaatsen in te richten voor tijdelijke bewaring, zonodig droging, van dit los gestorte produkt. AP een minder druk moment kan dit graan dan afgeleverd worden of naar de daarvoor aan gewezen graanopslagplaats, op eigen bedrijf of elders, afgevoerd worden. Om losgestort graan op te zakken, zijn eenvoudige opzak- en transport vijzels in de handel of kunnen misschien bij af levering door koöperatie of handel beschikbaar worden gesteld. Het van de ruiter af dorsen van erwten met behulp van de maaidorser vindt ook steeds meer ingang. Wel schuilt hierin het ge vaar dat het produkt soms te lang op het veld moet blijven staan met als risico verkleuring van erwten aan de buitenkant van de ruiter. Inschuren bij minder gunstige weersomstandigheden en later vanuit de schuur dorsen geeft minder risiko's, doch vraagt wel belangrijk meer arbeid. ANDANKS drukke oogstwerkzaamheden mag de verzorging van het aardappelgewas niet vergeten worden. Juist in de maand augustus is de kans op ernstige aantasting door de aardappel ziekte groot. Regelmatig en op tijd bespuiten van het gewas met koper of tinbevattende middelen is van het allergrootste belang. Met doodspuiten van het gewas mag beslist niet gewacht worden totdat het loof al behoorlijk aan getast is, want de kans op een ernstige knol- infektie neemt dan sterk toe. Het doodspuiten van Bintje wat veelal tussen 10 en 25 augustus nodig is voor op tijd gepote aardappelen mag niet later dan 7 dagen na de laatste ziektebestrijding plaats vinden. Neemt men deze termijn langer, dan bestaat er kans dat tijdens het afsterven (na dood spuiten) geen voldoende fungicide meer aanwezig is om een eventuele knolaantasting tegen te gaan. UOOR half augustus (vroege percelen voor be- gin augustus) moeten de bespuitingen tegen de valse meeldauw klaar zijn om het gewas ge legenheid te geven vlot af te rijpen. Het kan soms in deze maand nog nodig zijn een bestrijding uit te voeren tegen het rupsje van de preimot. Vooral in een wat later stadium, wanneer deze rupsjes zich in de bol invreten, kan er veel schade aan le kwaliteit van dergelijke partijen uien aangericht worden. De gaatjes in de ui vormen vooral bij vochtige weersomstandigheden, levens een invals- poort voor bodemrot- en koprotbacteriën. Om koprot in uien tegen te gaan bij minder gunstige weersomstandigheden kan het gewas kunstmatig gedroogd worden bij een temperatuur van 30° C. Na het optrekken laat men het gewas nog 7 dagen narijpen, waarna het in de droogcel ge bracht kan worden. Bij de oogst van zaaiuien kan gebruik gemaakt worden van de uienrooimachine, mits de uien ge zaaid zijn op een rijenafstand van 33 cm met een zaaimachine voorzien van 4 of 8 zaaipijpen. De machine brengt 4 rijen op een zwad bijeen. NA de oogst van erwten, zomergerst en soms ook nog na wintertarwe, kan de stoppel op pervlakkig bewerkt worden, waarna een groen- bemester ingezaaid kan worden, voor zover deze niet reeds dit voorjaar onder dekvrucht ingezaaid is. Tot 10 augustus kan men nog Wikken cn Alexandrijnse klaver inzaaien. De voordelen van een groenbemestingsgewas t.a.v. de struktuur van de grond is algemeen bekend, zodat we hier niet nader op behoeven in te gaan. Voor de gemengde bedrijven is het van belang te weten dat van Alexandrijnse klaver die begin augustus ingezaaid is, nog een behoorlijke snede groenvoer gewonnen kan worden. Deze kan in sep tember bij gunstig weer nog gehooid, of indien door minder gunstige weersomstandigheden hooien niet mogelijk is, gezamenlijk met bietekoppen en -blad ingekuild worden. Gelijktijdig ingekuild kan dit laatste een hoogwaardig kuilvoer opleveren. De maand augustus is ook uitermate geschikt om stalmest op bouw- en grasland aan te wenden. VOOR een goede verdeling van de stalmest en om zo rationeel mogelijk te werken, verdient het gebruik van een mestverspreider aanbeveling. Ook voor het aanwenden van schuimaarde of an dere kalkmeststoffen is de maand augustus de aan gewezen tijd. Schuimaarde laat zich ook heel goed met de mestverspreider verstrooien. Bij deze me thode van werken heeft men de verdeling beter in de hand dan wanneer met de schop van de wagen af gestrooid wordt. Men kan de kalkmeststoffen over de onbewerkte stoppel uitstrooien waarna een bewerking kan vol gen met stoppelploeg en/of cultivator en egge. Flink door de bouwvoor gewerkt geven de kalk meststoffen het hoogste nuttige effekt. Bewerk de grond echter alléén wanneer deze zich daartoe leent, dus niet in natte toestand Jl AN de graslandverzorging dient ook in deze drukke oogstmaand de nodige zorg besteed te worden. Regelmatig stikstof strooien, omwie- den, slepen van mestflatten en zonodig bossen van oud minder smakelijk gras, bevordert een goede grasgroei. Vooral het regelmatig stikstof strooien mag in deze maand zeker niet vergeten worden omdat anders eind september geen voldoende gras meer voor het vee beschikbaar is en men nood gedwongen bietekoppen en -blad moet bijvoeren met alle minder gunstige gevolgen voor de gras zode. Omdat de oogst van aardappelen en suikerbieten al niet zo ver meer in het verschiet liggen, is het verstandig eens na te gaan of eigen mensen en materiaal dit werk aankunnen. Zo niet, maak dan alsnog een afspraak met uw loonwerker, opdat u tegen die tijd vlot geholpen kan worden. R. L. V. D. Goes W. P. NOöftDAM. door J. E. WOLFERT Proefstation voor de Akker- en Weidebouw 11 ELK grassoorten worden onder een dekvrucht uitgezaaid. Als men met het oogsten van de dekvrucht begint is er dikwijls nog heel weinig to zien van het eronder staande graszaad. De onervaren teler slaat de schrik dan om het hart, omdat hq verwacht had het graszaad in rijen te zien staan. Daar dit niet het geval is, meent hij dat er van zijn perceel graszaad niets terecht is gekomen en het liefst wil hij dan maar zo gauw mogelijk gaan stoppelen. Genoemde reactie is, hoewel begrijpelijk, toch onjuist. Men moet zich realiseren dat, indien de dekvrucht een normale ontwikkeling heeft gehad, het jonge grasplantje steeds een tekort aan licht en lucht had. Het was daar om onmogelijk dat het zich kon ontwikkelen. Bovendien is tijdens het pluk ken of maaien van de dekvrucht er vele malen over gereden, zodat ook dit «Ie stand van het graszaad niet bevordert. Het gewas moet zich nu aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Het is van groot belang om de graszaadpercelen hierbij te helpen. Dit kan gebeu ren door direct na het oogsten van de dekvrucht een stikstofbemesting te geven. Na enige weken kan men dan de grassen zien rijen. Het is onjuist om te wachten met stikstof strooien tot men de rijen ziet. Hoe eerder de stikstof gegeven wordt, des temeer kans heeft men op een gewas dat goed ontwikkeld de winter "in gaat en waarvan men een goede opbrengst mag verwachten. Uit vele praktijkervaringen bleek, dat indien de stikstof vroeg werd gege ven, men met een kleinere gift kon volstaan: een vroege stikstofgift geeft de hoogste zaadopbrengst. HOEVEEL STIKSTOF De hoeveelheid stikstof hangt af van de grassoort. Hierbij kan de volgende Indeling gemaakt worden 45—60 N 30—45 N 15—30 N 0—15 N veldbeemd bosbeemd beemdvossestaart Engels raai roodzwenk gewoon kamgras timothee ruwbeemd roodzwenk uitl. v. moerasbeemd beemdlangbloem ikropaar struisgrassen hardzwenk fijnbladig schapegras Het doet er weinig toe in welke vorm men de stikstof geeft, als men er maar voor zorgt dat de stikstof tijdig ter beschikking komt. INZAAI IN DE ZOMER IVE graszaden, die na een vroeg ruimende voorvrucht ingezaaid worden U moeten bij de inzaai hun stikstof reeds meekrijgen. Hoe eerder deze zomerzaai plaatsvindt, des te hogere zaadopbrengst krijgt men. Het is on juist te veronderstellen dat een late uitzaai verholpen zou kunnen worden door een hogere stikstofgift. Voor deze zomerzaai komen in aanmerking: Tot begin augustus: beemdlangbloem, struisgrassen en timothee. Tot be gin september: Engels raaigras, Italiaans raaigras, moerasbeemd en ruw beemd. Bij de inzaai moet er voor gezorgd worden, dat er een fijn zaaibed is met een vaste ondergrond. Vergeet niet bij het klaarmaken van het zaai bed te cambridgen. Zorg er voor, dat het zaaizaad niet te diep wegvalt. Dit kan bereikt worden door de zaaipijpen op te hangen aan gummiringen of drukrollen te gebruiken. BEHANDELING VAN TWEEDEJAARS PERCELEN NA het oogsten van het graszaad kan men het perceel op verschillende manieren behandelen. Ligt het in de bedoeling om nog een snede groen voer te winnen, dan doet men er verstandig aan direct na de zaadoogst een 400 kg kalksalpeter te strooien. De nagroei kan dan ca. half september ge oogst worden en afgevoerd. Begin oktober moet dan nog een aanvullende stikstofgift van ongeveer 200 kg kalksalpeter gegeven worden. Heeft men echter geen belangstelling voor de hergroei, dan moet de totale herfstgift pas gegeven worden nadat de hergroei gemaaid is en van het per ceel afgevoerd. Voor het noorden van het land is de meest gunstige tijd hiervoor half september, terwijl in het zuiden de eerste helft van oktober aangehouden moet worden. Deze percelen moeten dan een gift van 300 kg kalksalpeter per ha ontvangen. VERJONGDE PERCELEN niT zijn de percelen uitlopervormende grassen die na de oogst op een diepte van 10 15 cm zijn omgeploegd. Deze bewerking voert men het liefst in juli-begin augustus uit. Na het ploegen moeten de percelen direct geëgaliseerd worden. Wacht men hiermee dan is het soms door de weers omstandigheden niet meer mogelijk of kost het veel meer inspanning. Aan deze percelen geeft men de zomerbemesting het beste in gedeelde vorm en wel een deel bij voorbeeld 100 a 150 kg kalksalpeter gelijk met het ploegen en 150 200 kg kalksalpeter als men het perceel kan zien rijen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 6