LANDBOUWTELLING 1961 Areaal akkerbouwgewassen evenwichtiger samengesteld DA' Opgepast ZATERDAG 8 JULI 1961 IN DIT NUMMER No. 2388 Frankërïng bij abonnementTérnëuzen 49e Jaargang? Zeeuws lAHÖBOUWBlAÖ HE uitkomsten van de landbouwtelling 1961 zijn vorige week door het Centraal Bureau voor de Statis tiek gepubliceerd. Wat de akkerbouwgewassen betreft wijzen ze gelukkig op een wat evenwich tiger samenstelling van het gemiddelde bouwplan over geheel Nederland, een niet onbelangrijk winst punt. Wel kan de natuur met willekeurige uitschieters nog verstorend optreden, de voorwaarden voor een betere benutting van een normaler afzetpatroon zijn in beginsel belaid aanwezig. In de op pag. 3 opgenomen tabel zijn de gegevens omtrent de belangrijkste gewassen voor 1960 en 1961 vermeld, terwijl daaruit ook de procentuele toeneming of afneming- van het gewas af te lezen valk WAT de granen betreft, is het totaal 9000 ha of bijna 2 meer. De tarwe echter is met 5000 ha of met 4 afgenomen. We wisten reeds dat er zeer veel minder wintertarwe uitgezaaid had kunnen worden. We zien echter dat er dit voor jaar bijna net zoveel zomertarwe uitgezaaid werd als er in 1960 wintertarwe was. Waar we echter van de zomertarwe thans geen opbrengst mogen verwachten als van de wintertarwe vorig jaar, moet de totale a.s. tarweoogst nog al wat lager uitvallen dan in 1960. Dat er veel minder rogge is, eveneens vanwege het natte najaar, hetgeen door een uitbreiding van de haver met 8000 ha lang niet goedgemaakt wordt, is gezien de moeilijke positie van de rogge vooral geen verlies te achten. De uitbreiding van het areaal zomergerst is op vallend. De stijging van 59.000 tot 95.000 ha be draagt liefst 61 7. Deze gerst staat niet overal even goed. De positie van de zomergerst in 't bui tenland is ten dele nog te onduidelijk, dat wij ons thans aan voorspellingen zullen wagen. Verheugend uit een oogpunt van afzetmogelijk heid is dat de oppervlakte peulvruchten is terug gelopen. Het is waarschijnlijk nog de vraag of de inkrimping van de groene erwtenteelt met 10 7c voldoende is. Dat zal o.a. van de opbrengst, de oude voorraden en de vraag in de komende winter afhangen. Een teruggang van de schokkerteelt met liefst 3200 ha of 43 7 lijkt nogal rigoureus. Ook hier zullen oude voorraden wellicht onwenselijk sterke prijsfluctuaties kunnen voorkomen. ïn het produkt bruine bonen ziet men blijkbaar nog wel wat, gezien de toeneming met -± 800 ha. AT de VLASTEELT in de moeilijke hoek blijft zitten bewijst wel het feit, dat het areaal nu weer van 24000 naar 21000 haterugliep. In de sector zaderijen is het blijkbaar alles of niets, waarmee de markt nu ook maar matig ge diend wordt. Anders kunnen we tegen een stijging van karwijzaad van 1950 ha tot 4120 ha en een daling van blauwmaanzaad van 2180 ha tot 450 ha (191 ha in Zeeland) niet aankijken. De 960 ha meer koolzaad ligt, zoals vrijwel de gehele 4000 ha in Oostelijk Flevoland. Het meest opvallend in deze sector is de stijging met 3000 ha graszaden. DE totale oppervlakte CONSUMPTIEAARDAP PELEN liep met 17 terug tot 80.500 ha. „Voor klei-aardappelen bedroeg deze vermindering Tl 7 of 5800 ha, wat bij een goed beschot nog wel eens aan de matige kant zou kunnen zijn. Echter zal er bepaald veel minder concurrentie komen van zand- en veenaardappelen, omdat die met liefst 26 (11.000 ha) daalden. Echter ontstaat in verband met de duizenden ha pootaardappelen die voor de keuring waren aan gegeven, doch vanwege nachtvorst moesten worden teruggetrokken, wel een extra druk op het con sumptie-areaal, die nogal van betekenis zal kun nen zijn. Het areaal SUIKERBIETEN heeft de 85.000 ha dit jaar niet gehaald en is 8Vz 7c lager dan de 92.700 ha van 1960. Dit is een teruggang van betekenis, welke ook zeer noodzakelijk was. In ieder geval is met dit areaal suikerbieten de basis gelegd voor een meer verantwoorde verwerking en suikerpro- duk tie. Ook de voederbieten gingen nog met 5000 ha terug. WANNEER we de Zeeuwse cijfers nog apart onder de loupe nemen, dan zien we 8000 ha meer zomergerst, tegen 4000 ha minder tarwe. De haver blijft uit het Zeeuwse bouwplan verdwijnen en liep verder terug van 1564 tot 1392 ha. Op St. Philipsland komt het gewas zelfs niet meer voor. Voor VLAS is Zeeland met 9381 ha nog steeds het allerbelangrijkste testgebied in Nederland. Het neemt 45 7> van het areaal voor zijn rekening. Ook worden in geen provincie zoveel SUIKER- De voorlopige cijfers Land bouwtelling 1961 op pag. 547 Uit de praktijk, een overzicht uit de gewesten pag. 548 Welk groenvoedergewas bij late inzaai pag. 5-19 De stand van de landbouw gewassen pag. 551 De merriepremiekeuringen te Oostburg en Zierikzee pag. 552 De notulen van de Algemene Vergadering pag. 553 Zo is de toestand werkelijk! pag. 554 Het N. O. I. B. te gast bij de Z. L. M. en lonen zilveruien pag. 555 Tuinbouw, Boerenjeugd en Markt op pag. 557, 559 563 BIETEN geteeld als in Zeeland: 17.260 ha of meer dan één vijfde van Nederland. De oppervlakte KLEI-AARDAPPELEN in Zee- land is na het drama van najaar 1960 en voorjaar 1961 fors afgenomen; de teruggang bedraagt meer dan 2000 ha. Schokkers zakten ook met ruim 2000 ha. Kleine groene erwten hebben zich echter op ruim 8600 ha weten te handhaven. De uitbreiding van het bruine bonen-areaal kwam geheel voor Zeeuwse rekening. Tenslotte verdubbelden de ha's graszaad en met 3111 ha van de 11.852 ha in Nederland neemt Zeeland ook daar een belangrijke positie als teeltgebied in. Gezien de verschuivin gen in de zaaizaad- en pootgoedsector bovendien een welkome versteviging voor de N.A.K. Zeeland. GEUZE. iN aansluiting op het korte berichtje in verschillende landbouwbladen van jongstleden saterdag I leek het ons goed nader in te gaan op de bestrijding van de wilde haver. Op verschillende plaatsen zijn de laatste weken wilde haverplanten gevonden. Uit gesprekken blijkt veelal, dat de meeste landbouwers de wilde haverplant niet kennen en zeker niet de schade lijke gevolgen. Het spreekwoord Oot is den boer zijn dood" is hier onbekend. UITERLIJK VAN DE PLANT De plant onderscheidt zich van de cultuurhaver, doordat de pluim ijlnr is, terwijl de pakjes voor* zien zijn van twee lange naalden. Het zaad is donkerbruin tot zwart van kleur. De pluim steekt meestal boven de cultuurgewassen uit. HOE KOMT DE WILDE HAVER OP UW7 BEDRIJF? Elk bedrijf kan op vele manieren met wilde haver worden besmet. Vooral door hei gebruik van ongekeurd zaaizaad, door dorsen met een verontreinigde maaidorser kan dit het geval zijn. Bij de keuring wordt uitermate streng op de aanwezigheid van wilde haver gelet. Zowel bij de veldkeuring als bij de monsterkeuring. De aanwezigheid van één enkele plant is voldoende voor afkeuring. Nog onlangs moest 5 ha origineel afgekeurd worden wegens het voorkomen van wilde haver. DE BESTRIJDING a. door vernietiging De plant moet vroegtijdig vernietigd worden, daar de rijpe zaden afvallen en in de grond zelfs jarenlang kiemkrachtig blijven. De bestrijding kan geschieden door schoffelen tijdens de groei. Dit geldt echter alleen voor planten tussen de rijen. De volwassen planten in de rijen moeten bij her haling uitgeplukt en volledig worden vernietigd. Dit laatste is beslist noodzakelijk daar de melkrijpe korrels reeds kiemkrachtig zijn. Naast de direkte bestrijding door schoffelen of uittrekken is mis schien een chemische bestrijding mogelijk. Dit jaar zijn enkele chemische middelen voor het eerst in beproeving genomen. b. door een juiste vruchtwisseling Hakvruchten bieden voor direkte bestrijding de grootste mogelijkheden. Gewassen, die een vroege grondbedekking geven, belemmeren het kiemen van het zaad. Rode klaver, lucerne en künstweide kortom gewassen die vaak gemaaid worden, zijn vijanden van de wilde havervlant. Zomergranen daar entegen zijn de vrienden van de wilde haver. TOT BESLUIT Controleer de gewassen op het eventueel aanwezig zijn van wilde haverplanten. Bedenk daarbij dafc wilde haver een taai onkruid is, dat vele mogelijkheden heeft zich in stand te houden en te verbrei den. De algehele bestrijding en vernietiging van de wilde haver is een boerenbelang van de eer sta orde. Wanneer eenmaal wilde haver op het bedrijf wordt aangetroffen, raakt men deze zeer moeilyU kwijt, dus opgepast. Goes, juli 1961. De Rijkslandbouwconsulenten voor de Zeeuwse eilanden en Zeeuwsch-V laander en, Dr. Ir. C. W. C. VAN BEEKOM. Ir. J. A. H. HAENEN. De direkteur van de keuringsdienst Zeeland v van de N. A. K.. Ir. J. D. DORST.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 1